Truman

***

recensie  Truman

Uit het leven gegrepen

door Cor Oliemeulen

Vijftiger met terminale kanker zoekt nieuw baasje voor zijn trouwe viervoeter. Sterk, geloofwaardig acteerwerk zonder Latijns temperament in komisch drama Truman.

Regisseur Cesc Gay maakte in 2012 Una pistola en cada mano, dat hij net als zijn jongste film Truman samen schreef met Tomàs Aragay. In zes korte verhalen portretteerden zij op soms meedogenloze wijze de worstelingen van tobbende veertigers. De Argentijnse acteur Ricardo Darín (El secreto de sus ojos, 2009) en zijn Spaanse collega Javier Cámara (Hable con ella, 2002) excelleerden als doorsnee mannen die verzeild raken in buitengewone situaties. Het viertal werkt opnieuw samen in Truman en mét Truman, een hond.

Truman

Wie adopteert de hond?
Ricardo Darín speelt Julián, een vijftiger die zojuist heeft geaccepteerd dat hij de strijd tegen uitgezaaide longkanker niet kan winnen. Javier Cámara speelt zijn oude vriend Tomás die hem verblijdt met een onverwacht bezoek in zijn woonplaats Madrid. Samen gaan ze op zoek naar een nieuw baasje voor Truman. Het drietal bezoekt een dierenarts voor tips. Julián wil weten of het zinvol is als hij bij het afscheid een kledingstuk achterlaat zodat de hond hem kan blijven ruiken.

In Truman lijkt de zoektocht naar een geschikte adoptiefamilie belangrijker dan bijvoorbeeld de keuze voor een begrafenis of een crematie (“Pas je wel in zo’n kleine urn?”). De vier dagen die Julián en Tomás samen hebben, staan in het teken van de toekomst van de hond (zelf ook niet meer de jongste), terwijl het filosoferen over leven en dood subtiel op de achtergrond door kabbelt. Deze twee rasacteurs hebben weinig woorden nodig om hun gevoelens te uiten.

Truman

Amsterdam
De dialogen vormen dan ook het minst sterke element van de film, die hierdoor verzuimt om te verrassen. Natuurlijk, Truman gaat over échte mensen (en een hond) en het drama van een naderende dood is al heftig genoeg, maar een paar leuke twists, net als in Una pistola en cada mano, had dit komische drama wel kunnen gebruiken. Eén van de sterkste scènes daarentegen is bloedserieus en raak: in een restaurant irriteert Julián zich aan een koppel dat doet alsof ze hem niet heeft gezien. Een herkenbare situatie en een steuntje in de rug voor mensen die weten wat rouw is en zouden willen dat ze het lef hadden te reageren zoals Julián dat doet.

En dan hebben we nog het ‘verplichte’ uitje naar Amsterdam, waar Juliáns saai ogende zoon Nico studeert en die in de veronderstelling is dat zijn vader inmiddels is genezen. Hoe gaan ze dat varkentje wassen óf lukt het Julián simpelweg niet om Nico te vertellen dat dit hun laatste ontmoeting is? En passant maken we kort kennis met een vriend van Nico (Lucas Hamming, Lover or Loser en voorman huisband DWDD) en vraagt de kijker zich af hoe het toch mogelijk is dat je in films direct hoort dat het een Nederlander is die Engels praat?

Het afscheid van de vrienden en van Truman is – net als het spel van Ricardo Darín en Javier Cámara – van een ingehouden ontroerende pracht, echter het is te weinig om de film te laten beklijven.

 

6 mei 2016

 

MEER RECENSIES