Wittgenstein (1993)
Queer logica
door Ralph Evers
Wittgenstein was de gevierde logica-filosoof, die door een andere gevierde filosoof, Bertrand Russell, uitgeroepen werd tot een van de grootste denkers van zijn tijd (de ander was Martin Heidegger, in Zijn Tijd). The Master of Queer, Derek Jarman, weet wel raad met Wittgenstein. Logica in bonte kleuren, extravagante kostuums en heerlijke filosofische vragen en uiteenzettingen.
Queer zal het woord zijn en het woord is queer. Da’s niet alleen deze film van Jarman, dat is zijn handelsmerk. Tegelijk ook een op zichzelf grappige paradox, dat een film over de taalfilosoof Ludwig Wittgenstein met zoveel queer benaderd wordt. Dat bijt mekaar. De kleuren, de decors, de staccato scènes waarin deze film af en toe opgebouwd is, zijn niet noodzakelijk zo streng logisch als wat de filosoof beoogde. De kleurrijke kostuums (vooral Swinton) en spaarzame decors zijn te allen tijde tegenover een verder zwarte theaterachtergrond. Die achtergrond zwijgt als het ware, waar Wittgensteins denken ophoudt.

Wittgenstein (1993)
Tegelijkertijd en in tegenstelling met Jarmans Caravaggio – je weet wel, die film waar Swinton in debuteerde en Sean Bean weer eens de dood vond – is Wittgenstein een stuk biografie-getrouwer dan het eveneens maffe en queere Caravaggio. Wittgensteins pogingen om kinderen les te geven (een hopeloze mislukking voor de sociaal wat vreemde Wittgenstein) zijn getrouw in beeld gebracht, evenals diens verheerlijking van handarbeid op een collectieve boerderij in de Sovjet-Unie (wat is dat toch met intellectuelen, dat ze zo door ideologie bevangen kunnen raken?).
Het eigenaardige van Wittgenstein (voor de filosofen onder ons, je zou denken dat het de reïncarnatie van Kierkegaard is, met z’n aparte maniertjes en omgang met de ander) is pedant wanneer de jonge Wittgenstein de film inleidt en een stukje met ons oploopt, serieus, stekelig en bij tijden sentimenteel, wanneer de volwassen Wittgenstein tegen de grenzen van begrip met zijn mentoren Bertrand Russell en John Maynard Keynes aanloopt.
Met studenten of zijn vluchtige romances komt hij er ook niet zo goed uit. Het zijn deze scènes die deze film de nodige structuur en aantrekkingskracht geven. Want voor de gemiddelde bioscoopbezoeker vandaag de dag is deze film te anders.
‘Half of Cambridge goes around imitating your mannerisms’
Het anders-zijn van deze portrettering van Wittgensteins leven is op een meta-niveau nu ook precies wat filosofie beoogt, nee, wat kunst beoogt. Door van gebaande paden af te wijken, raken anderen geïnspireerd om tot een uitbreiding van het bestaande te komen, anders is het slechts een eindeloze herhaling, zoals de echokamer van de huidige kunstmatig intelligente taalmodellen. De mens is een onmogelijk dier, dat probeert het marsmannetje ons ook duidelijk te maken op vriendelijke wijze. Daarom zij geprezen, dat andere. Queer.

Wittgenstein (1993)
Waar zou Lars von Trier zijn geweest zonder Derek Jarman? Dogville en Manderlay zijn kalere, soberdere en bravere versies van het decorwerk van Jarman. Wie zou de nieuwe quirky queen opvolger van Tilda Swinton kunnen worden? Niemand minder dan Emma Stone, afgaande op haar werk met die Griekse muze van haar.
12 oktober 2025
