La Cocina

****
recensie La Cocina
Je kunt niet dromen in een keuken

door Zoë van Leeuwen

In de eerste Engelse speelfilm van de Mexicaanse regisseur Alonso Ruizpalacios jagen de koks en serveerders van het drukke restaurant The Grill de ‘American dream’ na. La Cocina toont op een soms theatrale wijze hoe slopende dagelijkse routines het vermogen om te dromen kunnen vernietigen.

Ruizpalacios vierde speelfilm ging afgelopen voorjaar in wereldpremière op het filmfestival van Berlijn en werd daar genomineerd voor een Gouden Beer. La Cocina werd in zijn thuisland genomineerd voor Ariel-award, de belangrijkste filmprijs van Mexico. En waar zijn eerdere films verschillende spanningen in Mexico onder de loep namen, neemt hij de kijker in La Cocina letterlijk en figuurlijk mee naar Hell’s Kitchen in New York.

Losjes gebaseerd op het toneelstuk The Kitchen van Arnold Wesker uit 1957, duikt Ruizpalacios halsoverkop in thema’s als kapitalisme, liefde en het verlangen naar een betere toekomst. Inclusief een grote dosis sociale kritiek op de harde realiteit waar veel arbeidsmigranten mee te maken krijgen.

La Cocina

Chaos in de keuken
La Cocina volgt het verhaal van jonge kok Estella (Anna Díaz), die haar weg baant door het drukke Times Square en uiteindelijk terechtkomt bij het restaurant The Grill. Wanneer Estella, die geen sollicitatiegesprek heeft, door de chaos toch maar aan het werk wordt gezet, ontmoeten we de rest van de kleurrijke cast. De meeste van hen zijn immigranten zonder papieren die hopen op een beter leven, buiten het werk in het restaurant. Ondanks dat het werk tegen kan vallen, weten velen dat het voor hen niet beter wordt dan dit. Vooral niet voor de velen die zonder verblijfsvergunning hun geld verdienen.

Pedro (Raúl Briones) is een kok met een kort lontje die ervan droomt om vrij te zijn. Als serveerster Julia (Rooney Mara), met wie Pedro een gecompliceerde liefdesrelatie heeft, hun kind wil laten aborteren, stort zijn hele wereld in.

De druk wordt verder opgevoerd als er meer dan 800 dollar lijkt te missen uit de kassa en de manager op zoek gaat naar de dader. En laat dat bedrag nu net de hoeveelheid zijn die Pedro en Julia nodig hebben voor de abortus. Als Pedro er na de lunch achter komt dat Julia in haar pauze naar de kliniek is gegaan, kookt de pan over. Met een chaotisch einde als gevolg.

Kleurrijke cast
Ruizpalacios weet, in een tijdspan van bijna tweeënhalf uur, één enkele dag in de hectische keuken van The Grill te tonen. En hoewel het tempo van de film soms iets te snel aanvoelt, is die ene dag ook alles wat Ruizpalacios nodig heeft om een goed en compleet verhaal te vertellen met meerdere verhaallijnen en uiteenlopende personages.

Dat is dan ook een van de sterkste punten van de film: het kleurrijke bij elkaar geraapte stelletje koks, die aan de lopende band bier drinken en roken. De personages in La Cocina voelen als echte mensen, ieder met een eigen verhaal en verlangens. 

La Cocina

Het zwart-wit-filter en het gebrek aan contrast maakt het eten soms onsmakelijk. Zelfs het broodje, dat Pedro maakt als liefdesgebaar naar Julia, mist een appetijtelijke uitstraling. Het constante gerook en gezuip van de koks helpt daar niet aan mee. Het laat aan de kijker zien dat al het ‘mooie’ eten in het restaurant midden op Times Square helemaal niet zo mooi is als je een kijkje achter de schermen neemt.

Maar de film is niet geheel ontdaan van kleur en contrast. Want zowel in een romantische scène tussen Pedro en Julia, als in de laatste scène waarin we de nasleep zien van Pedro’s ravage, zien we een beetje kleur. Een lichtpuntje in de grijze en grauwe wereld van La Cocina.

Het einde van de film is wat theatraal en beweegt weg van het realistische gevoel van de rest van het verhaal, maar de boodschap blijft duidelijk: je kunt niet dromen in een keuken. Of zoals Ruizpalacios zegt: ‘Productiviteit doodt de verbeelding’. 

La Cocina is een eerbetoon aan de onzichtbare helden in de keuken en een keiharde realiteitscheck van de huidige situatie waarin veel arbeidsmigranten zich bevinden.

 

2 december 2024

 

ALLE RECENSIES

Charcoal

***
recensie Charcoal
Het nut van kleine houtskoolfabriekjes

door Cor Oliemeulen

In de duistere satire Charcoal portretteert speelfilmdebutant Carolina Markowicz een gezin op het Braziliaanse platteland waarvan de leden niet de gangbare normen en waarden volgen. Op een dag krijgen ze een aanbod dat ze moeilijk kunnen weigeren.

Juracy (Aline Marta Maia), een medewerkster van de thuiszorg, schetst de vrouw des huizes, Irene (Maeve Jinkings), een somber beeld als het gaat om haar vader Firmino. Hij heeft een beroerte gehad, kan niet meer praten en lopen en heeft een zuurstoftank nodig om goed te kunnen ademen. Firmino ligt bijna altijd in bed, in hetzelfde kamertje als van Irene’s negenjarige zoontje Jean (Jean de Almeida Costa).

“Opknappen in deze omgeving? Weinig kans!”, zegt Juracy. “Alleen maar staren naar rottend hout, terwijl de termieten naar beneden vallen? Die ouwe, ruwe lakens die langs zijn huid schuren. Een lekkende luier. Plastic buisjes die we naar binnen schuiven.”

