Fargo (1996)

Fargo (1996)
Ongebruikelijke heldin in ijskoud Minnesota

door Cor Oliemeulen

Een autohandelaar met schulden vraagt twee criminelen om zijn vrouw te ontvoeren, zodat hij een deel van het losgeld van haar rijke vader kan opstrijken. Natuurlijk loopt het plan volledig uit de hand. Maar bij Joel en Ethan Coen gaat alles net even anders dan je zou verwachten en valt een droogkomische deken van opmerkelijke personages in barre situaties over het anders zo vredige stadje Brainerd.

Het is vroeg in de ochtend als politiechef Marge Gunderson (Frances McDormand) uit haar bed wordt gebeld. Norm (John Carroll Lynch) wil dat zijn zwangere vrouw eerst wat eet en bakt eieren met spek. Even later rijdt Marge op een verlaten weg door de besneeuwde vlakte. Op de plek waar een auto is gecrasht, staan al enkele politieauto’s met daarin mannen die schuilen voor de ijskoude wind. Een agent geeft Marge een beker koffie. Wanneer zij naar de twee dode lichamen op het plaats delict schuifelt, denkt de agent even dat ze moet overgeven door de aanblik, maar het blijkt slechts de ochtendmisselijkheid van een vrouw in verwachting. Met haar scherpzinnigheid trekt Marge vervolgens de juiste conclusies over wat zich hier heeft afgespeeld. Ze blijkt bovendien zeer empathisch, want ze lacht niet om een vergissing van haar mannelijke collega, maar stelt hem op het gemak door het maken van een grapje.

Marge ziet iets wat het daglicht niet kan verdragen

Marge ziet iets wat het daglicht niet kan verdragen

“Yah, you betcha”
In zijn essay over Burn After Reading (2008) schreef collega Bob van der Sterre dat de Coen-broers de baas van een fitnessbedrijf opvoeren als “een baken van redelijkheid tussen alle idioten”. In Fargo (1996) vervult de zwangere politiechef Marge een soortgelijke functie. Ondanks de brutaliteit van de misdaden en de idiote streken van de misdadigers, straalt ze altijd kalmte en professionaliteit uit, een verademing vergeleken met al die agressieve macho rechercheurs in misdaadfilms.

Verder probeert Marge een vloeiende balans tussen werk en privé te vinden. Zo koopt ze op haar weg terug nog even een zakje aardwormen voor Norm zodat hij weer kan gaan vissen. Bovendien is zij begaan met zijn andere hobby: schilderen. Norm heeft enkele schilderijen ingestuurd voor een wedstrijd waarbij het winnende schilderij zal worden afgebeeld op een postzegel. Als blijkt dat een van zijn schilderijen zal verschijnen op een postzegel van slechts 3 cent, weet Marge ook hier de pijn te verzachten met een aardige relativerende opmerking.

Haar taalgebruik is typisch voor de setting van het verhaal: het landelijke Minnesota, waar de Coen-broers opgroeiden. Marge spreekt met een sterk Minnesotaans accent met lange klinkers en een bijna zingende intonatie dat wordt geassocieerd met de Scandinavische wortels van veel inwoners. Het dialect voegt een laagje ironie toe aan de film. Marge praat eenvoudig, direct en zonder pretentie. Met opmerkingen als “Yah, you betcha”, “Jeez” en “Oh, for Pete’s sake” slaat ze zelfs in moeilijke omstandigheden een optimistische toon aan.

Neerkijken op het gepeupel
Een vergelijkbaar dialect heeft autohandelaar Jerry Lundegaard (William H. Macy), de man door wie alle ellende begint, maar als streekgenoot is hij geen schim van de oprechte en ongecompliceerde Marge. Jerry is een al even grote egoïstische sukkel als de twee criminelen die zijn vrouw moeten ontvoeren: Gaear (Peter Stormare) en Carl (Steve Buscemi). Gaear praat nauwelijks en is een vulkaan die snel op uitbarsten staat, terwijl Carl bijna continu doorratelt en door alle ooggetuigen steevast wordt omschreven als “a funny looking guy”. Ook veel andere personages in Fargo blinken niet uit door een charismatische uitstraling.

Een uitzondering is Paul Bunyan, een metershoge gestalte in een houthakkersblouse en leunend op een grote bijl. Deze figuur uit de Amerikaanse folklore, die synoniem is aan het ruige karakter van het landschap, staat hoog op een sokkel en komt steeds in beeld als iemand Brainerd binnenrijdt. Zijn standbeeld, geplaatst in een besneeuwde, bijna desolate omgeving, vormt een aanzienlijk contrast met alle zwakke, incompetente en moreel corrupte personages die onder hem passeren.

Gaear en Carl als alles nog koek en ei is

Gaear en Carl als alles nog koek en ei is

Wat betekent eten?
Waar het standbeeld van Paul Bunyan een onheilspellende, dystopische ondertoon aan de film toevoegt, vormt eten een andere rode draad. Marge wil best boeven vangen, maar niets kan haar lunch verstoren. Natuurlijk, wie zwanger is, moet eten voor twee. Maar in Fargo illustreert eten vooral de persoonlijkheden en sociale achtergronden van de personages. De eetgewoonten van Marge en Norm benadrukken hun bescheiden levensstijl en huiselijkheid. Het eenvoudige geluk dat ze vinden in hun dagelijkse routine contrasteert sterk met de chaotische en gewelddadige wereld van de misdaad waar Marge in haar werk mee te maken heeft. En de criminelen Carl en Gaear? Die eten natuurlijk altijd in een fastfoodtent.

In de familie van Jerry fungeert de eettafel als middel om onderliggende conflicten en frustraties tussen de personages bloot te leggen. Ferry’s relatie met zijn schoonvader Wade is verre van innemend en Jerry’s puberzoon (op zijn kamer hangt een niet heel recalcitrante poster van een bekende accordeonspeler) eet liever met zijn vrienden bij McDonalds dan in dit verstikkende gezelschap.

Er is één moment waarop Marge niet eet. Als ze is uitgenodigd voor een etentje door haar oude schoolvriend Mike nadat hij haar een zielig verhaal vertelde. Vanaf het moment dat hij in het restaurant opdringerig en emotioneel wordt, is haar trek gestild. Maar ook hier zien we direct Marge’s morele kompas. Hoe ongemakkelijk de situatie ook even is, laat ze met een aardige opmerking Mike in zijn waarde. Marge bestelt een colaatje, praat nog wat en gaat de volgende dag gewoon weer verder met het oplossen van de meervoudige moordzaak. “Oh, yah.”

 

26 juli 2024

 

THEMAMAAND JOEL EN ETHAN COEN

Blood Simple (1984)

Blood Simple (1984)
Subtiele observaties van menselijke zwaktes en dommigheden

door Cor Oliemeulen

De Coen-broers bewijzen al veertig jaar lang dat je films kunt maken zonder de bemoeienis van Hollywood-studio’s. Ethan en Joel schrijven, regisseren en monteren al hun films zelf, houden zich niet bezig met populaire trends en laten zich zelden zien in de media. Hun werk mengt humor, geweld en cynisme, maar biedt meestal de mogelijkheid van verlossing. Blood Simple (1984) – vanaf 11 juli als 4K-restauratie in de bioscoop – dient als gids voor al hun gedenkwaardige films die volgen.

