Wat is IFFR zonder tragische figuren? Ook bij deze IFFR zijn er aardig wat te vinden. Karakters die door situaties in moeilijkheden komen en er dan met wijsheid (of niet) uitkomen.
Rock ‘n’ Roll Ringo – Klappen uitdelen op Duitse kermissen Ringo is weer eens ontslagen. Als hij bij een kermis een kans krijgt als bokser, hapt hij toe. Aanvankelijk gaat het best goed. Daarna vervalt hij in oude kwalen (drinken) en gebeuren er nare dingen. Net op de dag dat zijn dochter langskomt.
Eerst maar de leuke dingen in deze film van regisseur Dominik Galizia. Zoals de setting: Duitse kermissen. De sfeer is goed neergezet met lompe housemuziek en gasten met matjes in trainingsjasjes. De mensen om de kermis heen, van een soms opgefokte clown/goochelaar tot een lokale kermisdominee. Daarnaast speelt Martin Rohde best heel aardig zijn karakter Ringo, wat toch geen makkelijk type is. En dan zijn de bijrollen levendig ingevuld.
Wat het lastige is van deze film is dat er niet zoveel nieuws onder de zon is. Er zijn al veel van deze mensen-die-langzaam-de-misdaad-inrollen-films. De opbouw is ook een stuk beter dan het afrondende, tweede deel, wanneer alles opeens snel en chaotisch verloopt. Dat Ringo ineens door iedereen gezocht wordt, de tas houdt, zijn droom (een boot) najaagt, etc. Geen verrassende scriptwendingen. Bij dat alles blijft Ringo ook wel een vlak karakter.
Traffic – Schilderijen stelen en niet verkopen Een Roemeens stel woont en werkt in Vlaanderen. Als een van hen, Nati, wordt misbruikt in een seksclub (waar ze bijkluste als serveerster) wil ze zich wreken op iemand die ze herkent, een curator van een museum. De wraak gebeurt niet direct maar indirect: de mannen van het groepje vrienden krijgen spontaan het idee om kunstwerken van dat museum te stelen.
Veel mensen herinneren de inbraak in de Kunsthal in 2012 nog wel. Voor wie het niet meer scherp heeft: de daders werden in Roemenië gearresteerd maar de werken zijn vermoedelijk voor eeuwig kwijt. Op NPO Start kun je een reconstructie bekijken. Deze film is geen reconstructie, meer een fictieve hervertelling die er losjes op is gebaseerd. We kruipen we in de huiden van deze mannen en vrouwen en ervaren hoe arbeidsmigranten als tweederangsburgers worden behandeld. Het heeft daarmee iets weg van Lilja 4-ever, het arthousedrama van Lukas Moodysson.
De film van Teodora Ana Mihai richt zich het meest op Nati. Echt goed komt haar karakter niet uit de verf – het speelt in feite een bijrol in dit verhaal. Het is sowieso allemaal wat aan de zwart-witte kant (er zijn praktisch geen niet-hufters) maar de verteltoon van de film (geschreven door Cristian Mungiu, regisseur van 4 luni, 3 saptamâni si 2 zile) maakt veel goed. De film heeft goed tempo, acteerwerk en afwisseling van scènes.
Goed gedaan maar erg somber. Misschien dat een satirische en komische aanpak beter gewerkt had om het hufterige gedrag tegen arbeidsmigranten te bespotten. Zelfs de diefstal had al iets komisch (‘Je staat bij de verkeerde brug, je moet naar de Westzeedijkbrug’) en anders het vervolgens vrij kansloos aan de man proberen te brengen.
Memoir of a Snail – Aandoenlijk lot van een tweeling
Grace (introvert) en Gilbert (lefgozer) zijn onafscheidelijke tweelingen in Australië. Als hun ouders overlijden, komen ze terecht in pleeggezinnen. De een aan de oostkant van Australië (Canberra, bij twee ouders die nudistencruises bezoeken) en de ander aan de westkant (bij zeer religieuze boeren). De scheiding wekt veel verdriet in de hand en dat heeft impact op hun levens. Grace werkt bij een bibliotheek, Gilbert moet appels aan de lopende band stickeren.
Als je de plaatjes bij de film bekijkt, denk je: dat kan niet veel zijn. Toch is deze film van Adam Elliot (bekend van Mary and Max) een van de meest vermakelijke tragikomedies die ik in tijden heb gezien. Je wordt heen en weer geworpen tussen trieste verhalen (Grace die een ‘feeder’ als partner krijgt, haar huis volstopt met slakken, Gilbert die onder de terreur van een vrij gestoorde pleegmoeder leeft) en komische momenten (met name de vader die goochelaar was in Parijs of het verhaal van Pinky).
De film scoort punten met geslaagde persoonlijkheden in hoofd- en bijrollen (zoals Pinky), warme momenten en een paar serieuze psychologische kwesties die subtiel in het verhaal zijn verweven. Een minpunt is dat de film veel tijd nodig heeft om op gang te komen. En dat – voor de mensen die ervan houden – er geen dubbele lading is. Ik vind het altijd erg bijzonder dat iets als claymotion zulke gevoelens kan ontwikkelen.
The Radiant Screen – Leven in een afgesloten stad Wat is dat voor stad midden in Siberië? Zheleznogorsk, of te wel de stad Ж, is niet zichtbaar op Google Maps en afgeschermd door flink wat prikkeldraad. Een afgesloten minimaatschappij die in de jaren vijftig voor de winning van uranium werd gebouwd, vandaar de bijnaam ‘The Radiant City’.
Het valt nog het beste te vergelijken met steden in films: ‘Alles is vreemd, zoals The Zone in Stalker’. ‘Het lijkt op Derry in Stephen King’s It.’ En niet genoemd, maar misschien ook een aardige vergelijking: The Truman Show.
Ine Lamers probeert de bizarre sfeer van de afgesloten Russische stad weer te geven. We krijgen de geschiedenis te zien van de bouw van deze stad, die begon als een socialistisch Utopia. Het stond niet op kaarten en bestond officieel niet. Hier en daar zien we wat verboden foto’s en video’s.
Maar hoe is het leven daar? Behoorlijk tragisch, vertellen ex-bewoners. ‘Als je hier opgroeit, denk je niet dat er nog een wereld buiten is. Het bevindt zich onder een koepel en je bent beschermd van de stad van andere dingen.’ Het is nog steeds zo afgesloten als vroeger. Veel bewoners blijken de suggestie van een afgeschermd leven prettiger te vinden dan het ‘gevaarlijke leven’ in een normale stad. Hoewel er meer radioactiviteit is dan gemiddeld.
Met deze film eindigt onze verslaggeving van deze 54ste IFFR in Rotterdam. Al deze artikelen zijn gratis. Iets terugdoen zou aardig zijn: meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de betere online artikelen over cinema.
IFFR 2025 – Deel 7: Drie keer fictie versus werkelijkheid
door Bob van der Sterre
Een leuk thema waar je eindeloos mee kunt spelen: werkelijkheid en fictie. Hoe verweven zijn ze? Het is vaak een onlosmakelijk duo maar drie films op IFFR nemen het wel heel letterlijk.
Grand Tour – Eigenzinnige film toert heel Azië door In Grand Tour vlucht Edward van zijn toekomstige vrouw, Molly, die uit Londen kwam gereisd. Zijn reis (het jaar is 1918) is in feite een Grand Tour door Zuidoost- en Oost-Azië. Maar het is een grote sombere trip. We zien hem naar Rangoon gaan, naar Singapore, een weg door de jungle banen na een ontspoorde trein, hij vervolgt zijn weg door Vietnam, Filippijnen, Shanghai, vaart met de boot over de Jangtse. En Molly reist de hele tijd achter hem aan. In die tijd waren nog diverse landen gekoloniseerd en spraken ze bijvoorbeeld Frans in Vietnam.
Een film als Grand Tour laat zich lastig samenvatten. De film van Miguel Gomes is veel eigenzinniger dan deze beschrijving doet lijken. Want bovenstaand verhaal is maar een van de drie verhalen die je ziet: we zien ook actuele documentairebeelden van dezelfde locaties (met voice-overs van mensen uit die landen) en soms ook wat oudere archiefbeelden. De fictieve versie is misschien maar de helft van de film.
Het is vreemd om te schakelen tussen de fictie van 1918 naar snackbars, motoren, mondkapjes, reclame, voetbalshirts, etc. Ik kan me niet herinneren dit eerder te hebben gezien. Het IFFR geeft er deze bijna cryptische uitleg over: ‘Grand Tour speelt zich af in een claustrofobisch koloniaal tijdperk dat voortdurend in dialoog is met het heden dankzij een uniek gebruik van documentairebeelden (…).’
Cultuur is duidelijk de rode draad van de film. Muziek komt steeds terug. Bijvoorbeeld twee mannen en een microfoon bij een rivier, een man die My Way zingt in een bar, schimmenspel met Wajangpoppen, en nog meer.
Met deze thema’s is het niet lastig te voorspellen dat dit een critici-darling gaat worden – hij won al de prijs voor beste regie in Cannes. De film is ook wel minutieus gemaakt. De zwartwitpassages zijn zeer sfeervol gemaakt.
Toch ben ik zelf niet overtuigd. Het acteren is geregeld aan de onhandige kant. Het vertelde verhaal is ook steeds simpel: Molly doet dit, Edward doet dat. Ook ben ik er niet van overtuigd dat het ‘documentairedeel’ van die steden in deze mix op deze manier echt werkt. Het is eigenzinnig en gedurfd, zeker, maar het resultaat is niet direct overrompelend.