Juracy stelt voor om Firmino om te ruilen voor iemand die in nood verkeert. Als dank zullen ze een aardige vergoeding krijgen. Op de radio klinkt ironisch een lied: “God wil dat je lacht. God zal je helpen.”

Charcoal

Criminele onderduiker
Irene gaat naar de priester en stelt hem vragen in de trant van ‘Wil God dat iemand alleen maar lijdt en geen kans heeft om beter te worden?’ en ‘Is zo iemand niet beter af in de hemel?’ Met de cryptische antwoorden van de priester kan Irene niet veel. Ze gaat naar huis en beslist met haar man Jairo (Rômulo Braga), die in eerste instantie faliekant tegen het plan is, dat ze Firmino zullen euthanaseren, zodat ze hun nieuwe gast kunnen verwelkomen.

Die gast heet Miguel (César Bordón), een Argentijnse crimineel wiens dood in scène is gezet, en moet onderduiken totdat hij terecht kan op een eiland waar hij in veiligheid kan genieten van zijn pensioen. “Je bent toch geen pedofiel, hè?”, vraagt Jean als Miguel in zijn slaapkamer gaat zitten. “Mijn opa sliep daar. Zijn luier lekte weleens, maar je kunt het matras omdraaien.” Aangezien de afspraak is dat Miguel zich niet buitenshuis mag laten zien, verandert het leven van zowel het gezin als van de crimineel ingrijpend.

Charcoal

Dromen onthullen verborgen verlangens
Met een goede mix van professionele acteurs en authentieke dorpelingen vangt Carolina Markowicz de rustieke atmosfeer en doorleefde schoonheid van een Braziliaans gehucht, waar overdag het geknetter van kleine houtskoolfabriekjes klinkt en ’s avonds het vuur de resten van vergane glorie vernietigt. De mensen leven er teruggetrokken, maar een goede buur is beter dan een verre vriend, of toch niet? Binnen in het bescheiden huisje van Irene en Jairo laaien langzaam spanningen en conflicten op en leren we alle personages pas werkelijk kennen. Morele waarden blijken inwisselbaar, geheimen dreigen te worden onthuld.

Het trage, ongecompliceerde leven komt steeds meer onder spanning te staan. Irene, die van Jairo geen romantiek of enige andere genegenheid hoeft te verwachten, laat zich een nieuw kapsel aanmeten, doet make-up op, koopt parfum en plakt een oude foto van zichzelf als ‘Miss Weerwolf 1995’ naast Miguels bed. Ook Jairo en Jean maken dankbaar gebruik van hun nieuwe financiële mogelijkheden, met het risico te worden betrapt. En ondertussen kwijnt Miguel weg in het kamertje en wordt hij opgefokt als hij door zijn voorraadje cocaïne heen is.

 

13 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Club Zero

**
recensie Club Zero
Het is niet al goud wat blinkt

door Bert Potvliege

Met een fraai ogend eindresultaat nodigt regisseur Jessica Hausner (Little Joe) ons uit stil te staan bij de leefwereld van hedendaagse jongeren. Haar nieuwste worp Club Zero verhaalt over ontvoogding, sociaal engagement en geestelijk welzijn. Helaas vliegt ze finaal de bocht uit wanneer de vraag naar wat ze daarover te vertellen heeft, onbeantwoord blijft.

Stilistisch etaleert Hausner de nodige bravoure, want haar film getuigt van een indrukwekkende controle. Met strakke beeldkaders, die vaak de symmetrie niet schuwen, en met een uitgesproken kleurenpallet profileert ze zichzelf als zielsverwant van Wes Anderson (Asteroid City). Die nadrukkelijke verschijning van de film draagt bij aan een soepele kijkervaring waarbij er altijd wel iets te beleven valt, maar daar stopt de pret.

Club Zero

Trending
Mia Wasikowska (Alice In Wonderland) geeft met de nodige zin gestalte aan de merkwaardige Ms. Novak, kersverse leerkracht op een eliteschool, waar ze haar leerlingen onderricht in bewust eten en een gezonder voedingspatroon. Wat start als een nobele onderneming in het stimuleren van zelfontwikkeling, klimaatbewustzijn en het belang van een goede gezondheid, mondt snel uit in het meegezogen worden in de wereld van Club Zero – een ideologie waarbij aanhangers menen dat niet langer eten de weg is naar het zuiveren van jezelf.

De ongetwijfeld uitgehongerde volgelingen van Club Zero stuiten, zoals allen die er een afwijkende mening op nahouden, op onbegrip. Maar Ms. Novak licht het bloedserieus en gebald toe wanneer ze zegt dat het tijd kost om het juiste geloof op te bouwen. Ons brein houdt ons voor de gek en weigert te geloven wat waarheid is. De dieetcursus neemt snel de vorm aan van een sekte en uitgemergelde kinderen beginnen te liegen tegen hun ouders over wat ze gegeten hebben. Een verbouwereerde vader staat machteloos tegenover zijn graatmagere dochter wanneer ze meent dat eten niet noodzakelijk is en dat ze met haar wilskracht deze waarheid kan vervormen. Het schandaal breidt uit en een confrontatie tussen de directie en Ms. Novak volgt.

Onder die narratieve bovenlaag worden nog tonnen andere thema’s aangereikt, zoals identiteit, schoonheidsidealen, queer culture, welvaart. Noem een twitter trending topic en je mag er donders op zeggen dat Hausner het in haar langspeler poogt te murwen. Het probleem is dat de film, als gevolg van het oeverloos zoeken naar een evenwicht tussen dat alles, kant noch wal raakt. Wat Club Zero te vertellen heeft, zit onbeduidend verscholen in die ophoping van thematische content.

