IFFR 2018 – Deel 5

IFFR 2018 Deel 5:
Genoeg geweld

door Bob van der Sterre

Onnozele yakuza neemt wraak, Indonesische vrouw neemt wraak, man doodt callgirl, totale anarchie in Bogota en overval geldtransport op Frans eilandje. Genoeg geweld op het IFFR 2018.

 

Outrage Coda 
Outrage Coda
Otomo zat op een Koreaans eiland. Maar nadat een onnozele yakuza een incident veroorzaakt, keert hij terug om de rekening te vereffenen. Dat veroorzaakt een schokgolf binnen de Hanabashi-yakuzafamilie. En dat vindt zijn eigen baas, mister Chang, niet zo aangenaam.

Er zullen weinig andere films zijn die de politiek achter de yakuzamisdaad zo feilloos blootleggen. In de clan van de Hanabashi bijvoorbeeld moet de ene onderbaas de andere onderbaas omleggen. Die baas krijgt weinig respect want ‘jij hebt niet in de gevangenis gezeten en je zit niet onder de tattoos’.

Elke Outrage beschrijft hoe een incident, een vicieuze cirkel van geweld onder de yakuza kan veroorzaken. Verwarring, verraad, opportunisme, lafheid, loyaliteit: die spelen allemaal een belangrijke rol. Een onvervalste mannenfilm – er is amper een vrouw te zien.

Daarbij krijg je de bekende Kitano-show van coole gangsters en plotseling geweld. De moorden zijn weer niet te tellen. Hoe ze dat restaurant inlopen en ijskoud een paar gasten vol lood pompen – dat is wat je verwacht bij Kitano en dat hij misschien niet meer kan ombuigen naar iets nieuws. Vakwerk, dat is duidelijk, maar een lichte teleurstelling overheerst uiteindelijk.

 

Marlina the Murderer in Four Acts

Marlina the Murderer in Four Acts
Ook in Azië speelt Marlina the Murderer in Four Acts zich af. Op het Indonesische eilandje Sumba woont Marlina, een jaar geleden weduwe geworden. In plaats van haar man te begraven, houdt ze hem thuis en laat ze hem mummificeren. Dan komen er vijf mannen langs. Ze willen haar vee meenemen en haar verkrachten maar Marlina vergiftigt er vier en onthoofdt de vijfde tijdens de verkrachting. Ze wil aangifte doen bij de politie maar die heeft geen zin om er werk van te maken.

Wat moet je met deze film van Mouly Surya? Best aardige passages zijn er te zien (de moordscène, het politiebureau, de bus). De long shots zijn verrassend mooi. Maar al met al is het veel te mager om iets te doen met de kijker.

Het verhaal is ook best dubieus in zijn simplisme. Er is één man die hier iets goeds doet, dat is de chauffeur van de bus. De rest is rotzak, verkrachter en vrouwenmepper. Je vindt het als kijker terecht dat de vrouwen de mannenhoofden eraf houwen als een soort doe-het-zelf-guillotine.

Als je dat overduidelijk feministisch bedoelde verhaal nou omgekeerd zou verfilmen, zou de hele wereld vermoedelijk vallen over zo’n film. Het IFFR zou er niet aan denken om die film te programmeren. Nu is het artistiek en ‘logisch’ en er zijn vast ook wel recensenten die de film goed noemen ‘voor vrouwen in Indonesië’. Je vraagt je af hoe die vrouwen hier dan wat aan hebben.

 

Piercing

Piercing
Man staat met ijspriem boven zijn baby. Later heeft ie de baby in zijn hand en die zegt plotseling: ‘You know what to do.’ Wat hem te doen staat, is in een hotel een callgirl ontvangen en vervolgens vermoorden. Hij plant het allemaal perfect maar het gaat anders dan verwacht. Via het ziekenhuis komen ze bij haar thuis uit.

