Regisseur Andreas Horvath over Lillian

Andreas Horvath, regisseur van Lillian:
“Hoe leg je het landschap uit aan
iemand die daar nooit is geweest?”

door Alfred Bos

Lillian is de eerste speelfilm van de Oostenrijkse fotograaf en documentairemaker Andreas Horvath. De weergave van een voettocht door Noord Amerika is zonder dialoog, stelt geen vragen en geeft geen antwoorden. “Waar het mij om draait: hoe leg je het landschap uit aan iemand die daar nimmer is geweest?”

Fotograaf en cineast Andreas Horvath (Salzburg, 1968) heeft iets met lege, onherbergzame landschappen. Of eigenlijk, met mensen in het isolement van lege, onherbergzame landschappen. Als fotograaf publiceerde hij de zwart-witalbums Yakutia: Siberia of Siberia (2003) en Heartlands: Sketches of rural America (2007).

Zijn eerste lange documentaire This ain’t no Heartland (2004) vangt de sfeer in het Amerikaanse Middenwesten na de inval in Irak. Nadien maakte hij documentaires over, onder meer, de Oostenrijkse feministe Barbara Wally, de hedendaagse goudkoorts in de Canadese Yukon-regio en een portret van de Oostenrijkse acteur Helmut Berger.

Lillian

In Lillian, Horvaths eerste speelfilm, komen Siberië en het Amerikaanse Middenwesten samen in de persoon van Lillian, een Russische emigrante in New York die besluit om terug te keren naar haar geboorteland—te voet. De roadmovie is gebaseerd op de voettocht die Lillian Alling in de jaren twintig maakte.

In 2004 was Andreas Horvath op het filmfestival van Montreal en besloot om vrienden in Toronto te bezoeken. Daar hoorde hij het waargebeurde verhaal van Lillian Alling. “Die nacht kon ik niet slapen”, vertelt hij. “De film die je nu, vijftien jaar later, ziet, is toen geboren.”

Existentiële reis
Lillian is een film rond één personage, vertolkt door de Poolse niet-actrice Patrycja Planik, zonder dialoog of plot. De film is gedraaid in 2016 met een kleine ploeg, die telkens werd ingevlogen voor blokken van twee weken. Horvath regisseerde, bediende de camera en schreef de filmmuziek. “Die wordt in april in Wenen live uitgevoerd tijdens de Composer’s Lounge, een avond waarop muziek uit Oostenrijkse films wordt gepresenteerd.”

Als eerste draaide hij in 2015 de laatste scène, aan de Russische kant van de Beringstraat. “Daar was ik niet helemaal tevreden mee, maar oké.Van februari tot november 2016 was ik met Patrycja in Amerika. Ik wilde beginnen in het voorjaar en eindigen in de herfst. Dat gaf een symbolische laag.”

“Die symboliek zit ook in het landschap. Het wordt steeds leger. De reis begint in New York en eindigt bij een gemeenschap van walvisjagers die al duizenden jaren op die manier leeft. Een reis terug in de tijd.”

U bent begonnen als fotograaf van landschappen. Heeft dat de cinematografie van Lilian beinvloed?

“Dat weet ik wel zeker. Ik zou me zelf geen landschapsfotograaf noemen. Ik ben altijd meer geïnteresseerd geweest in mensen in een landschap. Geen portretten, maar mensen in de context van hun omgeving. De relatie van mensen met het landschap en andersom.”

“In de film zit één scene die is gedraaid op een locatie waar ik tien jaar eerder al eens was geweest als fotograaf. Dat is de scène die speelt op 4 juli, de nationale feestdag in Amerika. De muurschildering in een stadje in het Middenwesten had ik eerder gefotografeerd voor een van mijn fotoboeken. Die muurschildering was er nog steeds. Ik probeerde via internet te checken of hij er nog stond, maar dat was niet duidelijk. We zijn ernaar toe gereden en de schildering bleek te zijn gerestaureerd. De kleuren waren helderder, het leek méér werkelijk dan daarvoor.”

Dat is een mooie metafoor voor de mediamaatschappij van de eenentwintigste eeuw. De werkelijkheid is hyperreëel, geretoucheerd om het echter te laten lijken.

“Als fotograaf of cineast probeer ik te improviseren op locatie. Toen ik aan Lillian begon, had ik weinig concept of plan. Als je teveel bezig bent met de techiek, met de camera, mis je wellicht waar het mij om draait: hoe leg je het landschap uit aan iemand die daar nimmer is geweest. Wat zijn de emoties als je een ruimte ziet? Stijl werkt dan contraproductief.”

Dat is een interessante kijk voor een fotograaf, want de camera plaatst zich tussen de kijker en de werkelijkheid.

“Precies. En het kan ook niet anders, maar ik probeer dat zoveel mogelijk te beperken. Voor mij is het altijd een gevecht om terug te gaan naar het oorspronkelijke idee. Bij film is dat extra lastig: er zijn veel mensen betrokken bij de productie en er is een vracht aan technologie. Dat alles vertroebelt het eerste idee.”