Club Zero

Verpakking
Het niet kunnen blootleggen van Hausners intentie is één ding, geen reden vinden waarom ze het zo obsessief fraai wil presenteren, is een ander paar mouwen. Het kleurenpallet, met die dubieuze paars-kanariegele combo, is meer dan een tikje te expliciet. De schier eindeloze reeks zoomshots kan danig op de zenuwen werken. De strikte acteursregie, waarbij iedereen netjes wacht tot het zijn, haar of hun beurt is een regel te declameren, is geen goed idee. Ook de muzikale ondersteuning voelt aan als een afleiding, waarbij het vormelijke haaks komt te staan op de inhoud.

In Club Zero loopt de verpakking weg met de aandacht en is de thematische verklaring voor de stilistische omkadering onduidelijk. Ondanks Hausners vruchteloze zoektocht naar een balans en een heldere vertelling zet ze haar intenties krachtdadig om in beelden, echter de stilistische bombast is vaak ondoeltreffend en bemoeilijkt het begrijpen van haar ideeën. Een aspirant de bal zien misslaan, is nog altijd boeiender dan een oude meester een onappetijtelijk en inhoudsloos werk zien maken.

 

2 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Chimera, La

***
recensie La Chimera
Schavuiten in een land van graven

door Bert Potvliege

Met haar nieuwe film La Chimera, genomineerd voor de Gouden Palm 2023, bevestigt cineaste Alice Rohrwacher dat ze met zelfzekere hand boeiende thema’s kan koppelen aan doorleefde personages, die de couleur locale van het Italiaanse platteland invullen. Zo brengt ze een parabel over het verleden en de littekens die de doden geven aan zij die achterblijven.

Een meer dan degelijke Josh O’Connor (binnenkort te zien in Challengers, de nieuwe van Luca Guadagnino) speelt de verloren ziel Arthur. Getekend door de dood van een geliefde en net vrijgelaten uit de nor, gaan we mee op wandel met hem in het verpauperde Italiaanse Riparbella van de jaren 1980. Om een duit te verdienen rooft hij samen met een groep schavuiten grafkelders, op zoek naar kostbare artefacten – kannen, kruiken, allerhande beeldjes. De kunstwereld aan wie hij verkoopt, de politie en andere rovers die hem op de hielen zitten, de drukke moderne wereld die de oude verdrijft en bovenal het verleden dat een hedendaagse pijn creëert, zijn stuk voor stuk dreigingen waarmee Arthur en zijn vrolijke bende grafrovers te maken krijgen.

La Chimera

Nabije dood
Rohrwacher, die ook het scenario neerpende, zet een mooi resultaat neer. Haar thematische besognes zijn duidelijk – hoe de nabijheid van de dood een manier van kijken naar het leven definieert, hoe de wereld van de levenden en die van de doden zich verhouden ten opzichte van elkaar. La Chimera is de laatste in een trilogie van films (naast Le meraviglie en het met de scenarioprijs in Cannes bekroonde Lazzaro felice) die zich focussen op de vraag wat een lokale gemeenschap zou moeten doen met haar verleden.

Dat ze erin slaagt die bezorgdheden te vertalen in goed vertolkte personages die intrigeren, is zonder meer knap. We voelen mee met Arthur en zijn naasten. Zo is er ook een mooie bijrol weggelegd voor de tot de verbeelding sprekende Isabella Rossellini (Blue Velvet). Ze nemen de kijker bij de hand in een verhaal dat meer blijkt te entertainen dan je aanvankelijk zou vermoeden (qua grafroversavontuur stak deze op Cannes de nieuwe Indiana Jones naar de kroon). Maar wat er bovenuit steekt in hoe dit verhaal gepresenteerd wordt, is de mate van sfeerschepping waarin de prent zich wentelt: het Italiaanse platteland getuigt hier van tonnen animo en folklore, met de groep extravagante vrienden van Arthur als voornaamste smaakmaker.

La Chimera

Kannen en kruiken
Het valt op dat alles in kannen en kruiken is zolang Rohrwacher bij haar sterktes blijft, maar soms valt de filmmaakster met enkele zondes een tikje door de mand. De stereotypering van sommige figuren is zeker een punt van discussie, want naar persiflage grijpen voor het kijkplezier draagt het risico in zich dat banalisering om de hoek loert. Het mag gerust, maar het zegt iets over Rohrwachers creatieve reikwijdte en spitsvondigheid in het uitwerken van haar verhaal. En als haar ware talent schuilt in (Italiaanse) sfeerschepping, dan gaat ze daarnaast wel de mist in wanneer het plots een genrefilm neigt te worden: de kunsthandelaar is als een eendimensionale slechterik uit een Bondfilm, of een achtervolging te voet die spanning mist en niet werkt.

De film bedient zich ook van enkele opmerkelijke spielereien, zoals een camera die om de eigen as tolt, beelden die versneld worden, een personage praat tegen de kijker, een stukje synthwave op de soundtrack dat wel heel atypisch is… Heel fijn dat er wat gespeeld wordt met dergelijke elementen, maar het maakt van de cineaste niet direct de grootste estheet of vernieuwer.

De conclusie is dat La Chimera de moeite waard is. Het eindresultaat is thematisch interessant, in het stilstaan bij de rol die het verleden speelt, en kwalitatief gepresenteerd in de zin dat personages en setting juist aanvoelen. Daarnaast is er ook nog die bruisende sfeerschepping die je onderdompelt in een wereld waarin gemijmerd wordt over het leven en de dood dicht bij elkaar. Dat alles is al heel wat en toont ons dat Rohrwacher op haar plaats zit als filmmaakster. Benieuwd naar wat ze nog meer in haar mars heeft.

