Festen

*****
recensie Festen
Klinken op een moordenaar

door Bert Potvliege

In 2025 is het dertig jaar geleden dat enkele Deense regisseurs het Dogma 95-manifest ondertekenden, een verzameling regels die hun filmmaken moest terugsturen naar de wortels van storytelling. Die beginselverklaring mag misschien een spelletje zijn geweest, de exploten van die beweging leverden wel enkele parels op. Zo brak in 1998 de ondertussen wereldwijd gevierde cineast Thomas Vinterberg door met het bijzondere Festen. We schrijven vele jaren later en die film staat nog steeds als een huis.

De sensationalisering van mainstreamcinema zette Vinterberg en consoorten aan tot het formuleren van die enkele geboden, die tegen het ‘aankleden’ van een film waren: geen make-up, geen muziek, geen extra belichting, geen geconstrueerde sets, geen rekwisieten – het ging allemaal overboord. Bij Festen liep de cameraman rond met een klein digitaal toestel in de handen en kon hij vrijelijk bewegen in het drama dat zich afspeelde op locatie.

Festen

Gouden dogma
Dat het manifest vooral een stoeierige oefening was en geen ideologische koerscorrectie die cinema ingrijpend veranderde, is duidelijk aan het traject dat deze regisseurs sinds die befaamde intentieverklaring hebben afgelegd. Vinterberg en die andere bekende Dogma-95-cineast Lars von Trier (Dancer in the Dark, The Idiots) zijn weg geëvolueerd van die strikte regels en hebben elk op hun eigen manier dure en pompeuze cinema gemaakt, met films zoals Kursk en Melancholia. Hun ideologie bleek niet onwrikbaar voor de tand des tijds. Dat hoefde ook niet.

Vinterberg meende aanvankelijk dat hij gefaald had met Festen, met dat merkwaardig evenwicht tussen onuitsprekelijk drama in de taboesfeer en fenomenale humor van de gortdroge soort. Dat zijn film tegen de verwachtingen in genomineerd werd voor een Gouden Palm in Cannes deed de regisseur plots inzien dat hij goud in handen had. De film werd een groot succes en maakt ondertussen deel uit van de canon van de Europese cinema.

Het grote ongemak
Door de Dogma 95-films te ontdoen van alle versiersels wou men een grotere nadruk leggen op de narratieve laag: het waren het verhaal en de personages die het publiek moesten engageren. Je kan dat gerust omschrijven als een streven om film te herleiden tot zijn verhalende essentie, als je ervan overtuigd bent dat verhaal en personages de kern zouden zijn van cinema. Wij menen van niet. Het medium film overlapt evenzeer met de narratieve kwaliteiten van literatuur als met de ritmische dimensie van muziek – betekenis en ervaring zijn van een even groot belang.

De intentie van de Denen mist ook doel, want door dat franjeloos voorkomen zijn de vormelijke aspecten van hun werk juist aandachttrekkend. De Dogma-films zijn bekend net omdat het Dogma-films zijn. De waarde en impact van hun stellingen bleek uiteindelijk eerder beperkt en velen zouden uit het oog verliezen waarom Festen zo’n succes was. Het was een triomf die geen gevolg was van de bevlogen vormelijke restricties, maar wel vanwege het uitstekende verhaal dat gepresenteerd wordt op een hilarisch nonsensicale maar tegelijkertijd uitgekiende verteltoon.

Patriarch Helge (Henning Moritzen) viert zijn zestigste verjaardag in het familiehotel. Zijn vrouw, zijn zoons Christian (Ulrich Thomson) en Michael (Thomas Bo Larsen), dochter Helene (Paprika Steen) en tal van genodigden verzamelen zich in het statige landhuis voor het grote familiefeest. Het hete hangijzer is dat dochter Linda recent zelfmoord pleegde. Tijdens het diner zal Christian tot ontsteltenis van iedereen een speech brengen waarin hij zijn vader beschuldigt van incestueuze verkrachting vele jaren terug, wat een aanleiding geweest zou zijn voor de zelfdoding van zijn zus. Het plan om zijn vader op deze manier ten val te brengen blijkt aanvankelijk onsuccesvol, maar Christian geeft niet snel op. Het feest verzandt stelselmatig in een chaos, terwijl de genodigden steeds moeilijker het duister verleden van Helge kunnen negeren.

Vechten voor een lach
Je mag Festen gerust klasseren als een hoogtepunt in de rijke geschiedenis van de tragikomedie (van Charlie Chaplin tot Wes Anderson), waarbij weemoedige en donkere thema’s gekoppeld worden aan een humoristische insteek. Vinterbergs film is een formidabel genrevoorbeeld, een ontzettend delicaat onderwerp gebracht met niet aflatende en groteske humor. Gezien het onderwerp lijkt die komische benadering ongepast, maar de onfatsoenlijke aard van de humor maakt de film net doeltreffender. Vinterberg vond die komedie de grootste uitdaging, maar ook vitaal voor de film die hij voor ogen had. Hij heeft moeten vechten voor de grappen, niet in het minst tegen de acteurs die wegens het precaire onderwerp vaak dwarslagen. Blij dat hij het pleit gewonnen heeft, want wij hebben een film lang politiek incorrect liggen bulderlachen.

De absurditeit van deze situatie, waarbij donkere familiegeheimen blootgelegd worden in een sociaal onwennige setting, geeft een immense hoeveelheid zuurstof aan de vertelling. Dat de film met de nodige gewaagdheid thema’s als incest en racisme naar voren schuift, creëert een ongemak dat ontzettend prikkelend is. De kijker wordt naar het scherm gezogen want we willen zien hoe Christian dit aanpakt, we willen weten hoe Helge gaat reageren en we wachten met plezier de ongetwijfeld bruuske uitbarsting van broer Michael af.

Festen

Disfunctionele families
Een kijker beseft snel dat er een meer dan een kink in de kabel zit bij deze familie, maar dan trek je plots grote ogen wanneer je onder ogen komt dat de dynamiek tussen de kinderen en ouders bij vlagen iets te herkenbaar lijkt. Dat zus Helene nog geen tien minuten na de beschuldigende speech haar broer Michael voor vuile nazi staat uit te maken op de parking, omdat hij haar zwarte vriend wandelen stuurt, is als een overtreffende trap in deze familiale vechtscheiding. Het racistische lied dat de hele familie zingt, is de schaamte voorbij. De voortdurend borreltjes drinkende kok is ook een giller.

