Belle de Jour (4K re-release)

****
recensie Belle de Jour (4K re-release)
Fatsoenlijke vrouw met verborgen verlangens

door Cor Oliemeulen

Belle de Jour vertelt het verhaal van een getrouwde vrouw die stiekem overdag in een bordeel gaat werken om haar verborgen verlangens te bevredigen. De gelijknamige roman van Joseph Kessel uit 1928 was vooral bijzonder vanwege de psychologische diepgang. Een kolfje naar de hand van de Spaanse filmmaker Luis Buñuel, die het boek in 1967 verfilmde en ooit zei: “Seks zonder zonde is als een gekookt ei zonder zout.”

Onderdrukte seksuele verlangens, veroorzaakt door de katholieke kerk, is een duidelijk thema in het werk van Luis Buñuel, de vader van het filmsurrealisme. Al in 1930 maakte hij, met scriptbijdragen van Salvador Dalí, het omstreden L’Age d’Or, waarin een man zo hopeloos is aangetrokken tot een vrouw dat alle sociale normen van die tijd werden ondermijnd.

Belle de Jour

Masochistische fantasieën
Belle de Jour
– nu opnieuw in de bioscoop als 4K-restauratie – is veel subtieler, maar het thema blijft hetzelfde: Séverine (Catherine Deneuve) onderdrukt haar seksuele verlangens binnen haar burgerlijke, schijnbaar perfecte huwelijk met de rijke chirurg Pierre (Jean Sorel). Zij houdt van hem, maar vermijdt fysieke toenadering. In een heel korte scène van Séverine als kind in bijzijn van een werkman wordt een mogelijk jeugdtrauma gesuggereerd, zonder dat misbruik wordt benoemd. Alsof voor de volwassen Séverine intimiteit gepaard gaat met onderwerping en geweld.

Buñuel portretteert een vrouw die balanceert tussen verlangen en angst, en gebruikt hiervoor surrealistische droombeelden. Al in de openingsscène zien we hoe Séverine door Pierre uit een koets wordt getrokken en door twee van zijn vrienden wordt vastgebonden en afgeranseld. Dit soort masochistische fantasieën suggereren dat haar verlangens diep onderdrukt zijn en alleen op een gecontroleerde manier tot uiting kunnen komen, door (dag)dromen én door te gaan werken in een bordeel.

Séverine wordt op dat idee gebracht tijdens een samenzijn met vrienden op een wintersportvakantie. De antiburgerlijke rokkenjager Henri (wie anders dan Michel Piccoli) vertelt over een welgestelde vrouw die in het geheim in een bordeel zou werken. Niemand verwacht zoiets, want wat heeft een vrouw te klagen als je alles hebt wat je hartje begeert? Toch gaat bij Séverine steeds meer de nieuwsgierigheid overheersen. We zien hoe deze mooie, elegante Parisienne, onberispelijk gekleed in haute couture van Yves St. Laurent en bedekt achter een zonnebril informeert in een bordeel. Eerst rent ze verschrikt weg, maar uiteindelijk kan ze zich niet meer verzetten tegen het werken in het bordeel om haar seksuele angsten en verlangens te begrijpen en accepteren. Tegelijkertijd is zij bang dat haar dubbelleven zal worden ontdekt, zeker nadat een jonge bezoekende crimineel Séverine obsessief begint te claimen.

Belle de Jour

Vrij of gevangen?
Met zijn contrasten tussen elegantie en decadentie, biedt Parijs de perfecte setting voor dit morele psychologische drama. De stad weerspiegelt Séverine’s innerlijke conflict: van de ene kant de ordelijke, traditionele wereld van haar huwelijk en sociale status, aan de andere kant de verborgen, zondige onderwereld. Ondanks het thema is Belle de Jour uiterst kuis gefilmd. Van zichtbare seks is geen sprake, en Catherine Deneuve is slechts een paar keer heel even met onbedekte achterkant te bewonderen.

De toeschouwer van toen – maar ook nog ruim een halve eeuw later – kan na het kijken van Belle de Jour bepalen in hoeverre Buñuels oogstrelende meesterwerk een feministische film is. Buñuel zelf was zeker geen uitgesproken feminist, hij was allereerst een criticus van de bourgeois moraal en de hypocrisie rondom seksualiteit. Zijn film is geen aanklacht tegen het patriarchaat, maar werpt vragen op over vrouwelijke begeerte en maatschappelijke verwachtingen. Heeft Séverine uiteindelijk haar vrijheid gevonden, of blijft ze gevangen in een mannelijke fantasiewereld?

 

5 februari 2025

 

ALLE RECENSIES

Ernest Cole: Lost and Found

****
recensie Ernest Cole: Lost and Found
Het knagende gevoel van ontheemding

door Cor Oliemeulen

De Zuid-Afrikaanse fotograaf Ernest Cole (1940-1990) was de eerste die de buitenwereld op een indringende manier confronteerde met het leven van de zwarte bevolking onder de Apartheid. Zijn foto’s maakten hem beroemd, maar waren verboden in zijn eigen land. Na zijn vlucht naar Amerika raakte Cole langzaam gefrustreerd, dakloos en vergeten. Totdat in 2017 60.000 van zijn foto’s in een Zweedse bankkluis werden aangetroffen.

Filmmaker Raoul Peck maakte met Ernest Cole: Lost and Found een aandoenlijk eerbetoon aan de fotograaf, die zich genoodzaakt voelde om in ballingschap te gaan. Hij mocht nooit meer terugkeren naar zijn familie en vrienden in Zuid-Afrika. Cole overleed in een New Yorks ziekenhuis aan de gevolgen van kanker, wrang genoeg in de week dat Nelson Mandela werd vrijgelaten uit de gevangenis.

Ernest Cole: Lost and Found

Vluchten uit je eigen land
Raoul Peck kon tijdens het maken van de documentaire deels putten uit zijn eigen ervaringen van ontheemding. Ook hij voelde zich genoodzaakt om zijn land te verlaten. Geboren in Haïti verhuisde hij vanwege de politieke situatie aldaar op jonge leeftijd met zijn familie naar de Verenigde Staten. Hij ging film studeren en belandde in Berlijn en Parijs. In 1996 keerde hij kort terug naar Haïti als minister van cultuur, maar werd al na een jaar ontslagen.

Terug in Europa maakte hij met Lumumba (2000) een politieke biografie over de Belgische koloniale geschiedenis en de moord op de Congolese leider Patrice Lumumba. Ook furore maakte Peck met de documentaire I Am Not Your Negro (2016), de levensloop van James Baldwin, een van de grootste Amerikaanse schrijvers na de Tweede Wereldoorlog. Baldwin groeide op in Harlem, New York maar raakte gefrustreerd door het racisme en verliet op zijn vierentwintigste zijn land om zich te vestigen in Parijs waar hij bijna zijn hele leven zou blijven wonen. Ondanks de parallellen met Peck en Baldwin is de levenswandel van Cole uitermate tragisch.

Internationale bewustwording
Waar acteur Samuel L. Jackson in I Am Not Your Negro fungeert als de stem van James Baldwin, neemt acteur LaKeith Stanfield (Judas and the Black Messiah, 2021) in Ernest Cole: Lost and Found de voice-over voor zijn rekening. Hij vertolkt het uiterst gedetailleerde levensverhaal dat Raoul Peck schreef op basis van Cole’s eigen woorden en gesprekken met zijn vrienden en geliefden én aan de hand van Cole’s confronterende foto’s van het leven onder het apartheidsregime. Het leven van zwarte mannen in een Zuid-Afrikaanse gevangenis en de gedwongen verhuizingen naar afgelegen kampen. Maar vooral had hij een scherp oog voor de dagelijkse onderdrukking, zware arbeid, armoede en de banaliteit van racisme, getuige de vele foto’s van borden met teksten als ‘Slegs vir Blankes / Europeans Only’ bij gebouwen, parken, zwembaden, scholen, ziekenhuizen, treinstations, waar eigenlijk niet?

Cole moest zijn foto’s vaak stiekem maken, op ooghoogte en tijdens het lopen, om niet op te vallen. Dat doet geen afbreuk aan alle technisch bekwame, aangrijpende foto’s die voorbijkomen in de documentaire. Buiten Zuid-Afrika zorgden ze voor de nodige verontwaardiging. Sommige foto’s zeggen meer dan duizend woorden.