 

2 april 2024

 

ALLE RECENSIES

Castigo, El

****
recensie El castigo
“Ik hou van hem maar haat dat ik zijn moeder ben”

door Cor Oliemeulen

Elke ouder weet dat je je kind af en toe wel achter het behang zou willen stoppen. Een straf ligt dan op de loer. In El castigo zet de moeder haar driftige 7-jarige zoontje af aan de rand van een bos nadat hij bijna een fataal auto-ongeluk heeft veroorzaakt. Twee minuten later is hij verdwenen en start een wanhopige zoektocht. Ondertussen ontwikkelt zich een existentialistische discussie over opvoeding, huwelijk en het verlies van vrijheid.

De Chileense regisseur Matías Bize heeft een voorkeur voor zich traag opbouwende drama’s. Zo confronteert hij in La vida de los peces (2011) twee ex-geliefden op indringende wijze met hun verleden en laat hen tijdens een feest onderzoeken of ze samen een toekomst hebben. In La memoria de agua (2015) ontrafelen een rouwende man en vrouw hun leven en hun huwelijk na de tragische dood van hun zoontje. Ook de echtelieden in El castigo (2022) ondergaan een soortgelijk lot nu hun zoontje vermist is.

El Castigo

De straf
Aanvankelijk lijkt er weinig aan de hand. Ana (Antonia Zegers) en Mateo (Néstor Cantillana), die eerder samen waren te zien in Una mujer fantástica (2017), denken dat hun zoontje Lucas juist hen wil straffen door zich in het bos te verschuilen. Eerst gaat Ana op zoek naar hem, daarna Mateo. Ze besluiten om de politie te bellen. Ana heeft weinig zin om haar impulsieve berisping op te biechten en vertelt dat Lucas moest plassen en in een ogenblik van onoplettendheid was verdwenen. De gearriveerde vrouwelijke politiesergeant (mooie rol van Catalina Saavedra, die eerder schitterde in de titelrol van La nana, 2009) wijst gevat op het remspoor van hun auto.

Mateo vertelt vervolgens wat er werkelijk is gebeurd. De politie belt voor speurhonden en ondertussen maken de ouders zich zorgen over wat de gevolgen zijn als Lucas is gevonden. Hun omgeving zal schande spreken van het leed dat ze hun zoontje hebben aangedaan en de autoriteiten zullen hen mogelijk vervolgen voor verwaarlozing of kindermishandeling. Tenminste, áls ze Lucas vinden. Het wordt langzaam koud en donker, terwijl de politiesergeant er hen fijntjes op wijst dat hier poema’s zijn gesignaleerd.

El Castigo

De bekentenis
Gesteund door het intelligente script van Coral Cruz weet Matías Bize de spanning over het wel of niet vinden van Lucas stapje voor stapje op te bouwen. Toch ontpopt El castigo zich vooral als een beklijvend drama waarin een discussie ontstaat over opvoeden, waarbij ook emoties en verwijten geleidelijk tot een kookpunt komen. Ana probeert een goede moeder te zijn, ze zegt dat haar hele leven rond Lucas draait. Door die toewijding stopte ze zelfs met haar baan van journalist. Ze vindt de zorg voor Lucas veeleisend en beangstigend. Ze noemt zichzelf consequent, terwijl het erop lijkt dat Mateo, die nog wel een baan heeft, vooral leuke activiteiten met Lucas onderneemt en veel van diens opstandige en gehaaide gedrag door de vingers ziet. “Ik werd zwanger en een modelmoeder voor jou”, snottert Ana tegen Mateo. “Was je bij me gebleven als ik niet zwanger wilde worden?”

In El castigo triggert de verdwijning van een kind dus de bekentenis van de beperkingen van het menselijke bestaan, het moederschap in het bijzonder. Wat de film nog meer bijzonder maakt, is het ontbreken van een soundtrack: we horen slechts het gepraat en geschreeuw van de protagonisten en de natuurgeluiden om hem heen. Het geheel mag dan misschien niet spectaculair in beeld zijn gebracht, maar het is een kunststukje hoe 80 minuten drama in één take en zonder montage de wanhoop invoelbaar maakt.

 

19 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Clara Sola

****
recensie Clara Sola
Een wit paard, maar ook een prins?

door Paul Rübsaam

Clara heeft een vergroeide ruggengraat en leidt aan een ontwikkelingsstoornis. Volgens haar tirannieke moeder staat ze in contact met de maagd Maria, waardoor ze anderen zou kunnen genezen van hun kwalen. Zelf voelt Clara eerder een mystieke verbondenheid met de natuur. Bovendien raakt ze als veertigjarige vrouw in de ban van opkomende erotische verlangens.

Als gevolg van haar lichamelijke handicap loopt en beweegt Clara (Wendy Chinchilla Araya) moeilijk. Haar moeder Fresia (Flor Maria Vargas Chavez) en haar bijna vijftienjarige nichtje Maria (Ana Julia Porras Espinoza) moeten haar helpen met wassen en aankleden. Clara maakt bovendien de indruk te beschikken over de verstandelijke vermogens van een kind.

Clara Sola

Handen
De Costa Ricaans-Zweedse regisseuse Nathalie Álvarez Mesén besteedt in haar film veel aandacht aan de betekenis en verschillende functies van handen. Zo zien we de hoofdpersoon in de openingsscène haar vingers liefdevol uitstrekken naar de witte merrie Yuca. Het dier staat aan de andere kant van de met paarse linten omhangen palen die Clara van haar moeder niet passeren mag. Maar het paard zal zeker naar Clara toekomen, want de twee hebben een intieme band. Je zou het dier zelfs het alter ego van de vrouw kunnen noemen. Yuca rolt bijvoorbeeld met haar witte vacht in de modder, wat Clara ook een keer doet als ze in de witte jurk is gehesen waarin ze moet verschijnen als gebedsgenezeres.