In veel Coen-films ontmoeten duisternis en lichtvoetigheid elkaar. Vooral in de begintijd zijn de situaties en het geweld vaak zo overdreven dat ze neigen tot absurdisme, maar toch behouden ze een realistische benadering. Blood Simple kent een soort fysieke komedie die je aantreft in de horrorfilms van Sam Raimi. Hij belichaamde in de jaren 80 de opkomst van een esthetiek van slechte smaak. Een deel van het filmpubliek wilde overdreven geweld.

Dan Hedaya als stripbareigenaar Marty

Dan Hedaya als stripbareigenaar Marty

Splatstick
Net zoals veel van hun collega’s in die jaren experimenteerden Joel en Ethan Coen met Super-8-filmjes. Joel ging werken als montage-assistent voor Sam Raimi’s horrorklassieker The Evil Dead (1981) en hoorde hoe hoofdrolspeler Bruce Campbell de term splatstick bezigde voor de combinatie van gruwelhorror en slapstick. Denk bijvoorbeeld aan het meisje dat in het bos wordt vastgegrepen en gemolesteerd door de takken van levende bomen. Of de scène waarin een hand van de hoofdpersoon wordt besmet door een beet en zijn eigenaar wil doden, zodat hij zijn hand moet amputeren met een kettingzaag om de verspreiding van het kwaad te stoppen.

De Coen-broers raakten enthousiast door Raimi’s splatstick-geweld, maar hadden de neiging om de horror (en later ook andere genres) enigszins te parodiëren en te overgieten met een intellectueel sausje. Zo eindigt hun debuutfilm Blood Simple potsierlijk met de scène waarin een vrouw de hand van een man met zijn eigen mes doorboort, omdat zij denkt dat het slachtoffer haar wil vermoorden. Het geweld is vaak cartoonesk, bijvoorbeeld aan het begin van Raising Arizona (1987) als een ruige motorrijder tijdens zijn rit door de woestijn een konijn tot gort schiet. Volgens Joel was mensen doodschieten prima, maar kijkers wilden niet zien dat er een konijn gewond raakte. Die kijkers konden dus ook smullen van de memorabele scène in Fargo (1996) waarin iemand in een houtversnipperaar wordt geduwd.

Film noir
Naast het soms groteske geweld is de donkere atmosfeer bepalend voor Blood Simple. De Coens voelden zich aangetrokken tot film noir en lieten zich in het bijzonder inspireren door de boeken van James M. Cain en de verfilming van diens Double Idemnity (1944) door Billy Wilder. Dat de tijd rijp was voor het opnieuw leven inblazen van de film noir had Body Heat (1981) al bewezen. Dit misdaaddrama van Lawrence Kasdan gebruikt veel stilistische elementen van de klassieke film noir, zoals schaduwen en rokerige kamers, maar heeft ook een complex en dubbelzinnig plot. De thema’s zijn verraad, hebzucht en morele ambiguïteit.

Net als Body Heat, Double Idemnity, maar ook James M. Cains andere beroemde boek The Postman Always Rings Twice (verfilmd in 1946 en 1981), draait Blood Simple om een driehoeksverhouding met de fatale aantrekkingskracht van passie en hebzucht en een complot om een echtgenoot te vermoorden voor financieel gewin. In de gereanimeerde film noir van de Coens gaat het om stripbareigenaar Marty (Dan Hedaya) die de zweterige privédetective Visser (M. Emmet Walsh) inhuurt om zijn overspelige vrouw Abby (Frances McDormand) en haar minnaar Ray (John Getz) te vermoorden. Vervolgens ontstaat er een kettingreactie van leugens en misverstanden met als klap op de vuurpijl iemand die maar niet wil doodgaan.

De titel Blood Simple is afkomstig van een andere bekende schrijver van zogenaamde hard-boiled detectiveromans, Dashiell Hammett, die in zijn boek Red Harvest (1929) de term omschrijft als ‘een staat van verwarring, paranoia, en verminderde mentale helderheid die optreedt na het ervaren of plegen van geweld’. En net als in de klassieke film noir gebruiken de Coen-broers vervreemding, misdaad en geweld als een cynische visie op de wereld en ligt de nadruk op de donkere kant van de menselijke aard en op de innerlijke tegenstrijdigheden van de hoofdpersoon.

Naast de desoriënterende camerahoeken met hoge en lage standpunten, accentueren de Coens de ‘duisternis’ van hun verhaal met het veelvuldig gebruik van ingehouden, mysterieuze verlichting (vooral accenten van neon en blauw licht), een ander kenmerk van de klassieke film noir. Net als overmatige regen, waarmee Blood Simple begint.

M. Emmet Walsh als privédetective Visser

M. Emmet Walsh als privédetective Visser

Low budget
Joel en Ethan Coen waren niet alleen fan van de klassieke film noir, ze kozen ook voor deze filmstijl om praktische redenen: geld. Na het schrijven van het scenario en voordat ze nog maar iets voor Blood Simple hadden opgenomen, vroegen de broers aan de net afgestudeerde regisseur Barry Sonnenfeld of hij voor 100 dollar een korte trailer wilde maken. Hij filmde een man die midden op de weg stopt, een schop tergend langzaam over het asfalt sleept naar een andere man, die hij gaat vermoorden, en begraven. Met die trailer onder de arm gingen ze langs vrijwel elke grote Amerikaanse filmdistributeur, echter niemand wilde Blood Simple financieren omdat er te weinig actie in het script zat en omdat het publiek zich niet zou kunnen identificeren met de koele personages.

Joel (29 jaar) en Ethan (26 jaar) haalden in een jaar 750.000 dollar op, genoeg om met de productie van de film te beginnen. Een probleem was dat ze geen ervaren editor konden inhuren om hun geschoten materiaal zo mooi mogelijk aan elkaar te monteren. Maar goed, de broers wilden sowieso de controle over hun film behouden, dus besloten ze om zelf te gaan monteren. Op de aftiteling verscheen hun pseudoniem Roderick Jaynes, een bekende truc van makers van lowbudgetfilms om te vermijden dat hun namen niet te vaak op aftiteling zouden verschijnen.

Stinkend zaakje
Blood Simple opent met een korte voice-over monoloog, iets wat ze ook in toekomstige films zouden doen. Bij de Coens leent niet alleen het filmgenre zich voor parodie, ook de symboliek van sommige handelingen en situaties fungeert als een knipoog. Bijvoorbeeld als Marty na een vistripje terugkeert in zijn kantoortje, de gevangen vissen op tafel legt en vervolgens wordt neergeschoten. Zijn lichaam wordt verwijderd, maar die vissen blijven de hele tijd op het bureau liggen te meuren en demonstreren dat het hele zaakje steeds meer gaat stinken. Een ander voorbeeld is de onbetrouwbare privédetective Visser die voortdurend om zijn eigen flauwe en zieke grapjes lacht.

