Birdman

*****

recensie  Birdman

Drie keer B is scheepsrecht

door Alfred Bos

De regisseur van Babel en Biutiful overtuigt opnieuw, ditmaal met een magisch-realistische fabel over een vliegende fictieheld die mens wordt. Birdman is een spiegelpaleis van waan en werkelijkheid. En de comeback van Michael Keaton als topacteur.

Van een regisseur die films als Biutiful (2010, met Javier Bardem) en Babel (2006, met Brad Pitt) op zijn palmares heeft verwacht je iets bijzonders en Birdman, het meest recente werkstuk van de Mexicaan Alejandro González Iñárritu, stelt niet teleur. Het is een razend slimme vertelling over een verlopen steracteur die zijn loopbaan nieuw leven probeert in te blazen. Met een toneelstuk in een film, acteurs die ook privé een rol spelen en superheldkrachten die tevens buiten het filmdoek blijken te werken is Birdman een spiegelpaleis waarin realiteit en fantasie niet meer van elkaar zijn te scheiden.

Recensie Birdman

Dat spel met feit en fictie begint al met de acteur die de hoofdrol van Riggan, de voormalige filmvedette, vertolkt. De laatste maal dat we via een kwaliteitsfilm van Michael Keatons bepaald niet kinderachtige acteervermogens konden genieten, was in de vorige eeuw: Tarantino’s Jackie Brown uit 1997. De man die in 1988 een gelaagde en complexe Batman neerzette, leende de laatste jaren zijn stem aan soundtracks van tekenfilms en videogames; op het witte doek bleef zijn talent verborgen in generieke vervolgfilms rond een guitige Volkswagen (Herbie) en een cyborg-agent (Robocop). In Birdman glorieert Keaton en de Oscar-nominatie voor Beste Hoofdrol is de bevestiging van een talent dat te lang uit beeld is geweest. Zijn Riggan is formidabel.

Vertekend zelfbeeld
De film speelt zich hoofdzakelijk af in het Newyorkse Broadway-theater waar Riggan zijn comeback wil maken via de toneelbewerking van een kort verhaal van Raymond Chandler. De voorstelling is zijn initiatief; hij heeft de tekst bewerkt, speelt de hoofdrol, regisseert het geheel en is tevens de geldschieter van het project. Het is zwemmen of verzuipen, bij een flop is hij definitief gezien. Om Riggan zwerven zijn verslaafde dochter Sam (Emma Stone), zijn ex-vrouw Sylvia (Amy Ryan) en zijn beste vriend Jake (Zach Galifianakis), die als uitvoerend producent optreedt. Riggans tegenspelers in het geplande toneelstuk zijn een onervaren debutante, Lesley (Naomi Watts), Riggans scharrel Laura (het Engelse talent Andrea Riseborough) en een method actor die alleen op het toneel zichzelf is, Mike (Edward Norton). Met die club moet hij de strijd winnen.

En een strijd is het. De reeks problemen waar het hoofdpersonage zich voor gesteld ziet, zijn voornamelijk van eigen makelij en ontspruiten aan zijn verbeelding. Zelfbeeld, identiteit, imago – op dat thema varieert de film voortdurend. Van zijn toenmalige succesrol als de superheld Birdman heeft Riggan de telekinetische gaven van dat fictieve personage overgenomen (hij kan voorwerpen met zijn geest verplaatsen), maar het blijkt een vloek. Om wezenlijk te veranderen zal hij tevens uiterlijk moeten transformeren. Om de wereld anders te zien, moet de wereld hem ook anders zien en dat lukt alleen met een – letterlijk – nieuw gezicht.

Recensie Birdman

Subjectieve camera
Het is een geraffineerd spel met (eigen)waan en werkelijkheid dat Iñárritu opdient. De film speelt zich voor het grootste deel af in de gangen en kleedkamers van het theater, een claustrofobisch labyrint dat de grotten van Riggans geest uitbeeldt. De toegepaste cameratechniek en montage – lange, vanaf de schouders gedraaide shots – suggereren de ‘stream of consciousness’ van een overactief brein. We zien het verhaal door de ogen van Riggan, subjectief dus. De film toont zijn verbeelding, waarin fantasie de werkelijkheid heeft overgenomen. De geprojecteerde schijn wordt door een toevalligheid ontmaskerd – via de opgeklopte schijnwereld van de sociale media. De spiegel verbrijzeld, of is het een hologram waar in elke scherf zich het geheel toont?

Birdman is satire van het superieure soort, een film over de bewustzijn vervormende mediamaatschappij en haar pathologische drang naar aandacht, in de vorm van een magisch-realistische vertelling. Riggan vindt uiteindelijk verlossing door de onbevangenheid te omarmen. De ondertitel, en de moraal, van de film luidt: the unexpected virtue of ignorance (de onverwachte deugd der onwetendheid). De mens schept zijn eigen hel en wie ophoudt met neurotisch piekeren – over zijn imago, over zijn kansen, over zichzelf – kan opeens vliegen. Wonderschone film.

 

19 januari 2015

 

 

MEER RECENSIES