Fresia ziet haar dochter als een eeuwig kind, dat in rechtstreeks contact zou staan met de maagd Maria en daardoor bijzondere gaven heeft ontwikkeld. Op gezette tijden komen zieken en gehandicapten uit de wijde omgeving naar de gebedsruimte in het huis, om daar hún handen in devotie op te heffen naar de Maria aanroepende Clara, in de hoop verlichting van hun kwalen te ontvangen. Dat Clara zelf door een reguliere arts van haar eigen rugklachten zou kunnen worden afgeholpen, is iets waarvan de moeder niets weten wil. “God heeft haar zo gestuurd en zo blijft ze.”

Voorts zijn er de verleidelijke, golvende bewegingen van de hand van paardenverzorger Santiago (Daniel Castañeda Rincón) als hij deze uit het raam van de vrachtwagen in de wind steekt. Bewegingen die Clara later zal nabootsen. Of er is de uitgestrekte hand van Clara, als het kevertje Ofir, dat ze een keer ongemerkt van de rug van Santiago heeft geplukt, haar middelvinger beklimt alsof het een steile rotspiek is.

Verlangens en rivaliteit
Niet in de laatste plaats is de hand het instrument voor Clara’s door haar moeder ten strengste verboden handelingen. Op haar rug liggend in het dichte struikgewas van de Costa Ricaanse jungle legt ze op een gegeven moment een kluitje van gras en aarde op haar kruis. Er volgt een lichte aardbeving, alsof de beroering die Clara ervaart ook die van de Aarde is. Wanneer ze later op de televisie mensen met elkaar ziet zoenen, beroert ze opnieuw het gebied tussen haar benen, tot ergernis van haar moeder, die haar vingers voor straf insmeert met een extract van rode pepers. Maar ’s nachts kan Clara het niet laten zichzelf opnieuw te bevoelen en te bevredigen, met de pijnlijke gevolgen van dien.

Clara Sola

Clara hoopt dat haar verlangens een uitweg kunnen gaan vinden als Santiago haar met toenemende interesse begint te bejegenen. Of gaat zijn belangstelling toch meer uit naar haar nichtje Maria, wier vijftiende verjaardag, de overgang van meisje naar vrouw, traditioneel wordt gevierd? En Yuca, kan Clara zich daar nog op verlaten? Of heeft men voor het dier een andere bestemming gezocht en spreekt de geheime naam ‘Sola’ (‘Alleen’) die Clara voor zichzelf heeft bedacht toch boekdelen?

Bevrijding of blinde muur?
Clara Sola is een betoverende, maar ongemakkelijke film, die je niet snel loslaat. Dat laatste wordt mogelijk versterkt door in ieder geval de schijn van een oneffenheid in de verhaallijn. De rol die haar moeder Clara toebedeelt als gebedsgenezeres, met de daarmee gepaard gaande hardhandige onderdrukking van de seksualiteit van haar dochter, vormt letterlijk en figuurlijk een keurslijf. Clara wil zich daarvan bevrijden en zoekt heling in de natuur. Maar ook daarbij wordt gezinspeeld op haar weliswaar andersoortige, buitengewone gaven.

Is de film het verslag van Clara’s bevrijding, of wanneer je de bovennatuurlijke lagen eraf pelt toch eerder van de confrontatie van een gehandicapte vrouw met de blinde muur van haar erotische desillusies? Of die vraag een duidelijker antwoord had verdiend dan de film verschaft, kan iedere kijker het beste zelf beoordelen.

 

3 augustus 2022

 

ALLE RECENSIES

Cry Freedom

Denzel Washington anti-apartheidsactivist in Cry Freedom (1987)
Biko’s geest leeft voort 

door Cor Oliemeulen

September ’77
Port Elizabeth weather fine
It was business as usual
In police room 619
Yihla Moja, Yihla Moja
The man is dead, the man is dead

Zanger en muzikant Peter Gabriel bracht in 1980 zijn song Biko uit ter nagedachtenis aan de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsactivist Steve Biko, die op 12 september 1977 overleed aan zijn verwondingen nadat politieagenten hem na zijn arrestatie een maand eerder hadden mishandeld. De Britse regisseur Richard Attenborough maakte er de film Cry Freedom (1987) over.

Cry Freedom

Zwart bewustzijn
Even wat achtergrond. Na het bloedbad van Sharpeville in 1960, waar duizenden zwarte burgers hadden gedemonstreerd tegen de pasjeswet in Zuid-Afrika, werden het African National Congress (ANC), het Pan Africanist Congress (PAC) en de communistische partij SACP verboden. Veel activisten, zoals Nelson Mandela, belandden in de gevangenis, maar hun organisaties gingen ondergronds verder met hun strijd tegen de Apartheid en voor gelijkheid van de zwarte meerderheid. Eind jaren zestig ontstond uit een christelijke beweging The Black Consciousness Movement (BCM), geleid door de intellectueel Steve Biko.

Denzel Washington kruipt in Cry Freedom in de huid van Steve Biko. Het betekende voor de Amerikaanse acteur de eerste hoofdrol in een speelfilm, terwijl hij ten tijde van de opnamen al enorm populair was als dokter Philip Chandler in NBC’s succesvolle ziekenhuisserie St. Elswhere (1982-1988). Als de charismatische, vriendelijke, grappige, trotse en vastberaden activist Steve Biko werd hij voor een Oscar genomineerd. Tijdens de 35-jarige acteercarrière die volgde, bewees Denzel Washington zijn veelzijdigheid: van vertolkingen van andere legendarische helden in Malcolm X (1992) en The Hurricane (1999), via foute politieman in Training Day (2001) en stijlvolle wraakengel in The Equalizer (2014) tot en met zijn al even geloofwaardige toneelachtige rollen in Fences (2016) en het recente The Tragedy of Macbeth (2021) van Joel Coen.