Maar Michael spant de kroon. Gezegend met een korte lont en een ongezonde zelfrechtvaardiging, is broerlief een hilarische mislukkeling. Wanneer hij zijn schoenen niet vindt in de koffers, scheldt hij zijn zongebruinde vrouw de huid vol omdat ze die vergat mee te doen (“Zal ik jou eens wat vertellen?!”). Het is een koppel dat teert op bitsige ruzies, want het dispuut zet hen vrijwel direct aan tot goedmaakseks. Na de ongetwijfeld liefdevolle beurt glijdt Michael uit in de douche, waarna hij ogenblikkelijk zijn vrouw terug begint uit te kafferen – het is als een automatisme waarin hij verglijdt – omdat ze de zeep op de grond zou laten liggen hebben.

Disfunctionele families zijn allesbehalve grappig in de werkelijkheid, maar in de bioscoop kan je er al eens mee op de loop gaan. Vinterberg slaat een prachtig evenwicht tussen het donkere en het entertainende. Festen was zodanig impactvol dat hij er een loopbaan lang op kon teren.

 

3 juni 2025

 

ALLE RECENSIES

Quisling – The Final Days

****
recensie Quisling – The Final Days
Erik Poppe’s nieuwe drama over de Noorse geschiedenis

door Jochum de Graaf

De meeste Tweede Wereldoorlog-films gaan over helden, bevrijders, verzetsstrijders en slachtoffers. Met The Zone of Interest, Führer und Verführten en Riefenstahl lijkt er zich, rond tachtig jaar herdenking van de WOII, een verschuiving naar films over daders af te tekenen. Quisling – The Final Days is een nieuw hoogtepunt in deze trend. Erik Poppe maakte dit indrukwekkende biografische drama over de Noorse fascist en premier van 1942-1945, de man die synoniem werd met verraad en collaboratie.

Er zijn maar weinig mensen wiens naam een soortnaam geworden is. Vidkun Quisling, leider van de Nasjonal Samling, de Noorse nazipartij, probeerde al direct na de Duitse inval in Noorwegen door middel van een coup aan de macht te komen, maar  Hitler benoemde in eerste instantie net als in Nederland een Reichskommissar. Pas twee jaar later werd Quisling, onder strenge controle van de Duitse bezetter, benoemd tot minister-president en installeerde een marionettenregime dat verantwoordelijk was voor de Jodenvervolging en onderdrukking van het Noorse verzet. De naam ‘quisling’ werd in veel talen, waaronder het Nederlands, synoniem voor de absolute collaborateur en verrader.

Quisling – The Final Days

Dagboek van een pastor
Quisling – The Final Days begint met de overgave 9 mei 1945 van Vidkun Quisling en de overbrenging naar het hoofdbureau van politie in Oslo. Het proces tegen hem begon augustus datzelfde jaar en leidde tot het doodvonnis; de executie werd in oktober voltrokken.

De laatste maanden van zijn leven in een krap bemeten cel kreeg Quisling vanuit de evangelisch-lutherse Kerk van Noorwegen bijstand toegewezen door pastor Peder Olsen. Olsens dagboek, dat volgens de kerkregels vertrouwelijk had moeten blijven, werd in 2015 gevonden door diens kleinzoon en is nu het uitgangspunt van de indrukwekkende verfilming van Quislings laatste dagen door regisseur Erik Poppe.

Poppe zoomt in op de gecompliceerde persoonlijkheid van Quisling. Begin jaren twintig was hij als lid van een hulpmissie van de Volkerenbond, voorganger van de VN, assistent van de beroemde ontdekkingsreiziger Fridtjof Nansen, in het kader van een hongersnood in de Wolga-regio. Daar werd de kiem gelegd voor zijn grote afkeer van het bolsjewisme, en zeker na de Stalinterreur in de jaren dertig zag hij vervolgens in het fascisme van Hitler de enige macht die dat zou kunnen stoppen.

Vergeving vragen?
Hoofdrolspeler Gard B. Eidsvold, zelf kind van Noorse verzetsstrijders, zet sterk inlevend de man neer die het ene moment grote woede-uitbarstingen heeft en het andere moment kalm, rationeel en met overtuiging zijn onschuld wil aantonen. Hij heeft wel enige deemoed met zijn slachtoffers maar wordt anderzijds gehinderd door een enorm messiascomplex.

Quisling beweert in de rechtszaal dat als er iemand is die weet hoeveel de Joden geleden hebben, hij dat is. In Oekraïne heeft hij de lijken opeengestapeld tot manshoogte gezien. Hij had geen weet dat zijn medewerking aan het op transport stellen van een groep Joden naar Polen neerkwam op deportatie en een wisse dood in de concentratiekampen. Hij heeft altijd het belang van het Noorse volk voor ogen gehad. Zijn advocaat beveelt hem aan zich psychisch te laten onderzoeken, maar hij wil daar niets van weten. Hij is zich niet van enig kwaad bewust.

Tegenspeler Anders Danielsen Lie (The Worst Person in the World), in de rol van predikant Peder Olsen, is daarentegen een man van twijfel, over zijn roeping als pastor, over zijn geloofsovertuiging, zijn eigen positie en daden tijdens de bezetting.

Allengs ontstaat een soort vertrouwensband tussen beide mannen. Hun gesprekken gaan niet zozeer over goed en kwaad, maar spitsen zich toe op spijt, vergiffenis, boetedoening. Peder Olsen houdt Quisling de Bijbelse gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar uit het Nieuwe Testament voor. Essentie van deze parabel is dat wie nederig is, vergeving van God krijgt.

Quisling bijt Olsen toe: ‘Ik ben zeker de hautaine farizeeër, die er slecht vanaf komt.’ Olsens bekentenis dat hij zich geplaagd voelt door wroeging omdat hij de arrestatie van een ouder Joods echtpaar dat bij hem en zijn vrouw ondergedoken zat niet heeft weten te verhinderen, doet hem uitroepen dat hij misschien zelf de farizeeër is. Het brengt Quisling, telg uit een predikantenmilieu en erudiet Bijbelkenner, al is het voor even, aan het twijfelen. Zal hij boete doen en vergeving voor zijn zonden vragen?