De monologen en dialogen zijn afwisselend hilarisch of stemmen tot nadenken. Het lijkt soms wel alsof alle slechteriken filosofie hebben gestudeerd. Het gebruik van excentrieke personages die grappige en gevatte teksten opdissen en zich overgeven aan stijlvolle geweldsscènes zie je later terug in de films van Quentin Tarantino. Terwijl Ethan Coen zich vooral oriënteert op het taalgebruik, denkt Joel vooral in beelden. Hun feilloze samenwerking leidt tot subtiele observaties van menselijke zwaktes en dommigheden.

Frances McDormand als Abby

Frances McDormand als Abby

Frances McDormand
Verrassend is de keuze van Frances McDormand als femme fatale, die geen femme fatale is. Ten eerste is zij geen klassieke schoonheid zoals in de oude film noir; ten tweede is haar personage in Blood Simple niet betrokken bij een complot. Abby is slechts een vrouw die genoeg heeft van haar man en op zoek is naar een avontuurtje, dat fatale gevolgen kent, en heeft geen idee welke intriges allemaal spelen. De Coens hadden voor haar rol in eerste instantie actrice Holly Hunter op het oog, maar zij had al andere filmactiviteiten gepland. Dus stelde Hunter haar kamergenoot McDormand, die drama had gestudeerd, voor aan ‘die twee hele rare jongens’, die hun eerste film wilden maken.

Tijdens de opnamen van Blood Simple werden Frances McDormand en Joel Coen verliefd op elkaar en trouwden nadat de film uitkwam. Zowel hun debuutfilm als hun huwelijk hebben veertig jaar later de tand des tijds doorstaan. Zoals de Coens hun eersteling fabriceerden uit verhalen van de klassieke film noir maakte de Chinese regisseur Zhang Yimou op zijn beurt een remake van Blood Simple. In diens A Simple Noodle Story (2009) is de stripbar in Texas vervangen door een noedelswinkel in een Chinees woestijnstadje. Waar Yimou uitbundige acteerprestaties en visuele flair benadrukt, blijft het debuut van de Coens veel meer ingetogen met realistisch acteerwerk, minimalistisch gebruik van geluid, donkere spanning en ironie. In die zin kun je Blood Simple beschouwen als een blauwdruk van het hele Coen-oeuvre.

 

4 juli 2024

 

THEMAMAAND JOEL EN ETHAN COEN

The Movie Teller

**
recensie The Movie Teller

Er was eens… een film die maar niet wilde boeien

door Cor Oliemeulen

Er was eens een dorp in de woestijn waar de mannen in een salpetermijn de kost moesten verdienen. Na een week hard werken, snakte iedereen naar de film die op zondag in de bioscoop draaide. Direct na de voorstelling vertelden bezoekers het verhaal van de film aan mensen die hem niet hadden gezien. Er was één meisje die dit kon als geen ander. Als zij in geuren en kleuren de film navertelde, hing iedereen aan haar lippen. Totdat er iets ergs gebeurde…

The Movie Teller is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Chileense schrijver Hernan Rivera Letelier, geregisseerd door de Deense regisseur Lone Scherfig en voorzien van een cast met grote namen. De film volgt zeven bewogen jaren van een gezin in een Chileens mijndorp in de Atacama-woestijn, te beginnen in 1966.

The Movie Teller

Film als uitlaatklep
“Waarom ben je niet met iemand van je eigen leeftijd getrouwd?”, vraagt de enige dochter van het gezin, María Margarita (Alondra Valenzuela), de jongste van vier kinderen. “De mijn heeft hem oud gemaakt”, zegt moeder María Magnolia (Bérénice Bejo: Le passé).

Ze hebben het niet breed, maar precies genoeg om op zondag met zijn allen naar de bioscoop te gaan. Ditmaal is dat de western The Man Who Shot Liberty Valance met John Wayne, het idool van vader Medardo (Antonio de la Torre: Historias para no contar). In de bioscoop heeft moeder te weinig geld om versnaperingen te kopen, maar die worden graag betaald door ene Hauser (Daniel Brühl: The Face of an Angel), die een oogje op haar heeft.

De financiële situatie wordt pas echt penibel als vader gehandicapt raakt tijdens werkzaamheden voor de mijn. Voortaan kan slechts één kind van het gezin op zondag naar de film. Bij thuiskomst zit iedereen klaar om het verhaal van de film te horen. Maar niet iedereen is even goed in navertellen, zeker als het gaat om de ‘verdorven film’ From Here to Eternity met de beroemde zoenscène op het strand. María Margarita blijkt de ideale filmverteller, die op bevlogen wijze de toehoorders meesleept en soms tot tranen beroert. Iedere week wordt haar publiek groter.

The Movie Teller

Ondergang
In dit universele verhaal over het delen van emoties en de liefde voor film valt vooral het enthousiaste spel van de 11-jarige titelvertolkster op. De María Margarita van Alondra Valenzuela heeft een innemende uitstraling en is volwassen voor haar leeftijd. Tijdens een gesprek tussen moeder en dochter is zij het meest geloofwaardig als haar moeder vertelt over het leven als vrouw in een omgeving waarin de toekomst al bij je geboorte is vastgelegd. Het is jammer dat de rol van María Margarita enkele jaren later, wanneer moeder haar spijt van gemiste kansen een gevolg heeft gegeven, wordt overgenomen door Sara Becker.

Niet alleen door deze ingreep (ook haar drie broertjes worden later gespeeld door andere acteurs) wil The Movie Teller maar niet sprankelen. De makers verzuimen om het potentieel van Bérénice Bejo en Antonio de la Torre te benutten, en ook het tegenvallende scenario en de zoetgevooisde klanken op de achtergrond helpen niet mee.

Het was veel interessanter geweest om de vertelsessies van María Margarita uitgebreider aan bod te laten komen en meer diepgang te geven. Zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in La Femme de chambre du Titanic (1997) van de Spaanse regisseur Bigas Luna. In die film is een arbeider van een Frans bedrijf in 1912 uitverkoren om het vertrek van de Titanic in het Engelse Southampton bij te wonen. Hij maakt daar kennis met een mooie vrouw die bij hem aanklopt in het hotel omdat zij geen kamer kan vinden. Terug in Frankrijk oogst hij grote successen met zijn pikante verhalen over hun romance, die nooit heeft plaatsgevonden. De arbeider verzint zelfs dat zijn geliefde samen met de Titanic ten onder is gegaan. Totdat hij de vrouw op een avond tot zijn schrik in het publiek ziet zitten.

 

11 juni 2024

 

ALLE RECENSIES

Lost in the Night

***
recensie Lost in the Night
Sociale kritiek zonder compromis

door Cor Oliemeulen

Van de romantiek en vrijheid van Mexico die beatnik Jack Kerouac in 1957 zo mooi verwoordde in zijn picareske roman On the Road blijft in de beleving van Amat Escalante bar weinig over. Ook in zijn vijfde speelfilm, Lost in the Night, behandelt de Mexicaanse regisseur thema’s als klassenverschil, drugsgeweld en corruptie. Net als de viervoeter Buñuel in de film blijft de kijker als een geslagen hond achter, hoewel er ditmaal aan het eind een sprankje hoop gloort.