Le Deuxième Acte – Breken door de vierde én vijfde muur David en Christian (Willy) hebben een lunchafspraak in Le Deuxième Acte, een locatie midden op een berg in de bossen. Daar is het de bedoeling om Florence en haar vader te ontmoeten. Florence is dol op David, maar die wil haar liever koppelen aan Christian, die daar heel sceptisch over is en vervolgens wat ongemakkelijke dingen zegt over homoseksualiteit, waarop David schrikt. ‘We zijn niet alleen, de camera loopt hier ook, wil je ons gecanceld hebben?’ ‘O ja.’ Ze kijken in de camera en slechten de beroemde vierde muur.
Florence komt aan met haar vader, die dus ook twee acteurs blijken te zijn. De vader, Guillaume, zeurt en klaagt en heeft er genoeg van. Stomtoevallig wordt hij gebeld voor een rol in een nieuwe film van Paul T. Anderson. En hij is meteen een stuk vriendelijker. Florence mist haar dochtertje en belt met haar moeder, die tijdens chirurgische handelingen niet al te opbouwende kritiek geeft.
Ondertussen loopt de scène in het café niet zo vlot want een bijrol, de ober die wijn moet inschenken, trilt zo buitengewoon van de zenuwen dat hij meer buiten de glazen giet dan erin. De acteurs krijgen meer en meer ruzie met elkaar. De film gaat verder – ik laat even in het midden hoe. Het creatieve brein is een mannetje op een laptop (AI) die minder betaalt als je het niet helemaal hebt gedaan zoals hij wilde.
Het spel tussen werkelijkheid en fictie ís hier het thema van de film. Wat is de werkelijkheid en wat is de fictie? Echt werkelijk oogt de werkelijkheid ook niet. De grap is dat de acteurs even onaardig zijn tegen de bijrol in zowel de werkelijke als fictieve versie.
Het is zeker vermakelijk – het publiek zat geregeld te schateren. De acteurs – Lea Seydoux, Louis Garrel, Vincent Lindon en Raphaël Quenard – nemen zichzelf op de hak en stoppen veel acteren in hun rollen. (Ze spelen acteurs die acteurs spelen, hoe lastig is dat.) Toch heb je het idee dat er meer in had gezeten, zoals met meer recente films van Dupieux. Je mist misschien de geniale weirdness die Realité en Wrong wel hadden.
Bij Dupieux zie je een trend naar komische acteerfilms die ook toneelstukken hadden kunnen zijn (Yannick speelt zich zelfs af in het theater). Daar valt ook van te genieten. Maar waar zou hij mee komen als hij zich vijf jaar concentreert op een project, in plaats van ieder jaar een of twee films te maken?
Bad Painter – Een pain-ter met veel eigenliefde Albert Oehlen is weer terug – zijn filmische alter ego tenminste. Nu woont hij in Los Angeles en praat hij met deze en gene, vriendinnetje, manager, medewerker, vrienden, interviewers en collega’s. Beledigt zijn medewerkers (‘Hij vertelde me niet eens dat we naar de woestijn gingen’), slaat bevriende kunstenaars in het gezicht, beledigt zijn vrienden (‘Misschien vind ik mijn eigen werken gewoon interessanter’), bestelt eten voor zijn vriendin die zelf iets anders wilde bestellen, investeert in goud ‘want dat staat leuk in de tuin’.
Net als Albert Oehlens vorige namaakidentiteit Der Maler uit 2021 is deze versie van hem een behoorlijk vervelende vent. Geen aanstellerig Karel Appel-gedrag zoals toen Ben Becker hem speelde, meer iemand die langzaam steeds onuitstaanbaarder wordt. En dingen zegt als ‘Intuïtie… niemand doet iets in mij…’ Of: ‘Ik ben pain-ter, iemand die pijn lijdt tijdens het schilderen.’
De film is geen mockumentary (het is ook niet dolgeestig) maar meer een complexe zelf-parodie. Udo Kier speelt Albert Oehlen, maar Albert Oehlen is wel de regisseur en schrijver hiervan. Het ligt voor de hand dat hij trekken van zichzelf met opzet uitvergroot, als de belemmering van de werkelijkheid wegvalt.
Ook hier is de grens tussen fictie en feiten lastig te leggen. En dan is er nog een mysterieus element. Het laatste half uur wordt het allemaal nog dwazer. Hoe dan ook leuk om Udo Kier weer eens in een hoofdrol te zien.
De categorie ongrijpbare films op IFFR. De grensverleggers en uitprobeerders. Minst populair bij het publiek maar vaak het meest vernieuwend. Meestal korte films maar er zijn ook een paar langere.
From Behind the Teeth – Schaakspel met kiezen om te associëren Kunstenaar Mox Mäkelä en wetenschapper Mikael Forteliu zitten tegenover elkaar en spelen schaak. Althans, ze hebben een schaakbord met tanden op de plaatsen waar normaal stukken staan. Verwacht geen aanvallende paarden of rokerende koningen. De een kent de schaakregels niet (‘Dit is een nar en ik zet hem daar neer, hij wil in het voetlicht staan’), de ander vertelt over de geschiedenis van de tanden (‘De toren is een maalkies, een zekere rondheid is opvallend.’)
We zien deze twee de hele film van bovenaf met een omheining van een gebit. De tandenschaakstukken zijn aanleidingen voor associatieve dialogen. Ze associëren over elanden, oorlog, geschiedenis, religie, spullen kopen, entertainmentcultuur, AI, etc. De illustraties en collages die hun gesprekken volgen doen aan Jan Svankmajer denken.
Deze Finse film zal er niet bij iedereen makkelijk in gaan. Hij is traag, duurt veel te lang (1 uur 45 minuten), meandert als een malle en je ziet niet eens echt mensen in beeld. Wil je jezelf uitdagen, dan is dit een prima film, je kunt er wat van leren over je gebit, de speelsheid van dialogen en de beelden bij de film zijn best grappig.
Debut, or, Objects of the Field of Debris as Currently Catalogued – Een onderzoek naar jezelf
In Debut… begint een voice-over over een onderzoek. We krijgen te leren wat de voice-over heeft geleerd. ‘Hij is gemiddeld intelligent en heeft slechte ogen. De naam is Julian Castronovo. Ik kon vrij gemakkelijk bij zijn archief op zijn laptop.’
Ze vertelt verder over ‘het subject’: ‘Een kunstdealer verhuurt de kamer aan de 23-jarige Castronovo. Hij heeft alleen maar een vaag idee dat hij naar New York kwam om filmmaker te worden. Medische documenten laten zien dat hij ritalin kreeg en behandeld moest worden voor slaapproblemen. Hij is gemaakt voor de simpele pleziertjes van het leven.’ Ze observeert verder zijn verder onschuldige gedrag: ‘Om onduidelijke redenen besluit ons subject om zijn kamer te verven.’
Zijn leven verandert door het bezorgen van brief van ene F., de vondst van tekeningen van herten en Chinese tekens in de muur en een boek. Via kunstvervalser Han van Meegeren komt hij de (spoorloze) vervalser Fawn Ma op het spoor.
De manier van vertellen met tijdstippen en bewijzen – en de zelfspot – maken deze film best vermakelijk om naar te kijken. Een slim gemaakte film die op een plek is opgenomen, maar veel variatie biedt in beeld door het onderzoek te volgen (via documenten, telefoongesprekken, chats, videocalls, etc.).
Julian Castronovo deed álles zelf en kan daardoor interessante paden bewandelen. Hij is de regisseur maar ook de persoon over wie de film gaat – en toch is dat een karakter in dit verhaal. Hij bespreekt zelfs de vorm van de film die hij gaat maken in deze film, die deze film dus al is. Koppijn, anyone? Aardig subthema is dat de film iets laat zien van het totale gebrek aan privacy dat je hebt als modern mens.
Toch zullen weinigen het uithouden tot het einde denk ik. Ik verloor mijn interesse ook op zeker moment. Ingedikt tot maximaal drie kwartier had het beter gewerkt. De verhalen deden me denken aan de kunst van Marcel van Eeden, die ook verhalen verzint met geschiedenissen.
DIVERSE ARTISTIEKE SHORTS OP IFFR:
Euclidean Man– Marshall McLuhan wist alles al We beginnen met flikkerend licht (hopelijk dat niemand in de zaal last heeft van epilepsie) en geluiden van militaire acties die ‘targets’ zoeken. ‘Er liggen een zootje lichamen.’
Daarna volgt een analyse van Marshall McLuhan, de Canadese mediafilosoof (grondlegger van de gedachte over de global village; dus het internet voor het bestond). Hij brengt een indrukwekkend staaltje toekomstvoorspellerij ter berde. Over grote innovaties: ‘Het zal geweldig en verbazingwekkend zijn, maar ik denk niet dat wij zulke grote veranderingen aan kunnen in zo’n korte tijd.’ Bij een foto van Elizabeth Taylor: ‘Meer iconische beelden worden gemaakt, maar privébeelden nemen een steeds kleinere plaats in.’ En over de paradox van méér informatie tot je beschikking hebben: ‘Als je alsmaar toegang hebt tot álle informatie tegelijkertijd, kun je geen onderwerpen hebben.’ En: ‘We leven in een tijd dat het publiek zich gedraagt als producent.’ (Vertalingen van ondergetekende, bekijk de film voor de letterlijke bron.)
Zéér artsy maar ook inhoudelijk en prikkelend op een filosofische manier, deze in Nederland geproduceerde (Engelstalige) film van Sebastian Pappalardo. Opnieuw voor de kijker die graag uitgedaagd wordt.