De internationale bewustwording versterkte nadat Ernest Cole een jaar na zijn vertrek naar Amerika in 1967 zijn befaamde fotoboek House of Bondage samenstelde en uitbracht. “Mijn hele leven zit in dit boek”, horen we hem zeggen in de documentaire. Cole had zich laten inspireren door de Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson die ook foto’s van dagelijkse ervaringen van gewone mensen maakte.

Ernest Cole: Lost and Found

Van beroemd tot dakloos
Ernest Cole werd bekend en zijn foto’s werden beroemd. Ook de foto’s die hij maakte over het leven van de zwarte bevolking in het zuiden van de Verenigde Staten. Cole’s ‘beloofde land’ bleek een land van rassenscheiding, net als het land dat hij ontvlucht was. Als je kijkt naar Cole’s foto’s in Amerika zie je vaak nauwelijks verschillen met het leven van zwarte mensen in Zuid-Afrika.

Vanaf hier wordt Ernest Cole: Lost and Found somber en somberder, door de gemoedstoestand van de fotograaf en de dramatische voice-over van LaKeith Stanfield. Cole vertrekt een tijdje naar Zweden en Denemarken, maar komt toch weer terug. Korte fragmenten uit eerdere documentaires en archiefbeelden van nieuws over internationale boycotacties van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime komen voorbij. Voor anderen gloort er hoop, voor Ernest Cole niet.

“Al mijn foto’s zijn leugens”, zegt Cole verbitterd. “Ik heb heimwee, maar kan niet terug.” En zo zien we Cole langzaam afglijden van bekend fotograaf tot dakloze. Gelukkig heeft regisseur Raoul Peck nog een hartverwarmende finale in petto.

 

15 januari 2025

 

ALLE RECENSIES

Terugblik 2024 – Deel 1: Wie ben ik?

Terugblik filmjaar 2024 – Deel 1:
Wie ben ik?

door Cor Oliemeulen

De best bezochte films van 2024 zijn allemaal aftreksels van voorgangers, ook in de Lage Landen. Ze maken gebruik van een vaste schare fans, vertellen vertrouwde verhalen in onzekere tijden en worden door de strot geduwd door een krachtige marketingmachine. Ondergetekende liet ze allemaal links liggen, maar was wel nieuwsgierig naar de absolute nummer 1: Inside Out 2.

Deze kleurrijke, sympathiek ogende animatiefilm van Pixar leverde dit jaar wereldwijd 1,5 miljard euro op aan de kassa en trok in Nederland zo’n anderhalf miljoen bezoekers naar de bioscoop. Net als in de eerste film, Inside Out (2015), dringen ook ditmaal allerlei emoties om voorrang met als doel het opgroeiende meisje Riley te leiden door haar leven vol uitdagingen en valkuilen.

Inside Out 2

Inside Out 2

‘Deze film leert mijn kind om zijn gevoelens te begrijpen’, hoor je ouders zeggen. Ondertussen pushen ze hun kinderen in een wereld waar emoties altijd de baas zijn. Alsof Vreugde, Verdriet, Angst, Woede en Afkeer nog niet genoeg zijn om Riley’s inwendige balans te verstoren, introduceert Inside Out 2 een nieuwe golf van stoorzenders. Jaloezie wakkert haar onrealistische verwachtingen aan, en Verlegenheid transformeert het tienermeisje in een sociaal wrak. Wat is je vrije wil nog waard als een machtsstrijd in je hoofd elke keuze bepaalt?

Vrouwelijke transformaties
Over transformaties gesproken. Het meest opvallend dit jaar vond ik drie bizarre films met hoofdrolspelers die naar hun vrouwelijke identiteit speuren in een door mannen gedomineerde wereld. Alle drie de films zijn al even ongeloofwaardig, maar blinken uit in lef.

In de misdaadmusical Emilia Pérez laat de baas van een Mexicaans drugskartel zich ‘ombouwen’ tot een vrouw om van de aardbodem te kunnen verdwijnen, en omdat hij altijd toch al liever een vrouw had willen zijn.

In de bodyhorrorfilm The Substance wordt een ouder wordende tv-beroemdheid (Demi Moore) keihard afgeserveerd en vervangen door een jongere kloon van zichzelf.

En in Poor Things speelt Emma Stone een vrouw die door een gekke wetenschapper tot leven is gewekt met het brein van haar ongeboren baby. Ze trekt de wijde wereld in en geneert zich niet voor haar lichamelijke gevoelens.

Frankrijk
Een kijkje in de ons omringende landen leert dat ook daar al die hapklare Amerikaanse prequels en sequels het meest populair waren. Een uitzondering is Frankrijk, waar een productie van eigen bodem Inside Out 2 versloeg in bezoekersaantallen. In 2011 vestigde Intouchables met 19 miljoen bioscoopgangers een nieuw (en voorlopig blijvend) record, dit jaar was Un p’tit truc en plus met 7,5 miljoen bezoekers een grote hit.

Dit is een feelgood komedie zoals Fransen die goed kunnen maken: met subtiele humor over het alledaagse leven, een scherp oog voor menselijke relaties, gevat in een charmante, ongedwongen toon.

Het verhaal gaat over twee mannen die op een koddige manier een juwelier hebben beroofd, buiten ontdekken dat hun auto is weggesleept en vervolgens worden aangezien voor twee mensen die zich hebben aangemeld voor een zomerkamp voor jongvolwassenen met een geestelijke beperking. Voor ze het weten zitten ze in de bus op weg naar een geïsoleerd huis op het platteland waar ze zich moeten mengen onder het kleurrijke gezelschap om niet door de mand te vallen. De een als deelnemer, de ander als zijn begeleider. Dat levert natuurlijk leuke interacties op. Wat begint als een vlucht voor hun leven, ontwikkelt zich tot een waardevolle menselijke ervaring die hen voor altijd zal veranderen.

Duitsland
Bij onze oosterburen gingen bijna drie miljoen mensen naar de bioscoop voor Chantal im Märchenland, een familiefilm over twee vriendinnen die door een spiegel springen en in een sprookjeswereld belanden. Op een nogal oppervlakkige manier leren ze de waarde van vriendschap, zelfontdekking en het geld van argeloze kijkers.

Een lichtpuntje (met ruim een miljoen bezoekers) was de Duitse productie Eine Million Minuten. Deze boekverfilming zal ongetwijfeld veel ouders hebben geïnspireerd om meer positieve aandacht aan hun kinderen te schenken.

Eine Million Minuten

Eine Million Minuten

Wolf (Tom Schilling) werkt voor de Verenigde Naties als leider van een delegatie die overal duurzaamheid en klimaatbewustzijn predikt. Hij zit nu een paar weken in New York en heeft de komende twee jaar al helemaal vol gepland. Zijn vrouw thuis in Berlijn vindt het steeds moeilijker om zo vaak alleen te zijn en gunt ook haar twee kindjes meer aandacht van hun vader. Als blijkt dat hun dochtertje ontwikkelingsachterstand heeft, adviseert de dokter om meer tijd door te brengen met haar. Het liefst een miljoen minuten.

Na veel discussies besluit het stel om huis en haard te verkopen en te vertrekken naar een Thais eiland, dat hun dochtertje op een draaiende globe had aangewezen. Wolf en zijn vrouw zullen voortaan online werken en afwisselend voor de kinderen zorgen. Zo leert het meisje aan te sterken en zich te ontwikkelen.

Eine Million Minuten wordt nergens klef. Deze Duitsers zijn gewoon geweldige democraten en laten hun dochtertje beslissen wat ze wil en niet wil. Dat is beter dan je kind volstoppen met emoties om het te laten bezwijken onder druk. Wolf zal uiteindelijk een levensbepalende keuze maken.

Verwarrende tijden
Wolf staat symbool voor iedereen die in 2024 worstelde met de eigen identiteit.

Al die mensen die in de war raakten door tegenstrijdige informatie in het nieuws, polarisatie, deepfake of complottheorieën. De jongere die twijfelde tussen het kopen van goedkope, milieuonvriendelijke shit bij een Aziatisch postorderbedrijf, en een duurzame, maar duurdere variant. De leraar die een klaslokaal wilde waar iedereen zich fijn zou voelen, maar doodsbang was dat hij per ongeluk iemand beledigde door een verkeerde term te gebruiken. De werkgever die zijn nieuwe telefoontje heel even wilde terugsturen nadat hij iets las over kinderen in een kobaltmijn. De werknemer die zich afvroeg of hij zijn geestdodende, maar goedbetaalde baan moest houden, of zijn droom moest najagen.