Heeft u research gepleegd? Boeken gelezen? De film uit 1994 over de voettocht van Lillian Alling (La Piste du télégraphe/The Telegraph Road van Liliane de Kermadec) gezien?

“Nee, die heb ik niet gezien. Daar heb ik pas onlangs over gehoord. Toen ik in 2004 de naam Lillian Alling opzocht op internet, kon je niets vinden. Het kostte veel tijd om informatie over haar te verzamelen. Er was een brochure van een paar pagina’s, dat was alles. Sindsdien is er een opera over haar geschreven en zijn er verschillende boeken verschenen. Enkele daarvan heb ik gelezen. Maar alles wat ik nodig had, was die ene zin die die nacht door mijn hoofd spookte: Russische vrouw loopt van New York naar huis.”

Wat trok u aan in dat gegeven?

“Ik zag het als iets heel universeels. Of iets dat universeel zou kunnen zijn als je veel vragen openlaat. Wanneer je niet veel van haar en haar achtergrond en motieven weet, wordt de voettocht een existentiële reis. We beginnen in het vibrerende New York en lopen weg van het gewoel, zoals dieren die voelen dat ze gaan sterven zich verwijderen van de kudde en de eenzaamheid opzoeken. Ik zag in dit verhaal een symboliek, een existentieel en universeel gegeven.”

Denkt u vaak aan de dood?

“Wellicht. Anders zou ik me niet vanaf het eerste moment zo aangetrokken hebben gevoeld tot dit verhaal. En het bleef jaren in mijn hoofd, want het was niet eenvoudig om de film gefinancierd te krijgen. Ik heb het verschillende malen geprobeerd, maar het lukte niet om het geld te vinden. Stel je potentiële geldschieters voor: Ik ben een Oostenrijker die een film wil maken over een Russische vrouw in Noord Amerika, ik wil een jaar filmen en ik heb geen script. Vind je het raar dat veel mensen passen?”

Voor Lillian heeft u gewerkt met een drone-camera. Was dat de eerste keer voor u?

“Interessante vraag. Ja. Voor een eerdere film, Earth’s Golden Playground was die techniek niet beschikbaar. Ik wilde het al eerder gebruiken. Dit is de eerste keer dat ik zo uitgebreid met een drone-camera heb gewerkt.”

U noemde de tocht van Lillian een reis. Is die reis symbolisch of representatief?

“Beide. Als je de symboliek wilt zien, is die er. De trektocht van de zalmen bijvoorbeeld. Die reizen terug naar de exacte plek, zelfs dezelfde rots in de rivier, waar ze zijn geboren om daar kuit te schieten en gaan vervolgens dood. Ze gaan terug naar de plek van hun geboorte om daar te sterven.”

Lillian

Waarom hebt u gekozen voor Patrycja Planik?

“Ik wilde vanaf dag één een niet-actrice. Planik is ontdekt in een café in Warschau. Ze heeft een dubbelzinnig gezicht. Het hangt af van het licht, van de camerahoek, maar ze kan zowel kwetsbaar als nors overkomen. Dat verandert met de achtergrond, met haar bewegingen. Ik was op zoek naar een gezicht dat moeilijk is te omschrijven. Een gezicht vol mogelijkheden.”

U zocht een gezicht vol expressie dat tevens een raadsel is?

“Absoluut, ze moest het uitgangspunt van de film kunnen dragen. De reis blijft een raadsel.”

De radiostemmen op de geluidsband zijn deel van het landschap, maar ook weer niet. Het is media die de werkelijkheid binnendringt. Kent u Killing Them Softly (Andrew Dominik, 2012), waarin radio en televisie werken als een koor dat de handeling becommentarieert?

“Nee, dat moet je voor me opschrijven. De radiostemmen functioneren inderdaad als een koor. In dit geval praten ze over het weer, iets wat ze niet kunnen veranderen of beïnvloeden. Die twee mannen doen dagelijks van die conversaties op een lokaal radiostation. Bij toeval hoorde ik ze op de autoradio in South Dakota; ik heb hen opgezocht in de studio en gevraagd of ik hun uitzendingen kon gebruiken voor de film. Ik koos ervoor om het commentaar te beperken tot het weer, het koor van de weersverwachtingen. Uiteindelijk heb ik voor hen de teksten geschreven die je hoort, ik had die zinnen nodig.”

Uw film kan worden gezien als een commentaar op de huidige staat van Amerika en de wereld in het algemeen. Is dat zo bedoeld?

“Dat hoor ik vaak. Je kunt de film bekijken als een film over Lillian en hoe het haar vergaat. Je kunt de film ook op een symbolisch niveau bekijken en allerlei referenties of analogieën zien met—ja, waarmee eigenlijk? De States? De mensheid? Ik heb de film gedraaid als een documentaire. Ik wilde Trump op geen enkele manier in de film hebben, ook al hebben we hem in 2016, het verkiezingsjaar, gedraaid. Die verwijzingen naar politiek wilde ik zeker niet.”