Euclidean Man
Lamento – Ruzie? Zing het uit
Een man zit in een woonkamer. Er wordt gerommeld aan zijn deur. Een vrouw komt binnen en begint te zingen als Michael Jackson. Zo voeren ze ruzie: zingend. Ze verplaatsen zich al ‘ruziezingend’ naar de slaapkamer. Op de trap worden ze ineens overvallen door Whitney Houston. En later ineens door The Power of Love.
Hoe leg je een film als Lamento uit? Volgens IFFR gaat het over hoe popcultuur onze zielen koloniseert. Ik zie meer een soort surreële wereld waarin de clichés van popliedjes écht zijn: primitief, naïef en soms vrij griezelig. Film van Jannik Giger en Demian Wohler biedt veel ruimte voor interpretatie. Het duurt vijftien minuten en is leuk, vindingrijk en theatraal.
Este no es tu jardín– Een meanderend bos van stippen
Een digitaal bos, gemaakt van miljoenen lichtgevende stipjes tegen een zwarte achtergrond. We vliegen erdoorheen en horen vogeltjes. Dan slaat de vlam erin en heeft alles een duistere kant.
Deze korte film van iets meer dan tien minuten is gemaakt op basis van echte wetenschappelijke data over hoe bossen in Colombia komen en gaan. De menselijke invloed wordt pijnlijk duidelijk maar het bos heeft ook een eigen leven. Deze film van Carlos Velandia en Angélica Restrepo doet ook denken aan afbeeldingen waarin je ziet hoe het universum met clusters aan elkaar vastzit.
Erg trippy. Zeker als het begint te draaien kan ik me voorstellen dat je dit ook voor hypnose kunt gebruiken.
Melody Electronics– 80’s game in filmvorm 80’s games en film komen samen in deze ‘film’. Dit zogenaamde spel uit 1988 heeft een menu waar je uit kunt ‘kiezen’: Television, Camera (‘een dode vlinder op de stoep’), Stereo (‘dit is mijn Technics turntable’), Computer (‘Dit is mijn favoriete game’), Toaster, Blender, Telephone, Clock (‘Tijd is raar’), VCR, etc. (De film kiest de onderwerpen en je kijkt naar wat er gebeurt.)
Grappig om retrogames en animatie gecombineerd te zien in deze film van een half uur. Het is nauwgezet; 80’s games graphics zijn exact zo. Veel games worden nu weer heruitgegeven dus het is een kleine hypegolf. Deze film van Albert Birney is dus wel echt voor de liefhebber.
Melody Electronics
A Light Unseen – Prisma waar je ook kijkt De lichtval op draden in de natuur. Spinnenwebben, grashalmen, etc. Zo gefilmd dat de ‘dispersie’ (volgens een korte search in Google) het licht breekt in allerlei kleuren (ik heb er geen enkele kennis van dus neem vooral deze uitleg niet te serieus). Nog geen tien minuten, deze film van James Sansing, maar wonderschoon en erg meditatief. Pure esthetiek voor de liefhebber van dit soort films.
Commute – Bielzen en nog eens bielzen Ook nergens mee te vergelijken is het negen minuten durende Commute. Bielzen en nog meer bielzen. En dan desoriënterende geluiden alsof een radio steeds van zender verandert. Flarden Johnny Cash, Chuck Berry, Kraftwerk, Raymond Scott komen langs in deze experimentele productie van Henry Hills. Ritme, daar gaat het om. Hypnotisch maar misschien ook iets te abstract.
KUNSTINSTALLATIES IFFR:
Art directions: IFFR-installaties in het Katoenhuis
Het Katoenhuis is gelegen op een nagenoeg onbereikbare plek in Nieuw-Mathenesse (bij de Keileweg). Met kou en windkracht 5 is het geen pretje om daarheen te lopen. Gelukkig is er een shuttlebus die je terugbrengt naar De Doelen.
Hier waren vier IFFR-installaties verzameld (met een bonus). In Alice, Bob, Carol en David van Viktor Timofeev kijken we naar een game waarbij vier personages met willekeurige choreografie invloed op elkaar hebben. Het oogt theatraal. ‘De stille, maar expressieve handelingen van de personages ontwikkelen zich als een live theaterproductie op een dynamisch digitaal podium.’ In Extramission: The Capture of Glowing Eyes zien we aan de ene kant een camera de lichtgevende ogen van otters volgen en aan de andere is iemand bezig met opzetten van dieren (die van Europa naar Argentinië zijn overgebracht, waar ze niet meer voorkomen). Als je iets gemist hebt en wacht tot de film herbegint, heb je pech: het duurt 720 minuten. In Brown Bodies in an Open Landscape are Often Migrating geeft Basir Mahmood een herinterpretatie van fragmenten van migranten. En in La Quema neemt Francisco Baquerizo Racines ons mee naar Guayaquil in Ecuador, waar lappen of kartonnen poppen op oudejaarsavond worden verbrand. Dit keer wordt er ook een VOC-galjoen meegenomen en verbrand.
La Quema
Dan is er als bonus nog een stille disco VR-kunstwerk (dat nog werk in uitvoering is). Het idee is dat je de aarde opnieuw ziet beginnen. Steden schieten als paddenstoelen uit de grond. Het is niet alleen kijken, maar ook dansen, want het is immers een stille disco. Een bizarre ervaring natuurlijk als je handen opeens wit en blauw zijn en de personen naast je dansende schimmen. Soms zie je naast je een afgrond, en je hersenen geven maar een signaal: val er niet in. Als je brein in deze basic versie al zo gemanipuleerd kan worden, laat staan over een jaar of vijftig als de VR-bril net zo ingeburgerd is als de mobiel nu. De dopamineprikkels van onze socialmedia zullen daarbij vergeleken kinderspel zijn. Het kunstwerk Show me the Light van Mila Moleman is speels maar nog niet helemaal af: als kijker mag je er feedback op geven.
Zwaai tijdens deze 54ste IFFR-editie de deuren van Pathé Schouwburgplein open, en een ijskoude februariwind herinnert je vrij abrupt aan de pluspunten van een vol filmprogramma. Een luchtje scheppen is gezond, prevelt de doorzetter op zo’n moment, maar na een minuutje koukleumen lonkt dan toch weer de luwte van de bioscoopzaal. Treffend genoeg bevat de line-up dit jaar verschillende titels die de winter voor even doen vergeten, met Nicolas Cage-flick The Surfer voorop. Terwijl de thermostaat overuren draait, kun je als cinefiel baden in het zonlicht.
“Van deze film ga je dorst krijgen”, verklapt de Ierse filmmaker Lorcan Finnegan als hij op een ongure vrijdagmiddag The Surfer voorstelt. De hoogzomerse komedie is opgenomen aan de zuidoostkust van Australië, waar de immer geflipte Nicolas Cage het moet opnemen tegen spinnen, slangen en een new age-achtige surfsekte. “Met die spinnen en slangen was Nicolas niet zo blij”, memoreert Finnegan de pittige draaiperiode; de beruchte acteur kon zelf helaas niet bij de vertoning aanwezig zijn.
The Surfer
Verongelijkt slachtoffer In de vele jaren dat Cage al op het grote doek te zien te bewonderen valt (en eens kan zomaar de laatste keer zijn, als we hemzelf mogen geloven), hebben talloze liefhebbers en critici de acteerkwaliteiten van de markante Amerikaan bevraagt. Voor een deel is dat terecht, want met zijn onmiskenbare cultstatus en zijn zelfbewuste imago (zie: The Unbearable Weight of Massive Talent) heeft Cage regelmatig meer weg van een performancekunstenaar dan van een oprecht acteur. Toch is er één ding dat de man als geen ander kan: verongelijkte slachtoffers spelen.
Ging Cage in Dream Scenario nog ten onder aan de cancelcultuur, in The Surfer wordt hij geleidelijk uitgekleed (figuurlijk én letterlijk) door een stel lokale surffanaten die beslag hebben gelegd op hun favoriete stukje strand. Het bezitterige gedrag van de surfgang botst met de aspiraties van een opgewekte bezoeker, die niet alleen zijn zoon op een middagje watervertier wil trakteren, maar ook nog eens uit is op het eigendomsrecht van een nabijgelegen appartement.
Uitputtingsslag Opzichtige pestacties van de karikaturale locals veranderen de welgestelde surfer in een nacht en een dag in een armoedige zwerver. Met gezichtsuitdrukkingen die laveren tussen zielig en wanhopig banjert Cage heen en weer tussen het strand, de parkeerplaats en het armetierige toiletverblijf. In de middaguren brandt de zon zo fel dat je je afvraagt hoe de crew het ooit zo lang met de acteur heeft uitgehouden. Het zweet parelt van Cage zijn gezicht, en daarmee ook van het scherm.
Het conflict tussen de strandgang en de onrechtvaardig behandelde outsider is zo sterk aangezet dat The Surfer na verloop van tijd behoorlijk op de zenuwen gaat werken. Dat de tegenspelers van Cage zich zo mogelijk nog schuldiger maken aan overacting dan de vermaarde acteur, spreekt boekdelen. Het wonderlijk ontsporende slotkwartier versterkt nog een laatste keer het gevoel van onverschilligheid dat dit dolgedraaide strandsprookje oproept. Anderzijds had Finnegan wel gelijk: na de film wil je pardoes een tussenstop maken bij de frisdrankautomaat.
