Journalisten in de ring

Journalisten in de ring

door Bob van der Sterre

Call Northside 777 ♦ Le Crime de Monsieur Lange ♦ Sbatti il mostro in prima pagina

 

Journalisten worden vaak heldhaftig geportretteerd, zoals in The Post. Dat is best vervreemdend voor mensen die echt met journalisten te maken hebben gehad. Ze zijn minstens even zo vaak onuitstaanbaar, cynisch en arrogant. Drie films die geen al te fraai beeld schetsen van het beroep.

In Call Northside 777 uit 1948 zien we journalist P.J. McNeal van de Chicago Times. Een cynische kerel. Een moordzaak die 11 jaar eerder plaatsvond en hij weet wel hoe het zat. ‘Ik heb de file gelezen en ze zijn hartstikke schuldig.’ Zijn chef wil dat McNeal toch de dader in de gevangenis opzoekt.

Onschuldig achter de tralies?
McNeal is de arrogante, sarcastische know-it-all, zoals we journalisten helaas maar al te goed kennen. ‘Als je schuldig bent, dan hoef je niet je moeder vloeren laten schrobben.’ Die met tegenzin schrijft over de human interest-factor, zoals: ‘Ex-vrouw gelooft in onschuld Wiecek’. Argument: ‘Met mass appeal en een sob story krijgen we aandacht!’

Wiecek is not amused en McNeal belooft dan pas echt onderzoek. Dat brengt hem in archieven van politiebureaus. Hij vindt gekke dingen. En gaat geloven in Wieceks onschuld.

Een soort Netflix true-crime drama avant la lettre. Wiecek was gebaseerd op de zaak Majczek in 1932. De vermoorde agent heette Lundy i.p.v. Bundy. En de Poolse wijk werd realistisch in beeld gebracht. Dit is ook de eerste Hollywoodfilm die helemaal in Chicago werd opgenomen. Geen gierende trompetten of scheurende auto’s, meer rustige suspense à la de films die Sidney Lumet later zou maken. Het gaat hier om puur onderzoekswerk met twee gedreven hoofdrolspelers (James Stewart en Richard Conte).

In het oog springen de mooie locaties: gevangenissen, politiebureaus, gettohuisjes en vooral de Poolse bars. De regie van de film is van Henry Hathaway. Hoewel hij groot werd met westerns, maakte hij in de jaren veertig aan de lopende band semidocumentaires in fictievorm. Dit was Hathaways vijfde film in deze stijl. Dat verklaart waarom de film niet zo noir oogt als veel andere films in die tijd; afgezien van de typische voice-over.

Hathaway had oog voor de hitech-dingen in 1948. We zien een schakelbord, een telex, een drukpers, een leugendetector (gloednieuw), een fotovergroting… En het maffe is dat hij na deze interessante film gewoon weer terugkeerde bij avonturenfilms en oorlogsfilms. Wie hem beter wil leren kennen: The Last Movie van Dennis Hopper gaat deels over zijn ervaringen met Hathaway.

Knollen voor citroenen
In Le Crime de Monsieur Lange (1936) komen we een ander journalistiek karakter tegen: bladenmaker Batala. Wat een karakter is dat! Batala accepteert voorschotten voor tijdschriften bij de vleet… maar levert ze zelden. Zulke mensen bestaan ook in de mediawereld: de mensen met een vlotte babbel die knollen voor citroenen verkopen.

Batala’s enige droom is een weekblad vol met true-crime verhalen. Het is nog niet van de grond gekomen, het geld wel al verbrast. Hij dempt leningen met andere leningen en manipuleert vrouwen voor zijn zaken. ‘Hij houdt van brunettes. Dus als je aardig wilt zijn, neem je de taxi en eh…’

Hij gebruikt ook meneer Lange om van een van zijn schuldeisers af te komen. Want die schrijft het westernverhaal Arizona Jim. Dat biedt commerciële mogelijkheden. ‘Stel je voor als Don Quixote Ranimax zou hebben kunnen slikken!’ Zonder overleg komt de pil in het verhaal voor – de enige reden dat Batala het blaadje uitgeeft.