Het is begrijpelijk dat Escalante de troosteloze Mexicaanse samenleving zo meedogenloos neerzet, want klassenongelijkheid, corruptie en drugsgeweld zijn er aan de orde van de dag. Vooral voor de jeugd in onderontwikkelde gebieden is er nauwelijks perspectief op een rooskleurige toekomst. Met zijn vastberadenheid plaatst Escalante zijn kijkers graag in een oncomfortabele positie en grijpt hij ter ondersteuning van zijn betoog met enige regelmaat naar provocerende beelden.

Lost in the Night

Zo kent Heli (2013) een scène waarin de genitaliën van een jongen worden overgoten met alcohol en in brand gestoken, terwijl afgestompte crackrokertjes een videospelletje spelen en iemand een filmpje voor YouTube maakt. In La región salvaje (2016) dient een octopusachtige fallische alien in een hutje op de hei als genotsmiddel voor wanhopige vrouwen. Het is jammer dat Amat Escalante, die genoeg talent in huis heeft, zo vaak de neiging heeft om de toekomst van zijn landgenoten op een nihilistische manier op te dienen.

Op zoek naar vermiste moeder
Escalante’s insteek van Lost in the Night is vermissing. Door drugs, mensenhandel en kidnapping zijn momenteel in Mexico meer dan honderdduizend inwoners en migranten vermist. In de film volgen we het reilen en zeilen van de tienerjongen Emiliano (Juan Daniel García Treviño) die op zoek is naar zijn verdwenen moeder. Drie jaar geleden protesteerde zij tegen de komst van een buitenlands mijnbedrijf omdat ze vreesde voor milieuschade. Na afloop van een bijeenkomst werd zij met vier andere actievoerders door de politie mishandeld en verdwenen ze allemaal van de aardbodem.

Emiliano komt als klusjesman terecht bij de rijke societyvrouw Carmen (Bárbara Mori) in een afgelegen villa aan zee. Zij woont daar met haar verveelde dochter Monica (Ester Expósito) en haar geliefde Rigoberto (Fernando Bonilla), een man die zich modern kunstenaar noemt. Hij toont Emiliano zijn fotoboek met close-ups van een lichaam met allerhande wonden en vertelt dat hij het lichaam had gekocht. Emiliano hoort ook dat Rigoberto en Carmen aandeelhouders zijn van de mijn, waartegen zijn moeder destijds protesteerde.

Lost in the Night

Verknipte gasten
Er ontstaat een band tussen Emiliano en Rigoberto. Emiliano probeert te ontdekken of Rigoberto, die dikke maatjes met de plaatselijke politiecommandant is, iets weet van de verdwijning van zijn moeder. Ondertussen lijkt Rigoberto last te krijgen van een schuldgevoel, nu hij wordt geconfronteerd met het verdriet en de pijn van Emiliano. Bovendien staat hij op gespannen voet met een godsdienstige sekte die zijn ‘kunstwerken’ veroordeelt. Emiliano komt in de belangstelling te staan van Monica, die haar uitzichtloze leventje met geënsceneerde suïcidepogingen deelt op sociale media voor likes. Emiliano valt voor haar avances omdat de ouders van zijn vriendin Jazmin (Mafer Osio) hem beneden hun stand vinden.

Al deze onderlinge verhoudingen en tegenstellingen leiden tot een tragische ontknoping. Met op de achtergrond thema’s als klassenverschil, illegale graven, jeugdtrauma’s, seksualiteit, godsdienstwaanzin, internetverslaving en drugsgeweld, levert Amat Escalante met Lost in the Night een degelijke thriller af. Je vraagt je af hoeveel moeite het voor hem moet hebben gekost om ditmaal te eindigen met enig perspectief op betere tijden.

 

15 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Charcoal

***
recensie Charcoal
Het nut van kleine houtskoolfabriekjes

door Cor Oliemeulen

In de duistere satire Charcoal portretteert speelfilmdebutant Carolina Markowicz een gezin op het Braziliaanse platteland waarvan de leden niet de gangbare normen en waarden volgen. Op een dag krijgen ze een aanbod dat ze moeilijk kunnen weigeren.

Juracy (Aline Marta Maia), een medewerkster van de thuiszorg, schetst de vrouw des huizes, Irene (Maeve Jinkings), een somber beeld als het gaat om haar vader Firmino. Hij heeft een beroerte gehad, kan niet meer praten en lopen en heeft een zuurstoftank nodig om goed te kunnen ademen. Firmino ligt bijna altijd in bed, in hetzelfde kamertje als van Irene’s negenjarige zoontje Jean (Jean de Almeida Costa).

“Opknappen in deze omgeving? Weinig kans!”, zegt Juracy. “Alleen maar staren naar rottend hout, terwijl de termieten naar beneden vallen? Die ouwe, ruwe lakens die langs zijn huid schuren. Een lekkende luier. Plastic buisjes die we naar binnen schuiven.”

Juracy stelt voor om Firmino om te ruilen voor iemand die in nood verkeert. Als dank zullen ze een aardige vergoeding krijgen. Op de radio klinkt ironisch een lied: “God wil dat je lacht. God zal je helpen.”

Charcoal

Criminele onderduiker
Irene gaat naar de priester en stelt hem vragen in de trant van ‘Wil God dat iemand alleen maar lijdt en geen kans heeft om beter te worden?’ en ‘Is zo iemand niet beter af in de hemel?’ Met de cryptische antwoorden van de priester kan Irene niet veel. Ze gaat naar huis en beslist met haar man Jairo (Rômulo Braga), die in eerste instantie faliekant tegen het plan is, dat ze Firmino zullen euthanaseren, zodat ze hun nieuwe gast kunnen verwelkomen.

Die gast heet Miguel (César Bordón), een Argentijnse crimineel wiens dood in scène is gezet, en moet onderduiken totdat hij terecht kan op een eiland waar hij in veiligheid kan genieten van zijn pensioen. “Je bent toch geen pedofiel, hè?”, vraagt Jean als Miguel in zijn slaapkamer gaat zitten. “Mijn opa sliep daar. Zijn luier lekte weleens, maar je kunt het matras omdraaien.” Aangezien de afspraak is dat Miguel zich niet buitenshuis mag laten zien, verandert het leven van zowel het gezin als van de crimineel ingrijpend.

Charcoal

Dromen onthullen verborgen verlangens
Met een goede mix van professionele acteurs en authentieke dorpelingen vangt Carolina Markowicz de rustieke atmosfeer en doorleefde schoonheid van een Braziliaans gehucht, waar overdag het geknetter van kleine houtskoolfabriekjes klinkt en ’s avonds het vuur de resten van vergane glorie vernietigt. De mensen leven er teruggetrokken, maar een goede buur is beter dan een verre vriend, of toch niet? Binnen in het bescheiden huisje van Irene en Jairo laaien langzaam spanningen en conflicten op en leren we alle personages pas werkelijk kennen. Morele waarden blijken inwisselbaar, geheimen dreigen te worden onthuld.

Het trage, ongecompliceerde leven komt steeds meer onder spanning te staan. Irene, die van Jairo geen romantiek of enige andere genegenheid hoeft te verwachten, laat zich een nieuw kapsel aanmeten, doet make-up op, koopt parfum en plakt een oude foto van zichzelf als ‘Miss Weerwolf 1995’ naast Miguels bed. Ook Jairo en Jean maken dankbaar gebruik van hun nieuwe financiële mogelijkheden, met het risico te worden betrapt. En ondertussen kwijnt Miguel weg in het kamertje en wordt hij opgefokt als hij door zijn voorraadje cocaïne heen is.