En al die onbenullen wereldwijd die waren vergeten dat je ‘vuurwerk’ alleen maar rond de jaarwisseling mag afsteken.


Mijn top 5

1. The Zone of Interest
2. La Chimera
3. The Substance
4. Poor Things
5. The Holdovers

 

25 december 2024

 

Terugblik 2024 deel 2 – Ralph Evers: Volwassen rebellen
Terugblik 2024 deel 3 – Bob van der Sterre: Films als relaxmachine?
Terugblik 2024 deel 4 – Bert Potvliege: Misschien helpt meditatie
Terugblik 2025 deel 5 – Tim Bouwhuis: Palm, Leeuw en Beer
Terugblik 2024 deel 6 – Yordan Coban: We zijn verdoofd door geweld
Terugblik 2024 deel 7 – Hoe het ‘gewone’ leven doorging

The New Year That Never Came

****
recensie The New Year That Never Came
Tragikomische kerst in Roemenië voor de val van dictator Ceaușescu

door Cor Oliemeulen

De ondergang van president Bashar Hafiz al-Assad in Syrië kwam al even snel en onverwacht als die van zijn Roemeense collega Nicolae Ceaușescu. Ook die moest na ruim twintig jaar van onderdrukking het veld ruimen. De Roemeense scenarist/regisseur Bogdan Mureşanu maakte een tragikomisch portret van een aantal landgenoten tijdens de laatste twee dagen van de dictatuur in Roemenië eind december 1989.

Mureşanu’s speelfilmdebuut The New Year That Never Came borduurt voort op zijn veelvuldig bekroonde korte film Christmas Gift (2018), waarin een vader met zijn zoontje een kerstboom optuigt. Het zoontje vertelt dat hij een brief aan de Kerstman heeft gestuurd. Voor zichzelf wenst hij een locomotief en voor zijn moeder een portemonnee. Voor zijn vader wenst hij de dood van ‘oom Nic’, zoals zijn vader dictator Nicolae Ceaușescu noemt. Vader flipt en zal er alles aan doen om de inmiddels geposte brief te onderscheppen.

The New Year That Never Came

Afluisteren en verklikken
Dezelfde scène in The New Year That Never Came begint grappig als de 7-jarige Marius in de brief aan de Kerstman zijn schooladres noemt – ‘2B, School no. 96, Giurgiului Avenue no. 23, Blok A6, Ingang 4’ – maar blijkt bittere ernst als duidelijk wordt dat de Securitate, de geheime staatspolitie, overal is. De familie loopt gevaar als de brief in verkeerde handen zal komen. In eerste instantie wil vader de postbus slopen, maar zijn vrouw heeft een beter idee. De praktijk van afluisteren en verklikken veroorzaakt angst en paranoia bij veel Roemenen. Iedereen, zelfs een familielid, kan voor de staat werken. De film maakt die gevoelens tastbaar.

Tegelijkertijd voel je door subtiele verwijzingen dat burgers iets van een sprankje hoop krijgen. Sinds het vallen van de Berlijnse Muur in november 1989 en een revolutiegolf in omringende landen met communistische regimes is Ceaușescu’s positie wankel geworden, zonder dat hij dit zelf in de gaten heeft. Op 16 december 1989 beginnen in Timișoara protesten tegen de dictatuur en voor vrijheid. Een dag later treden de Securitate en het leger keihard op met tientallen doden en honderden gewonden als gevolg.

Propaganda
Regisseur Bogdan Mureşanu bedient zich van toenmalige tv-beelden en radio-opnamen. Hij maakte zelf een scène waarin arbeiders op 21 december worden opgetrommeld om te juichen en te applaudisseren voor Ceaușescu tijdens zijn toespraak op het Paleisplein in Boekarest. De dictator verwacht een gebruikelijke uiting van steun voor zijn regime, maar een deel van de menigte begint hem uit te fluiten en leuzen te roepen. Beelden van het moment worden uitgezonden op televisie, wat zal leiden tot een verdere escalatie van protesten in andere delen van de stad.

In die atmosfeer van onrust en onzekerheid spelen de gebeurtenissen van The New Year That Never Came zich af. De film begint met lichte paniek op de redactie van het tv-station. Er is wat misgegaan met een propagandafilm met de traditionele nieuwjaarswens voor de dictator, en in allerijl moet een actrice worden vervangen door een andere actrice. Het probleem wordt voorgeschoteld op die typisch droogkomische, satirische manier die je terugziet in Roemeense films als The Treasure (2016).

De actrice die wordt gekozen en gedwongen om de actrice in het propagandafilmpje te vervangen, heet Florina (Nicoleta Hâncu). Ze wil weigeren, omdat ze in haar omgeving niet wil worden geassocieerd met steun voor het regime, stemt uiteindelijk toch in, maar niet zomaar. Ondertussen zien we hoe leden van het redactieteam een scheur in het decor proberen te camoufleren met enkele kerstbomen en door er enkele ‘kameraden’ voor te zetten.

The New Year That Never Came

Gedwongen verhuizingen
Verre van komisch is het subplot over de gedwongen verhuizing van Margareta (Emilia Dobrin). In de naam van modernisering wilde Ceaușescu zo’n 7.000 dorpen gedeeltelijk of volledig slopen, het werden er uiteindelijk enkele honderden. In de hoofdstad Boekarest waren al hele wijken gesloopt om ruimte te maken voor het paleis van de dictator en voor brede boulevards, met als voorbeeld Parijs. Margareta is een van die tienduizenden die verplicht haar huis moet verlaten. Terwijl werklieden haar spullen inpakken, probeert een medewerker van de overheid haar moed in te spreken. Het blijkt haar zoon.

Het subplot met de tiener Laurențiu (Andrei Miercure) laat dan weer zien dat de jonge generatie zich steeds actiever begint te roeren. Hij heeft wat spullen aangeschaft en vertrekt met twee mannen per auto naar een onbekende bestemming. De sfeer is duister, want het gezelschap lijkt van plan om een politieke daad te plegen. Toch kan de regisseur het niet laten om een korte grappige scène in deze grimmige situatie te verwerken, als de chauffeur van de auto onderweg even moet stoppen om seks te hebben met een vriendin.

Opbouw
Al die thematische verhaallijnen zijn mooi en naadloos in elkaar verweven. Het ene personage verlaat de apotheek en het andere personage neemt de vertelling over. Vaak gaat een deur bij iemand dicht en gaat een deur bij iemand anders open. Roemeense mozaïekfilms, zoals Sieraneveda (2016) van Cristi Puiu, nemen al snel een paar uur de tijd om alle personages beter te leren kennen en om een bepaalde atmosfeer te scheppen waarin het alledaagse leven en de verborgen drama’s langzaam samenkomen. The New Year That Never Came duurde in eerste instantie 3 uur en 40 minuten. Er werden scènes verwijderd, terwijl andere scènes werden ingekort door de kop en de staart te verwijderen. Het eindresultaat van 2 uur en 18 minuten houdt de vertelling vlot.

De compositie naar de finale is slim geïntensiveerd door het gebruik van Ravels Bolero. De repetitieve structuur van het muziekstuk, het geleidelijke crescendo en de emotionele impact bouwen de spanning op tot de onvermijdelijke climax: het Nieuwjaar dat nooit zou komen.

 

17 december 2024

 

ALLE RECENSIES

LIFF 2024 – Deel 2: Maffe thrillers

LIFF 2024 – Deel 2:
Maffe thrillers

door Cor Oliemeulen

De bioscopen worden al jaren overspoeld met thrillers die verdacht veel op elkaar lijken. Gelukkig weten filmmakers een spannend plot steeds vaker te combineren met een maffe ondertoon. Hiervan draaien op het LIFF drie in het oog springende debuutfilms.

 

Sew Torn

Sew Torn – Toveren met naald en garen
‘Home of the talking portraits’ heet het winkeltje in het huis van Barbara (Eve Connoly). Overal hangen geborduurde kussentjes met touwtjes. Als je aan zo’n touwtje trekt, hoor je iemand die iets zegt of een liedje zingt. Barbara is een naaister tegen wil en dank na het overlijden van haar moeder. Ze heeft nauwelijks klandizie en staat op het punt om het winkeltje te sluiten. Eerst krijgt ze nog een telefoontje van een vrouw die een knoop aan haar trouwjurk mist. Barbara pakt haar naaikoffertje en tuft in haar Fiatje naar het huis van de vrouw.