Quisling – The Final Days

De echtgenotes
Het scenario schakelt fascinerend tussen de gevangenis, de rechtszaal, Olsens huis en dat van Quislings Oekraïense vrouw Maria (Lisa Carlehed). Het maakt dat je, ondanks de bekendheid met de afloop, geboeid blijft kijken. Dat Olsen in eerste aanleg in Quislings onschuld ten aanzien van de Jodenvervolging gelooft, levert hem thuis problemen met zijn  vrouw Heidi op. Net als een groot deel van het Noorse volk minacht ze Quisling. Ze gelooft dat hij wist wat hij deed en wil dat hij op zijn knieën om vergeving smeekt voordat hij wordt neergeschoten. Hoewel ze aanvankelijk uiterst kritisch is op de meegaande taakopvatting van haar man, betuigt ze hem uiteindelijk haar steun.

Maria Quisling daarentegen moedigt de donkerste opvattingen en het verwrongen wereldbeeld van haar man aan en raadt hem aan nooit zijn fouten toe te geven of zijn overtuigingen op te geven. Het geeft de tegenstelling tussen Quisling en Olsen een imposant reliëf. Begrip is niet het juiste woord, maar een voorstelling hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen, komt toch zeer dichtbij.

Met The King’s Choice (2016) over de oude Noorse koning Haakon VII die zich manhaftig verzet tegen de nazi’s en met Utøya: July 22, (2018) over de massamoord van neonazi Anders Breivik op 69 sociaaldemocratische jongeren verfilmde regisseur Erik Poppe al eerder de meest dramatische gebeurtenissen uit de Noorse geschiedenis. Met Quisling – The Final Days  voegt hij daar een nieuw magistraal hoofdstuk aan toe.

 

1 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

A New Kind of Wilderness

***
recensie A New Kind of Wilderness
Laten we in de zon blijven tot hij ondergaat

door Cor Oliemeulen

In films, documentaires en tv-programma’s zie je steeds vaker hoe mensen zich terugtrekken uit de drukke, gehaaste en materialistische maatschappij om in de natuur een nieuw leven te beginnen. A New Kind of Wilderness toont een mooi voorbeeld van zo’n eenvoudig leven, maar laat ook zien hoe idealen vervagen door onvermijdelijke aanpassingen aan het moderne leven.

“Laten we buiten gaan wandelen. Midden in het gebied van kabbelend water. En vogels die barsten van enthousiasme. Met zicht op de kale grond, de eerste lentebloemen en vlinders. Laten we in de zon blijven tot hij ondergaat.”

A New Kind of Wilderness

Verstoken van luxe
Het zijn de laatste woorden van Maria in A New Kind of Wilderness van de Noorse filmmaakster Silje Evensmo Jacobsen dat werd gekozen tot beste documentaire op het afgelopen Sundance Film Festival. Maria is een Noorse fotograaf die samen met haar partner, de Engelsman Nik, besluit om het hectische leven van de grote stad achter zich te laten, zich terug te trekken in de natuur en daar verstoken van luxe grotendeels zelfvoorzienend te worden.

Ze kopen een oude boerderij, knappen die op en gaan zelf hun groenten verbouwen. Ze krijgen vier kinderen, die ze tweetalig opvoeden en zelf lesgeven, en genieten samen met hun kroost van het leven in de overweldigende Noorse natuur. Een tragedie verstoort hun dromen en dwingt hen om langzaam contact met de buitenwereld te krijgen.

Gevangenis
De camera van Silje Evensmo Jacobsen (bekend van haar tv-serie over de Noorse atletiekfamilie Ingebrigsten) registreert zowel het leven in de wildernis waar de kinderen spelen in het bos, bomen knuffelen of houtsnijden, als binnen in de boerderij waar de twee meisjes en twee jongens het geweldig naar hun zin lijken te hebben, ook als ze les krijgen van hun ouders. Ze hebben nog nooit televisie gekeken en hebben dan ook niet het gevoel dat ze iets missen als ze op hun verjaardag bijvoorbeeld een door pa vervaardigde houten lepel cadeau krijgen.

A New Kind of Wilderness

Maar de Noorse wet gebiedt dat ingezetenen op een bepaalde leeftijd naar school moeten. Als Nik zijn oudste dochter Ronja met zijn auto naar school brengt, vraagt zij zich af waarom ze per se naar die “gevangenis” moet. En als de nieuwe omstandigheden daar om vragen, moet Nik een deal maken met de autoriteiten en moeten ook de jongere kinderen voortaan naar school; drie dagen, de rest mag thuis. Ze kunnen ook maar beter hun messen thuislaten om geen problemen met andere leerlingen te krijgen.

Onbestemde hoop
Naast de beelden van de wonderschone Noorse natuur en de louter observerende filmcamera geeft A New Kind of Wilderness ook door de montage van filmpjes en foto’s met teksten van Maria een prachtig beeld van twee vrije geesten en de naar hun idealen opgevoede kinderen. Totdat langzaam pijnlijk duidelijk wordt dat een geïsoleerd leven in deze tijd nauwelijks of niet is vol te houden. Want geef een kind een laptop en voordat je het weet, speelt het spelletjes en zijn ook de andere kinderen er niet meer bij weg te slaan.

De maatschappij wil dat iedereen zich moet ontwikkelen en het liefst ook leert omgaan met andere mensen. En dus moet in deze met liefde gemaakte documentaire over idealen, rouw en verdriet ook een ouder leren om het oude leven los te laten.

 

27 augustus 2024

 

ALLE RECENSIES

The Dead Don’t Hurt

***
recensie The Dead Don’t Hurt
Haar vrouwtje staan

door Bert Potvliege

Wereldberoemd acteur Viggo Mortensen (The Lord of the Rings) ontpopt zich tot een uitstekend regisseur. Met de western The Dead Don’t Hurt is hij nog maar aan zijn tweede langspeler toe, maar het resultaat toont een zelfverzekerde filmmaker. Het is een atypische western die het conventionele archetype van de vrouw omkeert. Mortensen doet dit door emancipatie voorop te plaatsen en vergevingsgezindheid te positioneren als een kracht.

