****
recensie Once Upon a Time … in Hollywood
Virtuoze collage van feit, fictie en mediareferenties
door Alfred Bos
Heeft Quentin Tarantino nu negen of tien films gemaakt? Maakt niet uit, Once Upon a Time … in Hollywood is Tarantino ten voeten uit én laat een nieuwe kant van de regisseur zien. Fans worden niet teleurgesteld. Critici ook niet.
Quentin Tarantino is een kind van 56. Film is voor hem een spel, met het medium, met genreconventies, met de relatie tussen film en werkelijkheid, met de kijker. De openingstitels van zijn tiende film (we tellen Kill Bill voor twee en Death Proof voor een) nodigen de kijker uit zijn spel mee te spelen. Op het scherm staan naast elkaar de namen en portretten geprojecteerd van de acteurs die de hoofdrollen spelen. Alleen, Leonardo DiCaprio heet Brad Pitt en Brad Pitt heet Leonardo DiCaprio. We zijn begonnen aan een knotsgekke achtbaanrit door de fantasie van de regisseur/scenarist en we hadden het kunnen weten, want de filmtitel geeft het al weg: Once Upon a Time … in Hollywood is een sprookje.
Zoals iedereen weet zijn sprookjes bruut en gewelddadig en Once Upon a Time … in Hollywood is Tarantino ten voeten uit, dus bruut en gewelddadig. En speels. Zoals elk sprookje – en dat is nieuw voor het kind dat inmiddels 56 jaren oud is – bevat het een moraal: succes is tijdelijk, roem is leeg en uiteindelijk is een beetje menselijkheid, het kost niks, het enige wat er toe doet. De rest is, wel, spel. Al spelen sommigen het bloedserieus.
Goochelen met filmtrivia
Quentin Tarantino is een postmoderne regisseur en maakt films die naar andere films verwijzen en het medium becommentariën door het op zichzelf terug te vouwen. Wanneer zo’n Tarantino-metafilm is gesitueerd in het mekka van de filmindustrie, het commerciële hart van het medium, gaan de filmreferenties in overdrive. Once Upon a Time … in Hollywood goochelt met filmtrivia en Hollywood-folklore, is onbarmhartig eerlijk maar razend gevat, en krankzinnig gedetailleerd in zijn persiflage van Hollywood en satire op de donkere kanten van Los Angeles en haar historie. De regisseur is fan, nar en therapeut ineen. Dat laatste onderscheidt hem van al die andere fanboys die de (sociale) media bevolken. Hij toont empathie.
Once Upon a Time … in Hollywood tackelt Amerika’s meest geruchtmakende moordzaak van de afgelopen vijftig jaar. Meest geruchtmakend vanwege de weerzinwekkende details, de volstrekte willekeur en zinloosheid, en het feit dat het de droomfabriek Hollywood in het hart trof. Het lijkt op het eerste gezicht weinig kies om de moord op actrice Sharon Tate, de hoogzwangere vrouw van Roman Polanski, te gebruiken als onderwerp van een Tarantineske burleske. Maar de regisseur doet iets verrassends en op hetzelfde moment iets typisch des Tarantino’s: hij vouwt Hollywood op zichzelf terug.
Keten van misverstand
Rick Dalton (Leonardo DiCaprio) is een acteur over zijn hoogtepunt. Tien jaar daarvoor speelde hij de sheriff in de populaire tv-serie Bounty Law, een western. Hij is nog steeds onafscheidelijk met zijn filmdubbel, stuntman Cliff Booth (Brad Pitt). Daltons ster is tanende en hij scharrelt bij als Hollywood-acteur in goedkoop gedraaide Italiaanse westerns. Het is de meest opzichtige filmreferentie in deze film, naar Clint Eastwood en Sergio Leone (geen punten voor deze quizvraag).
Booth fungeert als chauffeur en klusjesman van Dalton en woont met zijn vechthond Brandy in een trailer in de San Fernando Valley, op een verlaten drive-in-cinema. Dalton maakt zich zorgen hoeveel langer hij de huur van zijn villa in het sjieke Benedict Canyon kan betalen. Hij bewondert op afstand zijn buren, Roman Polanski (Rafel Zawierucha, een Poolse acteur in een zwijgende rol), de hipste regisseur van Hollywood op dat moment, en diens hoogzwangere vrouw Sharon Tate (Margot Robbie). Dan kruist Pussycat (Margaret Qualley), een jonge vrouw uit de hippiecommune van Charles Manson (Damon Herriman), het pad van Booth. Het zet een onwaarschijnlijke keten van misverstand in gang.