Zomer van je leven The Surfer overtuigt in het ophalen van zomerse sferen, maar komt als beoogde toevoeging aan de eigentijdse cultcanon matig uit de verf. Gelukkig draaien er in de dagen na het zien van het Cage-vehikel nog meer dan genoeg warmbloedige films die wél overtuigen. Het beknopte Camp d’été (met 78 minuten een van de kortste langspelers van het festival) speelt zich af op een massaal scoutingkamp in de Zwitserse bergen, waar jongeren van verschillende leeftijden de zomer van hun leven hebben.
Camp d’été
Met slechts één camera bewegen regisseur Mateo Ybarra en zijn cinematografe zich tussen de talloze tenten, eettafels en toiletgebouwen om verschillende groepjes scouts te volgen. Ybarra kiest er bewust voor om niet voor één hoofdpersoon te gaan, zodat hij de enorme diversiteit van sociale ervaringen, gesprekken en rituelen vast kan leggen. Wijdere shots van de imposante omgeving plaatsen deze tijdelijke microkosmos alsnog in een ruimer perspectief.
Een kwestie van kleur De warme gloed die de zomerse plaatjes van Camp d’été omringt, tekent in het Spaanse Deuses de pedra het landklimaat van de grensstreek Galicië. Debuterend filmmaker Iván Castiñeiras Gallego laat zijn publiek in een drieledig portret kennismaken met verschillende mensen die er wonen, en in de meeste gevallen ook geboren en getogen zijn. Geleidelijk meandert zijn aanpak van etnografie naar fictie. Tijdens de opnames ontmoette Castiñeiras Gallego een familie die hun huis en levens voor de regisseur openstelde. Deze ontmoeting mondde uit in het eenvoudig uitgewerkte, maar kernachtige coming-of-ageverhaal dat de derde en afsluitende akte siert.
Deuses de pedra
Deuses de pedra is opgenomen op 16 mm, een analoog formaat dat digitale beelden vrijwel altijd naar de kroon steekt als het gaat om de diepte en tastbaarheid van de kleurfotografie. Als de film ongeveer een twintigtal minuten onderweg is, schakelt de regisseur welbewust van groezelige etnografische beelden naar een vrijetijdstafereel bij een beekje. Plotseling baadt het grijzig aangevangen debuut zo in het zonlicht. Door zijn verdere vertelling toe te spitsen op de band tussen verschillende generaties, zorgt Castiñeiras Gallego ervoor dat die overgang niet bijblijft als een botsing tussen heden en verleden maar als een continuüm.
De zon tegemoet Met de warme toets van Deuses de pedra en Camp d’été zou je denken dat het nauwelijks zomerser kan, maar aan het Zuid-Koreaanse Hear Me: Our Summer kunnen ook deze prettige festivalontdekkingen niet tippen. De op papier volstrekt onnodige remake van het Taiwanese Hear Me (2009) heeft zo’n heldere aanblik dat er haast een therapeutische werking van uitgaat. Het glinsterende wateroppervlak van een trainingszwembad, een centrale locatie voor het verhaal, sluit perfect aan bij de vele buitenscènes, waarin de zon weldadig schijnt en regendruppels taboe blijven.
Hear Me: Our Summer
Het liefdesverhaal dat de film navertelt, blinkt bepaald niet uit in originaliteit. Met een speelduur van bijna twee uur lijkt dat zich op voorhand te gaan wreken, maar de aandoenlijke uitwerking en dito personages weten het gebrekkige (en richting het einde schier lachwekkende) scenario aardig te compenseren. Kijk zeker níet als je al te cynisch bent aangelegd, en mogelijk juist wél als je in deze maatschappelijk pessimistische tijden wel wat jeugdig optimisme kunt gebruiken. Onbeschaamde kalverliefde en overdadige zonneschijn doen tijdens het kijken van Hear Me: Our Summer de onverbiddelijke winter vergeten. Bij het verlaten van de zaal ziet de wereld er nét wat mooier uit dan voorheen.
Van de vier hierboven besproken films isHear Me: Our Summer nog eenmaal te zien, op zaterdag 8 februari.
IFFR 2025 – Deel 4: Zuidoost-Aziatische luchtigheid
door Bob van der Sterre
Aziatische films komen steeds vaker uit andere landen dan de traditionele filmlanden Japan, India en Zuid-Korea. Ook bijvoorbeeld Thailand, Filippijnen, Indonesië en Maleisië worden steeds belangrijkere filmleveranciers van IFFR. Veel sympathieke films, maar het resultaat is wisselend.
Operation Undead – Zombies als wapens (Thailand) Het is oorlog. De Japanners staan klaar om Siam (Thailand) binnen te vallen. De Thaise verdedigers hebben aanvankelijk vooral lol. Seks, voetbal aan het strand, vrouwen ten huwelijk vragen. De Japanners dreigen met inzet van een biologisch wapen. Alleen heeft het biologische wapen ‘Fumetsu’ al de benen genomen. Met alle gevolgen. Ook voor protagonist korporaal Mek.
Er zijn vast mensen die elke zombiefilm gezien willen hebben en dan is deze film een mooie aanvulling. Omdat de setting zo apart is: de Tweede Wereldoorlog in Thailand, tijdens de inval van Japan. Het is ook net even anders: ze worstelen met emoties, kunnen zelfs een beetje praten (en zingen) en vliegen soms spontaan in brand.
Vermoedelijk verwijzen deze zombies naar de jonge soldaten die tijdens deze oorlog hun onschuldige levens verloren, maar dan ga ik interpreteren en dat is altijd risicovol.
Ondanks de suggestie van een boodschap houdt Operation Undead zich niet in met de (overigens best creatieve) bodyhorror. Het is echt erg bloederig. Waarom word ik altijd onpasselijk van zombiefilms? De geluiden, het elkaar opeten, het hhhgghhhgg geluid. Je moet er wel zin in hebben.
The Good Loan Sharks – Amateurs versus grote crimineel (Maleisië)
Een man in laboratoriumpak wordt achtervolgd door gangsters en rent een flat in. Hij ontsnapt via balkons en komt bij het huis van een stel. Zij willen hem geruststellen en beginnen al zingend een verhaal te vertellen. Over de baas van een pretpark, Ah Long. Die heeft er genoeg van dat zijn zonen lopen te niksen en dwingt ze om hun eigen weg te volgen. ‘In het leven heb je ambitie, focus en discipline nodig.’ Ze schrikken zich kapot.
De zonen leren per toeval hoe je woekeraar kunt zijn, dus onderhandse leningen uitgeven en dan immense rente rekenen. Een winkel is de dekmantel voor hun ‘praktijk’. Als een echte misdaadbende erachter komt dat ze dit doen, willen ze hen een les leren. Als praten niet werkt, zoeken ze naar andere middelen. Oftewel: de amateurs versus de grote crimineel.
Wat een energie! Tussen de vele serieuze drama’s op IFFR vind je ook zo’n kleurrijke musicalkomedie als The Good Loan Sharks. Er wordt gezongen (je kunt meezingen), komisch geacteerd, gedanst. Er zitten talloze culturele grappen in (vader-zoonrelaties; citeren van miljardair Jack Ma; invloed tradities en religie). Het beste zou natuurlijk zijn om deze film in een Maleise bioscoop te zien – ik weet zeker dat er op los geschaterd wordt. Het zou me verbazen als deze productie daar geen hit wordt.
Een type ‘doldwaze komedie’, eerder TheNaked Gun dan een sophisticated comedy. Voor zo’n type film is twee uur te lang en uitputtend. Maar vervelen doe je er niet bij en de acteurs zitten boordevol energie.
Opvallend is de belangrijke rol voor de coronaperiode. Iedereen draagt mondmaskers. En de criminelen hebben een nieuwe markt ontdekt: desinfecterende handgels. Het staat in het Maleis toegelicht voor de film begint – alleen was Covid-19 het enige woord dat ik ervan begreep.
An Errand – Even een T-shirt en wat pillen halen (Filippijnen)
Moroy is privéchauffeur in Baguio. Zijn baas, een rijk man, zegt: ‘Kun jij voor mij een T-shirt halen met de Mona Lisa erop en meteen pillen mee terugbrengen?’ Manila is wel honderden kilometers ver weg van Baguio.
Moroy droomt onderweg lekker weg, van uitgaan met bevriende chauffeurs, eerdere uitstapjes met zijn baas, gesprekken met diens minnares. Puzzelstukjes vallen samen. Ze schetsen een beeld van een gedienstig persoon, die flarden van de louche zaken van zijn baas meekrijgt.
De film van Dominic Bekaert is gebaseerd op een verhaal van de schrijver Angelo Lacuesta, die ook nauw betrokken was bij de productie. Het is best aardig om het verhaal rondom de productie te lezen, bijvoorbeeld dat Bekaert en zijn vrouw, die producer is van de film, ook nog een kind kregen precies op het moment dat ze de film afrondden.
Ambitieuze film. Dat hoor je aan de muzikale ondersteuning en zie je aan de aandacht voor kleur en details in beelden, waardoor IFFR er een ‘neo-noir’ in ziet. Je krijgt beelden van de verschillende klassen in de Filippijnen, rijk en niet zo rijk. Een gesprek met een masseuse. Een rij in een apotheek. Rijdend midden in totaal verlaten bergen. Etcetera.
Ik miste dramatische, spannende of komische momenten om een echte connectie met de film te maken, maar kon het wel waarderen dat de film clichékeuzes mijdt. Dat zorgt er wel voor dat de betrokkenheid van de kijker op de proef wordt gesteld. Toch is dit een van de weinige films op IFFR die ik (deels) twee keer heb gekeken.