“Op de meeste locaties waar we hebben gefilmd, heeft de tijd min of meer stil gestaan. De auto’s, de apparaten: sommige scènes zien eruit als de jaren vijftig of de jaren zeventig. De sheriff met zijn ouderwetse walkietalkie. Dat is wat me aantrekt in landelijk Amerika, het is tijdloos. Voor mij zou het onzin zijn om dat tijdloze platteland te koppelen aan conclusies over het Amerika van nu. Die tijdloze plekken bestaan nog steeds in Amerika en ze verklaren mogelijk waarom Trump zal worden herkozen.”

De reden waarom de film tijdloos overkomt, is omdat er op die plekken weinig technologie is.

“Klopt, de dingen veranderen niet zo snel in landelijk Amerika.”

Onze omgeving wordt gedefinieerd door de technologie die we gebruiken. Onze wereld is heel kunstmatig geworden.

“In het Middenwesten is dat minder het geval.”

Hoe heeft u de filmlocaties gekozen?

“Er was geen script. Op de kaart van Amerika trok ik een lijn. Ik wist dat we vanuit New York lange tijd in westelijke richting zouden gaan. In werkelijkheid zou je eerder Canada in trekken, maar Amerika heeft meer bekende plekken. Ik wilde de drie grote rivieren laten zien: de Mississippi, de Missouri en de Yukon in Canada en Alaska. Op een gegeven moment moest Lillian over de Rocky Mountains. Ik wilde een scène aan de Grote Meren. Dat was het. De andere locaties zijn gekozen op basis van research ter plekke, wanneer het filmteam thuis zat.”

“Het idee is dat je, naast de reis van Lillian, tevens een indruk krijgt van het continent. Hoe het landschap verandert. De film legt de geografie van Noord Amerika uit, als een kinderboek. Dat is één manier om de film te zien. Niet als een feitelijk verslag.”

Dit is uw eerste speelfilm, na een aantal qua onderwerp uiteenlopende documentaires. Hoe anders is het om een speelfilm en geen documentaire te regisseren?

“In dit geval niet zo heel anders. Ik werkte met een team, al was het klein; mijn meeste films heb ik alleen gemaakt. De omstandigheden waren anders: hoe de werkelijkheid komt tussen wat je van plan bent en wat mogelijk is. Uiteindelijk kun je zeggen dat we een documentaire over ons reis hebben gemaakt.”

“Een half uur van de film is gedraaid door Patrycja en mij alleen. Tussen de draaiblokken reisden we rond en zagen soms locaties waar we wilden filmen. Maar we konden niet wachten op het filmteam. Op die momenten was Patrycja niet Lillian, ze acteerde niet. Ik heb dus onze reis vastgelegd.”

Lillian

U zei dat Lillian is bedoeld als een universeel personage. Als kijker weet ik niets van haar of haar achtergrond en motieven. Ze zegt welgeteld één woord: nee. Ze is een leeg doek. En dat is ze aan het slot van de film nog steeds. Waarom zou ik daar naar gaan kijken?

“Ze is inderdaad een leeg doek waarop de kijker zijn of haar interpretatie kan schetsen. Ik snap dat niet iedereen daarin is geïnteresseerd. Juist omdat je niets van haar weet, ga je op andere dingen letten. Ze verandert en je leert eigenlijk veel over haar. Maar dat zit niet in de woorden die ze niet uitspreekt, maar hoe ze zich aanpast en steeds wereldwijzer wordt; er is een verhaal gaande. Dat gold ook voor mij als filmmaker, er was geen script om op terug te vallen.”

Als documentairemaker filmt u mensen die zichzelf zijn. Als speelfilmregisseur creëert u fictieve personages. Hoe heeft u dat aangepakt?

“Oorspronkelijk hadden we het idee dat de mensen die Lillian tijdens haar voettocht ontmoet, vertolkt zouden worden door acteurs. Dat bleek niet nodig. De sheriff in de film is in het dagelijkse leven sheriff. Die speelt zichzelf. Ik vroeg hem: hoe zou je omgaan met een wandelaar? Dat is wat we hebben gefilmd. Ook dat is bijna een documentaire. Het enige verschil is: we brachten hem een wandelaar, Lillian.”

“Natuurlijk moet je mensen vinden die zich voor de camera natuurlijk gedragen. In het algemeen zijn mensen in Amerika heel naturel voor de camera. Een kwestie van zelfvertrouwen, vermoed ik.”

U hoort tot de groep van fotografen die naar de filmcamera grijpt, denk aan Stanley Kubrick, Anton Corbijn of Richard Billingham.

“Het ligt voor de hand, je werkt met lenzen en licht. Maar het is een totaal andere discipline. Het ritme is heel anders. Je werkt vanuit een totaal andere mindset.”

Heeft u plannen voor een tweede speelfilm?

“Nee. Ik heb helemaal geen plannen.”

 

14 maart 2020

 

MEER INTERVIEWS