Film Fest Gent 2025:
Competitiefilms (2)
door Bert Potvliege
De jury van de 52e editie van Film Fest Gent, onder voorzitterschap van de Amerikaanse actrice Theresa Russell, staat voor een uitdagende opdracht. Het programma is sterk, met nieuw werk van enkele grote namen. Op zaterdag 18 oktober reikt de jury twee onderscheidingen uit: de Grand Prix voor Beste Film en de Georges Delerue Award voor Beste Soundtrack of Sound Design. In dit verslag bespreken we enkele competitiefilms.

The Mastermind ***
Er bestaat een filmgenre dat te weinig erkenning krijgt: de zondagmiddagfilm. Niet spannend, niet revolutionair, maar wél behaaglijk. Met koffie en cake op tafel en de voeten omhoog glijdt zo’n film langs je heen als een warme deken, wat netjes aansluit bij de welverdiende zondagsrust. Cineaste Kelly Reichardt bewijst met The Mastermind dat ook zij dat genre beheerst.
In het politiek verscheurde Amerika van de jaren zeventig – hippies tegen patriotten, Vietnam op de achtergrond – volgen we James (een uitstekende Josh O’Connor), een wat verloren huisvader die zich om onduidelijke redenen inlaat met een niet al te professioneel uitgevoerde kunstroof. Niemand begrijpt echt waarom hij zo onbezonnen te werk gaat, en vermoedelijk hijzelf ook niet. Uiteraard loopt het mis, en wat volgt is een even tragikomisch als weemoedig portret van een man die steeds verder vastloopt in zijn eigen halfslachtige daden.
Reichardt, bekend van trage en contemplatieve films als First Cow en Meek’s Cutoff, brengt steevast verhalen op manieren die allesbehalve evident zijn voor de kijker om mee aan de slag te gaan – telkens een uitdaging maar altijd boeiend. Hier kiest de cineaste voor een opvallend toegankelijke toon. The Mastermind is stukken lichter van sfeer, met een energieke, jazzy score die doet denken aan Birdman. De eerste akte vliegt voorbij – vermakelijk en gemakkelijk om te ondergaan.
Uiteraard zou Reichardt Reichardt niet zijn zonder een aantal voor haar typerende kenmerken in de film te smokkelen. Sommige kijkers zullen afhaken wanneer de cineaste minuten uitrekt om James op een ladder te zien kruipen om de gestolen werken te verbergen op zolder – een keuze die wringt. Tegen het einde raakt de film zelfs wat stuurloos en lijkt de cineaste het geheel niet goed te kunnen afronden. Maar de charme verdwijnt nooit volledig.
The Mastermind is een geslaagde en verzorgde film, maar ook een vluchtige ervaring. Aangenaam om te zien, maar niet gemaakt om potten te breken. Perfect voor de zondagmiddag dus.
Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht).

