Coup de Torchon

*****
recensie Coup de Torchon

Donkere schaduw over humaniteit

door Cor Oliemeulen

Een blanke politiecommissaris van een kleine West-Afrikaanse gemeenschap doet zich dommer en zwakker voor dan hij is. In het existentialistische, onheilspellende drama Coup de Torchon staat de filmtitel voor een grote schoonmaakbeurt.

Coup de Torchon (1981) begint met een zonsverduistering, een verschijnsel dat je kunt zien als een donkere schaduw over de menselijkheid die zich de komende twee uur zal ontvouwen. Politiecommissaris Lucien Cordier (een geniale Philippe Noiret) ziet dat vijf in het zand spelende Afrikaanse jongetjes het koud krijgen en maakt snel een vuurtje zodat ze zich kunnen opwarmen. Aan het eind van de film slaat de politiecommissaris half verscholen achter een boom dezelfde jongetjes in het zand gade en richt zijn pistool op een van hen.

Coup de Torchon

Wraakengel
De Franse regisseur Bertrand Tavernier maakte een vrije bewerking van de bejubelde roman Pop. 1280 van de Amerikaanse schrijver Jim Thompson over een sullige sheriff in een gehucht in North-Carolina. Door de manier waarop hij wordt behandeld en de dingen die hij om zich heen ziet, ontpopt hij zich tot een wraakengel die de door hem gechoreografeerde dans probeert te ontspringen. In zijn meesterwerk Coup de Torchon plaatst Tavernier een zelfde ogenschijnlijk ongeïnteresseerde gezagsdrager heel subtiel naar het Senegal van 1938.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog heerst er in deze gemeenschap van krap 1.280 zielen (volgens sommigen zijn het er beduidend minder, want negers moet je niet meetellen als mensen) een sfeer van raciale spanning die is veroorzaakt door de Franse overheersing en van moreel verval van de kolonialisten. Politiecommissaris Lucien Cordier kreeg zijn huidige, relaxte baantje in de schoot geworpen en lijkt geenszins van plan iets te doen aan de wetteloosheid. De pesterijen en vernederingen van zijn omgeving neemt hij aanvankelijk op de koop toe. Zo ook die van twee lamlendige witte rijkaards die uit balorigheid schieten op zwarte slachtoffers van difterie die in de rivier drijven, want alleen witte mensen horen volgens de priester op het kerkhof.

Losbandige speelsheid
Ondanks zijn onnozele uitstraling heeft Cordier succes bij het vrouwelijke geslacht en moet hij zijn aandacht verdelen tussen drie vrouwen: eega Huguette (Stéphane Audran) die thuis seksueel aanrommelt met haar inwonende broer Nono (zanger Eddie Mitchell), de nieuwe onderwijzeres Anne (Irène Skobline) bij wie Cordier zijn gevoelige hart kan luchten, alsook zijn immer naar liefde hunkerende minnares Rose (Isabelle Huppert) wiens agressieve echtgenoot al vrij snel van de aardbodem verdwijnt. Net als in Taverniers Le juge et l’assassin (1976) is er een fantastische chemie tussen de frêle, maar vinnige Rose en de gelaten knuffelbeer Lucien.

Die speelsheid die onvermijdelijk leidt naar een fatale afloop maakt van Coup de Torchon een meer dan geslaagde, zeer natuurlijke film noir die zich ontwikkelt van een hilarisch drama tot een grimmige thriller vol zwarte humor. Wanneer Cordier de nieuwe onderwijzeres Anne voor het eerst ontmoet, zegt hij: “Lesgeven is een nobel vak. Dankzij u kunnen zwarte kinderen straks de namen van hun vaders op Franse oorlogskerkhoven lezen.” En als hij Rose leert met een pistool te schieten, oefenen ze op een poster op de muur van het politiebureau waarop staat ‘Meld je aan voor het koloniale leger’.

Terwijl het opgewonden standje Rose staat voor de losbandige vrijheid in een gemeenschap, die zich nog angstvallig vastklampt aan uitbuiting, racisme en corruptie, evolueert haar geliefde zich tot een Jezusfiguur die liever geen mensen redt, maar bevrijdt.

In de avond als het West-Afrikaanse hemelschijnsel de karakters en de omgeving vervaagt, kleurt Tavernier de muren in een surrealistische blauwe gloed en geschieden daarbuiten zaken waarvan niemand weet hoeft te hebben. Bij daglicht kan Lucien Cordier dan de ultieme verlossing regisseren.

 

19 juli 2019

 

MEER ISABELLE HUPPERT
 

 

ALLE RECENSIES