Richard Attenborough baseerde Cry Freedom (bijna gehaal opgenomen in Zimbabwe) op twee boeken van Donald Woods. Deze witte journalist van een Zuid-Afrikaanse krant was aanvankelijk kritisch op Steve Biko, echter na een bezoek aan een township en enkele ontmoetingen met de anti-apartheidsactivist zag hij met eigen ogen het grove onrecht en raakte hij bevriend met Biko. De regisseur weet het leven van de onderdrukte zwarte meerderheid in enkele confronterende scènes krachtig neer te zetten, maar het is jammer dat niet Biko maar Woods (Kevin Kline) veruit de meeste speeltijd krijgt. Cry Freedom is, net als Attenboroughs Gandhi (1982), eerder een heiligverklaring dan het portret van een held van vlees en bloed.

Steve Biko behoorde tot een van de vele anti-apartheidsactivisten die omkwam in een Zuid-Afrikaanse cel. Het gros liet het leven door politiegeweld, hoewel de officiële verklaringen repten van zelfmoord door ophanging, uitglijden onder de douche, val van trap, et cetera. In het geval van Biko zou het zijn gegaan om een hongerstaking. De film laat er geen misverstand over bestaan dat hij door de veiligheidspolitie was mishandeld, verwaarloosd en uitgehongerd.

Klap
Biko’s arrestatie ging om een vergezochte futiliteit. We zien hem zitten in een ruimte met drie bullenbakken van witte agenten. Tijdens het draaien van deze scène liet Denzel Washington zich inspireren door zijn grote voorbeeld Sidney Poitier in diens beroemde scène uit In the Heat of the Night (1967) waarin die als de zwarte politieagent Tibbs in het racistische zuiden van Amerika een witte plantage-eigenaar terugslaat in zijn gezicht. Het was voor het eerst in de filmgeschiedenis dat een zwart persoon een wit persoon sloeg (terwijl Tibbs/Poitiers reactie niet eens in het script stond). In Cry Freedom wordt de hoofdpersoon in het gezicht gemept door een witte Zuid-Afrikaanse agent, waarna het slachtoffer opstaat en de agent op zijn beurt vol in het gezicht slaat. Aangezien Steve Biko ‘toonbaar’ voor de rechtbank moet verschijnen, blijft verdere mishandeling hem vooralsnog bespaard. De rest is geschiedenis.

Cry Freedom

You can blow out a candle
But you can’t blow out a fire
Once the flames begin to catch
The wind will blow it higher
Oh Biko, Biko, because Biko
Yihla Moja, Yihla Moja
The man is dead

“Yilha Moja” betekent: “Kom, geest!” Steve Biko is dood, maar zijn geest leeft voort.

 

Kijk hier wanneer Cry Freedom draait.

 

22 juli 2022

 

Meer Sidney Poitier & Denzel Washington

Movies that Matter 2022 – Les choses humaines

Movies that Matter Festival 2022:
Les choses humaines is genuanceerde bijdrage #MeToo

door Jochum de Graaf

Seksueel geweld en #MeToo zijn als altijd belangrijke thema’s op het Movies that Matter Festival. In de documentairethriller Sabaya volgen we vrijwilligers die Yezidi-vrouwen en –meisjes bevrijden uit IS-gevangenschap. In A157 vertellen drie pubermeisjes vanuit een Turkse vluchtelingentent hoe zij slachtoffer werden van de gruweldaden van IS. In Las Consecuencias wordt op omfloerste wijze een pijnlijke familiegeschiedenis van langdurig misbruik onthuld.  As I Want portretteert moedige vrouwen die ten prooi vielen van het grootschalig seksueel geweld tijdens de demonstraties op het Tahrirplein in Caïro in 2013. Het zijn stuk voor stuk belangrijke documentaires die gezien moeten worden, maar als document lichten we de Franse speelfilm Les choses humaines van Yvan Attal uit.

We komen terecht in de hoogste Franse kringen met het echtpaar Farel. Vader Jean (Pierre Arditi) is een alom gevierd politiek commentator met een dagelijkse tv-show. Aan het begin van de film krijgt hij zijn ontslag aangezegd en gaat zich voorbereiden op een laatste groot spraakmakend interview. Moeder Claire (mooie rol van Charlotte Gainsbourg) is een bekend essayiste, uitgesproken feministe die op de radio fel in debat gaat over een vermeende verkrachtingszaak door een immigrant. Beiden houden er zoals dat in die kringen betaamt met stilzwijgend wederzijds goedvinden buitenhuwelijkse affaires op na. Jean Farel heeft met een veel jongere maîtresse die vrij snel in verwachting raakt ook fysiek nogal wat weg van Dominique Strauss-Kahn (de destijds in opspraak geraakte IMF-topman); Claire heeft een verhouding met Adam Wizman (Mathieu Kassovitz) die gescheiden van zijn orthodox Joodse vrouw leeft.

Les choses humaines

Verkrachting?
Dit voor de haute bourgeoisie tamelijk gewone leven wordt wreed verstoord wanneer modelzoon Alexandre Farel (Ben Attal) opgepakt wordt vanwege een aanklacht voor verkrachting, door Mila Wizman (aanstormend talent Suzanne Jouannet), dochter van Adam, de geliefde van zijn moeder. Alexandre, even over uit het prestigieuze Stanford waar hij studeert, heeft Mila meegevraagd naar een party, een soort reünie van het Franse elite-instituut bij uitstek ENA. De tamelijk blasé jonge mannen organiseren een challenge: alle jongens moeten een meisje versieren en als bewijs een gebruikt slipje tonen.

Het komt vast te staan dat Alexandre en Mila samen wat drinken, op een bankje zitten en in een schuurtje verdwijnen. Er hebben zich seksuele handelingen voorgedaan, maar was dat met wederzijdse instemming, of was er sprake van dwang?