Resurrection ***
Cinema als een doolhof boeit, waarbij het succes van een film afhangt van de bereidheid van de kijker zich eraan over te geven. Bij Resurrection, de vierde langspeler van de veelbelovende Chinese filmmaker Bi Gan, wordt die overgave zwaar op de proef gesteld.
Hoewel het een sciencefictionfilm genoemd kan worden, raakt dat slechts het oppervlak. In de toekomst is er nog maar één wezen dat kan dromen: de Fantasmen. Mevrouw Shu bevindt zich in een halfbewuste toestand, stuit op het levenloze lichaam van zo’n wezen en besluit het de geschiedenis van China te vertellen. Nacht na nacht keren langzaam de zintuigen van het Fantasme terug. De film is verdeeld in hoofdstukken: vijf gewijd aan de zintuigen, en een zesde aan de geest. Mocht er nog twijfel bestaan: Resurrection is géén zondagmiddagfilm.
Met zijn 160 ongrijpbare minuten heeft Bi Gan een indrukwekkend monster gecreëerd dat barst van de verbeelding. Maar een aanzienlijk deel van het publiek zal weinig bakken van de empathische inleving. Resurrection is een uitdaging om mee aan de slag te gaan. Of dat problematisch is, hangt af van die bereidheid om de teugels los te laten. Wanneer twee uur ver in de film een personage een glas laat vollopen met het stromende bloed langs een kogelwonde in de hand, mag je gerust in de haren krabben. Verdwalen in doolhoven is fijn, maar de opluchting is groot wanneer je na lange tijd het exit-bordje ziet hangen – terug naar een werkelijkheid die nog enigszins te begrijpen valt.
De verbeelding in Resurrection is indrukwekkend; Terry Gilliam (Brazil) zou jaloers zijn op de atmosferische worldbuilding en het eerste stuk van de film is een ode aan pionier-dromer Georges Méliès. De bevreemdende vertelling doet denken aan het werk van Leos Carax (Holy Motors), maar het grootste verwantschap ligt bij Miguel Gomes (Grand Tour): beide filmmakers creëren ongrijpbare werelden op het scherm, zonder duidelijke narratieve houvast.
Resurrection is een film om te bewonderen, niet om van te houden. Daarvoor bevindt de prent zich té ver weg van het centrum, gekatapulteerd in de duistere krochten van cinema. Boeiend en indrukwekkend, maar tegelijk frustrerend en hermetisch.
Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht).

Nuestra Tierra ****
Argentijnse regisseuse Lucrecia Martel wordt in filmkringen gezien als een van de meest prominente Zuid-Amerikaanse filmmakers. Haar eerdere werk werd genomineerd voor de Gouden Beer in Berlijn en de Gouden Palm in Cannes, en met het in 2017 verschenen Zama leverde ze een indrukwekkend meesterwerk af. Met haar nieuwe project kiest ze een andere koers: dit is haar eerste volledige langspeeldocumentaire.
Nuestra Tierra onderzoekt de moord op Javier Chocobar, een gewaardeerd lid van de Argentijnse inheemse gemeenschap, in de context van een langdurig conflict over land. Chocobar en zijn gemeenschap verdedigden hun territoriale rechten tegen een landeigenaar, wat leidde tot een confrontatie met fatale gevolgen. Het duurde geruime tijd voordat gerechtelijke stappen werden ondernomen.
Martel richt zich aanvankelijk op de rechtszaak zelf: de autoritaire landeigenaar en de betrokken agenten leggen hun kant van het verhaal uit, terwijl de kijker geconfronteerd wordt met trefzekere en weemoedige close-ups van de inheemse bevolking in de zaal. Daarna breidt Martel de thematische reikwijdte van de film uit en verlaat ze de rechtbank. De film ontvouwt zich als een vrijelijk maar weldoordacht gestructureerd portret van de Argentijnse bevolking en toont hoe een geschiedschrijving vol leugens hen hun rechtmatige plek in het land heeft ontnomen.
Je zou dit kunnen bestempelen als activistische cinema, maar dankzij Martels formidabele regie overstijgt Nuestra Tierra de grenzen van dat genre. Met een speelduur van twee uur kan de film wat zwaar aanvoelen, maar haar poëtische en intellectuele benadering is bewonderenswaardig: het omgekeerde beeld van de paarden, de drone die wordt aangevallen door een vogel. Je voelt hoe ze met volle overtuiging en controle dit relaas presenteert.
De keuze om na Zama een documentaire met enige politieke lading te maken, is misschien niet de meest sensationele manier om een meesterwerk op te volgen. Sommige fans zullen moeite hebben met deze richting, omdat het tegen de verwachtingen in gaat. Tegelijkertijd is het interessant om de twee films naast elkaar te zien: Zama en Nuestra Tierra zijn als dag en nacht, maar beiden laten zien hoe Martel betoverd wordt door de natuurlijke wereld van Argentinië.
Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht).
17 oktober 2025
