Waterboys

****

recensie Waterboys 

Liefde voor muziek in Nederlands jasje

door Wim Meijer

De liefde voor muziek kan mooie vormen aannemen, zo bewijst Robert Jan Westdijk met Waterboys. De nummers van zijn favoriete band dienen als basis voor een fijne tragikomische Nederlandse film.

Regisseur Robert Jan Westdijk (Zusje, Phileine zegt sorry) vertelt tijdens de persvoorstelling met aanstekelijk enthousiasme over zijn nieuwste project. Zes jaar geleden maakte hij zijn laatste film en de pers is massaal uitgerukt om Waterboys te zien. De zaal is afgeladen, tot grote vreugde van de regisseur. Westdijk blijkt enorm fan van de Iers-Britse band The Waterboys. Hij zocht twee jaar geleden de leadzanger Mike Scott op en pitchte zijn concept: een Nederlandse film met een prominente rol voor Scotts band. Scott stemde in.

Waterboys

Papa is een lul
De telefoon rinkelt. Er is niemand thuis. Middels antwoordapparaatberichten maken we kennis met Victor (Leopold Witte). De beelden zijn nog zwart, met slechts introducerende teksten. Niet veel later loopt Victor de voordeur door in het eerste shot. Na een nachtelijke escapade, zo leren we al snel. Het was niet de eerste en voor zijn vrouw Elsbeth is het de druppel. Ze heeft hem die nacht verlaten. Niet lang daarna treft hun zoon Zacharia (Tim Linde) hetzelfde lot – uitzetting door zijn vriendin.

Papa is een lul, zijn zoon een watje. Victor, een crimeschrijver van een Baantjer-achtige serie, heeft net het zeventiende deel af. Victor is als Vledder en valt in de smaak bij de vrouwen. Hij maakt er dankbaar misbruik van. Zien we Zach, dan had de appel niet verder van de boom kunnen vallen. Biologen zouden hem determineren tot de ongewervelde dieren. De ruggengraat ontbreekt. Deze cello spelende brave borst is hard toe aan assertiviteitstraining.

Het melodramatische Waterboys is deels roadmovie, deels familiedrama. Vader en zoon reizen af naar Edinburgh vanwege de vertaling van Victors laatste werk. Op de ferry vloeit de drank rijkelijk. Vanaf het dek zien we het kustgebied rondom het weinig aantrekkelijke Hull. Melancholische celloklanken vervoeren de kijker over het water. Het is alsof je zelf op het enorme schip zit. De camera tuurt naar de horizon, naar de kust, dan weer naar het spoor van bubbels dat de rotoren achterlaten in het water. De cinematografie is droogjes, met weinig opsmuk. De beelden van director of photography Alex Wuijts vervullen hun doel – het grillige Schotland op gepaste wijze introducerend.

Waterboys

The Trip
In Edinburgh aangekomen doet de film denken aan The Trip. Twee mannen reizen door Engeland terwijl ze elkaar nauwelijks (meer) kennen, waardoor grappige, ongemakkelijke scènes ontstaan. Victor en Steve Coogan verschillen bijzonder weinig. Romances met PR-dames en hotelbedienden blijken onvermijdelijk, evenals clashes in hotelkamers en verplichte nummertjes met de lokale pers. Net als bij Rob Brydon en Steve Coogan, staat de relatie tussen Victor en Zach centraal. De twee tegenpolen vinden toenadering tot elkaar, al mag het even duren.

De climax van de film is het Waterboys-concert in Edinburgh – hoe kan het ook anders – waarin alles samen komt. Het nummer Don’t Bang The Drums is prachtig verfilmd met groenblauwe tinten. Voor Victor en zijn vrouw hebben The Waterboys speciale waarde, want tijdens de regen, onder een poncho, zou Zach zijn verwekt. Tijdens het concert herhaalt de geschiedenis zich en komen oude emoties bovendrijven. Het zijn deze scènes waarin Westdijks passie voor film en muziek harmonieus samensmelten.
 

26 november 2016

 
MEER RECENSIES