Onderweg ziet ze dat er een ongeluk is gebeurd. Er liggen twee serieus gewonde mannen op de weg. Ze ziet bloed, handboeien, twee pistolen, wit poeder en een koffer met geld. ‘Choices, choices, choices’, horen we Barbara zeggen. Terwijl de mannen onbeweeglijk toekijken, opent Barbara haar naaikoffertje en gaat aan de slag met naalden en draden. Een paar minuten later stapt ze met de koffer met geld in haar autootje, waarmee ze haar ingenieuze web van draden in werking zet. Het ene pistool glijdt naar de ene man, het andere pistool naar de andere man, en precies tegelijk schieten ze op elkaar.

Deze creatieve scène is slechts de opmaat van nog veel meer spitsvondigheid die Barbara zal tentoonspreiden in Sew Torn van de Amerikaanse debutant Freddy Macdonald, die het script samen met zijn vader schreef. De film bestaat uit drie scenario’s met drie keuzes die Barbara kan maken als ze het ongeluk en de koffer met geld ziet.

De bijna desolate, kneuterige omgeving in de Zwitserse Alpen is sfeervol in beeld gebracht door Sebastian Klinger, vooral Barbara’s ritjes over een prachtige brug midden in de natuur. Ook de personages passen goed in deze ambiance. Van de gewelddadige maffiabaas en zijn bangige zoon tot en met de oude politievrouw annex trouwambtenaar en de naïeve dorpelingen.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

The Last Stop in Yuma County

The Last Stop in Yuma County – Neo-western met een twist
Minder origineel, maar al even amusant is The Last Stop in Yuma County van de volgende Amerikaanse speelfilmdebutant, Francis Galluppi. Hij schreef en regisseerde een misdaadverhaal dat zich afspeelt in de jaren 70 en is beïnvloed door de Coen-broers, Quentin Tarantino en Sam Peckinpah. Galluppi maakt dankbaar gebruik van de droogkomische, bipolaire uitstraling van Jim Cummings (vier jaar geleden op het LIFF te zien met en in The Wolf of Snow Hollow). Cummings speelt een vertegenwoordiger van keukenmessen die op een weg door de woestijn van Arizona arriveert bij een tankstation waar de benzine op is. De tankwagen zou onderweg zijn. Het is snikheet en hij besluit te wachten in het aangrenzende restaurant, waar de airco kapot is.

Op het moment dat iemand het liedje Crying van Roy Orbison op de jukebox aanzet, maken we kennis met alle personages die na loop van tijd het restaurant zijn binnengedruppeld. Het beeld is vertraagd en kondigt een onheilspellend vervolg aan. We zien de serveerster, de vertegenwoordiger van messen, een ouder stel, een man met een jeep waarin wel benzine zit, de eigenaar van het tankstation, een jong koppel dat is gefascineerd door Bonnie en Clyde én de twee mannen (een dommige krachtpatser en zijn slimmere, maar onberekenbare broer) die na een bankoverval op weg zijn naar Mexico. En jawel, we zitten in Amerika, dus bijna iedereen heeft een gun op zak.

Net als in Sew Torn mag je ook nu concluderen dat hebzucht de bron van veel ellende is. Hier is het aan de messenvertegenwoordiger om een keuze te maken. Vervolgens staat een sullige politieagent met een baby op de arm voor de onmogelijke taak om de meest ingewikkelde misdaad uit zijn carrière op te lossen.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Tummy Monster

Tummy Monster – Alles voor een selfie
Stel je voor. Je bent een tattoo-artiest die in zijn zaak in Glasgow moet wonen omdat je vriendin je uit huis heeft gezet. Rond middernacht meldt zich een beroemde popster die een tatoeage wil. Je maakt een van je beste kunstwerken en vraagt na afloop een selfie. Maar de popster is een tikkeltje verwaand en weigert dit. Jij blijft aandringen, omdat je met een selfie met een beroemdheid vooral indruk op je vriendin wilt maken. Vervolgens ontstaat een psychologisch machtsspel tussen de popster Tummy (Orlando Norman) en de tatoeëerder Tales (Lorn Macdonald), waaraan geen einde lijkt te komen.

De Schots-Ierse filmmaker Ciaran Lyons scheept de kijker op met het mantra ‘Rub your tummy, or I’ll think you’re an asshole’. Tales moet tegelijkertijd tot in den treure over zijn buik wrijven om alsnog kans te maken op een selfie. Dat werkt niet alleen op de zenuwen van Tales, maar waarschijnlijk ook op die van de gemiddelde kijker.

De verdienste van Tummy Monster is de claustrofobische atmosfeer in de tattooshop, waar de hele film zich afspeelt. Half gehuld in duisternis met scherpe blauwe en rode neonverlichting en soms vreemde camerahoeken. In al die uren die verstrijken, ondergaat met name het personage van Tales een geloofwaardige karakterontwikkeling. Frustratie, humor, angst, wanhoop en ingehouden woede wisselen elkaar af. En ook in deze thriller moet het hoofdpersonage uiteindelijk een drastische keuze maken: blijven toegeven aan manipulatie en vernedering of het afzien van het maken van zijn felbegeerde selfie.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

14 oktober 2024

 

Deel 1: Vrouwelijke worstelingen

 

MEER FILMFESTIVAL

LIFF 2024 – Deel 1: Vrouwelijke worstelingen

LIFF 2024 – Deel 1: 
Vrouwelijke worstelingen

door Cor Oliemeulen

We openen ons verslag van het Leiden International Film Festival 2024 met drie geslaagde drama’s over vrouwelijke worstelingen. Een kunststudente in IJsland krijgt geen kans om te rouwen, een vrouw in Spanje wordt gedwongen om te herinneren en twee tienermeisjes in Litouwen willen model worden om de uitzichtloosheid te ontvluchten.

 

When the Light Breaks

When the Light Breaks – Als je jouw verdriet niet kunt tonen
De kunststudenten Una (Elín Hall) en Diddi (Baldur Einarsson) hebben in het geheim afgesproken op de rotsachtige kust van IJsland. Ze zijn gek op elkaar, maar Diddi heeft al een relatie met Klara (Katla Njálsdóttir). Diddi belooft Una dat hij het morgen met Klara zal uitmaken. In een auto op weg naar Klara raakt Diddi betrokken bij een groot verkeersongeluk in een tunnel waarbij een enorme explosie ontstaat.

In IJsland hangen de vlaggen halfstok. Op de universiteit lopen veel huilende studenten rond. Het lot van Diddi is nog niet bekend. Una leeft tussen hoop en vrees. Totdat het verlossende woord komt: Diddi heeft het niet overleefd. Omdat haar prille liefdesrelatie met het slachtoffer geheim was, durft Una haar verdriet niet in gezelschap te tonen. Gevoelens en emoties worden nog ingewikkelder als Klara zich meldt, en troost zoekt bij Una.

Regisseur Rúnar Rúnarsson maakt graag menselijke drama’s tegen de achtergrond van de stilte en ruwe schoonheid van het IJslandse landschap, zoals in Volcano (2011) en Echo (2019). When the Light Breaks (IJslandse titel: Ljósbrot) onderzoekt Una’s plaats in de dynamiek van een groepje jongvolwassenen. Van het afscheid van Diddi in een opvallende kerk tot en met een feestje ter nagedachtenis aan hun populaire vriend. Symbolisch vallen de spiegelingen van Una en Klara in een raam samen tot één persoon.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht). 

 

Glimmers

Glimmers – Schoonheid zit in blikken en stiltes
Ook in Glimmers (Spaanse titel: Los destellos) gaat het om een onverwachte confrontatie die veel gevoelens losmaakt. Madalen (Marina Guerola) vertelt haar moeder Isabel (Patricia López Arnaiz) dat haar vader Ramón (Antonio de la Torre) terminaal ziek is. Haar ouders zijn 15 jaar geleden gescheiden en Isabel heeft al die tijd geen contact met Ramón gehad. Madalen studeert in Valencia en zorgt in de weekends voor haar vader. Nu vraagt ze of haar moeder een paar keer per week naar hem wil gaan.

Het rustige drama van Pilar Polomero biedt ruimte voor diepgaande overpeinzingen. Vroeger hadden ze het goed met z’n drieën. Het is gissen waarom ze destijds uit elkaar zijn gegaan. Nu is er een grote afstand. Isabels eerste bezoekjes in het huis van Ramón zijn korte gesprekjes achter gesloten deuren. Een tijdje later zien ze elkaar, maar kijken ze elkaar nauwelijks aan. Isabel ziet foto’s en voorwerpen, die herinneringen oproepen.