Het is een nobele kunst om met de openingsbeelden van een film een toon te bepalen, wat exact is wat de drie eerste beelden van The Dead Don’t Hurt bereiken. Het zijn breedbeelden die spreken over de visuele aantrekkingskracht van de western, met die kenmerkende panorama’s van de Western Frontier. Het zijn tevens beelden die een rust vooropstellen, doordat ze in alle sereniteit ontvouwen en soms iets langer aanhouden dan nodig, hoewel ze de vertelling meer intrige geven. Maar het zijn ook beelden uit drie verschillende scènes, die in hun combinatie op poëtische wijze droom, afscheid en geweld prediken.

The Dead Don’t Hurt

Frontier Femininity
Het blijkt een uitstekende start om het verhaal van Vivienne (Vicky Krieps) te vertellen. In het Amerika van 1860 leert ze Olsen (Viggo Mortensen) kennen. Zij een vrijgevochten vrouw; hij een zachtaardige veteraan. De twee worden verliefd en besluiten samen een leven op te bouwen. Wanneer Olsen gaat vechten in de oorlog, blijft de sterke vrouw achter. Ze zal het alleen moeten rooien, terwijl ze de confrontatie aangaat met de corrupte burgemeester en de gewelddadige zoon van een zakenman. De manier waarop ze de uitdagingen op haar pad tegemoet gaat, spreekt boekdelen over haar eigengereidheid en haar morele overtuiging als een niet te negeren kracht.

Wat de prestatie van Mortensen extra in de verf zet, is dat hij naast de regie en een hoofdrol instond voor scenario, muziek en productie. De film is dan ook zijn kindje. Met The Dead Don’t Hurt brengt hij hulde aan zijn moeder, wier overlijden ook aan de basis lag van zijn regiedebuut Falling. De herinneringen aan haar waren een startpunt voor Mortensen om er tijdens de lockdown van 2020 dit scenario uit te persen.

Alle aandacht voor Vivienne
De manier waarop het verhaal zich ontwikkelt, is boeiend. De film speelt zich af in verschillende tijdssegmenten, bovendien in een niet-chronologische zin gestructureerd. We zien Vivienne in haar jeugd, in de jaren waarbij ze gelukkig samenleeft met Olsen, de periode dat ze het alleen dient te rooien en uiteindelijk de weinige tijd die de twee geliefden nog rest als Olsen weer thuis is van de oorlog. Haar in het begin van de film zien overlijden, zet je als kijker op scherp. Aanvankelijk meen je dat de focus op Olsen komt te liggen, totdat de film zich definitief settelt bij Vivienne.

The Dead Don’t Hurt

Mortensen is een klasbak in zijn rol, maar het is Vicky Krieps die met de prijzen gaat lopen. Ze had onze aandacht al sinds Phantom Thread, waar ze uitstekend weerwerk bood aan het acteermonster Daniel Day-Lewis. Ze legt wondermooie accenten in het gelaat in haar acteerspel. Knap werk als je er begint op te letten. In de marge van de twee hoofdfiguren zijn er mooie bijrollen voor Danny Huston (Children of Men) en Garret Dillahunt (No Country For Old Men). Enkel Solly McLeod als trigger-happy zoon van de zakenman, die denkt met alles weg te komen, is wat eendimensionaal.

Op zijn conto
The Dead Don’t Hurt is een meer dan geslaagde film, met een interessante vertelling en een fenomenale actrice in de hoofdrol. Alle lof voor Mortensen. Hoeveel heeft hij ons al gegeven de afgelopen dertig jaar? Hij viel eerst op in The Indian Runner en Carlito’s Way, om rond de eeuwwisseling zichzelf te vereeuwigen als Aragorn in The Lord of the Rings. Hij slaagde er vervolgens in om die rol van zich af te schudden – niet evident – met mooie prestaties in films van onder meer David Cronenberg (A History of Violence), met Oscarnominaties voor Eastern Promises, Captain Fantastic en Green Book, om vervolgens zelf films te gaan maken. Hij is ondertussen vijfenzestig jaar oud, maar we hopen dat hij doorgaat met regisseren.

 

3 juni 2024

 

ALLE RECENSIES

Promised Land, The

***
recensie The Promised Land
Degelijk Deens drama

door Jochum de Graaf

Onder de licht misleidende titel The Promised Land levert regisseur Nikolaj Arcel een mooi historisch epos over het Deense koninkrijk in de 18e eeuw. Het drama is de Deense inzending voor de Oscar en won diverse European Film Awards, al is het een wel wat mindere film dan Riders of Justice waarvoor Arcel coscenarist was. Maar wel weer een briljante rol van Mads Mikkelsen.

De filmwereld heeft de gewoonte om films uit een niet-Engelstalig land van een zogenaamd pakkende commerciële internationale titel te voorzien. In het geval van The Promised Land van Nikolaj Arcel (A Royal Affair, 2012) pakt dat verkeerd uit. Met een Beloofd Land zoals we dat kennen uit het Oude Testament, heeft de film niets van doen. ‘De Kapitein en Ann Barbara’, de titel van Ida Jessens bestseller, waarop de film gebaseerd is, zou de lading al wat meer dekken. De zich ontwikkelende liefde tussen de eenzame pionier Kahlen en de weduwe van een gevluchte lijfeigene die voor hem komt werken, is een tweede voorname verhaallijn. Maar waarom wordt de originele titel Bastarden, Deens voor ‘bastaard’, niet gehandhaafd? Onvertaald spreekt die veel meer tot de verbeelding.

The Promised Land

De ongetemde heide
De queeste van legerkapitein Ludvig Kahlen (Mads Mikkelsen) is de ontginning van een onherbergzaam heidelandschap, waarin nog niemand geslaagd is. In ruil voor het voldoen aan de opdracht van de Deense koning bedingt Kahlen persoonlijke rijkdom en vooral een adellijke titel als beloning. En dat is het eigenlijke thema van de film, de ontworsteling aan zijn povere achtergrond, de wil om erbij te horen, toe te treden tot de elite van het nog feodale Denemarken van de 18e eeuw.