 

13 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

The Beast

****
recensie The Beast
De angst om lief te hebben

door Cor Oliemeulen

De romantische sciencefictionfilm The Beast gaat over kunstmatige intelligentie (AI). In de nabije toekomst kunnen mensen worden ‘gepurificeerd’. Niet in de spirituele betekenis van het reinigen van je ziel, maar door het wissen van je emoties. Met emoties kun je niet de juiste beslissingen nemen, laat dat maar over aan machines.

Gabrielle (Léa Seydoux) ligt in een bad met zwarte vloeistof. Om haar DNA te laten zuiveren van trauma’s zal ze door het injecteren van een grote naald in haar oor worden geconfronteerd met haar vorige levens. Ze twijfelt nog of ze wel wil doorgaan met de procedure. Emoties, zowel positieve als negatieve, horen immers bij de mens en bovendien heeft ze een onheilspellend gevoel en weet ze niet wat het is. Dat blijkt al als ze Louis (George MacKay) ontmoet op een feest van aristocraten begin twintigste eeuw. Hij zegt haar te kennen van vroeger, maar zij kan zich hem niet herinneren. Door mistige herinneringen blijkt dat ze elkaar eerder hebben ontmoet.

The Beast

Het beest
De Franse regisseur Bertrand Bonello baseerde zijn film op de roman The Beast in the Jungle (1903) van Henry James. In dat verhaal denkt een man dat hij ooit zal worden aangevallen door een beestachtige entiteit. Hij besluit om niet met zijn geliefde te trouwen omdat hij bang is dat ook zij door het onheil zal worden getroffen. Bonello’s film draait de genderrollen om, maar deelt het thema: de angst om lief te hebben. Als eerbetoon aan het boek nam hij een groot deel van de openingsdialoog over.

The Beast verschijnt niet zonder toeval in een tijd dat er veel discussie over kunstmatige intelligentie is. AI-pionier Geoffrey Hinton zei bij zijn pensioen dat hij spijt had van de uitvinding en waarschuwde voor de gevaren. AI mag dan wel een breed scala aan voordelen en toepassingen hebben, zoals preventieve geneeskunde, verbeterde gezondheidszorg en efficiëntere energiebronnen, maar volgens Hinton is het lastig om te voorkomen dat kwade krachten AI voor slechte dingen gaan gebruiken. De gevaren zouden zelfs kunnen leiden tot het verdwijnen van de mensheid.

The Beast

De catastrofes
In de film bestaat AI juist door de angst voor de ondergang van de mensheid, getuige Gabrielle’s persoonlijke catastrofe tijdens de grote overstroming in het Parijs van 1910. Bonello neemt ook ruim de tijd voor twee andere periodes in zijn verhaal: het internettijdperk in 2014 en het huidige jaar 2044, wanneer er geen plaats meer is voor catastrofes. “Elke periode heeft zijn eigen dynamiek, zijn eigen inzet, zijn eigen terreur, zijn eigen gevoelsmanagement. Samen creëren ze één liefdesverhaal, doorkruist door een relatie met de herinnering, alles tegen een achtergrond van een permanente catastrofe.”

Met hoofdzakelijk dialogen en statische beelden, waarin Léa Seydoux is te bewonderen in vele outfits en onder vele kapsels, is de film met tweeënhalf uur aan de lange kant. De twee karakters komen op het eerste oog koel en gereserveerd over, maar de ogen spreken en de onderhuidse aantrekkingskracht, dromen en verwachtingen zijn van begin tot eind voelbaar. Dat maakt van The Beast een gedurfd en, in onze tijd van bombast, een aangenaam project dat tot nadenken stemt en eindigt met een beestachtige schreeuw van diepe emotie.

 

6 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia

Movies that Matter 2024 – Deel 1:
Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia

door Cor Oliemeulen

Mensen die strijden tegen onderdrukking, oorlog en onrecht krijgen een podium tijdens het Movies that Matter Festival van 22 tot en met 30 maart in Den Haag. Zo zoomt het programma ‘Camera Justitia’ in op het belang van de rechtsstaat en ‘Dutch Movies Matter’ op mensenrechten. In het eerste deel van ons verslag aandacht voor drie films in het programma ‘Activist’.

 

Mediha

Mediha – Onvoorstelbaar leed
Vaak zijn getuigenissen van onvoorstelbaar leed moeilijk om naar te kijken, maar belangrijk om recht te laten geschieden en om te kunnen helen. De Amerikaanse documentairemaker Hasan Oswald is de eerste die op deze schaal vastlegt hoe de Jezidi’s, een religieuze minderheidsgroep in Koerdistan, gebukt gingen onder het geweld van de Islamitische Staat (IS). Duizenden mannen werden afgeslacht, duizenden vrouwen en meisjes werden meegenomen om als seksslaven te dienen.

“Het is moeilijk om te vertellen wat er gebeurd is. Als ik me douche, durf ik niet naar mijn lichaam te kijken”, zegt de 15-jarige Mediha. Ze woont in een Jezidi-tentenkamp in Noord-Irak, samen met twee jongere broertjes. Oswald heeft Mediha een camera gegeven, zodat we vanuit haar perspectief iets van haar huidige belevingswereld kunnen beleven. Soms zien we dronebeelden van het kamp en de desolate omgeving. Op andere momenten praat Mediha met de oom die haar redde, haar bezoek aan een dokter die haar pillen geeft tegen posttraumatische stressstoornis en vertelt het meisje, dat praat als een volwassen vrouw, over haar verleden en toekomst.

Mediha’s vader is vrijwel zeker dood, net als de meeste andere mannen die in 2014 niet konden vluchten voor de IS-genocide. Haar moeder en haar jongste broertje zijn vermist, net als naar schatting 3.000 andere Jezidi’s. Ze vertelt dat ze op haar negende werd meegenomen en verkocht aan de man van een IS-familie (later zal ze hem herkennen op een foto). Hierna zou ze nog drie keer worden verkocht. Nadat haar broertjes hebben verteld dat ze bij IS leerden autorijden en met een wapen schieten (als kindsoldaten), zegt Mediha dat ze naar executies moest kijken en hoopt ze later nog vrijer over haar ervaringen te kunnen vertellen. Buiten spelen haar broertjes een onthoofding na.

We zijn getuige hoe Mediha en haar broertjes onder begeleiding voor even terugkeren naar Sinjar. Hun geboortestadje ligt nog grotendeels in puin, net als hun ouderlijke woning. Mediha bezoekt een plek waar ze gevangen werd gehouden. Na dit emotionele weerzien krijgt de documentaire een spannende wending als enkele Jezidi-activisten, die proberen om zoveel mogelijk vermisten op te sporen, incognito in een IS-kamp in Syrië belanden omdat Mediha’s moeder er zou wonen. Uiteindelijk zal een van de drie vermiste gezinsleden worden gevonden, in Turkije, waarnaar veel IS-aanhangers zijn gevlucht.