Een Murakami-boek. Dan weet je al genoeg (schreef immers ook Audition). Dus raar, ranzig en bloederig. Piercing heeft veel verwantschap met Audition – hoewel deze film minder luguber is.

Het punt is hier niet, zoals vaak in dergelijke films, de stijl. Want die is best mooi, met splitscreen, goudkleurige gloed en fraai nagemaakte stadsdecors. Regisseur Nicolas Pesce heeft oog voor detail. Het punt is dat je als kijker geen idee hebt wat je nou moet met een film als deze. Angst, mysterie, humor, ontroering: geen van die diepere emoties wordt hier aangeboord. En voor het verhaal hoef je het ook niet te doen want het plot slaat deze film al helemaal over.

 

Cartucho

Cartucho
Hoe verschrikkelijk Veghel, Nieuwegein of Lelystad misschien ook zijn, er zijn van die plaatsen waarvan je écht blij mag zijn dat je daar niet woonde. Neem El Cartucho, een wijk in Bogota, gedurende de crackepidemie van de jaren tachtig.

‘Er was bloed op elke vierkante meter van deze straten’, zegt er een. Een ander heeft het over plaatsen waar criminelen het vak leerden. Een volgende vertelt hoe hij elke ochtend lijken in vuilnisbakken dumpte (‘Dan kwamen de medische studenten ze ‘s middags kopen’). Helemaal huiveringwekkend is de getuigenis over het bestaan van ‘the hole’, wat echt hel op aarde geweest moest zijn.

Hier zien we via de spaarzame archiefbeelden hoe de wijk er in de jaren tachtig uitzag. Die beelden zijn schokkend. Totale anarchie. Vuilnis op straat. Ploeterende verslaafden. Die beelden zijn gelukkig niet al te extreem want op díe momenten waren er gegarandeerd geen camera’s aanwezig. Veel is weggebuldozerd en nu ziet Cartucho er wat opgeruimder uit.

Het gekke is dat de Cartucho-bewoners op een bepaalde manier ook heel modern waren. Ze verzamelden veel afval van Bogota om te hergebruiken.

 

Laissez Bronzer les Cadavres

Laissez Bronzer les Cadavres
Een Franstalig eilandje. Een ruïne. Apart stel heeft gasten op bezoek. Die hebben het plan opgevat om een geldtransport te overvallen. Gaat goed tot twee politieagenten opduiken. Een shoot-out leidt al snel tot een impasse. De klok tikt intussen door. Wie haalt de volgende ochtend nog?

Vergeet het verhaal, vergeet de karakters. Laisser Bronzer les Cadavres is stijl, stijl, stijl! En wat voor stijl. De flair die je ziet is ongelooflijk. Hoe beschrijf je dat in woorden? Je denkt aan de stijl van poliziotteschi, Russ Meyer, Sergio Leone, Sam Peckinpah en een vleug Tarantino. En dan maal tien?

De creativiteit, de vaardigheid, de originaliteit van deze film, die is buitengewoon. Zonlicht, schaduw, gouden verf, close-ups, mieren, 70’s muziek; het hoort er allemaal bij. Het is alsof Hélène Cattet en Bruno Forzani naar het pulpgenre keken en besloten dat ze daar de meest extreme, meest artistieke versie van wilden maken. Dus niet alleen echte shoot-outs maar ook nog eens denkbeeldige shoot-outs, die nóg extremer zijn.

Wat je wel node mist, is humor. Die had goed gepast bij deze filmstijl. Maar humor komt meestal uit karakters en die zijn meestal ballast in de films van dit Belgische duo. Wat je dan krijgt is een soort eerste-klasse-pulp. Het Concertgebouworkest dat Willy Alberti speelt.
 

5 februari 2018

 
IFFR 2018 Deel 1
IFFR 2018 Deel 2
IFFR 2018 Deel 3
IFFR 2018 Deel 4
IFFR 2018 Deel 6
 
 

MEER FILMFESTIVALS