‘De heide laat zich niet temmen’ is het credo waarmee de film begint en we zien de indringende beelden van een haast bijbels woest en ledig landschap waar geen gewas lijkt te kunnen groeien. De Deense koning Frederik V verordonneert dat dit deel van Jutland gekoloniseerd moet worden.

Wanneer de vaderloos opgegroeide Ludvig Kahlen, waarschijnlijk bastaardzoon van een hoge Deense edelman, net afgezwaaid als kapitein in het leger van Holstein in 1755 aan het hof in Kopenhagen arriveert, reageren de adviseurs van de koning nogal sceptisch op zijn plan. Na de moeizame toestemming sticht Kahlen een primitief huis op de hei, dat hij Kongenhus noemt, van waaruit  hij het land in cultuur probeert te brengen. Onder barre omstandigheden – nu eens is de aarde kurkdroog dan weer jagen storm, regen, sneeuw of hagel over het weidse land – neemt hij met zijn handboor monsters uit de bodem en probeert hij gewassen uit.

In het belendende bos leeft verscholen een groep vogelvrijen die zich aan de maatschappij onttrokken hebben. Kahlen betrapt een inheems meisje dat in opdracht van de groep een kip uit zijn kippenhok steelt, later in de film neemt hij deze Anmai Mus in huis. Gaandeweg weet hij een bestaan op te bouwen, in eerste instantie geholpen door gevluchte lijfeigenen, boerenknecht Johannes Eriksen en zijn vrouw Ann Barbara (sterke rol Amanda Collin).  Als de zaken goed gaan, kan hij een groot aantal vogelvrijen inhuren. Wanneer die om politieke redenen het veld moeten ruimen, kan hij een groep kolonisten uit Duitsland laten overkomen die het land definitief kunnen ontginnen.

Wreedaardige landeigenaar
Maar al die tijd wordt Kahlen dwarsgezeten door zijn grote tegenstrever, de excentrieke wreedaardige landeigenaar Frederik de Schinkel (Simon Bennebjerg, goed contrapunt tegenover Mikkelsen), die zijn claim op het land kracht bijzet met allerlei strapatsen. Hij laat de van hem gevluchte lijfeigene Johannes Eriksen gevangen nemen en martelt hem in het openbaar met heet water. Hij weet te bewerkstelligen dat de vogelvrijen ophouden met hun werk voor Kahlen, en ook rond de komst van de Duitse kolonisten spint hij een intrige, die hen doet besluiten zich een tijdje terug te trekken van het land.

The Promised Land

Op zeker moment nodigt De Schinkel Kahlen uit voor een groot bal op zijn kasteel. Wanneer de gast op zijn paasbest op het feest verschijnt, maakt De Schinkel een snerende opmerking over diens pruik: “Ik zie de vlooien over je hoofd lopen” en dwingt hem een pruik van zijn bediende op te zetten: “Zo je ziet er een stuk aantoonbaarder uit.” Het zijn soms groteske scènes met de nodige humor, maar toch ontbeert de film de finesse en humor van Riders of Justice, waarvoor Nikolaj Arcel het scenario schreef.

Rigide sociale hiërarchie
The Promised Land is een mooi gemaakt, degelijk historisch drama over het veranderende Denemarken in de 18e eeuw waar de rigide sociale hiërarchie van een in luxe badende rijke elite tegenover ‘kleine mensen’ die nog praktisch in staat van lijfeigenschap leven, wordt doorbroken.

Het is vooral de rol van Mads Mikkelsen die de film boven het gemiddelde uittilt. Kahlen blijft in eerste instantie stoïcijns onder de tegenstand en tegenslagen, de vernederingen door De Schinkel, maar ontdooit wanneer hij een relatie met weduwe Ann Barbara aangaat en uiteindelijk de bescherming van verschoppeling Anmai Mus op zich neemt. Dan zien we het sterke spel van Mikkelsen, die met een ingehouden gebaar, een verandering van gelaatstrek zijn diepste emoties kan tonen.

 

7 maart 2024

 

ALLE RECENSIES

Fallen Leaves

***
recensie Fallen Leaves
Romance in Kaurismäki-stijl

door Cor Oliemeulen

Als de blaadjes vallen, krijgen mensen te maken met zwaarmoedige gevoelens. In het Finland van Aki Kaurismäki is het altijd herfst. In het droogkomische drama Fallen Leaves hebben twee dertigers moeite om samen de zon te laten schijnen.

Volgens het World Happiness Report 2023 is Finland voor het zesde jaar op rij het gelukkigste land ter wereld. Belangrijkste kernwaarden voor de Finnen zijn natuur, levensstijl, gezondheid, voeding en welzijn. In het Helsinki van Fallen Leaves lijkt geen hond gelukkig. Niemand heeft haast, en het lijkt alsof iedereen zijn of haar kleurloze lot volstrekt gelaten ondergaat.

Fallen Leaves

Arbeiders
Ansa (Alma Pöysti) werkt in een supermarkt, maar wordt ontslagen omdat ze een broodje meeneemt dat over de datum is en volgens haar baas weggegooid had moeten worden. Ze gaat werken in een café als afwasser, maar staat niet lang daarna op straat omdat de eigenaar wordt gearresteerd voor het dealen van drugs. Uiteindelijk zien we dat Ansa niet beroerd is om zwaar werk te doen. Holappa (Jussi Vatanen) werkt in een metaalfabriek en wordt ontslagen omdat hij alcohol drinkt tijdens het werk. Ook als arbeider van een bouwbedrijf moet hij om dezelfde reden zijn biezen pakken. Ansa en Holappa zijn twee eenzame zielen. Ze ontmoeten elkaar zwijgzaam in een karaokebar en lijken elkaar wel leuk te vinden.

Aki Kaurismäki maakte met Fallen Leaves een vervolg op zijn ‘proletariaat-trilogie’, bestaande uit Shadows in Paradise (1986), Ariel (1988) en The Match Factory Girl (1990). In al die films zet hij de solidariteit en de generositeit van de arbeidersklasse tegenover uitbuiting en slechte sociale omstandigheden. Anders dan zijn Britse collega Ken Loach (I, Daniel Blake, 2016), die het arbeidersleed soms bijna als een karikatuur neerzet, maakt Kaurismäki het leven van zijn personages wat draaglijker met droge humor en situaties. Ansa en Holappa’s blikken vangen elkaars soms, maar hun gezichten blijven nagenoeg in dezelfde plooi. Later zitten ze samen op een bank, maar allebei in een hoek.