 

I Am the River, The River is Me

I Am the River, The River is Me – De rivier als rechtspersoon
Natuurvolken hebben een krachtige verbondenheid met de plaats waar ze ter wereld kwamen en koesteren alles wat daar leeft. Zo voelen de Maori zich spiritueel verbonden met hun voorouders, wiens geesten resoneren met de bergen en de rivieren. Volgens stamleider Ned Tapa leeft, ademt en luistert een rivier. “Onze levenskracht raakt soms uit balans. Op de rivier kunnen we in evenwicht komen. Elke dag op de rivier maakt ons sterker.”

In de Noors/Nederlandse documentaire I Am the River, The River Is Me van Petr Lom neemt Ned Tapa een groepje vrienden, familieleden, activisten en een filmcrew mee op een vijfdaagse kanotocht op de Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland. Naast het filosofische commentaar en de klanken van traditionele muziekinstrumenten horen we diverse vogelgeluiden en klotsend water, gelardeerd met prachtige natuurbeelden. Het Zen-gevoel wordt een enkele keer onderbroken door voorbij scheurende speedboten met toeristen.

De Whanganui was eeuwenlang van groot belang voor de lokale Maori, die haar gebruikten als voedselbron, waterweg, speeltuin en spiritueel thuis. Met de komst van de kolonisten was het gedaan met het idyllische leven van de tientallen stammen op de oevers van de 290 kilometer lange rivier. De Engelse Kroon stond stoomboten toe om de rivier te bevaren, wat resulteerde in de vernietiging van vissersdammen. Ook werd er riviergrind gewonnen en diende de Whanganui als afvoerputje van fabrieken en riolen. De Maori werden niet betrokken bij het beheer van de rivier, maar streden vanaf het begin van de Engelse overheersing om gerechtigheid. Pas 140 jaar later, op 30 augustus 2012, bereikten ze een overeenkomst die de Whanganui recht gaf op een juridische identiteit. Hiermee was het de eerste rivier ter wereld die door de wet wordt erkend als rechtspersoon en als ‘een levend en ondeelbaar wezen’.

“De Maori zijn de hoeders van de rivier, de niet-Maori voelden zich eigenaar”, zegt Ned Tapa. Hij voelt de plicht om de natuur over te dragen aan de jonge generatie. “Ga straks naar huis, luister naar je eigen rivier en zorg voor die rivier.”

 

Our Land, Our Freedom

Our Land, Our Freedom – Ons land, onze frustratie
Engelse kolonisten waanden zich ook op het Afrikaanse continent heer en meester. In 1895 richtten zij het Oost-Afrikaanse Protectoraat op en koloniseerden het binnenland van Kenia. Ze legden spoorwegen aan en namen bezit van de vruchtbare grond waarop koffie en avocado’s werden verbouwd. De Keniaanse bevolking werd voor een deel ondergebracht in gecreëerde dorpjes waar families een krakkemikkig huisje en een klein stukje grond kregen. Die situatie bestaat vandaag de dag nog steeds, ondanks het feit dat Kenia in 1963 (op papier) onafhankelijk werd.

In de jaren vijftig ontstond de guerrillabeweging Mau Mau, met als belangrijkste leider Dedan Kimathi. De vrijheidsstrijders kwamen in opstand tegen de Britse overheersing die hun aanwezigheid verdedigden “in het belang van de meerderheid van de inwoners en de economische welvaart van het land”. Wegens het bezit van een vuurwapen en munitie werd Kimathi in 1957 opgehangen door de Britse autoriteiten, die zijn lichaam vervolgens dumpten op een vooralsnog onbekende locatie.

In de documentaire Our Land, Our Freedom van Meena Nanji en Zippy Kimundu volgen we Wanjugu, dochter van Dedan Kimathi. In navolging van haar oude moeder, die tijdens de opnamen zal overlijden, probeert zij de plaats van Dedans stoffelijk overschot te achterhalen. Tijdens haar ontmoetingen met veteranen, hun familieleden, getuigen en slachtoffers van de martelpraktijken en andere activisten wordt langzaam pijnlijk duidelijk welke ontberingen een groot deel van de bevolking tijdens de bezetting moest ondergaan. Mensen die destijds werden verjaagd, proberen al 50 jaar lang via allerlei procedures tevergeefs hun grond terug te krijgen. Het feit dat Wanjugu zich bedreigd voelt in haar strijd om gerechtigheid geeft aan hoe corrupt huidige machthebbers nog zijn.

Kijk hier waar en wanneer deze drie films draaien tijdens het Movies that Matter Festival.

 

22 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland


MEER FILMFESTIVAL

Dream Scenario

***
recensie Dream Scenario
Schaduwkant van beroemd zijn

door Cor Oliemeulen

Nicolas Cage is een van de meest productieve filmacteurs van zijn generatie. Als je zes films per jaar maakt, zit er vast wel eens een aardige tussen. Voor 2023 is dat Dream Scenario, een wonderlijk verhaal over een leraar die in de dromen van miljoenen mensen verschijnt.

In een interview met Entertainment Tonight vertelt Nicolas Cage dat tijdens de opname van Dream Scenario in Toronto zijn nicht Sofia Coppola in dezelfde stad bezig was met Priscilla en zijn oom Francis Ford Coppola in Atlanta met zijn nieuwe film Magalopolis. De drie zouden elkaar van feedback hebben voorzien. Je kunt Cage er niet van betichten dat hij in al zijn ruim honderd films meeliftte op de naam Coppola, de maker van al die onvervalste klassiekers in de jaren 70, want al na zijn eerste filmrol in Fast Times at Ridgemont High (1982) veranderde Nicolas zijn achternaam. Hij wilde zijn succes geheel op zijn eigen conto schrijven.

Dream Scenario

Uitstraling
Niet alleen Cage’s werkethos leverde door de jaren heen met enige regelmaat een voltreffer op, ook wist hij met zijn hoofdzakelijk energieke uitstraling, zelden verstoken van een portie overacting, een grote schare fans te verzamelen. Hoe anders is zijn personage in Dream Scenario, de jongste film van de Noorse filmmaker en scenarist Kristoffer Borgli (Sick of Myself). De acteur scheerde het midden van zijn hoofd kaal en liet zich een kunstneus aanmeten om schlemielig over te komen.

We hebben het over biologieleraar Paul Matthews, een onopvallende verschijning die op een dag van zijn dochter krijgt te horen dat zij over hem heeft gedroomd. Vervolgens droomt zijn ex over hem en niet veel later slaat de onrust in de collegezaal toe nadat Paul ook in de dromen van zijn meeste leerlingen is opgedoemd. Dat bleken over het algemeen geen fijne dromen, hoewel de droom van een vrouwelijke leerling erotisch van aard was. Paul voelt zich gevleid, gaat wat met het meisje drinken en stemt schoorvoetend toe om de bewuste droom als het ware na te spelen.

Dream Scenario

Nachtmerries
Plotseling is Paul Matthews populair en weet hij eindelijk de belangstelling van zijn leerlingen te trekken door tijdens de colleges met hen over hun dromen te praten. Het duurt niet lang voordat miljoenen mensen op de wereld over de leraar dromen, voor velen betreft het nachtmerries. Hun meeste dromen gaan over verschrikkelijke voorvallen die ze beleven, echter de leraar heeft daarin nooit een aandeel, hij loopt gewoon voorbij of kijkt toe.