No Magic for Socialists– De horrorfilms die niet meer mochten van het socialisme (Myanmar) De vroege films van Birma (het huidige Myanmar) zaten vol met spiritualiteit, horror en magie. Kunstenaar en regisseur Htoo Lwin Myo vertelt via interviews met betrokkenen het verhaal van de Myanmarese horror- en genrefilmindustrie uit de jaren vijftig.
In de film zien we voorbeelden van deze oude mysterieuze films. Iemand in een bos (een koning) eet een stuk fruit en verandert in een soort weerwolf. In een ander voorbeeld zien we hoe ze met eenvoudige effecten een reuze demon laten vechten met de kleine held. Dan vliegt er een vliegend bootje een rots binnen.
Begin jaren zestig veranderden ze de Birmese maatschappij in een socialistische, vertelt een oud-regisseur. ‘Vanaf dat moment kreeg geen een bovennatuurlijke productie nog volledige toestemming van de censor. Een gevolg was dat de visual effects verdwenen.’ Brave, melodramatische films namen het over.
De oude generatie krijgt nu alsnog erkenning. In een frappante scène zitten de nieuwe en oude generaties tegenover elkaar. De nieuwe bedankt de oude voor hun goede daden. ‘Nu mag u hulde geven aan de ouderen.’
Er zijn nog een paar voorbeelden, vrijwel allemaal in slechte staat. En passant gaat het ook een beetje over de Thaise filmgeschiedenis, waarin ook veel horror voorkomt. De toegankelijke (maar ook wel erg trage) documentaire neemt je mee naar een filmwereld waarvan je voor deze film vermoedelijk geen idee had.
Finding Ramlee – Imiteer je uit een schuld (Maleisië) Een zanger met geldzorgen moet op appèl komen bij de crimineel Mr. Yusuf. ‘Ik beloof dat ik mijn schuld in een keer zal betalen.’ Gelukkig komt net Mr. Yusufs zus binnen die hem verwart met de zojuist overleden filmmaker P. Ramlee. En waarvan ze fan is. ‘Als je het dertig dagen doet voor haar, is je schuld weg.’
De namaak-Ramlee kwijt zich goed van zijn werk. Hij danst met de zus van Mr. Yusuf, vertelt over nieuwe films, kletst over Some Like It Hot. De nep-Ramlee heeft een zus, theatermaakster, die zonder te weten helpt met de kennis van nep-Ramlee, zoals anekdotes over zijn ‘voorbeeld’ Akira Kurosawa.
Aardig om eens een 70’s retrofilm te zien vanuit een ander land dan je gewend bent: Maleisië. De kleding, sfeer, drankjes, omgangsvormen, meubels, lampen etc.
De film is sympathiek maar ik had er wat meer van verwacht. Finding Ramlee combineert op een wel wat te verwarrende manier een hippe 70’s retro komische misdaadfilm, met een spannend verhaal (ontdekt zij zijn bedrog?) en puur Maleis melodrama. Veel van dit soort scènes hebben we bovendien al vaker gezien (‘Waarom heb je me niets over die leningen verteld?’ ‘Omdat je mijn kleine zus bent!’). Ook jammer dat het acteerwerk houterig is. Al met al iets te gemiddeld om je echt te laten verwonderen.
Bury Us in a Lone Desert – Inbreker geronseld voor begrafenis (Vietnam)
Een inbreker breekt in een huis en ziet een pop op bed liggen. Hij wordt neergeslagen door een oudere man, die hem vervolgens vastbindt en vraagt of hij hem wil vermoorden. ‘Ik heb alles klaargezet, je hoeft alleen maar mijn lead te volgen. Niemand zal het ooit weten.’
De man – niet zo verrassend – blijkt een beetje apart. Zijn vrouw is tien jaar geleden overleden en hij heeft haar opgezet (de pop die de inbreker zag liggen). Hij laat de inbreker vrij en die gaat bij hem wonen. Hij wil dat hij hem helpt bij de begrafenis van hem en zijn vrouw in de woestijn.
De film van Nguyễn Lê Hoàng Phú heeft een zachtaardig en artistiek hart. Een rond beeld zie je niet elke dag. De film (60 minuten) volgt zijn eigen logica en biedt ook nog wat luchtige momenten. Het had wat vlotter gekund – maar het werkt wel.
Termite Feeding Show – Termieten strippen een stukje kabel (Taiwan) Termieten hebben een stukje kabel vastgebonden en snijden er telkens een stukje af. Dat gaat naar de larven. Deze Taiwanese korte film van nog geen tien minuten geeft best wat droogkomische momenten en heeft wel iets van Jan Svankmajer. Ik miste alleen een plot.
Het focusprogramma Hold Video In Your Hands biedt een aantal luchtige films over een praktisch verdwenen cultuur. Toch is de liefde voor VHS en videobanden soms nog steeds heel groot.
Videotheek Marco – De opkomst en neergang van VHS De videoband, een hele generatie is er groot mee geworden. Dat was op zichzelf een hele evolutie sinds de introductie eind jaren zeventig. Van banden met VCC, Betamax en VHS, zonder leeftijdswaarschuwing, naar VHS, dvd en blu-ray en met categorieën voor 12+, 16+ etc. En natuurlijk het middelpunt van die evolutie: de videotheek. Zowat elke stad had er een.
In 2003 waren er meer dan duizend zaken, nu zijn ze praktisch allemaal weg, verslagen door de streamingdiensten. In deze film van Gyz La Rivière krijgen we de hele videothekengeschiedenis, tot en met de mysterieuze Videotheek Marco in de passage van het metrostation onder de Beurs.
Vermakelijk en interessant, de trends van videotheken, technische veranderingen, liefhebbers. Luchtig gebracht en met heel veel archiefmateriaal. Van de populariteit van de Evil Dead-serie, tot de illegale kopieën die in beslag genomen werden. Met hier en daar een feit dat je nog niet eerder had gehoord, zoals dat er mensen waren die voetbalwedstrijden filmden in Turkije, de videobanden lieten overvliegen en verkochten in Nederland.
Het komt alleen in razende stroom over je heen. Want de film is geëdit met een vaart alsof nog de bus moest worden gehaald. Dat zorgt ervoor dat je weinig tijd hebt om alles goed tot je te nemen. En dat is best jammer want het is een boeiende geschiedenis waar veel maatschappelijke zaken aan vastzitten. Een paar rustpunten had de film goed gedaan.
Intussen leven we in het tijdperk van de streamingdiensten en begint de VHS-retrotrend. Mensen willen toch graag iets in hun handen hebben, blijkt.
Directamente para video – Mysterie rondom een Uruguayaanse slasher In Uruguay verscheen in de jaren tachtig de lowbudgetthriller Acto de Violencia en un joven periodista. De regisseur was Manuel Lamas, die bijna alles zelf deed, montage, muziek, camera, etc. De cultfilm die direct voor videotheken werd gemaakt heeft fans. ‘Pyrotechnics for the soul’, noemt een fan het. Echt goed is de amateurfilm ook niet. ‘Alles fout doen is indrukwekkend.’
Niemand weet precies wie Lamas is of waar hij woont. Acteurs lijken spoorloos of willen niet praten. Hoe zit dat? Regisseur Emilio Silva Torres nam er geen genoegen mee en ging in 2021 de diepte in. Het leidt hem naar Buenos Aires en Ushuaia. Het mysterie rondom Lamas ontrafelt zich.
Het slotakkoord met de berghut is erg mysterieus. Wat je ervan moet maken is niet heel duidelijk, behalve dat Silva Torres zelf ook creatieve ambities heeft. En waarom niet, er zijn geen harde regels voor het mengen van docu en fictie.
Lamas blijkt geen sympathieke kerel, sadistisch en vrouwonvriendelijk, al is er op het eind toch nog een oude vriend om iets positiefs te zeggen over Lamas.
Video Kings – Door de film heen kletsende vertalers In de communistische tijd was het heel moeilijk om Hollywoodfilms te kijken in Tsjechië. Door de komst van video ontstond een groep liefhebbers die video’s ‘regelden’ (soms zelfs door met de trein naar Duitsland te reizen, video’s te huren, terug te reizen, te kopiëren en dan weer terug te brengen). Ze voorzagen de film van een dub in het Tsjechisch, waarbij ze álle stemmen deden. Het begon als lolletje maar ontwikkelde zich als illegaal handeltje op markten.
Deze docu uit 2020 spreekt met een aantal bekende dubbers. Ze tappen amusante anekdotes. Zoals die ene dub waarbij je op de achtergrond een ruzie hoort. ‘Ga jij nog het vuilnis buiten zetten?’ Of de telefoon die door de film rinkelt. Honden die door actiescènes heen blaffen.
De dub van The Brood was legendarisch: een van de slechtst vertaalde films ooit want die dubber sprak bijna geen Engels en zat zelf maar in te vullen wat er werd gezegd. Een andere kerel vertaalde een pornofilm: ‘Ik was dronken en ik verzon van alles, die versie werd populairder dan de gedubde Police Academy.’
Soms was het ook wel moeilijk. The Long Good Friday, met plat cockney, was nauwelijks te vertalen. Of in Godfather 2 wordt opeens Italiaans gesproken. Zelfs titels veranderden soms, The Terminator werd The Finisher of The Concluder. Deze traditie bestond ook in andere Oost-Europese landen.
Toen videotheken daar ook professionele films gingen verhuren, en het illegaal kopiëren serieuzer werd aangepakt, verdween de subcultuur. Toch zweren sommige mensen nog steeds bij een illegale kopie. Liefhebbers herkennen nu nog sommige dubbers: de fluisteraar, de mompelaar, of de religieuze, die fuck you vertaalde met: Ga heen en plant u voort.