Isabel ziet lijdzaam toe hoe Ramón van wie ze ooit hield, langzaam sterft. Met de twee mooie hoofdrollen van Antonio de la Torre en Patricia López Arnaiz ligt de weg wijd open voor een subtiel humanistisch drama. De schoonheid van de film zit hem in de kunst van het afstand houden en in de blikken en de stiltes.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Toxic

Toxic – Authentiek tot op het bot
De schoonheid van het Litouwse drama Toxic zit hem vooral in het verval. Omzoomd door fabrieken en autowegen ontwaren we een kleine gemeenschap met kleine, aftandse huisjes die zo lijken weggeplukt uit de favela’s van Rio de Janeiro. Hier schijnt nauwelijks de zon, maar begeven de bewoners zich door de modder tussen vervallen gebouwen vol graffiti, autowrakken en openbare toiletruimtes. Met regelmatig lange shots op afstand volgt filmmaakster Saule Bliuvaite twee tienermeisjes die dromen om model te worden zodat ze hun ellendige leventje vaarwel kunnen zeggen.

Het is schoolvakantie en Marija (Vesta Matulyte) en Kristina (Ieva Rupeikaite) sluiten zich aan bij een rij andere tienermeisjes voor een nieuwe modellenschool. De meeste meisjes zijn goedkoop gekleed, kauwen kauwgom, roken sigaretten, dragen piercings en lijken bij voorbaat kansloos om een succesvol model te worden.

Marija is lang voor haar leeftijd en heeft grote ogen, maar ze sleept met een been, waardoor ze flink moet oefenen om als een model op de catwalk te lopen. Kristina blijkt net even te dik naar de smaak van de modellenschool en zal er alles aan doen om af te vallen. Thuis gooit ze haar eten stiekem door het raam en als haar vader wil dat ze haar bord leeg eet, steekt ze later een vinger in haar keel. Op het internet vindt ze een onorthodox middeltje om nog sneller de juiste buikomvang te krijgen. En dan moeten de meiden ook nog manieren zien te vinden om aan geld voor fotoshoots te komen.

Ondanks de deprimerende atmosfeer krijg je steeds meer empathie voor Marija en Kristina. Door hun vriendschap en onderlinge solidariteit in deze rauwe omgeving schijnt er zo nu en dan een glimp van menselijkheid door de uitzichtloosheid heen. Toxic voelt van begin tot eind authentiek tot op het bot. Alsof je naar het echte leven kijkt, met al zijn onvolkomenheden, tegenstrijdigheden en stille momenten van kwetsbaarheid.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

11 oktober 2024

 

Deel 2: Maffe thrillers

 


MEER FILMFESTIVAL

Maria

***
recensie Maria
Het droevige lot van Maria Schneider

door Cor Oliemeulen

Veel filmliefhebbers vinden de rol van Marlon Brando in Last Tango in Paris (1972) zijn beste vanwege het intense acteren. Dit erotische drama van Bernardo Bertolucci veroorzaakte destijds een schandaal, vooral door de zogenaamde ‘boterscène’. Brando’s tegenspeelster, Maria Schneider, zou de rest van haar leven worden achtervolgd door deze scène.  

De Franse filmmaakster Jessica Palud zei na de première van Maria (internationaal uitgebracht onder de titel Being Maria) tijdens het filmfestival van Cannes dat ze besloot om deze film te maken vanwege haar eigen ervaringen op de filmset. Toen ze actief was als assistent voor verschillende films zag ze hoe acteurs en actrices op de set vernederd werden. Opvallend genoeg was haar eerste job voor een andere omstreden film van Bertolucci, The Dreamers (2003), waarin onder meer een incestueuze relatie tussen een tweelingbroer en –zus wordt gesuggereerd. Jessica Palud was toen 19, dezelfde leeftijd als toen Maria Schneider haar eerste hoofdrol speelde in Last Tango in Paris.

Maria

Familie
Even in het kort de inhoud van laatstgenoemde film. Een Amerikaanse man van eind veertig (Brando) en een Française van ongeveer twintig (Schneider) ontmoeten elkaar in een appartement in Parijs dat ze allebei willen huren. Er ontstaat een onstuimige liefdes/seksrelatie waarin ze elkaars namen niet delen. De man heet Paul, die zojuist zijn vrouw heeft verloren aan suïcide. De jonge vrouw die hij ontmoet, heet Jeanne. Zij voelt in deze relatie meer passie dan bij haar huidige minnaar. Hoe afstandelijk en woedend Paul soms ook is, Jeanne voelt voor het eerst dat iemand haar echt nodig heeft.

Het biografische filmdrama Maria is gebaseerd op het boek My Cousin Maria Schneider van Vanessa Schneider. Jessica Palud bewerkte het tot een scenario in twee delen: Maria Schneiders leven vóór en ná de beruchte boterscène. De jonge Maria (Anamaria Vartolomei) woont bij haar moeder, wiens achternaam zij draagt. Maria’s vader is een acteur, die ze voor het eerst ontmoet als hij een film aan het opnemen is. Maria’s moeder is boos en jaloers, en gooit haar dochter de woning uit. Van haar vader hoeft Maria ook niet veel te verwachten.

Boter
Na enkele bijrolletjes wordt Maria gevraagd voor de rol van Jeanne in Last Tango in Paris. Net als zovelen kijkt ze op tegen acteerlegende Marlon Brando (een aardige rol van Mat Dillon). Ze weet dat het gaat om ‘een intense fysieke relatie’. We zien hoe ze tussen de opnamen door goed overweg kan met Brando en bewondert zijn vakmanschap. “Ik was gisteren onder de indruk van het eind van de scène toen je moest huilen. Het leek zo echt”, zegt Schneider. “Het wás echt”, reageert Brando.

De sfeer verandert als de beruchte scène wordt opgenomen. Zoals vaker wijkt Bernardo Bertolucci op het laatste moment van het script af, maar dit keer vertelt hij dat tegen Marlon Brando en niet tegen Maria Schneider. De regisseur wil een authentieke reactie van zijn actrice. De scène begint als Jeanne het appartement binnenkomt. Paul zit op de grond te ontbijten. Ze praten. Dan trekt hij haar naar zich toe, draait haar op haar buik en trekt haar broek naar beneden. Hij pakt een klont boter, smeert die op haar billen en verkracht haar anaal. Jeanne stribbelt tegen en begint te huilen. Na afloop zien we dat ook een vrouwelijk crewlid moet huilen, sommige anderen ogen geschokt. Brando probeert Jeanne te troosten. “Het is maar een film”, zegt hij.

Maria

De verkrachting is inderdaad gesimuleerd, toch voelt het voor Maria alsof ze daadwerkelijk is verkracht, door twee mannen: Bertolucci en Brando. Nadat de film in première is gegaan, wordt Maria in een klap beroemd. Als ze samen met haar vader in een restaurant zit, snauwt een vrouw haar toe: “Je bent een schande voor Frankrijk!” De film wordt in Italië en enkele andere landen verboden. Maria’s vader vindt dat elke publiciteit goede publiciteit is, en complimenteert zijn dochter dat zij veel sneller bekend is dan hij dat werd.

Aanklacht
Vanaf hier volgt Maria de langzame ondergang van het titelpersonage. Ze raakt verslaafd aan heroïne en alcohol, wordt zwaar depressief en komt in een kliniek terecht. Ondanks haar erbarmelijke toestand verschijnt ze in films van makers, die haar niet slechts als lustobject willen neerzetten. Zodra er wordt afgeweken van het script, trekt Maria de grens. De film maakt pijnlijk duidelijk dat Maria Schneider tot aan haar dood zal worden geassocieerd met die ene scène, waar ze onvrijwillig bij betrokken raakte. Ze heeft het kennelijk nooit weten te verwerken.

Niet alleen het boek van haar nichtje Vanessa, maar ook documentaires en interviews belichten meerdere aspecten van Maria Schneiders leven. Jessica Palud beperkt zich voornamelijk tot een aanklacht tegen de filmindustrie die ruim een halve eeuw na Last Tango in Paris nog steeds wordt gedomineerd door mannen. De rol van Anamaria Vartolomei roept herinneringen op aan een intrigerende actrice die een mooier lot had verdiend.