In tegenstelling tot zijn familieleden vindt Paul al die aandacht in de (sociale) media geen ramp. Hij hapt zelfs toe om gesprekken met een reclamebureau aan te gaan, want Paul heeft een boek met een weinig aansprekend thema geschreven en wil dat graag onder de aandacht brengen.

Dream Scenario toont de trend van beroemdheden die gevaar lopen om tot de enkels toe te worden afgefakkeld. Paul is geen televisiemaker met grensoverschrijdend gedrag, maar een eenvoudige goedzak die het niet kan helpen dat hij de nachtrust van zoveel mensen verstoort. Hij raakt in een diep dal.

Het is jammer dat de film wat onbevredigend eindigt, want we hadden graag iets geweten over het waarom Paul in andermans dromen verschijnt. In die zin doet deze donkere dramedy denken aan Cage’s optreden in Knowing (2009) waarin hij ook een leraar speelt en waarin het al even veelbelovende plot – over een man die aan de hand van cijfercodes de toekomst kan voorspellen – ook een beter slot had verdiend.

 

14 maart 2024

 

ALLE RECENSIES

CinemAsia 2024 – Deel 1: Aziatische misdaadfilms

CinemAsia 2024 – Deel 1:
Aziatische misdaadfilms

door Cor Oliemeulen

CinemAsia brengt al 20 jaar een selectie van Aziatische cinema naar Nederland. Het jubileum wordt gevierd van 5 tot en met 10 maart op drie locaties in Amsterdam. InDeBioscoop brengt in twee artikelen enkele opvallende films van het festival onder de aandacht. Allereerst drie misdaadfilms: uit Indonesië, Hongkong en China.

 

13 Bombs

13 Bombs – Bitcoin als redding
Populaire Indonesische films zijn vooral horror, romantiek en komedie. Als het gaat om misdaadfilms kom je al snel uit bij The Raid (2011) en The Raid 2 (2014). Die hebben een moordend tempo, bloedstollende spanning en prachtig gechoreografeerde martial arts, maar zijn ook intens gewelddadig en bovendien geregisseerd door een Welshman. Enkele jaren geleden verscheen de eerste Indonesische superheldenfilm, Gundala (2019), maar deze verdienstelijke poging voelde wat onbeholpen aan en neigde te veel naar de Amerikaanse Marvel-films. Ook de Indonesische filmmaker Angga Dwimas Sasongko probeert het misdaadgenre nieuw leven in te blazen. 13 Bombs (13 Bom di Jakarta, 2023), naar verluidt de duurste Indonesische film ooit, werd in eigen land bezocht door ruim een miljoen bioscoopgangers.

De film begint spectaculair met een gewelddadige overval op een geldwagen in Jakarta. Opvallend genoeg nemen de overvallers het geld niet mee en zien we hoe burgers met rond dwarrelende bankbiljetten aan de haal gaan. De nationale antiterreurorganisatie ontvangt een videoboodschap van de overvallers. Ze zeggen dat ze dertien bommen in de hoofdstad hebben geplaatst en dat er elke acht uur eentje zal ontploffen. Ze willen 100 bitcoins, gelieve over te maken via het crypto-platform Indodax. Bendeleider Arok (Rio Dewanto) laat de autoriteiten weten dat hun acties zijn gericht tegen de rijken en de corrupte financiële systemen. Dat hun terreurdaden onschuldige slachtoffers treffen, pareert Arok met de opmerking dat er veel meer mensen sterven aan honger en door gebrek aan gezondheidszorg. Zowel Arok als de door hem gerekruteerde handlangers worden in hun daden gedreven door persoonlijk leed of leed van hun naasten, veroorzaakt door het kapitalistische systeem.

Hoe nobel de Robin Hood-gedachte en de aandacht voor sociale leefomstandigheden ook mogen zijn, het kat-en-muisspel tussen de terroristen en de politie volgt bijna tweeënhalf uur lang alle gangbare paden van het misdaadgenre, met een voorspelbaar plot op de koop toe. Frappant is de aanwezigheid van de twee jonge oprichters van Indodax, William en Oscar. Zij worden verdacht van medeplichtigheid en kunnen zich vrijpleiten door hun techno-skills aan te wenden om de terroristen te verhinderen hun bommen te laten ontploffen. Deze twee crypto-nerds zijn ook in het echte leven de oprichters van Indodax én producenten van 13 Bombs. Samen met de kritiek op traditionele financiële instellingen en de schrijfwijze van de letter ‘B’ (het bitcoin-logo) in de filmtitel ligt de reclame voor deze cryptomunt er wel heel dik bovenop.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Mad Fate

Mad FateHet lot tarten
Ga maar eens goed zitten voor deze mysterieuze thriller uit Hongkong en probeer daarna maar eens iemand het krankzinnige plot uit te leggen. In Mad Fate (Ming’an, 2023) van Soi Cheang pretendeert een chaotische waarzegger (Ka-Tung Lam) het noodlot van zijn klanten te kunnen veranderen. In de openingsscène zien we een onheilspellend ritueel op een kerkhof waar hij een jonge vrouw zogenaamd begraaft om het universum te foppen. Tijdens de zwarte kunst van de waarzegger barst een onweer los en mislukt het plan. De vrouw rent naar huis en komt daar alsnog aan haar einde door een seriemoordenaar.

Een psychotische pizzabezorger (Lok Man Yeung) loopt de seriemoordenaar tegen het lijf, betreedt het appartement van de jonge vrouw en ziet haar hangen boven een plas bloed. Op dat moment voelt hijzelf de behoefte om iemand te doden, zoals hij dat vanaf zijn jeugd steeds probeert met een zwarte kat (een sinister CGI-schepsel als running gag). Wanneer ook de bezorgde waarzegger in het appartement arriveert, realiseert hij zich dat hij nu het lot van de pizzabezorger moet proberen te veranderen. Er ontvouwt zich een uitzinnig verhaal waarin de paden van de waarzegger, de pizzabezorger, de seriemoordenaar en een politieman elkaar voortdurend kruisen.

Mad Fate, dat vorig jaar zijn wereldpremière beleefde in Berlijn, is een film over lotsbestemming, astrologische voorspellingen en toeval. Het ene moment een donkere neo-noir met psychedelische luchten waaruit bakken regen valt, het andere moment een psychologische thriller over psychische stoornissen en met schokkende plotwendingen waarbij je soms niet meer weet wie de goede en wie de slechte is. Of zoals de waarzegger tegen de pizzabezorger zegt: “Je pad is al uitgestippeld, maar je moet zelf kiezen of je het bewandelt.”

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Only the River Flows

Only the River Flows – Politieman in crisis
Ook de personages in Only the River Flows (He bian de cuo wu, 2023) moeten zich schikken in hun lot. Dit moordmysterie speelt zich af in een Chinees dorp medio jaren 90 als de traditionele samenleving langzaam verandert in een moderne samenleving. Een oude vrouw die vist in de rivier wordt vermoord. De meest voor de hand liggende verdachte is een zwakzinnige jongeman die door de vrouw was geadopteerd. Politie-inspecteur Ma Zhe (Zhu Yilong) blijft twijfelen of hij wel de dader is, zelfs nadat de jongen onder het bloed en met een kapmes wordt aangetroffen.

