Dream Scenario

***
recensie Dream Scenario
Schaduwkant van beroemd zijn

door Cor Oliemeulen

Nicolas Cage is een van de meest productieve filmacteurs van zijn generatie. Als je zes films per jaar maakt, zit er vast wel eens een aardige tussen. Voor 2023 is dat Dream Scenario, een wonderlijk verhaal over een leraar die in de dromen van miljoenen mensen verschijnt.

In een interview met Entertainment Tonight vertelt Nicolas Cage dat tijdens de opname van Dream Scenario in Toronto zijn nicht Sofia Coppola in dezelfde stad bezig was met Priscilla en zijn oom Francis Ford Coppola in Atlanta met zijn nieuwe film Magalopolis. De drie zouden elkaar van feedback hebben voorzien. Je kunt Cage er niet van betichten dat hij in al zijn ruim honderd films meeliftte op de naam Coppola, de maker van al die onvervalste klassiekers in de jaren 70, want al na zijn eerste filmrol Fast Times at Ridgemont High (1982) veranderde Nicolas zijn achternaam. Hij wilde zijn succes geheel op zijn eigen conto schrijven.

Dream Scenario

Uitstraling
Niet alleen Cage’s werkethos leverde door de jaren heen met enige regelmaat een voltreffer op, ook wist hij met zijn hoofdzakelijk energieke uitstraling, zelden verstoken van een portie overacting, een grote schare fans te verzamelen. Hoe anders is zijn personage in Dream Scenario, de jongste film van de Noorse filmmaker en scenarist Kristoffer Borgli (Sick of Myself). De acteur scheerde het midden van zijn hoofd kaal en liet zich een kunstneus aanmeten om schlemielig over te komen.

We hebben het over biologieleraar Paul Matthews, een onopvallende verschijning die op een dag van zijn dochter krijgt te horen dat zij over hem heeft gedroomd. Vervolgens droomt zijn ex over hem en niet veel later slaat de onrust in de collegezaal toe nadat Paul ook in de dromen van zijn meeste leerlingen is opgedoemd. Dat bleken over het algemeen geen fijne dromen, hoewel de droom van een vrouwelijke leerling erotisch van aard was. Paul voelt zich gevleid, gaat wat met het meisje drinken en stemt schoorvoetend toe om de bewuste droom als het ware na te spelen.

Dream Scenario

Nachtmerries
Plotseling is Paul Matthews populair en weet hij eindelijk de belangstelling van zijn leerlingen te trekken door tijdens de colleges met hen over hun dromen te praten. Het duurt niet lang voordat miljoenen mensen op de wereld over de leraar dromen, voor velen betreft het nachtmerries. Hun meeste dromen gaan over verschrikkelijke voorvallen die ze beleven, echter de leraar heeft daarin nooit een aandeel, hij loopt gewoon voorbij of kijkt toe.

In tegenstelling tot zijn familieleden vindt Paul al die aandacht in de (sociale) media geen ramp. Hij hapt zelfs toe om gesprekken met een reclamebureau aan te gaan, want Paul heeft een boek met een weinig aansprekend thema geschreven en wil dat graag onder de aandacht brengen.

Dream Scenario toont de trend van beroemdheden die gevaar lopen om tot de enkels toe te worden afgefakkeld. Paul is geen televisiemaker met grensoverschrijdend gedrag, maar een eenvoudige goedzak die het niet kan helpen dat hij de nachtrust van zoveel mensen verstoort. Hij raakt in een diep dal.

Het is jammer dat de film wat onbevredigend eindigt, want we hadden graag iets geweten over het waarom Paul in andermans dromen verschijnt. In die zin doet deze donkere dramedy denken aan Cage’s optreden in Knowing (2009) waarin hij ook een leraar speelt en waarin het al even veelbelovende plot – over een man die aan de hand van cijfercodes de toekomst kan voorspellen – ook een beter slot had verdiend.

 

14 maart 2024

 

ALLE RECENSIES

Bob Marley: One Love

**
recensie Bob Marley: One Love
Persoonsverheerlijking verdient beter

door Jochum de Graaf

Van het leven van reggaesuperster Bob Marley had een geweldige biopic gemaakt kunnen worden. One Love is een nogal tegenvallend hagiografisch portret dat geen recht doet aan zijn boeiende, complexe persoonlijkheid.

Eind 1976 staat Jamaica op de rand van een burgeroorlog. De linkse Peoples National Party (PNP) en de meer rechtse Jamaica Labour Party (JLP) strijden om de verkiezingswinst in een campagne die met veel geweld en aanslagen gepaard gaat. Om het excessieve geweld tegen te gaan, wordt begin december een vredesconcert, Smile Jamaica, georganiseerd. Ook de dan al wereldster in wording Bob Marley (in de VS is sprake van een regelrechte reggae-mania), wil meedoen. Hij ziet zichzelf als onafhankelijke apolitieke verbinder tussen de partijen.

Bob Marley: One Love

Rainbow Theatre en Exodus
Enkele dagen voor het concert worden Marley en zijn familie in zijn huis overvallen. Zijn vrouw Rita en zijn manager Don krijgen meerdere schotwonden. Marley zelf wordt in zijn buik en zijn arm geraakt maar is toch in staat om een kort optreden te geven. Vrijwel gelijk na het concert besluit hij dat het beter is om een tijdje Jamaica te verlaten en vliegt hij naar Londen. Marley en zijn begeleidingsgroep The Wailers verzorgen een iconisch optreden op in het Rainbow Theatre, toeren door een aantal West-Europese landen en nemen het legendarische album Exodus op.

Na ruim anderhalf jaar keert hij in ’78 terug naar Jamaica en geeft een concert op het One Love Peace Concert waar hij de aartsrivalen Manley (PNP) en Seaga (LJP) weet te bewegen elkaar ten overstaan van het uitzinnige publiek de hand te schudden, waarmee een wapenstilstand bezegeld wordt.

Een jaar later maakt Marley een uitgebreide tour door de VS en weer een jaar later, september 1980, geeft hij zijn allerlaatste concert in Pittsburgh. Drie jaar eerder had hij een wond aan zijn teen gekregen. In eerste instantie dacht hij dat het om een voetbalblessure ging, maar toen de wond maar niet genas, werd een melanoom, een zeldzame vorm van huidkanker, vastgesteld. Vanwege zijn Rastafari-geloof weigerde hij amputatie, de kanker woekerde door en mei 1981 overleed Bob Marley, 36 jaar oud.

Inspirerende levenshouding
Er had een prachtige, misschien niet Oscar winnende, maar toch zeker prima film gemaakt kunnen worden over de imposante carrière van Bob Marley. Hij groeide op in armoede in de achterbuurt Trenchtown van Kingston en groeide uit tot het gezicht van reggae, Rastafari en Jamaica. Geroemd om zijn muzikale genialiteit, zijn blijvende betekenis voor de popmuziek en zijn voor velen inspirerende levenshouding. Zijn boodschap van ascese, geloof, hoop en liefde maar ook van revolutie, verzet en vrede. Bob Marley, The King of Reggae, liet een oeuvre na dat in de loop van de tijd alleen maar monumentaler is geworden.

Maar One Love van Reinaldo Marcus Green raakt slechts heel licht aan dit beeld. Je ziet Marley in de studio of voor aanvang van een concert wat mompelen over een akkoord dat gespeeld moet worden, een drumpartij die wat strakker moet, een refrein dat korter of langer kan, hardop twijfelen wat het beginnummer van het concert moet worde. De muzikanten volgen serviel de opdrachten van de grote leider, hem steevast met zijn bijnamen Tuff Gong of Nesta aansprekend.