Als Batala van het toneel verdwijnt, vinden meneer Lange en Valentine elkaar. ‘Mijn naam is Valentine.’ ‘De mijne Amedee.’ ‘Zullen we een keertje eten?’ ‘Goed.’ Ze besluiten om een coöperatie op te richten. Lang leve de gezelligheid van gelijkdenkenden! Het leven zonder baas bevalt iedereen uitstekend. De vraag is: komt Batala terug?

Een film die je best een paar keer kunt herzien. Soms zie je hier zelfs al de mozaïekstijl, veertig jaar voordat regisseur Robert Altman er bekend mee zou worden. Het socialistische ideaal van een coöperatie is best verrassend. En opvallend: de aardige hoeveelheid (geïnsinueerde) seks. Een film van Jean Renoir én een script van Jacques Prévert: dat is goud.

Acteurs zijn erg goed – Jules Berry is zelfs uitzonderlijk als de even irritante als charmante Batala – ik ken eigenlijk geen hedendaagse acteur die dit ook zo goed zou kunnen. Ook de vrouwen zijn hier heel goed, Florelle als Valentine en Sylvia Bataille in een bijrol als de verliefde Edith.

Niet alle kranten zijn nobel
De derde film móet wel een Italiaanse film uit de jaren zeventig zijn. In het spoor van La dolce vita zijn er begin jaren zeventig nogal wat mediaspeurders op celluloid vastgelegd. Il gatto a nove code (1971), La corta notte delle bambole di vetro (1971) en No il caso è felicemente risolto (1973). We kiezen voor Sbatti il mostro in prima pagina uit 1972, dat in het Engels net zo mooi klinkt: Slap the monster on page one.

Niet alle kranten en bladen zijn nobel. Vooral niet het Milanese dagblad Il Giornale. Dat is zo rechts als rechts maar rechts kan worden. Tijdens rellen van communisten vliegt er een molotovcocktail naar binnen. Hoofdredacteur Bizanti weet hoe hij dat moet misbruiken. Gauw nog even foto’s maken, dan pas blussen. En op pagina 1 uitleggen hoe dit de schuld is van de linksen.

Bizanti leert over de moord op een jong meisje. Een maagd bovendien. Hij manipuleert een oudere en psychisch instabiele vrouw. Daarna tipt hij de politie dat haar socialistische vriendje de dader is. Er volgen arrestaties. De krantenkoppen vullen zich dagelijks met beschuldigingen aan die ‘doorgeslagen’ socialisten. Het enige is dat Bizanti de jonge en ambitieuze journalist Roveda onderschat. ‘Je maakt hier een smerig beroep van.’ ’Oh, en welke beroepen zijn dan niet smerig?’

Deze film van Marco Bellocchio geeft de journalistiek verrassend realistisch weer. Redactievergaderingen waarbij iedereen even zijn zegje mag doen waarna de hoofdredacteur de knopen doorhakt. Het ruimte plannen voor artikelen, het belang van ‘boven de vouw’. Hoe kranten de waarheid sturen door redactionele keuzes. Daarnaast laat de film via verschillende locaties de krant van binnenuit zien.

De rol van de perssmiecht wordt voortreffelijk vertolt door Gian Maria Volontè. Ook deze cynische thriller past bij die andere toppers in Volontè’s loopbaan uit die tijd. En dan is dit nog niet eens zijn beste film… dat is Indagine su un cittadino al di sopra do ogni sospetto (zie Camera Obscura over prutsende agenten).

Gelukkig was Bizanti vooral een uitzondering. Hoe onuitstaanbaar journalisten soms ook zijn, ze onthullen dingen die anderen liever niet onthuld zien worden. En dat blijft bewonderenswaardig.

 

20 juli 2021

 

Sbatti il mostro in prima pagina

 
Alle Camera Obscura