Fallen Leaves

Universum
Het is de charme van Kaurismäki’s films dat het leven soms bijna lijkt stil te staan. Het tempo is uiterst traag, de dialogen zijn minimaal, maar een glimlach ligt voortdurend op de loer. In die zin doet zijn werk denken aan dat van zijn voorbeeld en vriend Jim Jarmusch. Leuk is dat zowel Ansa als Holappa genieten van Jarmusch’ zombiefilm The Dead Don’t Die (2019) die ze tijdens hun eerste date in de bioscoop zien. Niet alleen de bioscoop in Fallen Leaves, die is behangen met filmposters van klassiekers, is een hommage aan de cinema, maar ook de referenties naar andere films.

Het universum van Fallen Leaves is uniek. Een kalender toont dat het herfst 2024 is. We zien echter ouderwetse telefoons en horen zelfs een stoomtrein. De muziek is gedateerd en melancholisch, de songteksten onderstrepen de zwaarmoedigheid van de personages. We zien ook een oude analoge radio, alsof het de jaren 50 is, maar uit de luidspreker klinken regelmatig nieuwsberichten van de Russische inval in Oekraïne in 2022. Ondanks deze bijzondere setting en de ‘bescheiden’ chemie van de personages is deze romantische komedie in Kaurismäki-stijl vooral veel van wat hij eerder voorschotelde. Maar zeker leuk genoeg om even onze eigen gejaagde wereld te ontvluchten.

 

6 december 2023

 

ALLE RECENSIES

Fædre & mødre

**
recensie Fædre & mødre
Ouders die zich als kinderen gedragen

door Cor Oliemeulen

De 12-jarige Hannah moet erg wennen aan de structuur en de kinderen van haar nieuwe school, maar zij weet haar weg beter te vinden dan haar ouders, die ontdekken dat de andere vaders en moeders zich conformeren aan een strakke hiërarchie waarvan onderlinge rivaliteit en bedekte kwetsbaarheden een logisch gevolg zijn.

Groepsdynamiek speelt een cruciale rol bij de vorming van je identiteit en je ontwikkeling als individu. Dat begint al op school en met een beetje geluk vindt eenieder als jongvolwassene zijn of haar weg in het leven. Individueel handelen en denken zijn essentieel voor de ontwikkeling van je persoonlijke identiteit. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen acties, los van sociale normen, externe druk of groepsdynamiek. In het Deense Fædre & mødre worstelen vaders en moeders van schoolkinderen nog steeds met die groepshiërarchie als zij met hun kroost op zomerkamp gaan.

Fædre & mødre

Ongemakkelijke feelgood
Aha, dit wordt een feelgoodfilm, denk je meteen als het oubollige en aanstekelijke ‘Mama Loo’ van Les Humpries Singers uit de speakers knalt. Feelgoodfilms bestaan weliswaar meestal uit een opeenstapeling van clichés met de spreekwoordelijke lach en een traan, maar gelukkig blijkt er ook plaats voor enige, helaas weinig verrassende, dramatische ontwikkelingen, om met Mama Loo na anderhalf uur al even opgewekt en braaf afscheid van de kijker te nemen.

Tja, waar heb je eigenlijk naar zitten te kijken? Een komedie die je wat verstrooiing biedt maar die je al bijna bent vergeten nadat je de zaal hebt verlaten, ondanks de Deense ensemblecast, bijna allemaal bekende acteurs en actrices, afstudeerders van de filmacademie, met Nikolaj Lie Kaas (Riders of Justice) en Lisa Loven Kongsli (Turist) als ouders van het meisje dat nieuw is op deze eliteschool waar zowel vrijheid-blijheid als een politiekcorrecte cultuur leidend zijn. Dit resulteert vooral in voordehand liggende grappen en zo nu en dan een pijnlijke situatie. Tegelijkertijd houdt de film kijkende ouders een spiegel voor.

Fædre & mødre

Structuur in de chaos
Fædre & mødre is de vierde speelfilm van Paprika Steen, een naam die je niet snel vergeet. Ze is kind van Dogme 95, dat destijds een ‘zuivere’ manier van film maken voorstond (filmen op 35mm, op locatie met de camera in de hand, zonder kunstlicht, filters, oppervlakkige actie, enzovoorts) en acteerde in de twee eerste films van die revolutionaire Deense filmstroming, te weten Festen (1998) van Thomas Vinterberg en The Idiots (1998) van Lars von Trier. Van Dogme 95 was al na een paar jaar weinig meer over, maar toch kun je respect hebben voor Steens huidige arbeidsethos, want met weinig tierelantijnen weet zij, samen met scenarist Jakob Weis, enige structuur te brengen in de chaos van deze microkosmos van de huidige maatschappij.

Het moet gezegd dat zij erin slaagt om de kunstmatige constellatie van de schoolouders, die er voortdurend op uit zijn om niet alleen hun kinderen maar ook zichzelf te bevoordelen, enigszins te ontmantelen. Op het schoolkamp gedragen zij zich nog infantieler dan hun kinderen. Maar het voelt uiteindelijk als een teleurstelling dat de moeder van het nieuwe meisje – die zich aanvankelijk niet wil of kan aanpassen aan de groepsmores en haar man geen nachtelijke uitspatting gunde – met een feestmuts op een nieuw samenzijn van de ouders zal bezoeken.

 

3 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Godland

****
recensie Godland
Moderne saga in adembenemend landschap

door Maaike Mulder

Het drama Godland van Hlynur Pálmason heeft zijn wortels in twee verschillende tradities, in die van de saga´s en die van de romantiek. 

In IJsland behoren de saga‘s tot het culturele erfgoed. Iedere IJslander kent de kracht van Egill (Egils saga), de heldhaftigheid van Grettir (Grettirs saga) en de trouw, moed en vindingrijkheid van Gísli (Gísla saga Súrssonar). Met name de saga‘s over vogelvijverklaarden spreken nog steeds tot de verbeelding. Het verhaal over Gísli, dat in 1981 door Ágúst Guðmundsson is verfilmd (Outlaw: The Saga of Gisli), wordt nog ieder jaar als theatervoorstelling opgevoerd in de Westfjorden.