Bob Marley: One Love

De megahits, War, I shot the Sheriff, Three Little Birds, Stir it up, No Woman No Cry, Redemption Song, Trenchtown Rock, Get up, Stand Up, Lively up yourself, One Love/ People Get Ready, we krijgen ze allemaal te horen. Maar in de versies van hoofdrolspeler Kingsley Ben-Adir komt de impact van de songs nauwelijks over. De enige keer dat je echt de neiging hebt om keihard mee te swingen, is wanneer de jonge Wailers, Bob Marley, Peter Tosh en Burny Wailer in 1963 de platenstudio van Jamaica Records binnendringen en met een geweldige uitvoering van Simmer Down hun eerste platencontract weten binnen te slepen.

Gemis van charisma
Ben-Adir schijnt de mimiek en motoriek van Marley nauwlettend bestudeerd te hebben. Hij komt qua stem en intonatie een behoorlijk eind in de richting maar hij mist ten enenmale diens charisma, zoals pijnlijk duidelijk wordt wanneer we bij de aftiteling de energieke beelden van de echte Bob te zien krijgen.

Ook het opgroeien in achterbuurt Trenchtown met zijn alleenstaande moeder, de afwezigheid van zijn (blanke) vader, zijn eerste zelfgemaakte houten gitaar, de eerste opnamen en het latere immense succes, zijn heilige Rastafari-geloof (bijna geen scène met muzikanten zonder spliff), de ring die hij van de erven van keizer Haile Selassi ontving, het komt allemaal in beeld zonder enig reliëf. De vele buitenechtelijke verhoudingen (Marley liet 11 kinderen bij 5 vrouwen na), de confrontatie met opkomend racisme in Engeland, het gevoel belazerd te worden door blanke platenbazen, de gefnuikte wens om in Afrika te toeren, de strijd tegen zijn ziekte, de inzet voor vrede, het wordt allemaal opgediend in een platgeslagen scenario. Het zal zeker meegespeeld hebben dat er maar liefst vier scenaristen aan te pas kwamen en dat de productie voor een groot deel in handen was van zoon Ziggy en zijn vrouw Orly plus vrouw Rita en dochter Cedella Marley.

Bob Marley was een complexe, boeiende persoonlijkheid die veel beter verdient dan de in literaire termen hagiografische film, gericht op persoonsverheerlijking, die One Love is.

 

15 februari 2024

 

ALLE RECENSIES

Holdovers, The

****
recensie The Holdovers
Overblijven en overleven

door Cor Oliemeulen

Nadat de dennennaalden allang bij elkaar zijn geveegd, verschijnt The Holdovers bij ons in de bioscoop. Deze lang verwachte film van Alexander Payne is dan ook geen traditionele kerstfilm met winteractiviteiten, zich volvretende families of kleffe geliefden tussen de kerstballen, maar een komisch schooldrama met een positieve boodschap.

Na zijn jammerlijk geflopte sociale satire Downsizing (2017), waarin een man zich laat verkleinen tot krap vijftien centimeter om zijn ecologische voetafdruk te reduceren en op die manier toch in weelde te kunnen blijven leven, keert de Amerikaanse filmmaker Alexander Payne terug naar de sfeer van zijn bejubelde films About Schmidt (2002), Sideways (2004) en Nebraska (2013). Het zijn allemaal karakter gedreven verhalen met een satirische benadering van menselijke relaties in een complexe samenleving.

The Holdovers

No-nonsense
De regisseur liet zich inspireren door het plot van de oude Franse komedie Merlusse (1935) van Marcel Pagnon. Die film gaat over een verre van populaire leraar die tijdens de kerstvakantie op een groepje scholieren moet passen. In The Holdovers schittert Paul Giamatti (nog meer dan in Sideways) als oppasleraar van een handjevol rijkeluisjongens op een privéschool die door omstandigheden de kerstvakantie niet bij hun familie kunnen doorbrengen.

Deze Paul Hunham is zeker geen leraar die zijn leerlingen inspireert, zoals bijvoorbeeld Robin Williams dat deed als John Keating in Dead Poet’s Society (1989) van Peter Weir. Hunham is stug, cynisch en no-nonsense. Hij noemt zichzelf geen leraar geschiedenis maar leraar oudheidkunde en zadelt zijn leerlingen op met kennis waarvan zij zich afvragen wat zij er in hemelsnaam mee moeten. Zeker voor tienerjongens is het dan ook lastig te duiden welke invloed de Tweede Peloponnesische Oorlog (vijfde eeuw voor Christus) heeft op het leven in de huidige tijd. Het mag dan wel kerstvakantie zijn, de jongens moeten van hun oppasser absoluut blijven studeren, maar ook regelmatig sporten, ook al vriest het buiten. “De Romeinen namen een buitenbad bij minus 15 graden”, zo vertrouwt Hunham hen toe.

Wanneer de decemberdagen van 1970 op de Barton Academy langzaam verstrijken, leren we onze leraar oudheidkunde beter kennen. Hij blijkt nauwelijks de campus te verlaten, is eenzaam en drinkt alcohol om zijn saaie leven wat op te vrolijken. Dat laatste geldt ook voor het hoofd van de keuken, Mary (Da’Vine Joy Randolph), die rouwt om haar in Vietnam gesneuvelde zoon. Samen met Hunhams beste leerling Angus (verrassende debutant Dominic Sessa), die uiteindelijk als enige leerling overblijft, proberen ze er het beste van te maken. De focus ligt op de relatie tussen de mopperende Hunham en de recalcitrante, maar breekbare Angus die elkaar langzaam beter leren kennen door elkaar uit te dagen en oprecht te zijn.

The Holdovers

Catharsis
De films van Alexander Payne kenmerken zich door sterke karakterontwikkelingen. En zoals in eerdere films is er in The Holdovers uiteindelijk sprake van een roadtrip die leidt tot een catharsis en een extra mogelijkheid om de sfeer en cultuur van de betreffende plaatsen op te snuiven. De regisseur draaide geen enkele scène in de studio. Hij construeerde de fictieve Barton Academy uit vijf bestaande Amerikaanse scholen; de eetzaal, gymzaal, kapel, gangen en de buitenkant van het gebouw passen uitstekend bij elkaar.

Net als in recente films als The Fabelmans (Steven Spielberg), Empire of Light (Sam Mendes) en Fallen Leaves (Aki Kaurismäki) speelt de liefde voor cinema in The Holdovers een mooie bijrol. Voordat Alexander Payne begon met filmen, bracht hij een deel van de acteurs en de crew in aanraking met de uitstraling en het gevoel van weleer door het vertonen van typische  jarenzeventigfilms als The Graduate, The Last Detail, Paper Moon en Harold and Maude. En hoe vaak zou het gebeuren dat leraar en leerling samen in de bioscoop kijken naar Little Big Man van Arthur Penn? Het nieuwe jaar is pas net begonnen en telt met The Holdovers al het eerste hoogtepunt.

 

7 januari 2024

 

ALLE RECENSIES

God Is a Bullet

***
recensie God Is a Bullet
Satan is een slechte tatoeëerder

door Cor Oliemeulen

De nieuwe film van Nick Cassavetes kent een interessant vertrekpunt, maar het sympathieke realisme van de relatie tussen twee tegenpolen botst met het ongeloofwaardige geweld.

Het duurde bijna tien jaar voordat Cassavetes zich waagde aan zijn tiende speelfilm. Ditmaal geen romantische film zoals She’s So Lovely (1997) of The Notebook (2004), volgens eigen zeggen zijn slechtste film. Ook geen familiedrama als My Sister’s Keeper (2009) of Yellow (2012). Misdaadfilms liggen hem het best, zoals John Q (2002) en Alpha Dog (2006). Net als zijn vader John, de beroemde onafhankelijke New Yorkse filmmaker van weleer, heeft Nick oog voor emotionele diepgang en complexe menselijke relaties. Dat zie je terug in zijn nieuwe actiethriller God Is a Bullet.