 

1 oktober 2024

 

ALLE RECENSIES

Filmmarathon Jack Nicholson

5 onbekende films van bekende Amerikaanse acteur
Filmmarathon: Jack Nicholson
Twee redacteuren van InDeBioscoop dompelen zich een weekend lang onder in de goede dingen des levens en vijf relatief onbekende films van de Amerikaanse acteur Jack Nicholson.

1. The Wild Ride (1960)

COR:
Ik vind het altijd leuk om te zien in wat voor films beroemde acteurs en actrices aan het begin van hun carrière speelden. Dat blijken nogal eens dubieuze, vaak erotische films, zoals Sylvester Stallone in The Party at Kitty and Stud’s (1970), Helen Mirren in Caligula (1979) en Javier Bardem in Las edades de Lulú (1990). Jack Nicholson probeert in The Wild Ride (1960) iets uit te stralen van zijn rebelse voorgangers Marlon Brando en James Dean. Maar ja, met zo’n belabberd script en oninteressante tegenspelers kun je er weinig van bakken.

Wat me opvalt, is dat jongens in die tijd niet naar de sportschool gingen, want ze zijn bijna allemaal even dun, zo ‘normaal’. Nicholson speelt Johnny, de leider van een groepje andere lanterfanters. Als hij praat (met woorden als far out, dig, chicken, chick en buster), luistert iedereen. Ook een vriend die van Johnny zijn vriendin moet dumpen. Ondertussen maakt de leider de wegen van California onveilig met zijn roekeloze racegedrag. Daarbij komt een motoragent om het leven.

Stoer, Bob, dat jij ook voor deze marathon weer per fiets (met zware bepakking) naar het zuiden des lands bent geracet. Hopelijk geen motoragenten tegengekomen?

 

BOB:
Nee, en zelfs bijna geen fatbikes, al zag ik er in Oss toch eentje met drie scholieren erop. Fietsen wordt steeds gevaarlijker, met mensen die op e-bikes even snel rijden als Nicholson en zijn bende toen op hun motortjes.

Nicholson speelt hier al zijn archetype leidersrol. Zijn houding, gebaartjes, minachtende blik. Bijzonder dat hij dat zo vroeg in zijn loopbaan (was hij hier twintig, eenentwintig?) al zo was als acteur, zelfs inclusief die trage, lijzige stem. Iedereen in de film praat twee keer zo snel als hij.

Een onsympathieke leider. Hoe hij zich bemoeit met de relatie van die vriend van hem… Dat type karakter lag hem goed en zou hij later nog meer ontwikkelen met bijvoorbeeld A Few Good Men. De bepaler, keuzendoorhakker.

Mee eens dat de film vrij matig is. Het tijdsbeeld is het enige lolletje. Schuifelen bij jazzmuziek. Witte sweaters. En de taal inderdaad! Alle hippe lingo van die tijd zit erin als een soort afvinklijst. Ik vinkte ook nog aan: sleeping, going shallow, shower. En Nicholson met deze quote: “I don’t break the law, I make my own.” Snel naar de volgende film, want wat biedt Nicholson zonder de klassiekers?

 

2. Ride in the Whirlwind (1966)

BOB:
Wat heb je nu weer gevonden: een western, geschreven en geproduceerd door een nog geen dertigjarige Nicholson! En geregisseerd door Monte Hellman, regisseur van die klassieke autofilm Two Lane Blacktop. Ik ben geïntrigeerd.

Een film over wantrouwen. Twee groepjes outlaws ontmoeten elkaar bij een klein hutje (de laatste acteur past er eigenlijk niet meer in). Een kerel ligt daar te creperen. ‘Hij is op zijn mes gevallen tijdens een konijnenjacht’, zegt acteur Harry Dean Stanton met een ooglapje. Hmm jaja…

Nicholsons bende is ook niet zo fris. Ze zijn op weg naar Waco om redenen die we misten omdat we in gesprek waren over eerdere filmmarathons.

Een groep vigilantes nadert op dat moment de hut en wil iedereen ophangen. Zo loste men toen problemen op. Aardig filmfeitje: die acteurs kwamen van de lokale rodeo. Een shoot-out en zelfs shoot-out binnen een shoot-out ontwikkelen zich.

Verhaal is simpel maar wel aardig gefilmd, zo nu en dan, vooral met het ‘ricochet’ geluid in de heuvels. Het landschap, de droogte. Krijg jij er geen dorst van, Cor? Ik snap wel een beetje waarom Quentin Tarantino zo’n fan was van deze film. Had ik toch gelijk dat ik er iets van The Hateful Eight in zag…

Wist jij dat de film een soort dubbelproductie was met The Shooting? Dezelfde regisseur, acteurs, locatie. Dat was nog eens economisch denken in die tijd.

Best warm, deze septemberdag. Tijd voor een alcoholvrij biertje. Hoe zouden de gangsters in die tijd dat hebben ervaren?

 

COR:
Die dubbelproductie met The Shooting maakte beide films vast nóg goedkoper. Bij Ride in the Whirlwind zie je dat ook wel: veel zand, wat paarden en geweren, en dat veel te kleine hutje. Het is dat we hier geen woestijn hebben (nog niet), anders hadden wij ook wel zo’n lowbudgetwestern kunnen maken. Welke charismatische Nederlandse acteur Jack Nicholson zou moeten vervangen, weet ik even niet. Zou Pierre Bokma kunnen paardrijden?

Ja, krijg jij ook altijd dorst als je een western kijkt? Zal inderdaad wel komen door het landschap en de droogte. Stress, angst of andere emoties roept de film niet direct bij mij op. Misschien is het de verveling. Waar zijn die indianen trouwens als je ze nodig hebt? Buiten die shoot-outs gebeurt er ontzettend weinig. Nou ja, ontzettend…

Het ophangen van mensen is natuurlijk geen kattenpis, maar gelukkig brengt Monte Hellman vooral bungelende benen in beeld. Iemand ophangen scheelde natuurlijk wel kogels. In die tijd had je ook nog geen rechtssysteem, dus namen burgers nogal eens het recht in eigen handen. En tussen het ophangen door tonen de outlaws opvallend veel beschaving. Ze zeggen ‘graag gedaan’ en ‘dankjewel’. En nadat ze zich bij een familie helemaal hebben volgegeten, is er geen enkele boer te horen.

 

3. The Last Detail (1973)

COR:
Het was een goed idee om een uurtje te gaan wandelen en te genieten van een van de laatste warme dagen van deze nazomer. De dorst is gelest. Soep met brood gaat er goed in, zie ik. Snel verder met The Last Detail. Degene die als eerste ‘het laatste detail’ raadt, hoeft niet af te wassen!

In deze buddy-komedie van Hal Ashby zie je direct hoe het acteertalent van Jack Nicholson zich heeft ontwikkeld. Zijn personage van marinier, die een stelende collega heel ver weg naar een gevangenis moet begeleiden, legde de loper uit voor Nicholsons iconische hoofdrollen in Chinatown (1974) en One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1975). Het is duidelijk dat de acteur het vooral moet hebben van zijn ogen, zijn wenkbrauwen en gezichtsuitdrukkingen. Binnen een seconde schakelt hij tussen mededogen en agressie.

Ook in deze film is zijn gedrag onvoorspelbaar. Van totale rust tot een uitbarstende vulkaan. Nicholson is vaak grappig als hij door het lint gaat. Ik vraag me af of hij in zijn privéleven ook zo is. Zou dat dan misschien te maken kunnen hebben met het feit dat Jack is opgevoed door zijn grootouders omdat zijn moeder, van wie hij dacht dat het zijn zus was, nog zo jong was? Of wordt iemand sneller opvliegerig als hij vijf kinderen bij vier verschillende vrouwen heeft? Oké, ik dwaal af.

Ook in The Last Detail gebeurt er niet veel schokkends. De gelaagdheid in het acteren van Nicholson redt de film wat mij betreft. Wat heb jij trouwens tegen het woordje ‘gelaagd’, Bob?

 

BOB:
Nou, bij gelaagd denk ik eerder aan een lasagna. Of tiramisu. Ik vind het een modewoordje dat zo goed als niets uitdrukt. Je leest het bijna in elke recensie. Overigens ben ik net zo goed een luie schrijver. Toch probeer ik nooit een woord te gebruiken dat ik zelf niet goed snap.