Godland

Overleven in de natuur
Een vogelvrijverklaarde was iemand die vanwege een misdrijf uit de gemeenschap verbannen was en in zijn eentje in de natuur moest zien te overleven. In een klimaat als dat van IJsland was dat niet een eenvoudige opgave. Hij moest fysiek sterk, moedig en vindingrijk zijn én de wetten van de natuur respecteren. Alleen dan kon hij in leven blijven. Grettir zou het volgens de overlevering twintig jaar hebben volgehouden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de allereerste film die in IJsland speelt, over zo´n balling gaat: The Outlaw and his wife (1918). Het bijzondere van deze (stomme) film is dat hier voor het eerst de natuur zelf op een indrukwekkende manier in beeld wordt gebracht.

IJsland is in de 19e eeuw nog steeds een kolonie van Denemarken. (Het land zal pas in 1944 onafhankelijk worden.) Reykjavik is een stadje met slechts 2000 inwoners en kent geen enkele opleidingsmogelijkheid voor studenten. Wie wil studeren moet naar Kopenhagen. Een van de studenten die rond 1830 in Denemarken gaat studeren, is Jónas Hallgrímsson, later vooral bekend als romantisch dichter. Het is de tijd van de romantiek, een goede voedingsbodem voor nationalistische gevoelens. Met enkele studiegenoten richt Jónas Fjölnir op, een IJslands literair tijdschrift dat het nationaal bewustzijn van de IJslanders wil bevorderen en het streven naar onafhankelijkheid wil stimuleren. Hierbij past natuurlijk de aandacht voor het eigen culturele erfgoed. De hoofdfiguren uit de saga´s worden voor hen helden die vaak hun leven – en soms ook dat van hun families – op het spel hebben gezet om onafhankelijk te kunnen zijn. Hun entourage is de IJslandse natuur, die zowel vriend als vijand is.

IJslandse held
De film Godland van Hlynur Pálmason speelt in de tweede helft van de 19e eeuw. Lucas, een jonge idealistische dominee met een obsessie voor fotografie, wordt vanuit Denemarken naar een klein dorp in Oost-IJsland gestuurd om daar een kerk te bouwen. Als begeleider op zijn tocht door IJsland krijgt hij Ragnar mee, het prototype van een IJslandse held. Ragnar is fysiek in een prima conditie voor deze tocht en doet elke dag zijn oefeningen om dat zo te houden. Hij weigert Deens te praten met de jonge dominee, die geen woord IJslands spreekt. En hij respecteert de natuur en haar wetten. Als de overtocht over een rivier te gevaarlijk is, adviseert hij om twee dagen te wachten. Lucas is niet fysiek in staat tot zo´n tocht door de IJslandse natuur en meent dat zijn wil belangrijker is dan wat de natuur dicteert. Met rampzalige gevolgen.

Als de groep de rivier heeft overgestoken op bevel van de dominee en er een slachtoffer te betreuren valt, zingt Ragnar een lied (in de geest van de saga‘s), dat de namen vermeldt van alle mannen die hun leven hebben gelaten bij het oversteken van de rivier. De doden worden niet vergeten. Leven en dood staan heel dicht bij elkaar, zowel in de oude saga‘s als in deze film. Maar na de dood groeit er in de lente opnieuw gras en bloeien er weer bloemen. Er is hoop op een goede toekomst.

Godland

Fotografie
Hlynur Pálmason, de regisseur van Godland, heeft zijn opleiding in Denemarken gehad en heeft daar na zijn opleiding nog een aantal jaren gewoond. Zijn indrukwekkende debuut, Winter Brothers (2017), speelt dan ook in Denemarken. Hij keert met zijn gezin terug naar IJsland en maakt hier zijn tweede film, A White, White Day (2019), die speelt in een klein dorp. Godland (2022) is Hlynurs derde speelfilm, die grotendeels dezelfde crew kent en tijdens de filmfestivals van Cannes en Rotterdam heel goed ontvangen is.

Wat zijn films zo bijzonder maakt, zijn met name de beelden van de IJslandse natuur. De eerste twee films werden al geroemd om hun visuele zeggingskracht, maar deze derde is nog sterker op dat punt. De obsessie die Lucas in Godland heeft voor fotografie, zal de regisseur niet vreemd zijn. Bijna ieder filmbeeld is een foto op zich: een indrukwekkend en steeds wisselend decor voor het verhaal dat zich in de film ontvouwt. We zien uitgestrekte vlakten, moerassen, smalle en brede waterstromen, bergen, kloven, en zelfs een vulkaanuitbarsting in al zijn pracht. En dat alles overkoepeld door prachtige luchten in verschillende seizoenen.

 

13 februari 2023

 

ALLE RECENSIES

Triangle of Sadness

***
recensie Triangle of Sadness
Marx op zee

door Yordan Coban

Triangle of Sadness refereert naar het driehoekje tussen de wenkbrauwen die de komische merkwaardigheden van onze tijd markeert in grieven. En komische merkwaardigheden zijn er in deze satirische film over de oppervlakkigheid van de allerrijksten in overvloed.

De nieuwste film van Ruben Östlund volgt een aantal onuitstaanbare beroemdheden die zorgeloos op een cruise vertoeven, tot het noodlot toeslaat en ze overgeleverd zijn aan hun eigen onvermogen. Triangle of Sadness heeft een sterke classicistische focus (op gegeven moment worden Marx en Chomsky expliciet besproken) en doet in de weergave van deze klassenstrijd en toon erg denken aan Parasite (2019) van regisseur Bong Joon-ho.

Triangle of Sadness

Drie delen
Het verhaal wordt verteld in drie delen. Elk deel is redelijk op opzichzelfstaand. Het begint met de introductie van een jong succesvol modellenkoppel. Hierin wordt in een bijzonder sterke scène de ongemakkelijke manoeuvre tussen man en vrouw belicht, die men ondergaat tijdens een date zodra er betaald moet worden. We zien de weerzinwekkendheid van een vrouw die de man altijd maar laat betalen. Maar Östlund toont ook dat de man die de vrouw te nadrukkelijk wijst op haar financiële verantwoordelijkheid, agressief en chauvinistisch overkomt.

