Nymphomaniac II

**

recensie  Nymph()maniac: Volume II

Scandinavische slaplullen

door Alfred Bos

Slotdeel van Lars von Triers tweeluik over een seksverslaafde vrouw, waarin de beloofde porno (goeddeels) uitblijft en er met veel vertoon een anticlimax wordt opgediend.

Na nogmaals 120 minuten met Lars von Triers bespiegelingen over vrouwelijke seksualiteit te hebben uitgezeten, is het duidelijk: Nymph()maniac  aat helemaal niet over seks; het is ook geen arthouse porno. In zijn monsterproductie – opgeknipt in twee delen van twee uur elk – worstelt de Deense regisseur, net als zijn Italiaanse tegenhanger Paolo Sorrentino in diens herfsthit La Grande Bellezza, met de leegte van het bestaan. Die wordt in dit tweeluik verbeeld door het vrouwelijke geslachtsdeel. Het is de horror vacui die moet worden gevuld.

Recensie Nymphomaniac II

Nadat de jeugdige Joe (Stacy Martin) in de vijf hoofdstukken van het eerste deel haar seksualiteit ontdekte en schaamteloos ontwikkelde, loopt in het vervolg de volwassen Joe (Charlotte Gainsbourg) tegen problemen aan. Nymph()maniac: Volume II telt drie hoofdstukken en dat is geen toeval, want Joe werd op haar vijftiende ontmaagd met drie stoten van voren en vijf van achteren. De formele aanpak typeert het cerebrale karakter van de film, dat eerder een soort beeldessay is dan het artistiek verantwoorde equivalent van wat ooit besmuikt films-voor-volwassenen werd genoemd.

Scandinavische ‘mannen’
In de christelijke wereld staat seks gelijk aan schuld, maar anders dan de levensgenietende hoofdpersoon van Sorrentino’s in katholicisme gedrenkte overpeinzing betoont Von Trier zich de politiek correcte representant van de Noord-Europese protestante cultuur. Waar Sorrentino zijn nihilisme omzwachtelt met schoonheid, blijkt Von Trier een cynische Machiavelli-adept, die gespeelde empathie inzet om kwetsbare zielen te manipuleren. Daarnaast poneert hij een provocerende kromredenering waarin pedofielen als tragische helden worden afgeschilderd. En jakkes, wat zijn Scandinavische mannen toch onmogelijke slaplullen, want Joe’s gesprekspartner, de maagdelijke intellectueel Seligman, probeert zich aan een slapende Joe te vergrijpen. Ja, dan durft-ie wel.

Nymph()maniac is een gewichtig opgediend staaltje zelfhaat, waarin alle mannen of laf of dom of onbetrouwbaar of elke deelcombinatie daarvan zijn, om te worden ontmaskerd door de animus (het mannelijke in de vrouw) van Joe. Het culmineert in een slotscène waarin Joe het pistool, fallussymbool par excellence, ter hand neemt en na een pleitrede van zo’n vier uur het vonnis voltrekt. Op de symbolische castratie volgt een zwart scherm, hetzelfde lege scherm waarmee deel één opende. Het is een in zijn voorspelbaarheid geeuw verwekkende anticlimax.

Artistiekerig voyeurisme
Dat alles zou, los van het te lullige slot, best boeiend kunnen zijn, ware het niet dat Von Triers nadruk op analyse en erudiet commentaar ten koste gaat van het verhaal; de regisseur houdt angstig afstand tot het onderwerp en blijft de toekijkende buitenstaander. Scènes worden niet gespeeld, maar verteld door de voice-over van Joe, ondersteund door beelden die de vertelling illustreren. Nymph()maniac is derhalve, nu pun intended, eerder een strip dan een film. Structuur, verteltechniek en het strak volgehouden formalisme staan haaks op de nerveuze cameravoering, die kunstzinnigheid suggereert maar dikwijls onbeholpen overkomt.

Recensie Nymphomaniac II

Nymph()maniac is ingesnoerd in het korset van een raamvertelling en staat in dat opzicht haaks op Von Triers vorige film, het neurotisch-chaotische Melancholia (2011), dat merkwaardige parallellen vertoont met Terrence Malicks superieure The Tree of Life (eveneens uit 2011). Maar ook dit werkstuk blijkt doodgeboren: het concept overtreft de uitwerking. Voor het beste moment moeten we wachten tot de aftiteling, die voorbij rolt terwijl Charlotte Gainsbourg het lied Hey Joe (met gun in haar hand) al kreunzingend deconstrueert. Je moet het Von Trier nageven, hij weet zijn artistiekerige voyeurisme op de valreep te rechtvaardigen.

 

7 januari 2014

 

MEER RECENSIES