God Is a Bullet

Ontvoerde dochter
De film opent met de ontvoering van een jong meisje door een groep duistere figuren die later blijken te behoren tot een satanische sekte. Haar moeder, die net de supermarkt verlaat als haar dochter in een obscuur busje wordt gegooid, ziet haar rode ballon in de lucht langzaam kleiner worden. Dan schakelen we over naar een riant huis met zwembad waar diezelfde satanisten een man en een vrouw vermoorden en opnieuw een meisje meenemen. Haar vader Bob (Nikolaj Coster-Waldau: Game of Thrones, 2011-2019) ontdekt dat zijn 14-jarige dochter Gabi is verdwenen. Bob is politieagent, die zijn meeste werkzaamheden achter een bureau verricht. Hij wacht zes weken tevergeefs tot zijn collega’s een spoor van haar hebben gevonden. Dan komt de tijd dat hij zelf op onderzoek uitgaat.

Bob krijgt contact met de getroebleerde jonge vrouw Case (uitstekende rol van Maika Monroe: It Follows, 2014), die zegt aan de betreffende sekte te zijn ontsnapt en hem wil helpen Gabi te vinden. De creepy uitgedoste leden behoren tot de Left Handed Path die zich bezighouden met een satanische vorm van spiritualiteit. Ze wijzen elke vorm van godsdienst af en doen aan zelfvergoddelijking. Hoewel deze gasten wat over de top zijn neergezet – alsof ze een wedstrijd hebben gehouden wie de meest afschuwelijke tatoeages op zijn gezicht durft te zetten – weet de kijker dat Bob een flinke kluif aan deze gasten zal krijgen. Om ook stoer over te komen, laat hij zichzelf ook een aanzienlijke tatoeage aanmeten door de zonderlinge Ferryman (Jamie Foxx: Django Unchained, 2012). Samen met Case daalt hij af naar de diep verborgen, donkere krochten van gewelddadig satanisme om Gabi te vinden. Het grootste obstakel vormt de sadistische bendeleider Cyrus (Karl Glusman: The Neon Demon, 2016).

God Is a Bullet

Tegenpolen
Nick Cassavetes weet de duistere, hallucinante omgeving waarin Bob en Case zich begeven sfeervol weer te geven. Hun groeiende relatie is het sterke deel van God Is a Bullet. Grotere tegenpolen zijn er nauwelijks, maar hun traumatische verledens brengen hen dichter bij elkaar. De christen ontmoet de goddeloze wereld, en de goddeloze vindt langzaam het geloof dat er ook hoop voor haar is. Als hun wederzijdse vooroordelen verdwijnen, kunnen ze elkaar verder helpen. Echter het probleem van dit sympathieke gegeven is dat hun persoonlijke queeste te veel botst met alle gewelddadigheden die zowel zij als de kijker voor de kiezen krijgen.

In sommige Amerikaanse bioscopen draaide de ongecensureerde versie van ruim tweeënhalf uur, bij ons duurt de film twee uur. Waarschijnlijk zijn de meest aanstootgevende scènes eruit geknipt. Mogelijk is er ook wat gerommeld met de opbouw van het verhaal, want sommige plotgaten zijn storend. Het realisme van de onderlinge band tussen Bob en Case gaat hopeloos ten onder in het ongeloofwaardige geweld. Zo wordt Bob met een mes bewerkt (waarna hij de enorme snee in zijn buik met lijm en nietjes moet dichtmaken), gebeten door een giftige slang, gedrogeerd, toegetakeld met een vlammenwerper en tot pulp geslagen met een honkbalknuppel. Case wordt ‘slechts’ een paar keer keihard in haar gezicht gestompt en verkracht. Dat alles zal het koppel er niet van weerhouden de ultieme confrontatie met het gespuis aan te gaan – met dank aan het begeleidende Requiem van Mozart en de mooie soundtrack van de film.

 

29 november 2023

 

ALLE RECENSIES

Past Lives

*****
recensie Past Lives
Masterclass storytelling

door Cor Oliemeulen

Als kinderen waren ze onafscheidelijk en dol op elkaar. Totdat de een ging emigreren en ze elkaar uit het oog verloren. Ruim twintig jaar later ontmoeten ze elkaar weer. Past Lives is romantiek op zijn puurst, een liefdevolle dans tussen ontroering en verstand.

In haar filmdebuut neemt Celine Song haar eigen levenswandel en de cultuurverschillen tussen haar oude en nieuwe wereld als uitgangspunt. Ze werd geboren in Zuid-Korea, verhuisde met haar artistieke ouders naar Canada en belandde in New York waar ze schrijver van toneelstukken werd. Past Lives opent met het meisje Na Young en de jongen Hae Sung. Na het vervelende nieuws van de emigratie, neemt Na Young zich voor om later een Nobelprijs te winnen en laat Hae Sung blijken dat hij het meisje met wie hij later wil trouwen erg zal missen.

Past Lives

Wederzien
In Canada heet Na Young voortaan Nora. Ze gaat wonen en studeren in New York. In Zuid-Korea zien we hoe Hae Sung na zijn militaire dienst een opleiding voor ingenieur volgt en met zijn vrienden uitgaat. De afgelopen twaalf jaar is hij aan zijn jeugdliefde blijven denken. In New York is Nora benieuwd hoe het met Hae Sung gaat. Ze ziet dat hij op Facebook een bericht van haar vader, filmregisseur, heeft geliket. Ze stuurt hem een mail en niet veel later is er een aangenaam wederzien via Skype. Ze zeggen dat ze elkaar hebben gemist, echter door het tijdsverschil, wederzijdse verplichtingen en Nora’s verwarrende gevoel dooft hun contact weer uit.

We gaan opnieuw twaalf jaar verder in de tijd. Nora is een succesvolle toneelschrijver en getrouwd met Arthur (John Magaro), eveneens schrijver. Het onvermijdelijke moment breekt aan dat Hae Sung op bezoek komt. Zijn bedoeling is om een weekend te blijven in een hotel. Hun wederzien na ruim twintig jaar is in Central Park en wordt beklonken met een lange, stevige omhelzing. Hierna bezoeken ze trekpleisters van de stad en maken ze een cruise. Ze praten en er vallen stiltes, maar ondertussen spreken de ogen. Ze lachen en er is ongemak. Ze blijven wat op afstand van elkaar. Een dag later is de ontmoeting met Arthur, die Hae Sung’s bezoek niet direct leuk vindt, maar wel begrip toont en Nora de gewenste ruimte geeft. Ze zegt tegen Hae Sung dat ze gelukkig is met Arthur, maar natuurlijk hebben ze weleens ruzie. “Het is alsof je twee bomen in één pot hebt geplant. Onze wortels hebben behoefte om hun plaats te vinden.”

Verbondenheid
Het tempo van Past Lives mag dan wel traag zijn, het eerste uur van de film, waarin nauwelijks actie zit, moet zich nu eenmaal vormen in het hoofd van de kijker. Nu is het hart aan de beurt, want de twee hebben, zoals duidelijk mag zijn, een bepaalde verbondenheid. In de Koreaanse cultuur heet die ‘ineyeon’. Dit verwijst naar een voorbestemde of kosmische connectie tussen mensen; elkaar ontmoeten of relaties aangaan vanwege een onzichtbare, spirituele band. Het wordt vaak geassocieerd met het idee van lot of lotsbestemming, waarbij een bepaald iemand ontmoeten in de sterren geschreven staat. ‘Ineyon’ kan ook gaan over vorige levens of reïncarnatie.