Deze amusante documentaire is vooral anekdotisch, maar de betrokken personen zijn allemaal voorzichtig om het als een daad van verzet tegen het communistische regime te willen zien. Het was vooral iets om lol mee te hebben.
Razones por las que soy un infeliz – Magische Chaplin-video’s Een man zit op de wc. Hij kijkt naar alle graffiti en ziet een telefoonnummer. Hij belt. Geen gehoor. Dagen gaan voorbij. Hij huurt en bekijkt talloze Chaplin-video’s. Hij belt een paar dagen later opnieuw en krijgt een vrouw aan de lijn. Dan wordt hij zelf opgebeld op zijn werk. Wat hebben de Chaplin-films met dit alles te maken?
Deze Mexicaanse film van Ruben Nuño Lepe duurt slechts 22 minuten en doet zijn best om in die korte tijd je als kijker op het verkeerde been te zetten. Het had nog iets magischer gemogen.
IFFR 2025 – Deel 2: Kunstmatige intelligentie in opmars
door Bob van der Sterre
Sinds je op menselijke manier met bots kunt chatten, is er weer een drempel geslecht in technologie. Het doet wat met ons nu we voor het eerst AI’s van dichtbij meemaken. Experimentele filmmakers zien er in elk geval kansen in. Genoeg voorbeelden op IFFR, vooral met korte films.
Gerhard – Kunstenaar Gerhard Richter door AI bespot Gerhard Richter is een van de beroemdste kunstenaars ter wereld. Hij gaat naar zijn kantoor, een gigantisch gebouw, waar ‘8% met een kunstwerk vertrekt’.
Tijdens een meeting pitcht hij nieuwe ideeën zoals grijze blokkendozen midden in de stad. ‘De VAE bestelt er zeker vijf.’ ‘Zullen we ook een NFT uitgeven voor onze jongere klanten?’ ‘Goed idee. Is het wel namaakbestendig?’ ‘AI kan menselijke kunst niet reproduceren.’ ‘Ah, goed om te horen.’
Na het bezoeken van een commercieel ingestelde kerk, geeft hij een masterclass. ‘Noteer: pigment is de zuurstof van kunst.’ Een student pikt het lingo snel op: ‘Mijn canvas is een veldslag van kleuren.’ Een andere: ‘Deze kunst is een symfonie van rebelsheid.’ Dat loopt gruwelijk uit de hand, net als wanneer Gerhard kinderen met blauw laat spelen in zijn huis. De verf verandert in een rivier.
Behoorlijk geestige korte satirische mockumentary van Ulu Braun (slechts tien minuten) bespot mondiale topkunstenaars zoals Gerhard Richter. Ze hebben teams die hun werken in elkaar zetten en focussen zich meer op zakendoen dan kunst. Zijn voornaamste bijdrage aan zijn werk (in deze film) is het roepen van: ‘Gebruik de grootste rakel!’
De met AI gemaakte film zit vol schaamteloze fouten. Die zijn net zo hilarisch (zonnebril verdwijnt opeens, kind met drie vingers, hoofd aan rugzijde, etc.) als creepy (bij een van de vrouwen komt het hoofd opeens vanuit de nek tevoorschijn). Grappig is de zelfverzekerde opmerking van een student die volledig van AI is gemaakt: ‘Kunst zal AI outperfomen’.
Ethereal Rhythms, Everything Rhymes – AI-mannen met stropdassen die rondlopen
Vergelijkbaar is het eveneens deze met AI gemaakte film van Brecht Vanhoutte die ongeveer een kwartier duurt. Lopende mannen met stropdassen in een rood en blauw decor. Ondertussen geluiden van een station. De visioenen worden steeds nachtmerrie-achtiger.
Voor Vanhoutte was dit een persoonlijk verhaal, legt IFFR uit: ‘Bij het om leren te gaan met zijn geestelijke gezondheid onthult hij zijn innerlijke wereld met een experimentele reis met AI en texturen die vervlogen tijden oproepen.’
Net als bij Gerhard klopt er niet veel van het lopen van die mannetjes maar dat maakt het ook instant surrealistisch. Filmmakers worden vaak te pas en te onpas met David Lynch vergeleken maar dit is wel dezelfde geest, ook een flink bizarre trip. Nou nog de zeer mysterieuze film waar dit een intermezzo van zou kunnen zijn.
Empty Rider – Zelfsturende auto met kunstmatige intelligentie staat terecht
Een zelfsturende auto, Vanguard 3181, wilde een uitvinder kidnappen. Het staat nu terecht in SimBeijing. Een ‘selfbot’ (die ‘verwarde zelfsturende AI-auto’s’ helpt) neemt het voor de auto op.
Een lastige rechtszaak. Bevindt AI als zelflerende machine zich ook in een kleutertijd en kan het dan wel gestraft worden? Dan komt de verdachte auto zelf aan het woord en begint over het ‘empty rider syndroom van’ zelfsturende auto’s.
Mooie, eigenzinnige korte film van Lawrence Lek raakt veel toekomstige discussiepunten over AI. Lek is een kunstenaar met interesse in futurisme en hij werkt vaak met virtual reality. Eerder maakte hij Notel, over het hotel van de toekomst. Enige wat deze film nog mist, is een plot.
Primitive Diversity – 92 en nog steeds eigenzinnig Vorig jaar schreven we al over Cosmic Miniatures, die filmdocent + avantgardistische legende Alexander Kluge op 91-jarige leeftijd in elkaar had gezet. Nu is hij een jaar ouder en komt hij weer met een beeldessay over technologische ontwikkeling.
De focus ligt (volgens mij, ik denk dat niemand het precies weet) bij hoe de technologie van oorlogen ook cinema heeft gepusht. Net als in Cosmic Miniatures zie je veelal met AI gemaakte beelden en met teksten in comic sans-achtig lettertype als: ‘De geest kan elke vorm aannemen.’ Soms zien we ineens beelden uit het archief van Kluge: een door de stad rondlopende geit, een interview van een operazanger in een zwijgende film (de interviewer kan zijn lachen niet inhouden), een interview van een expert van een universiteit.
Opnieuw een rauwe, chaotische film voor Kluge-fans. Aan de ene kant ziet het er in elkaar geflanst uit, aan de andere kant heb ik er toch respect voor dat hij eigenzinnig zijn eigen weg blijft volgen. Ik vermoed alleen wel dat er nog wat plaatsen vrij blijven in de zaal.
Dan is er nog de Zwitserse speelfilm Electric Child óver kunstmatige intelligentie. Sonny en Akiko krijgen te horen dat hun pasgeboren zoontje Tōru maar een paar maanden te leven heeft. Maar Sonny werkt ook aan een superintelligente AI. Misschien dat die zijn zoontje kan redden? Maar wat als de AI steeds slimmer wordt en de mensheid bedreigd kan worden?
Er zijn al jaren films over en met AI op IFFR. Zie bijvoorbeeld deze talk die al in 2020 werd gehouden. Met het toegankelijker worden van AI-beeld, zijn er ook meer creatieve kansen voor kunstenaars en filmmakers. In 2024 werden de eerste animaties volledig met AI gemaakt, lees dit artikel in Forbes.
Van de meer avantgardistische filmmakers zal het steeds meer in handen komen van mainstream filmmakers. Het ziet nu nog vaak hilarisch uit maar het niveau wordt vast veel hoger de komende jaren en zal niet meer weg te denken zijn bij festivals als IFFR. Het biedt bijvoorbeeld perspectieven om veel goedkopere animaties te laten maken.
Als onderwerp gaat het ook al een tijdje mee, zoals Imagine in 2021 al een speciaal programma had. Zoals met veel films over technologische vernieuwingen, gaat het vrijwel altijd gepaard met spannende verhalen over een dystopische toekomst.
IFFR 2025 – Deel 1: Humor, of het ontbreken daarvan
door Tim Bouwhuis
Op de dag dat de nieuwe film van Aanmodderfakker-regisseur Michiel ten Horn de 54ste editie van het IFFR opende, waren er voor pashouders ook alvast twee titels uit de kenmerkende Tigercompetitie te zien. Na het bekijken van Wondrous Is the Silence of My Master en Vitrival – The Most Beautiful Village in the World bleef één gedachte dominant: waar het luchtige Vitrival net wat te achteloos leunt op een mix van sketchachtige scènes, gimmicks en dorpse deadpan-humor, had het overwegend ernstige Wondrous Is the Silence of My Master juist wel wat meer humor kunnen gebruiken.
Als de naam ‘Vitrival’ niet trots op de zijkant van de plaatselijke politieauto zou prijken, zou je denken dat dit gehucht in het Franstalige deel van België geen naam mag heten. De onafscheidelijke politieagenten die met zijn tweetjes belast zijn met de handhaving van de openbare orde, hebben in principe genoeg aan een snipperuurtje om alle straten gedwee te doorkruisen. Tijd zat dus om met dorpsgenoten te keuvelen en een lurk van een rokerige vape te nemen.
Vitrival – The Most Beautiful Village in the World
De loop van de seizoenen In Vitrival nemen de seizoenen hun loop en moet er heel wat gebeuren om het leven van alledag op stelten te zetten. In de zomer nodigt de gemeente voor één keer een DJ uit om de dorpelingen feestelijk te verenigen, in de winter steken diezelfde dorpelingen een enorme houtstapel in de brand (een ritueel dat verder wordt uitgediept in de film La cinquième saison van Peter Brosens en Jessica Woodworth). Een van de spaarzame zorgen die het dorp in zijn greep houdt, is dat er iemand fanatiek graffititekeningen van mannelijke geslachtsorganen verspreidt.
