LIFF 2025 – Deel 4: De krochten van Amerika

LIFF 2025 – Deel 4:
De krochten van Amerika

door Tim Bouwhuis

De culturele en politieke uitwassen van de verdeelde Verenigde Staten zijn de voorbije jaren een bovengemiddeld dankbaar onderwerp voor filmmakers. Mainstream releases als Civil War en One Battle After Another zetten een duidelijke toon en ook op LIFF 2025 laat het tijdperk-Trump sporen na. Het is logisch te denken dat we voor een diepere duik aangewezen zijn op de vooraanstaande American Indie Competitie, al jaren een blikvanger op het festival. Toch halen we onze inspiratie voor dit vierde verslag juist uit de selectie Bonkers!.

In de American Indie Competitie van dit jaar draaien met het eerder besproken Omaha, het terloopse vaderschapsdrama Mad Bills to Pay (or Destiny, dile que no soy malo) en het scherpzinnige Lurker (een eigentijdse update van Almost Famous) meerdere films die iets te zeggen hebben over de sociaal-culturele staat van Amerika. Tegelijk wordt vooral het medialandschap zodanig door waanzin geregeerd dat we een luchtig ingestoken sectie als Bonkers! (‘what’s in a name’) eigenlijk bloedserieus mogen nemen.

Waar de energieke ‘beeldschermenfilm’ LifeHack (een potpourri van Discordchats en zoekopdrachten) de krochten van het internet verkent, bewegen losgeslagen types zich in The Python Hunt door de krochten van een uitgestrekt moeras. Beide Bonkers!-titels vertellen een verhaal dat op het eerste oog te bizar is om waar te zijn. Toch komen juist deze films dichtbij een diagnose van het hedendaagse Amerika.

 

LifeHack

LifeHack – Slapend rijk(?)
In een wereld die steeds sterker gedomineerd wordt door virtuele communicatievormen zijn films die van scherm naar scherm hoppen (Profile, Searching, Missing) al even geen nieuwigheid meer. De vier vrienden die centraal staan in de eigentijdse heistthriller LifeHack zitten haast van begin tot eind achter een toetsenbord in hun slaapkamer, en als ze zich wel verplaatsen (of hebben verplaatst) dan zijn daar beeldopnames van – die de vrienden vervolgens weer op hun eigen monitors afspelen.

Bij het voorstellen van LifeHack in Leiden geeft debuterend regisseur Ronan Corrigan grif toe waar de inspiratie voor zijn beeldschermenfilm vandaan komt. Toen hij de leeftijd van de hoofdpersonen (hoofdrolspeler Georgie Farmer is momenteel drieëntwintig) had, was hij zelf een betrekkelijke schermjunkie, die meer tijd dan nodig spendeerde aan het verkennen van donkere internethoekjes. Aan het begin van de film maken niet-ingewijde kijkers kennis met de term ‘scriptkiddie’. Dit is een hacker in spe die bestaande technieken en hulpmiddelen gebruikt om tot de computersystemen van andere mensen of bedrijven door te dringen.

Dollend op Discord sparren de cybervrienden in LifeHack over jolige hackerstrucks en manieren om slapend rijk te worden. In het echt hebben de vier elkaar nog nooit ontmoet, maar in de beschermende marge van hun slaapkamer brengen ze meer tijd samen door dan een gemiddeld gezin. Een onschuldig gedachte-experiment transformeert rap in een serieuze scam als de vrienden in het dossier van een welgestelde tech-entrepreneur duiken. Hoe moeilijk zou het eigenlijk zijn om de cryptoportemonnee van deze steenrijke figuur te hacken? De Instagrampagina van dochterlief biedt uitkomst: die dropt wel héél veel privacygevoelige informatie op haar socials.

Het is even vermakelijk als angstaanjagend om te zien in wat voor tempo de Discordvrienden toegang weten te krijgen tot de apparaten en privéaccounts van hun nietsvermoedende slachtoffer. Niet voor niets licht Corrigan achteraf toe dat het rondkrijgen van juridische afspraken een van de grootste uitdagingen was bij het maken van LifeHack; zo heet Gmail in de film Qmail en mag je als kijker zelf gissen aan welke miljonair het bedachte slachtoffer zich wellicht zou kunnen meten (beter dat dan een bestaand bedrijf hacken).