The Last Detail, met zijn typische trage 70’s tempo, bevalt mij ook. De film hoort met dit anti-autoritaire verhaal echt bij dat decennium. Hoe ze de jonge, stelende marinier (Meadows) op sleeptouw nemen omdat ze genoeg tijd en geld hebben. Al gauw gaan de handboeien los. Meadows krijgt een soort levensles met hotdogs eten, mantra’s zingen, bier drinken, in hotels slapen, rolschaatsen, prostituees bezoeken. Allemaal nog even voor hij de bak indraait om een diefstal van niets.

Kost wat tijd om op gang te komen maar dat dwalende, onvoorspelbare, improviserende vind ik heerlijk om te zien. Hal Ashby was een van die regisseurs die zich graag liet meedeinen door de stijl van die tijd, zoals hij ook liet zien met Harold and Maude en Being There. Randy Quaid (hier nog heel jong) is even wennen, maar past uiteindelijk wel bij het karakter.

‘Binnen een seconde schakelt hij tussen mededogen en agressie’… treffend gezegd, Cor! Paffend op zijn sigaar kan Nicholson hier elk moment ontploffen. ‘I am the motherfucking shore patrol here!’ En toch heeft zijn acteerwerk inderdaad ook vaak iets komisch, ironisch. Hij is erg comfortabel als acteur in The Last Detail in vergelijking met de vorige films. Nicholson had ook de mazzel in een tijd te leven dat hij de interessante regisseurs voor het uitkiezen had, en dat zij hem volledig vertrouwden met zijn talent.

Maar wacht even, dit lijkt een serieuze analyse… Eerst maar even afwassen omdat ik een weddenschap verloor…

 

4. Iron Weed (1987)

BOB:
Albany 1938. We kijken naar daklozen tijdens de grote crisis van de jaren dertig. Niemand wordt dakloos bij keuze, legt deze film uit. Het zijn de omstandigheden. Banen zijn een zeldzaamheid. Je hebt geen geld meer en moet op straat leven. Je slaat aan het zuipen en leeft van gratis soep bij een of andere kerk. Het is een risicovol bestaan. Af en toe bevriest iemand op straat. En dan al die herinneringen.

Nicholson is Francis en hij worstelt als een van deze daklozen met de demonen uit zijn verleden. Dat doet hij samen met Helen (Meryl Streep).

Aan de ene kant een gevoelig en begripvol portret van depressieve, alcoholverslaafde daklozen. Aan de andere kant kijken we deze film in hogere snelheid en het is nog steeds een van de traagste films die ik ooit heb gezien. Voor Nicholson was dronken spelen niet zo ingewikkeld, zoals hij al met verve deed in 1969 in Easy Rider.

Nicholson, hier leider-af, evolueerde zich in rollen buiten zijn comfortzone. Zoals met deze slome en hallucinerende dakloze. Hij was zelfs de acteur die William Kennedy (de schrijver van het boek waar de film op was gebaseerd) in gedachten had met zijn hoofdpersoon.

Aardig in vergelijking met andere films is dat juist de andere hoofdrol, Meryl Streep in topvorm, de aandacht trekt. Dat werkt verfrissend, dat Nicholson niet alleen een film hoeft te dragen, ik denk dat hij daar ook wel klaar mee was in 1987. Samen deden ze ook Heartburn in 1986. Roddels over een affaire tussen de twee waren er genoeg.

Ik weet dat het tactloos is met al die hongerige daklozen in de film, maar ik heb honger. Dus, Cor, wanneer gaan we het nepvlees braden?

 

COR:
Ach, beter tactloos dan dakloos. Helen in de film zal het niet erg vinden, want zij eet zelf nog nauwelijks. Ze is doodziek en kan voedsel niet meer verdragen. Een neut gaat er altijd nog wel in. Pas na anderhalf uur leren we dat ze vroeger een concertpianiste was. Mooi is de scène waarin ze een muziekwinkel betreedt. De eigenaar en de klanten deinzen terug als ze haar zo verfomfaaid naar de vleugel midden in de winkel zien schuifelen. Pas als ze een klassiek stuk gaat spelen, komt de eigenaar voorzichtig dichterbij.

Ook Francis heeft een achtergrond. Hij is in de goot beland nadat zijn pasgeboren zoontje, nu 22 jaar geleden, overleed. Na ruim twee uur blijkt dat hij de baby uit zijn handen had laten vallen. Hij ziet overleden personen en praat met hen. Voor even keert hij terug naar zijn familie waar wonden worden geheeld.

Ja, weer zo’n geweldige rol van Meryl Streep (gelaagd als een tiramisu). En een aangenaam optreden van collega-zwerver Tom Waits, die zojuist in Jarmusch’ Down by Law had gespeeld. Een knokploeg die de ‘overlast’ van al die daklozen zat is, maakt een eind aan zijn dromen. En Francis? Die scharrelt maar door, even hardnekkig en onverzettelijk als de taaie ironweed-plant die overleeft ondanks zware omstandigheden.

 

5. The Crossing Guard (1995)

COR:
Als je kijkt naar Amerikaanse thrillers van midden jaren 90 zie je regelmatig close-ups van gezichten om het gevoel van spanning en emotie te versterken. Ook zie je soms een slow-motion aan het eind van een scène om snel nog even de dramatische impact te benadrukken. Aan drama is sowieso geen gebrek in The Crossing Guard van Sean Penn.

Jack Nicholson kruipt in de huid van juwelier Freddy Gale, die sinds zijn scheiding met Mary (Anjelika Huston – in het echte leven was Nicholson nog met haar getrouwd) na zijn werk rondhangt in nachtclubs en daar zo nu en dan op de vuist gaat. Als hij hoort dat ene John Booth (David Morse) vrijkomt uit de gevangenis, gaat het mis. Booth heeft jaren geleden in beschonken toestand Emily, het dochtertje van Freddy en Mary, doodgereden. Freddy is vastbesloten om Booth te doden.

Ik kende deze film nog niet, maar het acteren van iedereen (behalve van David Morse) is sterk. Je kunt je inleven in het verdriet, de pijn, de wanhoop, de twijfel. Jammer dat de finale zo uit de bocht vliegt. Freddy heeft minutenlang achter de vluchtende John aangerend, als het duo uitgeput neervalt op het kerkhof. Jawel, bovenop het graf van Emily! Houden ze elkaars hand nou vast? Zie hier de verlossing en verzoening van twee gekwelde zielen in optima forma.

 

BOB:
Bij Nicholsons films lijkt toch wel sterke drank te horen, maar ik neem wel genoegen met een glas Pinot Grigio (piennookrietsjio als je het ergens bestelt) van de lokale Jumbo.

Ja, wow, wat een close-ups, alsof er een aanbieding was waar Sean Penn gretig gebruik van maakte. Nog meer tegen dumpprijzen waren vermoedelijk die slow-motions van iemand die over straat loopt. Zo hip toen, zo gedateerd nu.

Het is met afstand de meest ranzige Jack Nicholson die we zien deze marathon. We zien hem whisky drinken, kettingroken, lange leren jassen dragen, prostituees bezoeken en een abonnement op de plaatselijke stripclub. Een gebroken man, zoveel is duidelijk. Net als de dader.

Ik denk dat Penn het plot als eerste had bedacht, want daar zit je vanaf het begin al op te wachten.

Het begin oogt ook nog wel redelijk eigenzinnig. Het is het lange middenstuk waar ik dus een beetje in slaap viel. Te veel middelmatig drama naar mijn smaak.

Zo eindigt onze filmmarathon met Jack Nicholson… Ik hoop dat dit het begin kan zijn voor lezers die willen beginnen met zijn waanzinnige acteer-oeuvre. Deze films kunnen niet tippen aan wat mij betreft zijn favorieten: Chinatown, One Flew over the Cuckoo’s Nest, The Shining, Five Easy Pieces en About Schmidt. Toch helpen ze om een breed beeld te krijgen van de veelzijdige acteur.

Van de filmmarathon ga ik morgen verder met mijn fietsmarathon naar Zuid-Limburg en jij gaat denk ik verder met je Spaanse schrijfmarathon. We marathonnen wat af in ons leven, vind je niet?

 
27 september 2024

 

Meer filmmarathons

A New Kind of Wilderness

***
recensie A New Kind of Wilderness
Laten we in de zon blijven tot hij ondergaat

door Cor Oliemeulen

In films, documentaires en tv-programma’s zie je steeds vaker hoe mensen zich terugtrekken uit de drukke, gehaaste en materialistische maatschappij om in de natuur een nieuw leven te beginnen. A New Kind of Wilderness toont een mooi voorbeeld van zo’n eenvoudig leven, maar laat ook zien hoe idealen vervagen door onvermijdelijke aanpassingen aan het moderne leven.