Past Lives

Sommige mensen geloven dat een connectie die ze voelen met iemand anders het gevolg kan zijn van een spirituele band die is ontstaan ​​in vorige levens. Dat kunnen er wel achtduizend zijn, zegt Nora. Of het een grapje is of ze het serieus bedoelt, blijft in het midden. Er zijn concrete voorbeelden van zo’n connectie in de Koreaanse literatuur, en ook in films. Zoals in Siworae (Il Mare, 2000) van Hyun-seung Lee dat vanwege het originele gegeven een Amerikaanse remake (The Lakehouse, 2020) kreeg. Dit mysterieuze romantische verhaal gaat over een man en een vrouw die exact twee jaar na elkaar in dezelfde woning aan zee wonen en met elkaar communiceren via brieven die ze door een tijdbarrière sturen.

Realistisch
Past Lives
heeft niets zweverigs. De film stelt oprechte, diepmenselijke emoties centraal die in alle warmte op een realistische manier worden opgediend, zonder ze van de daken te schreeuwen. De dialogen zijn lichtvoetig, de relationele complexiteit is delicaat en geloofwaardig, net als de vertolkingen van de drie personages. Deze masterclass in storytelling bewijst hoe krachtig en subtiel tegelijk een eenvoudig thema kan zijn. Alle compassie komt samen in de weergaloze slotscène in een kleurrijke straat in East Village.

Vorig jaar was Drive my Car, een Japans drama over de onverwachte connectie tussen een beroemde theaterregisseur en zijn vrouwelijke chauffeur, een van de cinematografische hoogtepunten. Dit jaar is dat Past Lives, dat de romantische ziel laat voelen dat de wereld best wat meer verbondenheid kan gebruiken.

 

2 oktober 2023

 

ALLE RECENSIES

Golda

**
recensie Golda
Flets drama met goede hoofdrol

door Jochum de Graaf

Het had een mooi epos kunnen worden: Golda, de film over de iconische Iron Lady van Israël die als enige vrouw in de woelige mannenwereld overeind bleef en vastberaden haar land door de Jom Kippoer-oorlog in de jaren zeventig leidde. Maar ondanks een goede rol van Helen Mirren blijft de film steken in een flets drama en een afgeleide discussie of ze als niet-Joodse acteur wel Golda Meïr zou mogen spelen.

Het was kantje boord, oktober 1973, of de jonge staat Israël zou door een invasie van Egypte en Syrië vernietigd zijn. Na de Zesdaagse Oorlog van 1967, waarbij Israël de Sinaï-woestijn op Egypte en de Golanhoogten op Syrië had veroverd, voelde het leger zich schier onoverwinnelijk. Ondanks signalen van inlichtingendiensten en spionnen bij de vijand was het Israëlische leger ditmaal niet of nauwelijks voorbereid. Vroeg in de ochtend van 6 oktober – Grote Verzoendag, ofwel Jom Kippoer, de belangrijkste joodse feestdag – pas vier uur voor de grootscheepse aanval kwam een gedeeltelijke mobilisatie op gang. De Jom Kippoer-oorlog zou na ruim twee weken door Israël ternauwernood gewonnen worden.

Golda

De oorlog zorgde voor een groot trauma in de Israëlische samenleving. Hoe kon het dat Israël zich zo had laten verrassen, dat er zoveel slachtoffers waren gevallen, dat er zoveel fouten door de regering en legerleiding waren gemaakt? Er kwam een breed samengestelde onderzoekscommissie die het tot de bodem moest onderzoeken, de commissie Agranat. 

Iron Lady van Israël
Golda begint met de aankomst van de iconische Iron Lady van Israël in het gerechtsgebouw waar ze verhoord zal worden. Golda Meïr was vanaf 1969 de eerste vrouwelijke premier van Israël, de derde wereldwijd, en de enige vrouw en voorzitter van de crisisstaf tijdens de Jom Kippoer-oorlog. Helen Mirren typecast haar mooi: licht gebogen houding, haar achterover in een knot, karakteristieke neus en mond, de eeuwige handtas, klompschoenen, onafscheidelijke sigaret in de mond. Golda legt de sigaret terzijde, legt de eed af en de film volgt verder de aanloop, het verloop en de afloop van de oorlog.

Hoe de mannen van de legertop, de geheime diensten Mossad en Shin Bet, de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken en al hun assistenten alsmede de enige vrouw in het gezelschap aanvankelijk overdonderd, licht naïef en vertwijfeld in het geweer komen en vervolgens door slimme tactiek, maar ook ten koste van grote verliezen, de oorlog op zijn kant gaan zetten. Zoals de wankelmoedige Moshe Dayan, defensieminister met het befaamde ooglapje en oorlogsheld van 1967 die zo gedesillusioneerd is dat hij ontslag wil nemen en een paar dagen onderduikt. Daar tegenover staat generaal David ‘Dado’ Elazar, de stafchef die als een van de weinigen wel die eerste uren het hoofd koel houdt en Golda Meïr voorhoudt dat ze het tij kunnen keren. Ze houdt de krijgshandelingen nauwgezet bij in haar opschrijfboekje: de aantallen tankdivisies over en weer, de gevechtsvliegtuigen, de aantallen reservetroepen die nog gemobiliseerd kunnen worden, de aantallen doden en gewonden. Ze stelt generaal Ariël Sharon aan, de latere premier, die de beslissende tankslag tegen Egypte uitvoert.

Uiteraard komt in de film de geopolitieke context aan de orde. Zoals de Amerikaanse president Nixon die in het Watergate schandaal verstrikt raakt, de pogingen en uiteindelijk het slagen om de Egyptische president Sadat tot de impliciete erkenning van de staat Israël te dwingen, de intensieve diplomatieke overleggen, de Arabische landen die met een olieboycot dreigen en dat vervolgens ook na de oorlog uitvoeren met de oliecrisis als gevolg.

Het levert af en toe een aardige scène op, zoals wanneer Golda Meïr de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger op zijn afkomst aanspreekt. Kissinger zegt: ‘Ik ben in de eerste plaats Amerikaans minister, vervolgens Amerikaan en pas in derde instantie Jood.’ Golda reageert sterk onderkoeld: ‘Meneer de minister, in het Midden-Oosten schrijven we van rechts naar links’.

Golda

Helen Mirren
Ze toont ook haar menselijke kant, haar medeleven met de typiste die alle persverklaringen en communiqués optikt, die moeder wier zoon op het slagveld sneuvelt. In de pauze van een vergadering spuwt ze bloed, tussen de oorlogsbedrijven door bezoekt ze met haar trouwe assistente heimelijk het ziekenhuis en wordt uitgebreid onderzocht. Ze blijkt lymfklierkanker te hebben, maar kan  met zware medicatie toch blijven functioneren.

Helen Mirren schijnt haar origineel zeer dicht te benaderen, met die handtas, die klompschoenen, en die kettingrokerij, al had die verslaving met continu rookwalmen, de ene na de andere sigaret die in de hens wordt gestoken, de overvolle asbakken met uitgedrukte peuken ook wel wat subtieler in beeld gebracht kunnen worden. Mirren is natuurlijk een fantastische actrice, maar de film krijgt geen reliëf. De tegenspelers zijn fletse karakters, die dramatisch nauwelijks tot leven komen. Bij de casting lijkt de keuze gelegen te hebben op de fysieke gelijkenis met het personage dat ze spelen of dat ze hen goed kunnen imiteren.

Golda is een Israëlische film. Regisseur Guy Nattiv en vrijwel de volledige cast is Joods. In de Amerikaanse en Britse filmpers ontstond enige discussie of Mirren als niet-Joodse actrice met een sterk aangezette grime met typisch Joodse neus wel Golda zou mogen spelen. Het geeft genoeg te denken dat een dergelijke marginale discussie een groot stempel op de berichtgeving over de film zet.