Wisselende perspectieven
De feiten, meningen en gebeurtenissen worden verteld vanuit telkens wisselende perspectieven – in een deel ‘Lui’ van Alexandre en een deel ‘Elle’ vanuit Mila – en verschuiven ook nog eens in de tijd. Je wordt telkens op het verkeerde been gezet, wie moet je nu geloven? Alexandre die de schijn tegen heeft omdat hij in een eerdere verhouding intimiderende een gewelddadige appjes stuurde en een kort verhaal over een verkrachting schreef, of Mila die een labiele indruk maakt, in eerste instantie een onvolledige getuigenverklaring aflegt en niet hard kan maken dat zij zich luid en duidelijk verzet heeft tegen zijn avances.

Les choses humaines

En dan speelt in beide gevallen mee dat de ouders zich ernstig zorgen maken over hun reputatie. De moeder van Mila vraagt zich af of zij na deze affaire nog wel huwbaar is, voor de Farels staat hun status als Franse ‘media celebrities’ op het spel. En zoals te verwachten, komt de relatie tussen Claire en Adam ernstig onder druk te staan en loopt op de klippen. De positie van Claire is het meest interessant: als radicaal feministe staat ze van nature aan de kant van verkrachte vrouwen als Mila, als moeder heeft ze tegelijkertijd vol vertrouwen in haar zoon.

Les chose humaines ontwikkelt zich tot een intrigerend rechtbankdrama waar een ingenieus spel met de oordelen en verwachtingen van de kijker wordt gespeeld. Twee mensen die eenzelfde gebeurtenis compleet verschillend interpreteren, dader en slachtoffer, schuld en boete, wat is waar en niet waar, en een argumentatie tot steeds weer een nieuw gezichtspunt oplevert. De film levert een uiterst genuanceerde en welkome bijdrage aan de het nog voortdurende debat over #MeToo.

Lees hier waar deze film nog is te zien.

 

12 april 2022

 

Movies that Matter Festival 2022 – Openingsfilm Navalny
Movies that Matter Festival 2022 – Activisten
Movies that Matter Festival 2022 – Judas and the Black Messiah
Movies that Matter Festival 2022 – Sovjet- en post-Sovjetfilms
Movies that Matter Festival 2022 – Het Grote Verzwijgen

 

MEER FILMFESTIVAL

C’mon C’mon

***
recensie C’mon C’mon
Kind en volwassene zijn volstrekt gelijkwaardig

door Cor Oliemeulen

Radiojournalist Johnny (Joaquin Phoenix) bezoekt kinderen in Amerikaanse steden en vraagt hen hoe zij over de toekomst en de wereld denken. “Ik had niet gedacht dat ik zo bang zou zijn voor de toekomst, maar nu ik erover begin na te denken, kan ik me niet voorstellen dat dieren uitsterven, vervuiling, dat de aarde in feite sterft.”

C’mon C’mon van Mike Mills is minder droefgeestig dan het soms lijkt, want de film is vooral een eerbetoon aan de relatie tussen volwassenen en kinderen. Voor zover er sprake is van een heus plot gaat die over een man van middelbare leeftijd die voor het eerst voor een kind moet zorgen tegen de achtergrond van de onbestemde uitdagingen van deze tijd.

C'mon C'mon

Inspiratie genoeg
Na zijn film Beginners (2010), waarin Mills zich liet inspireren door zijn terminale vader die uit de kast komt, en 20th Century Woman, waarin hij zich liet inspireren door zijn hippiemoeder die worstelt met de opvoeding van haar zoon, modelleerde de Amerikaanse filmmaker in C’mon C’mon de negenjarige jongen Jesse (Woody Norman) naar zijn eigen zoontje. Mills’ script maakt dankbaar gebruik van het filmdrama Alice in den Städten (1974) van Wim Wenders waarin een (Duitse) journalist zich voor een tijd ontfermt over een negenjarig meisje.

Net als die film is C’mon C’mon geschoten in stemming zwart-wit en gaat de reis van volwassene en kind door een aantal grote steden, in dit geval Detroit, Los Angeles, New York en New Orleans (om wat clichématig samen te belanden in een Mardi Gras-parade). Maar voor het zover is, dient Jesse’s moeder Viv (Gaby Hoffmann) wel in te stemmen met het feit dat de onervaren opvoeder, Johnny, zich over haar zoontje ontfermt en hem meeneemt op zijn reis door Amerika.

C'mon C'mon

Nieuwe werkelijkheid
Hun moeder is een jaar geleden overleden en uit flashbacks leren we dat de zorg en het contact de laatste tijd moeizaam waren. Momenteel kan Viv niet goed voor Jesse zorgen, omdat zijn vader kampt met ernstige psychische problemen en het de bedoeling is dat hij wordt opgenomen. Aanvankelijk zou Johnny slechts enkele dagen voor zijn neefje zorgen, maar vanwege de omstandigheden doet Viv voor langere tijd beroep op haar broer. Hun contacten gaan via telefoonsessies waarin Johnny opvoedkundige tips krijgt en broer en zus over hun gevoelens spreken.

Natuurlijk mist Jesse zijn moeder en moet hij, net als Johnny, erg wennen aan de nieuwe werkelijkheid, maar Jesse’s interesse voor Johnny’s opnameapparatuur brengt hun relatie in een stroomversnelling. Jesse is opstandig, verward, verveeld en soms brutaal. Hij maakt zich zorgen om zijn vader en moet wennen aan een nieuwe vaderfiguur. Johnny behandelt Jesse hetzelfde als de kinderen die hij interviewt: kind en volwassene zijn volstrekt gelijkwaardig. In het geval van Jesse is dat niet heel moeilijk, want het jochie is erg pienter en verbaal uitstekend onderlegd voor zijn leeftijd. Terwijl Johnny in een audiodagboek zijn avontuur met Jesse als een soort van zelfonderzoek bijhoudt, lijkt Jesse zijn hart steeds meer open te stellen voor zijn oom. Hun dialogen en omgangsvormen laveren tussen rauw en intiem.