Het tweede deel van de film gaat over de cruise-reis op zee. Dit deel was echter, ondanks de hilarische taferelen, beter uit de verf gekomen in de oude realistische Östlund-stijl. Mede omdat de film uitdrukkelijk zijn achterliggende ideologie uiteenzet, zoals we dat ook zagen in de confronterende dialoog aan het einde van Play (2011).

Tot slot krijgt de kijker te maken met een klassiek schipbreukscenario, waarin de rollen omgedraaid worden. Ondanks dat het geheel leuk bedacht is, voelt het einde ietwat flauw bijeengeraapt.

Triangle of Sadness

Slechte mensen
De Zweedse regisseur won dit jaar de Palme d’Or in Cannes voor de tweede keer. Ondanks zijn relatief jonge carrière plaatst hij zich daarmee in een illuster rijtje met namen als Francis Ford Coppola, Emir Kusturica, Michael Haneke en Jean-Pierre en Luc Dardenne. In veel opzichten is deze film vergelijkbaar met zijn eerder bekroonde film uit 2017: The Square. Echter lijkt in het oeuvre van Östlund de meer subtiele realistische stijl geleidelijk plaats te maken voor direct toegankelijke satire.

Want ondanks dat Turist (2014) en Play (2011) complexere films zijn, kan niet ontkend worden dat Triangle of Sadness een goed geacteerde, komische film is. Echter waar Östlund voorheen een kritische noot plaatste bij de multiculturele samenleving en ons de subtiele hypocrisie van de bourgeois kunstliefhebber toonde, is zijn kritiek in deze film gericht op overduidelijk slechte mensen. De presentatie is een stuk minder fijnzinnig, meer Amerikaans, maar wel meer lachwekkende momenten. Het is maar net waar je van houdt.

 

15 december 2022

 

ALLE RECENSIES

Innocents, The

****
recensie The Innocents
Gebroken glas in een schoen

door Cor Oliemeulen

Kinderen en bovennatuurlijke gaven vormen een dodelijke combinatie in het sfeergevoelige Noorse opgroeidrama The Innocents.

Eskil Vogt vormt samen met beste vriend Joachim Trier een bijna onafscheidelijk Noors duo dat verantwoordelijk is voor het boeiendste dat de Scandinavische cinema het laatste decennium heeft voortgebracht. Meestal schrijven ze samen het scenario, maar af en toe klimt Vogt zelf op de regisseursstoel. In zijn debuutfilm Blind (2014) kruipt hij in het hoofd van een jonge vrouw die plotseling haar gezichtsvermogen verliest en door middel van herinneringen en fantasie, samen met de kijker, haar weg in het donker moet zien te vinden. Eskil Vogt bedacht voor films van Joachim Trier al verhalen over tieners (Thelma, 2017) en jonge volwassenen (Reprise, 2006; Oslo August 31st, 2011; The Worst Person in the World, 2021), in zijn tweede regiefilm The Innocents krijgen jonge kinderen te maken met onbekende en onbestemde omstandigheden.

The Innocents

Moraliteitsbesef
Vogt liet zich inspireren door zijn eigen kinderen, die net als al hun leeftijdsgenootjes tijdens het opgroeien experimenteren en grenzen opzoeken. De vier kinderen in The Innocents zijn al even onschuldig, maar bovennatuurlijke gaven compliceren de weg naar moraliteitsbesef en realiteitszin. Neem nu Ida (Rakel Lenora Fløttum), die met haar gezin naar een stadje aan de rand van een bos is verhuisd en al snel kennismaakt met Benjamin (Sam Ashraf). Zij imponeert hem door haar flexibele armen te overstrekken, waarna Benjamin met zijn gedachten een steentje laat bewegen. Ze vinden elkaars talenten allebei even cool.

Ida schaamt zich voor haar oudere zusje Anna (Alva Brynsmo Ramstad) die ze buitenshuis moet begeleiden omdat Anna zwaar autistisch is en enkel korte geluidjes uitstoot. Volgens Ida voelt Anna geen pijn, ook als Benjamin hard in haar arm knijpt, geeft zij geen krimp. Echter het meisje Aisha (Mina Yasmin Bremseth Asheim) vertelt Ida en Benjamin dat Anna wel degelijk pijn kan voelen, maar niet in staat is haar emoties uit te drukken. Aisha kan het weten, ze is hypersensitief en kan soms gedachten lezen en voelen wat anderen voelen. Het viertal trekt met elkaar op, totdat een van hen een schokkende handeling verricht en een tiener wordt vermoord.

The Innocents

Kijk op de wereld
Wanneer het opgroeidrama zich ontpopt als bovennatuurlijke thriller doet de film al snel denken aan de Zweedse vampierfilm Let the Right One In (2008) van Tomas Alfredson, waarin jonge kinderen proberen te ontsnappen aan ouderlijke controle en zich overgeven aan duistere krachten, en het als sprookje verklede Mexicaanse drama Tigers Are Not Afraid (2019), waarin kinderen door fantasie de alledaagse ellende proberen te vergeten. Ook The Innocents wordt verteld vanuit het perspectief van kinderen. De camera is vooral laag gepositioneerd en focust op details waarop kinderen letten. Symbolisch zijn de shots van Ida die liggend op een schommel de wereld ondersteboven ziet en Benjamins beperkte blik op de realiteit kijkend door een gat in zijn broodje. De geluidsband is bij vlagen al even verontrustend.

The Innocents slaagt door de geheime wereld van de kindertijd bewonderenswaardig te portretteren en de perfecte casting van de vier kinderen. Terwijl de horrorgebeurtenissen zich langzaam opstapelen, lijkt Vogt wat te stoeien met de climax van zijn verhaal die misschien een beter lot had verdiend. Hoewel, de dood van een van de kinderen komt onverwacht, maar past in het plaatje: het leven gaat verder, zonder dat de volwassen buitenwereld een idee heeft wat zich allemaal tussen de kinderen heeft afgespeeld.

 

11 juli 2022

 

ALLE RECENSIES