 

20 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Into the Abyss (2011)

Into the Abyss (2011)
Vragen is makkelijker dan antwoorden

door Tim Bouwhuis

Op eigenzinnige, herkenbare wijze stelt Werner Herzog al decennialang vragen over menselijk gedrag, waarheidsvinding en het ongenadige karakter van de natuur. Into the Abyss (2011), een laatste blik op een veroordeelde in een dodencel, is thematisch een van de meest aangrijpende en kernachtige documentaires die Herzog maakte. Tegelijkertijd laat de film zien dat de ‘Herzog-methode’ – empathisch maar confronterend in het vragen, spaarzaam maar filosofisch in het antwoorden – niet altíjd bevredigend hoeft te werken.

De overzichtsdocumentaire die op 8 juni alvast de huidige Herzog-tentoonstelling (EYE, >18 juni) inleidde, noemt het Duitse filmicoon een ‘Radical Dreamer’. De hoofdletters passen, want Herzogs zoekende, vragende stijl leidt op gezette momenten toch tot ferme uitspraken over de grillen van de mens, die de regisseur qua toon compenseert met een dromerig, zachtmoedig idealisme. Áls er al een waarachtige Herzog-methode bestaat, loopt die over van de raadselachtige tegenstellingen.

Into the Abyss (2011)

Tiran of goedheiligman
De tiran die Klaus Kinski naar verluidt het leven zuur maakte, kwam later met documentaires waarin hij spreekt en denkt als de goedheiligman. Typerende sketches (Werner Herzog Eats His Shoe) en meelevende vraaggesprekken gaan in Herzogs oeuvre hand in hand met autoritaire ingrepen. Als de maker in Grizzly Man naar Timothy Treadwells ‘doodstape’ luistert en besluit de opname niét te laten horen, maakt een van zijn (doorgaans zoekende) films ineens toch deel uit van een moreel universum, waarin alleen Herzog de grens van goed en fout bepaalt.

Herzogs ontvankelijke, empathische houding weerhoudt hem er dus niet van om stelling te nemen. Die balans is intrigerend, maar biedt ook aanleiding om zijn stijl als maker en interviewer kritisch onder de loep te nemen. Into the Abyss is hier minstens zo geschikt voor als het veelbesproken Grizzly Man. Herzog bezoekt in deze gewichtige documentaire een gedetineerde die over acht dagen een doodsinjectie zal krijgen. De uniek aandoende gespreksfragmenten vormen zonder twijfel de kern van het verhaal, maar Herzog laat ook andere betrokkenen aan het woord: de kapelaan voor de dodencel en de leider van het politieonderzoek krijgen pakweg evenveel aandacht als de selecte nabestaanden van de daders (een medeplichtige werd veroordeeld tot levenslang) en de slachtoffers.

Een ‘moord’ voor een moord
Into the Abyss bestaat voor 75 à 80 procent uit interviews, waarbij de resterende scènes wegkijken als fragmenten uit een volleerde ‘true crime’-reportage. De reconstructie van een drievoudige moord, die in 2010 leidde tot de veroordeling en executie van hoofdpersoon Michael Perry, maakt het lastig om alle betrokken partijen vrijblijvend en met een ‘open blik’ aan te horen. Het verhaal is huiveringwekkend, en de emoties van een nabestaande (in dit geval de zus van een van de slachtoffers) zijn ook voor buitenstaanders vaak confronterend en moeilijk te weerstaan.

Het kille gegeven van zinloos geweld – de moorden werden ingeluid door een poging tot autodiefstal ­– zal dus weinig kijkers onbewogen laten, maar er is één cruciaal verschil: in Texas kunnen de grootste wandaden nog altijd leiden tot de ergst denkbare straf. In het eerste interview van de film vraagt Herzog direct aan een kapelaan waarom God ervoor zou kiezen de doodstraf toe te staan. Het is de eerste van een kleine handvol momenten waarop duidelijk doorschijnt met welk motief de regisseur deze documentaire maakt: als het aan hem ligt, zou de strengste strafmaat voor een moordenaar nog steeds niet tot de dood mogen leiden. Dit standpunt doet niets af aan de ernst van de gruweldaad. In een later interview vraagt Herzog zich hardop af of ‘een levenslang vonnis de plaats van de doodstraf in zou kunnen nemen’.

Stelling nemen
Het is begrijpelijk dat Herzog zich bij zo’n gewichtig thema moeilijk afzijdig kan houden. Hij is bereid om alle betrokkenen te spreken, en doet dat met zijn kenmerkende, empathische vragen, maar als het erop aankomt neemt hij alsnog geen blad voor de mond. Onder andere omstandigheden kan zo’n houding de zeggingskracht van een film ten goede komen, maar in Into the Abyss zorgt Herzogs moreelfilosofische stellingname eerder voor verwarring.

Dat laatste heeft alles te maken met een groter probleem dat de documentaire parten speelt: de gebeurtenissen die tot Perry’s veroordeling leidden, voelen in het licht van Perry’s eigen getuigenis namelijk verre van opgelost. Bij een moordzaak als deze is dat cruciaal, want als er twijfel is over de ware toedracht, kun je als filmmaker die ‘alle partijen aan het woord wil laten’ (maar er zelf ook een mening op nahoudt) makkelijk je integriteit verliezen.

Twijfel over de toedracht
Puur op basis van de reconstructie is het duidelijk waarom Michael Perry voor de drievoudige moord verantwoordelijk is gesteld. In de intieme interacties met Herzog ontkent de veroordeelde echter dat hij de moorden heeft gepleegd. Het gaat er in dit geval even niet om wat zijn argumenten waren, en of hij gelijk had (dat zou een tweede essay vereisen), maar de surreëel kalme, af en toe breed lachende Perry die we in de dodencel zien, valt in ieder geval moeilijk te verenigen met het beeld dat de reconstructie schetst. Dat de veroordeelde voor zijn executie zelfs aangaf zijn aanklagers te willen vergeven, maakt de zaak niet minder complex.

Onder andere, minder twijfelachtige omstandigheden zou het waarschijnlijk prima overkomen dat de bredere discussie over de legitimatie van een straf (hier geïnitieerd door Herzog) losstaat van de meer specifieke discussie over de schuld of onschuld van een veroordeelde. De verwarrende houding van Perry, die in ieder geval ten dele werd geweten aan mentale problemen (alhoewel dit in de documentaire ook niet duidelijk wordt gemaakt – ik moest er het internet voor op), zorgt er in dit geval alleen voor dat het veel moeilijker is om de twee discussies van elkaar los te koppelen. Als de schuld van de veroordeelde niet ter discussie staat, schakel je eerder en eenvoudiger over naar het ‘grotere plaatje’. Nu eisen de opmerkingen van Perry nog alle aandacht op.

Into the Abyss (2011)

Stelling nemen (II)
Hoewel Herzog op geen enkel moment expliciet stelt dat Perry schuldig of onschuldig is, voelt Into the Abyss door de onweersproken twijfel over het vonnis en het doodstraf-standpunt toch als een impliciet pleidooi in zijn voordeel. Door de tegenstelling tussen de waarheid van de reconstructie en Perry’s waarheid niet overtuigend te duiden, maar zich wél tegen de doodstraf uit te spreken, houdt de regisseur ruimte voor speculatie over de schuldvraag en kan hij ook moeilijker tegenspreken dat hij bevooroordeeld is. Die laatste indruk wordt nog eens versterkt als de nabestaande van een slachtoffer fel (en daarmee onsympathiek) zegt dat sommige mensen het “verdienen om te sterven”, waarna Herzog in de montage direct schakelt naar een beeld van een weerloze Perry.