“Laten we buiten gaan wandelen. Midden in het gebied van kabbelend water. En vogels die barsten van enthousiasme. Met zicht op de kale grond, de eerste lentebloemen en vlinders. Laten we in de zon blijven tot hij ondergaat.”

A New Kind of Wilderness

Verstoken van luxe
Het zijn de laatste woorden van Maria in A New Kind of Wilderness van de Noorse filmmaakster Silje Evensmo Jacobsen dat werd gekozen tot beste documentaire op het afgelopen Sundance Film Festival. Maria is een Noorse fotograaf die samen met haar partner, de Engelsman Nik, besluit om het hectische leven van de grote stad achter zich te laten, zich terug te trekken in de natuur en daar verstoken van luxe grotendeels zelfvoorzienend te worden.

Ze kopen een oude boerderij, knappen die op en gaan zelf hun groenten verbouwen. Ze krijgen vier kinderen, die ze tweetalig opvoeden en zelf lesgeven, en genieten samen met hun kroost van het leven in de overweldigende Noorse natuur. Een tragedie verstoort hun dromen en dwingt hen om langzaam contact met de buitenwereld te krijgen.

Gevangenis
De camera van Silje Evensmo Jacobsen (bekend van haar tv-serie over de Noorse atletiekfamilie Ingebrigsten) registreert zowel het leven in de wildernis waar de kinderen spelen in het bos, bomen knuffelen of houtsnijden, als binnen in de boerderij waar de twee meisjes en twee jongens het geweldig naar hun zin lijken te hebben, ook als ze les krijgen van hun ouders. Ze hebben nog nooit televisie gekeken en hebben dan ook niet het gevoel dat ze iets missen als ze op hun verjaardag bijvoorbeeld een door pa vervaardigde houten lepel cadeau krijgen.

A New Kind of Wilderness

Maar de Noorse wet gebiedt dat ingezetenen op een bepaalde leeftijd naar school moeten. Als Nik zijn oudste dochter Ronja met zijn auto naar school brengt, vraagt zij zich af waarom ze per se naar die “gevangenis” moet. En als de nieuwe omstandigheden daar om vragen, moet Nik een deal maken met de autoriteiten en moeten ook de jongere kinderen voortaan naar school; drie dagen, de rest mag thuis. Ze kunnen ook maar beter hun messen thuislaten om geen problemen met andere leerlingen te krijgen.

Onbestemde hoop
Naast de beelden van de wonderschone Noorse natuur en de louter observerende filmcamera geeft A New Kind of Wilderness ook door de montage van filmpjes en foto’s met teksten van Maria een prachtig beeld van twee vrije geesten en de naar hun idealen opgevoede kinderen. Totdat langzaam pijnlijk duidelijk wordt dat een geïsoleerd leven in deze tijd nauwelijks of niet is vol te houden. Want geef een kind een laptop en voordat je het weet, speelt het spelletjes en zijn ook de andere kinderen er niet meer bij weg te slaan.

De maatschappij wil dat iedereen zich moet ontwikkelen en het liefst ook leert omgaan met andere mensen. En dus moet in deze met liefde gemaakte documentaire over idealen, rouw en verdriet ook een ouder leren om het oude leven los te laten.

 

27 augustus 2024

 

ALLE RECENSIES

Daaaaaalí!

***
recensie Daaaaaalí!
Dromen in dromen, films in films, films in dromen en dromen in films

door Cor Oliemeulen

Een journaliste wil de extravagante kunstenaar Salvador Dalí interviewen, maar steeds gaat hun afspraak op het laatste moment niet door. Quentin Dupieux voegt met Daaaaaalí! een heerlijke onzinkomedie toe aan zijn absurdistische universum.

De meeste lezers zullen de Spaanse kunstenaar kennen van zijn schilderij De volharding der herinnering, waarin de gesmolten klokken direct in het oog springen. Dupieux brengt in de openingsscène van zijn film Dalí’s minder bekende schilderij Necrophilic Fountain Flowing from a Grand Piano tot leven. In een woestijnlandschap staat een piano waaruit een waterstroom vloeit. De suggestieve titel en de vervreemdende beelden zijn kenmerkend voor het surrealisme, een kunststroming die een eeuw geleden ontstond en waarvan Salvador Dalí een van de boegbeelden was.

Daaaaaalí!

Bakkersvrouwtje wordt journalist
Hierna maken we kennis met Judith (Anaïs Demoustier, eerder te zien in Dupieux’ Incroyable mais vrai en Fumer fait tousser). Ze vertelt dat ze haar baan als apotheker heeft opgezegd en journalist wil worden. Gedurende de film wordt ze consequent aangesproken als ‘bakkersvrouwtje’. Nu wacht ze in een hotelkamer op Salvador Dalí die ze wil interviewen voor een magazine. Na zijn lange wandeling door een eindeloze gang, waarbij Dalí en passant de belabberde architectuur van het hotel hekelt, maakt de ijdele kunstenaar rechtsomkeert als blijkt dat Judith geen camera heeft geregeld. Ze zal later nog diverse pogingen doen om Dalí te strikken voor een interview, maar steeds tevergeefs.

Dalí oreert in het Frans met een vet Spaans accent (hij verliet destijds zijn vaderland vanwege de politieke situatie aldaar). Dat geldt voor de maar liefst zes acteurs die hem gestalte geven (elke letter ‘a’ in de filmtitel staat voor een andere Dalí), zoals Gilles Lellouche, Edouard Baer, Pio Marmaï en Jonathan Cohen. Die wisselingen werken verrassend goed. Met name de grimassen en tics door Cohen zijn goed getroffen. Al die verbeeldingen samen vormen eerder een ode dan een ridiculisering van het ongrijpbare titelpersonage.

Monty Python en Luis Buñuel
Zoals volgers van Dupieux gewend zijn, is de storytelling op zijn zachtst gezegd een tikkeltje onconventioneel. De pogingen om Dalí te interviewen draaien uit op een loop: dromen in dromen, films in films, films in dromen en dromen in films.

Geholpen door de aanstekelijke, jolige soundtrack van Thomas Bangalter (de ene helft van Daft Punk) zijn alle typeringen en lolligheden gedurende de looptijd van 67 minuten prima vol te houden. Sterkere scènes wisselen af met minder sterkere scènes, regelmatig geïnspireerd door het Britse gezelschap Monty Python. Niet alleen de wandeling door de hotelgang waaraan geen einde lijkt te komen, maar bijvoorbeeld ook de scène waarin Dalí kleiduiven schiet met échte duiven en de scène waarin het honden regent, verwijzen naar het werk van John Cleese en consorten.

Daaaaaalí!

Al even waarneembaar is Dupieux’ inspiratiebron Luis Buñuel, de vader van het filmsurrealisme. Samen met Salvador Dalí schokte hij in 1929 het publiek met de korte film Un chien andalou, een weerslag van de dromen die de twee surrealisten elkaar vertelden. Een beetje filmkenner herinnert zich vast de openingsscène waarin het lijkt alsof iemand met een scheermes door het oog van een vrouw snijdt. Surrealisme gold destijds als een aanval op de heersende waarden van de westerse wereld.

Unieke filmauteur
In Daaaaaalí! maken we ook kennis met een priester. Tijdens een etentje, waarin levende wormen als delicatessen worden opgediend, vertelt hij de kunstenaar een droom. De priester doet sterk denken aan de bisschop in Buñuels komedie Le charme discret de la bourgeoisie (1972), waarin een gezelschap steeds opnieuw een poging doet om samen te eten, maar steeds mislukt dat door misverstanden en toevallige gebeurtenissen. In Buñuels film fungeren dromen en nachtmerries om burgerlijk gedrag te verstoren.

In het werk van Quentin Dupieux zien we die neiging ontegenzeggelijk terug. Het surrealisme dat Dalí en Buñuel bezigden, kun je tegenwoordig beter absurdisme noemen, maar ook in een dergelijk hokje laat Dupieux zich niet graag stoppen. Met zijn verstoring en ontregeling van de filmkijker, maar vooral door zijn eigenzinnige vorm van humor is hij volstrekt uniek tussen de laatste filmauteurs van de hedendaagse Franse cinema, zoals Claire Denis, Leos Carax, Jacques Audiard, Céline Sciamma, François Ozon en Gaspar Noé.

 

20 augustus 2024

 

ALLE RECENSIES