Bestaande personen
Once Upon a Time … in Hollywood is in alle opzichten, op één na (en daar komen we op terug), typischTarantino. Het is een wraakfilm. Hij bestaat, net als Stanley Kubricks Full Metal Jacket en A Clockwork Orange, uit twee aparte delen. Feit en fictie zijn virtuoos vervlochten. De filmreferenties zijn te veel om op te noemen (daar kunnen studieclubs aan worden gewijd en pubquizzen mee gevuld). Het geweld, vooral gericht tegen vrouwen, is buiten proporties. De dialogen klinken spits en verrassend. Enkele scènes zijn overbodig en dienen vooral om de spraakwaterval van Tarantino’s script een bedding te geven. Vaste Tarantino-acteurs duiken op (spot Kurt Russell). Er is een cameo van een Hollywood-legende: Al Pacino als de zalig schmierende Hollywood-agent Marvin Schwarz. De soundtrack zit vol met raak gekozen B-hits (en een enkele A-kraker).
Alle Tarantino-films tot nu toe waren variaties op bestaande genrethema’s en B-filmconventies. Voor Once Upon a Time … in Hollywood gaat de regisseur uit van de tot in detail gerealiseerde werkelijkheid, die van Hollywood in 1969. We zien bestaande personen, naast de reeds genoemde zijn dat Jay Sebring (Emile Hersch), de voormalige kapper annex amant van Tate met wie zij en Polanski hun woning delen; plus Cass Elliott (Rachel Redleaf) en Michelle Phillips (Rebecca Rittenhouse) van The Mamas & The Papas die we tegenkomen op een feest in Hugh Heffners Playboy Mansion.
Er zijn er meer, zoals acteur Steve McQueen (Damian Lewis) die tien jaar daarvoor – net als Rick Dalton – beroemd werd via een westernserie op tv; Bruce Lee (Mike Moh) als karatehaantje Kato in de tv-series Batman en The Green Hornet; en George Spahn (Bruce Dern), de 80-jarige blinde eigenaar van de Spahn-ranch, de voormalige set van westernfilms en tv-series – inclusief het fictieve Bounty Law – waar de Manson Family in 1969 domicilie hield. De scène met Spahn is een soort hommage en voelt overbodig, maar is het niet (zoals later zal blijken).
Spiegeleffecten
Typerend voor Tarantino’s associatieve aanpak vol spiegeleffecten is de scène waarin Rick Dalton, de voormalige tv-sheriff, de schurk speelt in een shoot voor de (fictieve) tv-serie Lancer. Hij deelt de tv-scène met collega-acteur James Stacy, de tv-sheriff en revolverheld van de serie. In Tarantino’s film wordt die rol vertolkt door Timothy Olyphant, die bekend werd als de scherpschietende sheriff in de echte tv-series Deadwood, een western, en Justified, een eigentijdse western. De scène toont de werkelijkheid van het filmmaken, of eigenlijk het acteren. We zien een acteur die acteert dat hij acteert, het is een fenomenaal moment van Leonardo DiCaprio. Voor het verhaal van Once Upon a Time … in Hollywood is het ook een overbodige scène, maar hij ademt brille en je vergeeft het Tarantino grif.
Tarantino’s metafilm is niet alleen hommage, er is ook zwarte humor. Zoals het moment waarop Sharon Tate de bioscoop binnenstapt om zichzelf naast Dean Martin op het filmdoek te zien in The Wrecking Crew (Phil Karlson, 1968). Ze wil gratis naar binnen, ze is immers de ster van de vertoonde film. De ontmoeting van Bruce Lee en voormalig stuntman Booth op de set van The Green Hornet is hilarisch en Brandy heeft de hondenscène van het jaar.
Klassiek mannenduo
De climax is onvervalste Tarantino van de bovenste plank. Anders dan The Hateful Eight voelt de ontknoping niet gekunsteld, flauw en onsmakelijk aan. De vuurpijl is subtiel voorbereid en kundig opgezet, vol verrassing en hallucinant in zijn exces. Hij opent met wellicht de meest geraffineerde toepassing van Tarantino’s spiegelspel met referenties uit de hele film. Op de geluidsband speelt 12:30 van The Mamas & The Papas, het is in de film op dat moment half een ’s nachts en de songstekst valt samen met de handeling op het filmdoek. Het is een virtuoze collage van feit, fictie en mediareferenties, Once Upon A Time … in Hollywood in een notendop. Je zou ook bijna twee uur en drie kwartier lang vergeten dat Pitt en DiCaprio weergaloos goed zijn. Klassieke Hollywood-duo’s als Paul Newman en Robert Redford, of James Stewart en Richard Widmark, komen op het netvlies.
Once Upon a Time … in Hollywood is volbloed Quentin Tarantino, op één aspect na. De film afficheert zich als sprookje en in sprookjes leeft men na afloop nog lang en gelukkig. De verhaallijn van proloog naar epiloog is grillig, maar niet zonder betekenis. De tobberige protagonist heeft geleerd, hij is de ambities en pretenties van beroepsnarcisten voorbij, de acteur stapt uit zijn rol en wordt mens. Ironie blijkt empathie. Zou de kleuter van 56 dan toch volwassen zijn geworden?
13 augustus 2019