Deze sterke misdaadfilm van Wei Shujun brengt een aantal lagen aan in het verhaal, dat qua atmosfeer, psychologie en zwarte humor echo’s oproept van de Chinese thriller Black Coal (2014) en het Koreaanse meesterwerk Memories of Murder (2003) waarin ook personages worstelen met zowel de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen als met hun privéleven. Ma Zhe belandt na een schokkende gebeurtenis in een persoonlijke crisis, krijgt zorgen door de zwangerschapscomplicaties van zijn vrouw en kampt met een haperend geheugen. Terwijl de hele film is geschoten op 18mm gebruikt de regisseur voor Ma Zhe’s dromen en nachtmerries een digitale camera om het verschil in beleving tussen waan en werkelijkheid te benadrukken.

Only the River Flows is een origineel en vakkundig gemaakt misdaadmysterie met pingpongende politieagenten, poëzieliefhebbers, fabrieksarbeiders en een kapper die zich als vrouw verkleedt. De kalme muzikale klanken van Howard Shore en Beethoven begeleiden hun verborgen geheimen en persoonlijke tragedies. Een mooie vondst is de verhuizing van het plaatselijke politiebureau naar een bioscoop die vanwege tanende belangstelling de deuren heeft moet sluiten. Nu is het podium de plaats waar Ma Zhe met zijn team het bewijsmateriaal kan presenteren, waar dode varkens hangen om daarop de impact van verschillende steekwapens te kunnen testen en waar de politie-inspecteur zijn eigen voorstellingen kan projecteren.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

5 maart 2024

 

DEEL 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

 


MEER FILMFESTIVAL

Robot Dreams

****
recensie Robot Dreams
Robotvriend tegen eenzaamheid

door Cor Oliemeulen

Tien jaar geleden bewees Spike Jonze met Her, waarin een man verliefd wordt op de stem van het besturingssysteem van zijn computer, dat technologie kan worden ingezet om de leegte in het menselijk bestaan op de vullen. Een decennium later toont Pablo Berger met Robot Dreams (genomineerd voor de Oscar voor beste animatiefilm) dat de introductie van een heuse robotvriend dichterbij is dan ooit.

De bioscoopbezoeker krijgt tegenwoordig het nodige voor zijn kiezen. De aanloop naar de atoombom (Oppenheimer), een man die zich te pletter valt (Anatomy of a Fall), de ondergang van een obese man (The Whale), afgeknipte vingers (The Banshees of Inisherin) en non-stop knallen en knokken (John Wick: Chapter 4) zijn slechts enkele voorbeelden. Films zonder geweld en ellende lijken al snel saai, maar dan ineens verschijnt daar een masterclass storytelling als Past Lives, dat je doet voelen wat echt belangrijk is in het leven: eenvoud, vriendschap en oprechtheid. Ook Robot Dreams voldoet aan die drie criteria.

Robot Dreams

Eenvoud
Pablo Berger kennen we vooral van Blancanieves (2012), een bewerking van het sprookje Sneeuwwitje van de gebroeders Grimm. Zijn animatiefilm Robot Dreams baseerde de Spaanse filmmaker op de gelijknamige striproman van de Amerikaanse auteur Sara Varon. Berger liet zich imponeren door de verrassende eenvoud van de vriendschap tussen een hond en een robot, maar ook door de simpele tekenstijl. Zijn film is een combinatie van analoog 2D en moderne technieken.

Al lang voordat de regisseur toestemming kreeg om Varons stripverhaal te verfilmen, had Pablo Berger het script al min of meer klaar. Het was hem duidelijk dat het een tragikomedie moest worden, bevolkt met personages die dieren zijn maar zich als mensen gedragen. Dat blijkt een goede keuze, want ‘gewone’ cartoonkarakters werken (Japanse Ghibli-films bijvoorbeeld daargelaten) doorgaans juist meer overdreven dan realistisch. Dat realisme in Robot Dreams wordt versterkt door de tijd waarin het verhaal zich afspeelt: de jaren 80 in New York. In een interview legt de regisseur uit waarom hij houdt van het idee van film als een tijdmachine. “We wilden een echte historische film maken en trouw blijven aan de geluiden, het uiterlijk, de kleding, de winkels – al die details, tot aan de geluiden van de alarmen, de ambulancegeluiden op straat.”

Die bijna chirurgische precisie staat tegenover het gegeven dat de film verstoken is van gesproken dialogen (net als Blancanieves, dat de personages als eerbetoon aan de stomme film laat praten middels schermvullende bordjes). De personages in Robot Dreams maken wel zo nu en dan piep- en fluitgeluiden om hun gemoedstoestand te versterken.

Vriendschap
Deze animatiefilm, die zijn Nederlandse première al beleefde in oktober tijdens het Imagine Film Festival, gaat vooral over vriendschap. We maken kennis met de eenzame Dog, die na het wegwerken van zijn dagelijkse magnetronmaaltijd van macaroni met kaas en het stompzinnige zappen op televisie, een kameraad wenst. Hij ziet de reclame van een zogenaamde Amica 2000 en bestelt deze robotvriend. Nadat er een groot pakket is bezorgd, gaat Dog de robot in elkaar zetten. Hoewel de fabrikant geen Ikea heet, houdt Dog wat schroeven over, maar zijn grijskleurige robotvriend doet het gelukkig. Nog wel.

Robot Dreams

Dog neemt Robot mee de metro in, ze wandelen samen in Central Park, gaan rollerskaten op de klanken van September van Earth, Wind & Fire, kijken The Wizard of Oz en gaan naar Ocean Beach. Ze zonnen, zwemmen en duiken. Maar helaas heeft Dog de gebruiksaanwijzing van Robot niet goed gelezen, want zijn mechanische metalen vriend kan niet tegen water. Sterker nog, Robot kan nog maar alleen zijn hoofd bewegen en blijkt te zwaar om te dragen. Het is de laatste dag van de zomervakantie en het strand en de boulevard gaan pas weer open op 1 juni van het volgende jaar. Wat Dog vervolgens ook probeert, hij moet al die tijd wachten om samen met zijn nieuwe vriend weer leuke dingen te kunnen ondernemen.

Oprechtheid
Tot die tijd volgen we Dog die probeert om nieuwe vriendschappen aan te gaan, maar zich geconfronteerd voelt met het verlies van zijn trouwe vriend. Ondertussen zien we Robot liggen op het strand, dromend over zijn avonturen met Dog, terwijl de seizoenen verstrijken, een vogel een nestje op hem bouwt en iemand met een metaaldetector angstvallig in de buurt komt.

De grote vraag is of de twee gezworen vrienden elkaar ooit zullen terugzien. Dog heeft weliswaar de datum van 1 juni groot omcirkeld op de kalender, maar kan hij wel zo lang wachten, of koopt hij een nieuwe robotvriend?

Pablo Berger gebruikt humor en inlevingsvermogen die ook de jonge kijker goed zal begrijpen en blijft tot en met het onverwachte einde trouw aan de oprechte gevoelens van zijn protagonisten.

 

9 februari 2024

 

ALLE RECENSIES