Herinneringen aan een landschap Een nadere kennismaking met de binnenlandse setting van de film roept onwillekeurig herinneringen op aan het werk van Bruno Dumont, die al sinds La vie de Jésus (1997) verknocht is aan gehuchten in het Noord-Franse landschap. Zijn meest recente komedie L’Empire, die na de wereldpremière in Berlijn eerst ook in Nederland uit leek te komen (maar later toch stilletjes werd teruggetrokken), is een epische sciencefiction-komedie in parodierijke Star Wars-stijl, maar nog altijd met zo’n typisch dorpje als startlocatie.
Ook op deze IFFR-editie draait een titel die vooral qua setting wat aan Vitrival doet denken. Alain Guiraudies Miséricorde (een must-see voor liefhebbers van Stranger on the Lake) speelt zich net als zijn Belgische evenknie af in een pittoresk dorpje op het uitgestrekte platteland. Iedereen die nog iets te winnen meende te hebben in zijn leven, is al lang met de noorderzon vertrokken, en het zorgt dan ook voor flinke opschudding als een vroegere bewoner van het dorpje onaangekondigd arriveert voor de begrafenis van een overleden bakker.
Komedie met een randje Wie eerdere films van Guiraudie zag, kan inschatten dat de interacties tussen de dorpsbewoners en de nieuwkomer er in het vervolg een stuk stoutmoediger aan toe gaan dan in Vitrival. Waar de film van het Brusselse duo Noëlle Bastin en Baptiste Bogaert blijft hangen in deadpan-dialogen en eigenaardige, maar onschuldige ontmoetingen tussen dorpsgenoten (lees: een politieagent die zijn vader probeert te laten stoppen met fikkiestoken in de tuin), ontaardt Miséricorde na de aankomst van de hoofdpersoon in een meer geladen schouwspel.
Buiten de toevoeging van een misdaadelement (de graffitispuiter in Vitrival verbleekt erbij) is Guiraudie – in tegenstelling tot zijn collega’s Bastin en Bogaert – bij uitstek geïntrigeerd door de seksuele verhoudingen tussen zijn personages. In Vitrival wordt er alleen gegrapt over de innige band tussen de twee hoofdpersonen, in Miséricorde gaat de zinderende (homo-)erotische spanning tussen de nieuwkomer en de zoon van de overleden bakker op den duur zelfs gepaard met geweld.
Houd je van subversieve humor, dan loont een kijkbeurt van Guiraudie’s genrecocktail (of een gemiddelde Dumont-film) waarschijnlijk meer dan een rondrit door het relatief gemoedelijke Vitrival. Onvermijdelijk hoogtepunt in Miséricorde is een scène waarin de plaatselijke priester vrij letterlijk in zijn hemd gezet wordt. Vergelijk die speelse religiespot maar eens met de dorpsbewoners die in Vitrival het kleine kerkje betrekken om hun zalvende samenzang te oefenen.
Miséricorde
Een miserabel bestaan Als Vitrival ergens de grens opzoekt, dan is het in de wijze waarop de komedie zelfdoding thematiseert. In het ruime halfjaar dat er in de vertelling verstrijkt, hebben meerdere mensen een eind aan hun leven gemaakt, en een betweterige dorpsgenoot denkt wel te weten waarom. “Ik heb een kleurschema gemaakt met de mentale gesteldheid van iedereen in het dorp”, vertelt hij de politieagenten tijdens hun patrouille. “Groen is nog oké, oranje zit ertussenin, rood is niet goed.”
Later slaat de verwarring alsnog toe, want de volgende persoon die zichzelf van het leven beroofde, had toch echt een groene kleur achter zijn naam. De agenten zijn ondertussen door de burgemeester belast met het uitdelen van flyers over het onderwerp; een therapeutische praktijk is in geen velden of wegen te bekennen.
Bastin en Bogaert laten hun belangrijkste personages in alle scènes even uitgestreken acteren, en dus óók op de momenten dat de film impliciet een serieus maatschappelijk probleem op de kaart zet. Het risico hiervan is dat de regisseurs hun publiek op den duur afstoten, omdat de toevoeging van dit tragische element zowel komisch als dramatisch niet lekker overkomt. Komisch: niet omdat er eigenlijk weinig te lachen valt, dramatisch: niet omdat de acteurs zich qua toon en lichaamshouding bewust niet aanpassen aan de situatie.
De gimmicks van Vitrival In de scènes zónder tragische onderlaag is Vitrival bij vlagen grappig, maar jammer genoeg nooit echt vindingrijk of hilarisch. Een aantal momenten in de film zijn aandoenlijk (de agenten die om de beurt een spijker in een blok hout slaan) of lieten me glimlachen (een scène met twee machetes uit Congo), maar Bastin en Bogaert leunen ook wat gretig op running gags die op den duur vervelende gimmicks worden (lees: een meisje dat overal te pas en te onpas op een trommel slaat).
Reizen met de meester Het gematigde succes waarmee de regisseurs van Vitrival humor centraal stellen, stond op de eerste festivaldag in boeiend contrast tot een andere Tigerfilm die voor de eerste keer vertoond werd. In het Montenegrijnse Wondrous Is the Silence of My Master blijft humor grotendeels achterwege, terwijl het periodedrama door de offbeat interacties tussen de personages juist wel wat meer luchtigheid had kunnen gebruiken.
Wondrous Is the Silence of My Master
Een uitgebreide introductietekst aan het begin van de openingsscène (regisseur Ivan Salatic noemt het begin van zijn film “in plaats van een proloog” en het eind “in plaats van een epiloog”) geeft duiding bij het wonderlijke universum waarin het verhaal zich afspeelt. Op een niet nader gespecificeerd moment duiken op een vismarkt geschriften op van ene Duko, die aan het begin van de 19ste eeuw zijn meester Morlok vergezelde op diens reizen door een uitgestrekt Oost-Europees gebied. Als het titelpersonage ziek wordt, strijken hij en zijn hofhouding voor een langere periode neer in een weelderig verblijf in Italië, waar de ijlende ‘heer van de heuvels’ zichzelf levensvragen stelt en Duko zich ook nog eens druk maakt om de dreigende aanwezigheid van verzettelijke Turken.
Theater en boekenplanken Ondanks het archaïsche taalgebruik en de antieke aankleding van de hoofdlocatie kost het de belangrijkste acteurs in de film – de ‘meester’ voorop, al stelt Salatic op den duur wel intrigerende vraagtekens bij de precieze rolverhouding – moeite om te overtuigen als passanten van de 19ste eeuw. Dat ligt gedeeltelijk aan de theatrale insteek van veel scènes, waardoor je je te nadrukkelijk op een set waant, en gedeeltelijk aan het weinig overtuigende voorkomen van de (oorspronkelijke) meester.
Als de vertolker van Morlok bij de aanblik van een schijnbaar oneindige reeks boekenplanken (wie wel eens in een goede universiteitsbibliotheek is geweest, kan zich er een voorstelling bij maken) tot een stuk vijf keer toe “wat een hoop boeken mompelt”, drong zich bij ondergetekende een gedachte op die niet meer verdween: Wondrous Is the Silence of My Master had wel wat komedie kunnen gebruiken. Het eigenzinnige acteren van Morlok mag zo af en toe dan de milde suggestie van humor opvoeren, uiteindelijk is Salatics film wel degelijk serieus bedoeld (“een filmische bespiegeling over identiteit, ontheemding en de diepe band tussen mensen en de landen waar ze wonen”, leest de omschrijving op de IFFR-pagina).
IFFR-humor, of het ontbreken daarvan Een meer luchtige benadering met wat zwarte humor op zijn tijd was de eigenzinnige dialogen en de theatrale enscenering waarschijnlijk flink ten goede gekomen. Het is precies de aanwezigheid van humor die een ander offbeat periodedrama als La mort de Louis XIV (Albert Serra, 2016) bijvoorbeeld tot een schot in de roos maakt. Nu komen een flink aantal scènes eerder lachwekkend over dan diepgravend, terwijl dat eerste juist niét de bedoeling is.
Wat is het aankijken nu meer waard, een komedie die de plank soms misslaat of een drama dat juist wel wat meer komedie had kunnen gebruiken? Generaliseren is veelgevraagd, maar als het op deze twee Tigerfilms aankomt, is de vraag toch een voorzichtige conclusie waard. Een komedieregisseur die doelgericht aan het werk gaat, maar niet volledig in zijn opzet slaagt, heeft nog altijd kans dat hij een deel van zijn publiek wél meekrijgt. Het cliché dat humor persoonlijk blijft, is er niet voor niets. Een dramaregisseur die wel een sausje van humor als smaakmaker had kunnen gebruiken, heeft zijn kans om zijn werk daarmee te verrijken daarentegen sowieso gemist. Gelukkig is de nieuwste film van Albert Serra ook te zien op deze IFFR-editie. Komen liefhebbers van dát enigma toch nog aan hun trekken.
International Film Festival Rotterdam 30 januari – 9 februari IFFR 2025: 40 tips
door Bob van der Sterre
Winters weer en dus tijd voor IFFR (International Film Festival Rotterdam). Honderden films, van enorm kort tot heel erg lang, van toegankelijk tot experimenteel, van boordevol actie tot louter verstilde beelden. Om orde in de chaos te scheppen, bieden we lezers van InDeBioscoop deze 40 aanraders voor IFFR 2025.