C’mon C’mon is met veel liefde gemaakt en kent zijn sterkere en saaiere momenten. Het bijna documentaire-achtig drama gaat expliciet over relaties en impliciet over de verwachtingen over de toekomst. De keuze voor de filmtitel is een raadsel, of het moet de wens zijn om zo nu en dan het tempo wat op te schroeven.

 

30 maart 2022

 

ALLE RECENSIES

Card Counter, The

***
recensie The Card Counter
Boontje komt om zijn loontje

door Cor Oliemeulen

Een mysterieuze man slijt zijn dagen in het casino. Hij is bedreven in kaartspellen, maar wordt gekweld door nachtmerries waarin mensen worden gemarteld. Als hij kennismaakt met een jongeman wil hij deze behoeden voor fouten die hijzelf beging. Wie houdt van feelgood kan misschien beter geen films van Paul Schrader kijken.

Als vertegenwoordiger van de nieuwe generatie filmmakers die vanaf begin jaren zeventig symbool stonden voor New Hollywood (de zogenaamde movie brats) is de Amerikaanse regisseur en scenarist Paul Schrader veel minder bekend dan Steven Spielberg, Francis Ford Coppola en Martin Scorsese. Natuurlijk oogstte Paul Schrader veel lof en faam voor het schrijven van Scorsese’s Taxi Driver (1976), maar de gemiddelde filmliefhebber zal niet snel een aantal films kunnen noemen die hij regisseerde.

The Card Counter

Einzelgänger
Desalniettemin is vooral het begin van Schraders oeuvre – met films als Blue Collar (1978), Hardcore (1979), American Gigolo (1980) en Cat People (1982) – indrukwekkend. Maar de laatste decennia vallen er bar weinig hoogtepunten te ontdekken, uitgezonderd bijvoorbeeld First Reformed (2017), waarin een priester zijn geloof in God en de mensheid verliest (sterk geïnspireerd door Winter Light (1963) van Ingmar Bergman en Journal d’un curé de campagne (1951) van Robert Bresson) en zich in de finale uitrust met een bomgordel teneinde zichzelf en de hypocriete kerkgangers tijdens een dienst op te blazen.

Het zijn dus geen alledaagse verhalen die Paul Schrader zijn publiek vertelt. Je kunt het hem nauwelijks kwalijk nemen dat er bij zijn hoofdpersonages altijd wel een steekje loszit. Als jochie in Michigan opgevoed door streng-calvinistische ouders zag hij pas op zijn achttiende voor het eerst een film, The Nutty Professor (1963) met Jerry Lewis. Maar dat soort komedies vond hij flauw en hadden volgens Schrader niets te maken met de menselijke ziel. Liever ging hij zelf films schrijven met karakters die zich bewust of onbewust moederziel alleen bewegen in de schaduwzijde van de samenleving én een daad willen stellen, met als doel verlossing.

Martelpraktijken
The Card Counter
(2021) past naadloos in dat stramien. Ditmaal introduceert Paul Schrader een wat zwijgzame man die zich William Tell noemt. Oscar Isaac (Inside Llewyn Davis, 2013) is geloofwaardig als notoir casinobezoeker die zijn demonen op afstand probeert te houden. Na ruim acht jaar gevangenschap, waarin hij zich danig heeft bedreven in het tellen van speelkaarten en kansberekeningen, wordt hij nog steeds gekweld door nachtmerries. Niet vreemd als je getuige bent van misstanden in geheime kelders waarin van terreur verdachte islamieten worden vernederd en gefolterd (denk aan Abu Ghraib in Irak).

The Card Counter

Vanaf het moment dat duidelijk is dat ook onze William Tell meedeed aan deze mensonterende praktijken wordt het voor de kijker beduidend moeilijker zich met dit op het oog sympathieke hoofdpersonage te identificeren. Of moeten we Tell misschien ook beschouwen als slachtoffer? De man lijkt veel spijt en schaamte te hebben. Destijds was hij ‘slechts’ een jonge soldaat die zich had laten hersenspoelen door zijn omgeving, in het bijzonder majoor Gordo (Willem Dafoe), die de groentjes klaarblijkelijk geen andere keus liet.

Wraak
Op een dag wordt Tell in een casino benaderd door Cirk (Ready Player One, 2018) wiens vader ook moest deelnemen aan het vernederen en martelen van gevangenen, echter die pleegde zelfmoord. Cirk wil nu wraak nemen op Gordo, ook omdat die net als andere hooggeplaatste officieren niet werd veroordeeld. Hoewel Tell er alles aan doet om de zoon van zijn oud-collega te behoeden voor stommiteiten en hem een kansrijke toekomst zonder ellende wil aanbieden, ligt het voor schrijver/regisseur Paul Schrader ook ditmaal voor de hand om zijn verhaal te laten uitmonden in een bloedbad (weliswaar buiten beeld).

Het ongemak bij het kijken van The Card Counter heeft alles te maken met het mishandelen van mensen (wetende dat in de gemiddelde thriller mensen bij bosjes worden doodgemaakt), maar de flarden van vernedering en foltering zijn kennelijk nodig om je beter te kunnen inleven. Ook het eind vorig jaar verschenen The Mauritanian – over de ten onrechte langdurig opgesloten en gemartelde Mohamedou Ould Slahi (die zijn getuigenissen optekende in een bestseller) in Guantánamo Bay – is geen pretje om naar te kijken. We wachten op een film over de Oeigoeren…

 

5 februari 2022

 

ALLE RECENSIES