Het valt Herzog dus te verwijten dat hij de argumentatieve kaders van zijn documentaire niet scherper heeft gearticuleerd, maar ergens is dat gebrek ook een logische bijwerking van zijn kenmerkende werkwijze: als empathische vragen in Herzogs documentaires inderdaad dichterbij zijn dan omvattende antwoorden, kun je ook geen vastomlijnde filmessays verwachten. Dezelfde regisseur die over de ‘wraak van God’ begint, kan een seconde later vragen naar een aandoenlijke ontmoeting met een eekhoorn. Zelfs als het een discussie over de doodstraf betreft, toont Herzog zich nog een radicale dromer.

 

Kijk hier waar en wanneer Into the Abyss draait.

 

22 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Stroszek (1977)

Stroszek (1977)
Bruno vs. Bruno

door Bob van der Sterre

Bruno Stroszek heeft een lastig leven. Eva ook. Ze verlaten Berlijn en reizen naar de VS. Stroszek (1977) is een film à l’improviste die Werner Herzog vooral maakte vanwege zijn bewondering voor de acteur Bruno S.. Het resultaat is niet perfect maar blijft filmkijkers fascineren.

We beginnen het verhaal als Bruno Stroszek wordt vrijgelaten uit de gevangenis. Hij neemt zijn accordeon mee. In een café krijgt hij de mishandelde prostituee Eva zo gek om bij hem in te trekken. ‘Waar moet alles heen, als Bruno er straks niet meer is?’, sombert hij.

Eva keert terug bij haar pooiers in het café. De schreeuwlelijken sleuren haar mee naar Bruno’s huis en mishandelen haar daar ten overstaan van Bruno, die ze daarna ook maar mishandelen.

Stroszek (1977)

Bruno’s excentrieke buurman Scheitz is de reddende engel met een droom over een leven bij familie in Wisconsin. Eva prostitueert zichzelf nog een beetje en ze hebben genoeg geld om erheen te gaan. Met hun dwergpapegaaitje reizen ze door de VS. Ze gaan werken, Bruno als mecanicien, Eva als serveerster. Ze kopen een trailer maar de betalingen gaan niet zo vlot.

Kinski in plaats van Bruno
Stroszek gaat over de acteur die de hoofdpersoon speelt: Bruno S.. Daar is weinig geheimzinnigs aan. Het zijn zijn instrumenten die we zien, zijn huis in Berlijn en de thema’s van zijn leven. Nog sterker: de piano die we hier zien, is de piano die hij verdiende met het geld van een andere Herzog-film: Jeden fur sich und Gott gegen allen.

Alsof dat allemaal nog niet duidelijk genoeg was, is de naam van zijn karakter Bruno Stroszek, in plaats van Bruno Schleinstein, zijn echte naam die hij tijdens zijn leven graag verborgen hield (hij overleed in 2010).

De reden voor dit alles: Herzog had in 1977 voor zijn film Woyzeck aanvankelijk Bruno S. op het oog. Maar besloot toen toch dat Klaus Kinski beter zou passen bij dat verhaal. Omdat Bruno al vakantie had opgenomen van zijn werk in de fabriek, en Herzog ook wroeging voelde, schreef hij dit verhaal in iets meer dan twee dagen (!) en gaf hij het de vergelijkbare titel Stroszek (geen wonder dat menigeen deze films in Herzogs oeuvre door elkaar haalt). Om het nog ingewikkelder te maken is Stroszek ook de achternaam van de hoofdpersoon in Herzogs debuutfilm Lebenszeichen (1968). Herzog houdt wel van lijntjes die door zijn oeuvre heenlopen.

Bruno’s echte en fictieve leven
Fictie en werkelijkheid gaan in Stroszek door elkaar heen. Er zitten veel vernederingen in, net als in Bruno’s echte leven. De veiling is ook een vernedering. De lange mishandeling van Eva (ze gebruiken alles wat ze tegenkomen in Bruno’s huis tot en met een bel) en het gedoe met pasgeboren kindjes zijn niet makkelijk om te zien.

Voor wie het nog niet wist: Bruno was zoon van een prostituee, werd door haar veel geslagen, zelfs zodanig hard dat hij er doof van werd. Belandde in een instituut voor kinderen met mentale problemen. Vaak op de vlucht, opgepakt en weer opgesloten. O ja, de nazi’s hadden proeven op hem gedaan.

Beide Bruno’s doen zware arbeid (vorkheftruck vs. automonteur) en zitten op zwart zaad. (Het hielp niet dat de echte Bruno iedereen enorm wantrouwde op het gebied van geld; ik geloof dat Herzog zelfs een bankier moest uitnodigen om uit te leggen dat ze Bruno’s geld niet stalen.) Je kunt zeggen dat fictieve Bruno een afsplitsing is van echte Bruno, maar de verschillen zijn zo gering dat je nauwelijks kan zeggen waar de ene begint en de andere eindigt.

Niet zo verbazingwekkend dat Herzog zich tot deze acteur aangetrokken voelde. Het past bij Herzogs oeuvre waarbij de harde wereld de bewoners ervan flink te grazen neemt. Vulkanen, beren, meteorieten, de Peruaanse jungle, reizen door de VS, een pinguïn op Antarctica… Bij Herzog is de gemeenheid van het bestaan nooit ver weg.

Donkere geschiedenissen
De film bevat sowieso veel duistere geschiedenissen. Hij speelt zich grotendeels af in Plainfield, Wisconsin, waar Herzog voor deze film al eens was geweest. Gaat een belletje rinkelen? Dat was de plek waar meerdere seriemoordenaars vandaan kwamen, waaronder Ed Gein, wat Herzog blijkbaar passend vond (nog sterker, en hier wordt het echt vreemd, hij wilde met documentairemaker Errol Morris het graf van de moeder van de seriemoordenaar openen net zoals Gein dat deed met alle graven rondom het graf van diens moeder, maar dat gebeurde niet, volgens Herzog alleen maar omdat Morris niet kwam opdagen).

De pooiers in deze film waren ook echt gevaarlijke gasten: een was echt pooier van beroep en de ander overviel een bank. De afgevaardigde van de bank in de film lijkt dan heel meelevend maar is ‘nep en gevaarlijk’ volgens Herzog.

Nog meer duister? Een beroemde, lugubere anekdote rondom de film is dat Ian Curtis, zanger van Joy Division, een dag na het kijken van Stroszek een einde aan zijn leven maakte.

Toch – je zou het bijna niet geloven – biedt de film ook wel hoop en humor. De echte Bruno vluchtte in de muziek, leerde zichzelf accordeon, piano en glockenspiel spelen, en trad daarmee vaak op in Berlijnse patio’s. Net als de fictieve Bruno. (In 1970 was documentairemaker Lutz Eisholz door deze straatartiest gefascineerd en maakte de film Bruno der Schwarze – Es blies ein Jäger wohl in sein Horn. Dat creëerde zijn rol in Jeden fur sich und Gott gegen allen en daarna dus deze film. Het zijn van een filmster betekende een kentering in Bruno’s leven. Later werd hij kunstenaar.)

Haastige uitvoering
Terug naar de film. Je merkt aan veel dingen dat Stroszek haastig is gemaakt en bestaat uit losse aaneengeregen ideeën van Herzog. Het acteerwerk (bijrollen van amateurs) is vaak vrij matig. Het is een vrij lompe, sombere film – met af en toe wat bizarre momenten en vooral een einde dat je niet snel vergeet.