Als thriller overtuigt LifeHack lang niet op elk moment. Corrigan bouwt te veel (voorspelbare) wendingen in en rekt de geloofwaardigheid van de heist daarmee tot het uiterste. Anderzijds gaat de regisseur slim om met de duistere kanten van het hedendaagse rijkeluismilieu. De Discordvrienden dringen niet alleen door tot de portemonnee van hun slachtoffer, maar ook tot zijn donkerste geheimen.

Wie goed oplet tijdens de hack van Don Heards mailbox ziet de naam ‘Epstein’ voorbij flitsen. En een onschuldig ogend Instagramfilmpje van Don Heards dochter blijkt later ontnuchterend bewijs van een plaats delict. Zonder de nieuwskoppen over Epsteins eiland was LifeHack wellicht een vergezochte satire geweest. Nu rommelt Corrigan met zijn Gen Z-thriller in de vetlaagjes van de Amerikaanse onderbuik; een opslagplaats van mapjes waar weinigen het bestaan van kennen.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

The Python Hunt

The Python Hunt – Moordlustige slangensafari
In 1992 richtte de cycloon Andrew een ravage aan in de staat Florida. De impact van de natuurramp wordt in The Python Hunt aangehaald als waarschijnlijkste verklaring voor de alomtegenwoordigheid van pythons in de Everglades, een moerassig natuurgebied in het uiterste zuiden. Je zal maar net te maken hebben met een importeur die door toedoen van de ramp meer dan negenhonderd kronkelige wezens uit zijn veilige opslag ziet verdwijnen.

Anno nu zorgen de volgevreten pythons voor verregaande eco-overlast. De dieren eten veel en vaak en hebben daarmee de biodiversiteit in de Everglades aangetast. Reden genoeg voor de overheid om een rigoureus bestrijdingsplan te handhaven en burgers zelfs aan te moedigen op de slangen te jagen. Deze bizarre documentaire begint in aanloop naar een heuse ‘python hunting’-competitie, die eenmaal per jaar door de staat wordt georganiseerd en mensen van heinde en verre trekt. Ondergetekende ziet het met de wolf nog niet gebeuren.

Op de slangenjacht in de Everglades komen types af die in een geflipte Hollywoodkomedie niet zouden misstaan. De tweeëntachtigjarige Anne komt oorspronkelijk uit Tucson, Arizona maar is in Florida om haar droom in vervulling te brengen: het doorboren van een slangenkop met een ijspriem. Zelf jagen wordt op haar leeftijd lastig, en dus omarmt ze de hulp van andere fanatici. Tussendoor werkt ze in haar motel de ene na de andere gin tonic weg. Een andere pythonjager manoeuvreert zich op zijn slippers door het moeraswater. De zoektocht motiveert hem omdat het zo’n gevaarlijke bezigheid is. De adrenalinekick helpt hem om van de drugs af te blijven.

The Python Hunt toont een verontrustende Amerikaanse mentaliteit. Wat niet in een bepaald gebied thuishoort, moet opgespoord en vernietigd worden. Schokkend is niet zozeer de impuls om op de pythons te jagen – het hoofdargument daarvoor heeft zelfs ethische draagkracht – maar de manier waarop dat gebeurt. De documentaire biedt geen aanleiding om te geloven dat het sadisme van de stokoude Anne in scène is gezet. Een tafereel waarbij enthousiaste buurtbewoners touwtrekken (ja, letterlijk) met de ingewanden van een gevilde python doet de wenkbrauwen al helemaal fronsen.

Is het moreel verantwoord om te lachen om deze kolderiek aandoende toestanden? Comfortabel voelt dat zeker niet, maar de toestanden die regisseur Xander Robin vastlegt zijn zodanig absurd dat je je ongeloof als kijker érgens kwijtmoet. De kracht van The Python Hunt zit hem niet per se in de opzet, inhoudelijke kadering en montage van de documentaire: die is net te fragmentarisch, en had gedijt bij een scherpere bestudering van de bredere context en van een aantal sleutelfiguren. De kracht zit hem in de ontregelende weergave van de primitieve pythonjacht en het besef dat daarbij hoort. Ook dít is Amerika.

 

17 oktober 2024

 


MEER FILMFESTIVAL