Wat Stroszek goed maakt, zijn de terloopse observaties die je niet zo vaak ziet in Amerikaanse roadmovies. Truckerslevens, diners, veilingmeesters in een eigen taaltje, frisdrankautomaten, trailerwoningen, een ‘dancing chicken’. Het is het ironische oog van de buitenstaander, zoals Jacques Tati in Trafic heel mooi de Nederlandse volksaard becommentarieerde.

En veel mysterie. De bevroren kalkoen die Bruno meezeult. De interesse in magnetisme van Scheitz. En het einde dus… Ik verklap het niet maar het heeft te maken met een kip en deze muziek van mondharmonicaspeler Sonny Terry. De een ziet er de oppervlakkigheid van Amerikaans entertainment in, een volgende gelooft dat hij iets zegt over nihilisme. (Dit einde riep destijds zoveel weerzin op bij de crew dat Herzog die zelf maar moest filmen, vonden ze. Dat deed hij. Hij was er zoals je kunt verwachten heel content mee: ‘Zo moeten films eindigen.’)

Liefhebbers
De film raakt een snaar, vooral bij filmliefhebbers uit de VS. Is het verbazingwekkend dat David Lynch dit de beste Herzog vindt die hij kent? De beroemde filmcriticus Roger Ebert was ook dol op Herzogs werk en vooral deze film. In een video op YouTube leggen hedendaagse Amerikaanse filmfans uit ze dat de film goed vinden (‘Waarom is Stroszek zo geniaal?’ is hun invalshoek). Herzog is zelf trouwens ook een groot liefhebber: ‘Ik ben dol op deze film.’

In Stroszek zie ik invloed op heel veel Amerikaanse roadmovies, maar ook aan de zwartgallige, maffe films van Benoît Delépine en Gustave Kervern met veel amateuracteurs (Louise-Michel, Aaltra, Effacer l’historique).

Stroszek (1977)

De film betekende voor Herzog vooral dat hij alles uit Bruno S. als acteur/onderwerp had gehaald wat er maar in zat. Iets waar hij anders mogelijk geen antwoord op zou hebben gehad. Bruno’s naïeve spel is héél karakteristiek (hij praat en kijkt vaak plechtig) maar door hem min of meer zichzelf te laten spelen, loste dat probleem zichzelf op. Herzog noemde hem de beste acteur die hij kende: ‘In zijn menselijkheid, in de diepte van zijn optreden, is er niemand zoals hij.’

De samenwerking met Bruno S. doet denken aan de onmogelijke manier waarop hij samenwerkte met Kinski voor bijvoorbeeld Aguirre en Fitzcarraldo. Hij haalde het beste als acteur in Kinski naar boven maar de twee bevonden zich vrijwel altijd in een staat van oorlog. Met Bruno was het anders. Toch moest Herzog daar ook diep gaan als regisseur (zoals het ondergaan van Bruno’s schreeuwpartijen voor de opnamen begonnen). Herzog raakt volgens mij snel verveeld als er geen spanningen zijn op de set.

En na de film?
Bruno genoot van alle aandacht die er kwam voor zijn bestaan, maar die verflauwde ook natuurlijk weer. De documentairemaker Jan Ralske maakte nog wel twee films, in 1993 in een film over Berlijn, en in 2009 over Bruno zelf (Seeing Things).

In die laatste film zie je even de echte Bruno de fictieve Bruno bekijken in deze film. Stroszek op zijn kop. Een jaar later zou hij overlijden op 78-jarige leeftijd. Daarmee kwam er een einde aan een van de beste non-acteurs die er is geweest. En dat is toch wel een vorm van rechtvaardigheid. Want Bruno heeft natuurlijk veel vreselijks moeten meemaken in zijn leven – het is fijn dat daar ook iets moois tegenover heeft gestaan.

Het is Herzogs krediet dat hij daar een oog voor had en daar dan ook in bleef geloven. De filmbruno blijft dankzij hem doorleven. En mochten wij het misschien vergeten, herinnert Herzog ons er wel aan in een van zijn vele interviews.

 

Kijk hier waar en wanneer Stroszek draait.

 

20 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Little Richard: I Am Everything

****
recensie Little Richard: I Am Everything
Worsteling met rock en religie

door Jochum de Graaf

Zijn hele leven streed hij voor erkenning. Met Little Richard: I Am Everything maakte Lisa Cortes een innemend en gevoelvol portret van ‘the originator’ van de rock-‘n-roll.

‘A-bop-bop-a-loom-op a-lop-bop-boom!’ Tutti Frutti, het nummer dat eind jaren vijftig voor een aardverschuiving in de muziekwereld zorgde, leek altijd een onschuldig liedje over Italiaans fruit en een aantal meisjes ‘who drive me crazy’. Rond zijn dood, mei 2020, kwam tot uiting dat Little Richard kort voor de definitieve opname de refreintekst had aangepast, een herhaald Tutti Frutti, aw rutti . Maar in de allereerste nooit officieel uitgebrachte versie was het: ‘Tutti Frutti, good booty / If it don’t fit, don’t force it / You can grease it, make it easy’, een onversneden ode aan de anale mannenseks. In het puriteinse Amerika van die jaren vijftig was het natuurlijk onbestaanbaar dat een dergelijke tekst ook nog gezongen door een zwarte artiest uitgebracht kon worden.

Little Richard: I Am Everything

Roemrucht imago
Richard Wayne Penniman (1932) wordt in een zwarte achterstandswijk in Macon, Georgia geboren in een gezin van 16 kinderen. Vader Charles was naast nachtclubeigenaar diaken in de kerk, een gespleten bestaan dat ook kenmerkend werd voor Little Richard. Hij groeit op in het sterk gesegregeerde zuiden van de VS van de jaren veertig en vijftig. En dan was hij ‘misvormd geboren’ zijn ene been was een paar centimeter korter dan het andere en bovendien blijkt hij queer, wat hem naast zijn huidskleur nog eens extra op achterstand zet. Niet dat hij zich daar iets van aantrekt, hij ontwikkelt zich tot begenadigd pianist, zet altijd en overal de boel op stelten, meet zich met die kenmerkende black pencil moustache vanaf het begin een roemrucht imago aan, shockeert de burgerlijke Amerikaanse middenklasse met nichterig gedrag, travestie, extravaganza.

Good Golly, Miss Molly; Lucille; Long Tall Sally; midden jaren vijftig rijgt Little Richard met zijn elektriserende zang en stevige rockritmes de hits aaneen. In 1957 besluit hij abrupt te stoppen omdat het tot het komt dat de rock-‘n-roll met zijn obscene teksten en sterk seksuele lading tegen de wil van God is. Vijf jaar later maakt hij zijn rentree met een uiterst enerverende en succesvolle tournee door Engeland, de nog piepjonge Rolling Stones treden op als voorprogramma. Hij introduceert de toen eveneens net opkomende Beatles bij de Star Club in Hamburg, en de rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen.

Muziek van de duivel
Little Richard levert een permanente worsteling tussen rock en religie. Hij neemt fantastische gospelalbums op, publiceert een goed verkochte autobiografie, bezondigt zich zo’n beetje aan alle drugs die God verboden heeft, kickt af, start een kruistocht tegen homoseksualiteit, trouwt met zijn jeugdliefde Ernestine, krijgt kinderen en daarop weer een reeks affaires met jongens en mannen om vervolgens voor de zoveelste keer een comeback te maken met de ‘muziek van de duivel’.

Erg rijk wordt hij er al die tijd niet van; andere wat bravere artiesten als Elvis Presley, Pat Boone en Fats Domino maakten goede sier met zijn muziek. De gekuiste versie van Tutti Frutti werd vooral een doorslaand succes in de uitvoering van ‘all American boy’ Pat Boone die voor het blanke middenklassepubliek veel aanvaardbaarder was.

Natuurlijk hij wordt opgelicht, maar haalt ook zelf een domme zet uit door uit principiële overwegingen zijn platencontract eenzijdig op te zeggen en dan geheel onjuist te blijven steken in de veronderstelling dat hij daarmee al zijn rechten verspeelt.

Little Richard: I Am Everything

Strijd om erkenning
Centraal in Little Richard: I Am Everything  staat de levenslange strijd van Little Richard om erkenning. Onderweg naar de ceremonie in 1986 waarbij hij in een illuster gezelschap van artiesten als The Everly Brothers, Chuck Berry, Fats Domino en James Brown zal worden opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame, overkomt hem een zwaar auto-ongeluk.

Twee jaar later mag hij de uitreiking van de Grammy’s  verzorgen, ‘and the best new artist is….. ME’. Je zou dat als een mild grapje, een vorm van zelfspot kunnen zien, maar aan zijn verbeten gezicht is te zien dat hij het eigenlijk heel erg meent. Hij zit dan al zo’n jaar of veertig in het vak en hoewel hij door vakgenoten alom wordt gezien als de grondlegger, misschien wel de uitvinder van de rock-‘n-roll overheerst bij hem toch een enorm gevoel van miskenning.

Het belang van Little Richard mag niet onderschat worden, zijn invloed en betekenis benadrukt wordt door Charles Glenn, zijn bassist. Nile Rodgers, Tom Jones en zeker niet te vergeten Mick Jagger zijn allemaal schatplichtig aan hem.

De film is misschien wat te veel een ouderwets Amerikaanse lineair vertelde documentaire, waar met gemak een aantal talking heads vanwege irrelevantie achterwege hadden kunnen blijven. Anderzijds raak je met die korrelige archiefbeelden uit de turbulente ontwikkeling van zijn carrière en de vaart in de montage meer en meer gefascineerd door het fenomeen Little Richard. En je begrijpt heel goed waarom hij breekt en de handen voor de ogen slaat wanneer hij als ‘the originator of rock and roll’ in 1997 bij de American Music Awards de Merit Award voor zijn complete oeuvre krijgt uitgereikt. Regisseur Lisa Cortes laat zeer inlevend en zien wat de wereld van de rock-‘n-roll aan Little Richard te danken heeft.

 

11 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Stranger than Fiction (2006)

REWIND: Stranger than Fiction (2006)
De schrijver als God

door Cor Oliemeulen

In de nabije toekomst ontstaat er een onderklasse van mensen zonder werk en economisch nut, betoogt Yuval Noah Harari. Deze Israëlische historicus, futuroloog en bestsellerschrijver waarschuwt dat wat er omgaat in je lichaam en geest straks is af te lezen, waardoor mensen zelfs kunnen worden gehackt. In de Amerikaanse fantasiefilm Stranger than Fiction (2006) is een kleurloze medewerker van de belastingdienst niet langer in staat om invloed op zijn eigen levenslot uit te oefenen. Niet vanwege een onheilspellende samensmelting van biotechnologie en informatietechnologie, maar door toedoen van een romanschrijver met een writer’s block.

De filmgeschiedenis kent zeer fraaie voorbeelden van schrijvers die na een eclatant succes geen inspiratie of ideeën meer kunnen vinden. Zo probeert regisseur Guido in (1963) van Federico Fellini tevergeefs zijn creatieve blokkade te doorbreken met dagdromen en fantasieën over zijn leven en liefdes. De broers Joel en Ethan Coen waren zo vastgelopen met hun script van Miller’s Crossing dat ze dan maar hun eigen frustraties gingen projecteren op de vastgelopen schrijver in Barton Fink (1991). En in Adaptation. (2002) van Spike Jonze wordt het helemaal ingewikkeld als de scenarist van deze film, Charlie Kaufman, zélf het lijdend voorwerp is, terwijl zijn minder talentvolle (fictieve) tweelingbroer, Donald Kaufman, uiteindelijk wel een vet contract krijgt aangeboden.

REWIND: Stranger than Fiction (2006)

Tussen fictie en werkelijkheid
Stranger than Fiction van Marc Forster ademt in bijna alles de donkere, absurdistische sfeer van een Kaufman-script. Niet vreemd als je bedenkt dat scenarist Zach Helm zich heeft laten inspireren door Charlie Kaufman en fungeerde als assistent van diens geschreven Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004). Ook nu vervagen de grenzen tussen fictie en werkelijkheid, is het verhaal complex en gelaagd, en worstelt de hoofdpersoon met existentiële thema’s zoals identiteit, menselijke relaties en de zin van het leven.

Die hoofdpersoon luistert naar de naam Harold Crick (de komiek Wil Ferrell, voor de afwisseling als ingetogen karakter). Niet alleen als medewerker van de belastingdienst is hij een man van protocol, ook privé is Harold fantasieloos en laat hij zich leiden door een ijzingwekkende regelmaat. ’s Morgens poetst hij altijd precies even lang zijn tanden, op weg naar de bushalte zet hij altijd exact dezelfde hoeveelheid stappen en op zijn kantoor in Chicago etaleert hij elke dag zijn gave om ingewikkelde rekensommen van zijn collega’s feilloos uit zijn hoofd op te lossen.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Doodgaan is essentieel voor meesterwerk
Wanneer Harold een werkbezoek aan de eigenaresse van een bakkerswinkel, Ana (Maggie Gyllenhaal), aflegt omdat zij te weinig belasting heeft betaald, realiseert hij zich dat hij een vrouw in zijn leven nodig heeft om de sleur te doorbreken. Ana blijkt bewust een bepaald percentage belastinggeld niet te hebben betaald omdat dat deel wordt gebruikt voor overheidsuitgaven waar zij faliekant tegen is. Hoe verschillend hun karakters ook zijn, Ana ontsluiert Harold het genot van chocoladekoekjes en de twee tegenpolen worden verliefd op elkaar. Maar ondertussen raakt Harold in een identiteitscrisis omdat hij steeds vaker een stem hoort die vertelt wat hij aan het doen is.

‘Ik word gevolgd door een vrouwenstem’, zegt hij tegen een psychiater, die denkt dat zijn cliënt  schizofreen is. Harold begint echter langzaam te vermoeden dat hij het hoofdpersonage van een boek is. Hij gaat op bezoek bij een literatuurprofessor (Dustin Hoffman) en ontdekt dat de schrijver van zijn levensverhaal de bekende Karen Eiffel (Emma Thompson) is. Harold leert dat de hoofdpersonages van haar boeken normaliter sterven en doet er alles aan om met haar in contact te komen om zijn naderende dood af te wenden.

REWIND: Stranger than Fiction (2006)

Gelukkig vlot het plot van Eiffels huidige boek niet omdat zij kampt met een writer’s block. Zij wordt bijgestaan door een assistente van de uitgeverij (Queen Latifah) die een onberispelijke staat van dienst heeft om schrijvers te helpen hun romans succesvol af te ronden. Zowel de assistente als de literatuurprofessor zijn van mening dat de dood van de hoofdpersoon (Harold Crick dus) essentieel is om Eiffels roman tot een literair meesterwerk te maken. En ook Harold kan zich nauwelijks voorstellen dat er een mooiere manier is om te sterven.

Echter schrijvers met een writer’s block zijn onvoorspelbaar, dus liggen alle scenario’s open. Karen Eiffel voltooit haar boek en laat Harold Crick sterven, zoals ze in haar hoofd had gepland? Misschien besluit zij het einde van het boek te veranderen waardoor Harold en Ana lang en gelukkig leven? Of gaat Karen Eiffel een autobiografie schrijven zodat ze de regie over haar eigen leven terugkrijgt?

 

STRANGER THAN FICTION KIJKEN: o.a. hier.

 

Meer REWIND