Wil je meer weten over het programma, de programmaonderdelen en hoe je kaartjes kunt kopen? Lees dan de Q&A over IFFR 2025.
Hieronder zie je 40 tips van onze redactie. Noot vooraf: we moeten de films zelf ook nog zien, het gaat hierbij daarom ook om onze gut feeling. De IFFR-verslaggevers van InDeBioscoop wensen alle IFFR-gangers in elk geval veel plezier!
Iets terugdoen voor dit gratis artikel zou aardig zijn: meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de beste online artikelen over cinema.
Actie Twilight of the Warriors: Walled In
In deze HongKongse martialartsfilm van Soi Cheang betrekt hoofdpersoon Lok de walled city van Kowloon. Een plek waar misdaad welig tiert. Daar bedreigt hij de status quo. Reken op 125 minuten met veel bijzonder gechoreografeerde vechtscènes in een bijzondere setting. IFFR: ‘Elk shot heeft de kracht van een abstract schilderij en toont een overweldigend, sensationeel spektakel.’
Biografie Maria
Angelina Jolie blikt terug op haar leven als operazangeres Maria Callas. Met Maria kan Pablo Larraín weer een nieuwe grote film aan zijn historische vrouwen-oeuvre toevoegen na Jackie (Jackie Kennedy) en Spencer (Lady Di). Interessant is misschien ook de dramabiografie The Brutalist, met Adrien Brody in de rol van de Hongaarse architect László Tóth. De lengte past precies in een treinreis van de randstad naar Groningen: 215 minuten (3,5 uur).
Coming of age Video Nasty
Coming of age, maar dan even anders. Drie tieners in de jaren tachtig gaan op zoek naar die ene extreme horrorfilm die nog mist in hun collectie. Deze Britse miniserie van Christopher Smiths en Megan Kathleen Fox is vermoedelijk behoorlijk grappig. Je krijgt er coming of age en horrorelementen als bonus bij. Reken wel op een zit van drie uur (het is immers een miniserie). VHS is een van de thema’s dit festival en een van de aardigste films is vermoedelijk het portret van deze verdwenen Rotterdamse videotheek door Gyz La Rivière: Videotheek Marco. Ga als liefhebber dan meteen ook naar de film over de bedenker van VHS: Dawn of a Day: The Man Behind VHS.
Corona An Unfinished Film Ook dit jaar is er een film die de coronatijd redelijk luchtig benadert: An Unfinished Film. Regisseur Lou Ye, ook regisseur van deze film, gaat een film van tien jaar geleden afmaken. Maar ze zitten in Wuhan en dan breekt corona uit. De filmcrew moet in quarantaine. Frappant hoe de coronatijd vooral luchtige films oproept in Azië, want de Maleise film The Good Loan Sharks is ook redelijk luchtig, en vorig jaar was de eveneens Maleise film Hungry Ghost Diner dat ook.
Dieren Monólogo colectivo
De band tussen dieren in een dierentuin en opvangcentra en de werknemers die er werken. Deze Argentijnse film (documentaire) van Jessica Sarah Rinland vertelt dat verhaal. Je kunt als kijker vast rekenen op diverse aandoenlijke momenten. De sounddesign in het bijzonder wordt genoemd als iets om op te letten, en dat gaan we dan maar doen.
Documentaire Tehran, An Unfinished History
Het Iraanse filmarchief heeft veel te bieden aan materiaal voor de revolutie in 1979. Ik denk dat deze film van Saeed Nouri goed overbrengt wat verdwenen is in Iran. IFFR: ‘Tehran, An Unfinished History is een geschenk voor alle nieuwsgierige cinefielen en alle filmhistorici die weten dat ze niet alleen wetenschappers, maar ook dromers moeten zijn.’ Aardig zou het zijn om deze film te combineren met het portret van het moderne Teheran in The Crowd.
Drama Hard Truths
Als het gaat om drama, kunnen we niet om Mike Leigh heen, de maker van een paar vrij klassieke rauw-realistische Britse arthouseklassiekers, zoals Secret and Lies, Naked en Happy-go-Lucky. Hier is actrice Marianne Jean-Baptiste (van Secrets and Lies) terug in actie. Ze speelt moeder Pansy en worstelt met depressies. De titel (Hard Truths) kan niet méér Mike Leigh zijn.
I’m Still Here
Braziliaans drama over de verdwijning in 1970 van Rubens Paiva. Het ene moment is het leven voorspoedig, het andere moment verandert alles als hij zich verzet tegen het dictatoriale regime van die tijd. Daarna is hij zoek. Regisseur Walter Salles is vooral bekend van twee films: Central do Brasil en The Motorcycle Diaries. Deze film over het zoeken van gerechtigheid duurt 137 minuten. Meer lang uitgesponnen drama (110 minuten) krijg je in de film van Alireza Khatami: The Things You Kill, over vaderlijk geweld.
Experimenteel Debut, or, Objects of the Field of Debris as Currently Catalogued
De verteller schetst een geestig autobiografisch verhaal en een verhaal over een kunstvervalser: Fawn Ma. Diverse (sub)lagen in de film zullen veel van de kijker vragen. IFFR verwijst naar Orson Welles’ beroemde F for Fake (1973). Ambitieus, maar kan ook een vernieuwende filmervaring zijn. Helaas geen trailer. Er is meer experiment op IFFR: 2551-03 – The End, het laatste deel in de experimentele horrortrilogie van Norbert Pfaffenbichler; Alice, Bob, Carol and David, die film, gaming en choreografie combineert; Melody Electronics over 80’s games; From Behind the Teeth, een visuele uitbeelding van een surrealistisch schaakspel tussen een kunstenares en een wetenschapper (zie trailer hieronder) en tot slot is de negentigjarige Alexander Kluge ook nog bezig, nu met Primitive Diversity (lees ons stuk over Cosmic Miniatures van vorig jaar).
Fantasie Holy Electricity
Deze fantasierijke Georgische film schetst excentrieke mensen in Tbilisi met veel dromerige muziek. Fantasie zit in de filmische traditie van Georgië. Regisseur Tato Kotetishvili gebruikt hiervoor een beetje de magisch-realistische stijl die we al kennen van bijvoorbeeld Nana Djordjadze’s 27 Missing Kisses (2000).
Geschiedenis L’abbaglio
We kijken hoe kolonel Orsini in 1860 Sicilië gaat bevrijden van het Franse Bourbon-regime. In 2023 was op IFFR Roberto Andó’s vergelijkbare film over Luigo Pirandello in Sicilië te zien, het vermakelijke La Stranezza. Toni Servillo’s hoofdrol als Orsini zal hem vermoedelijk weer goed passen. Meer geschiedenis is te zien in de film uit 1967 van Vatroslav Mimica: Kaja, I’ll Kill You!, over de Italiaanse bezetting van Kroatië (in het Cinema Regained-programma). En in de film over de laatste dagen van de Portugese dictator António de Oliveira Salazar in 1968: Our Father – The Last Days of a Dictator.
Horror Lilim
Interessante premisse in deze Filipijnse film: een weeshuis in het bos blijkt de plek te zijn van een sekte. Het is de jaren tachtig, dus toen Marcos er president was. IFFR zegt: ‘Mikhail Reds angstaanjagende horror draait om een gesloten gemeenschap die bezwijkt onder het gewicht van fanatieke overtuigingen.’ Er is veel horror op IFFR. Afgezien van luchtige horror (zie hieronder) heb je nog het Vietnamese bodyhorrorverhaal The Sisters en Indonesische psychologische horror van Upi: Till Death Do Us Apart.
Horrorkomedie Dead Talents Society Taiwanese film van John Hsu belooft met zijn fantasierijke verhaal veel vermakelijkheid. Geesten moeten zich in korte tijd op aarde bewijzen. En het hiernamaals blijkt een competitieve plek, met bijvoorbeeld een prijs voor de Best Ghostress of the Golden Ghosts.
Get Away
Ook luchtig is de horror in Steffen Haars’ film, waarbij een stel (Nick Frost en Aisling Bea) met hun kinderen naar een Zweeds horroreiland reist.
Kermis Rock ‘n’ Roll Ringo
Ringo werkt op een kermis. De wereld van kermiswerkers en de louche onderwereld komen dichtbij elkaar. Waarschijnlijk een vrij duistere, grimmige film. Regie van Dominik Galizia.
Kunst Later in the Clearing
Filmmaker Márton Tarkövi gaat met kunstenaar Péter Molnár op stap en maakte deze film. Ik verwacht een mooie, onthaastende en respectvolle film. Volgens IFFR ‘een voortdurend uitdijende ruimte van ideeën waar de kijker door kan dwalen’.
Lengte Youth
Wie Wang Bing kent, weet dat hij geen moeite heeft met het maken van XL-films. Wie er dol op is, kan aan Youth, over het wel en wee van jonge arbeiders in China, zijn of haar hart ophalen: Spring (215 minuten), Homecoming (152 minuten) en Hard Times (227 minuten). Tezamen bijna 600 minuten. Deze trilogie kun je op 4 januari in Kino 4 in een klap achter elkaar bekijken. Je zit dan van 12.45 tot 23.45 in de zaal. Hoe het zit met maaltijden en plaspauzes weet ik niet, maar het is wel de ultieme Wang Bing-ervaring.
Literatuur Le Comte de Monte-Cristo
Het beroemde boek van Alexandre Dumas met veel energie en hoog tempo naverteld. Je hoort het al aan de pompeuze muziek in de trailer. Film van Matthieu Delaporte en Alexandre de La Patellière blijft volgens IFFR ‘trouw aan het ingewikkelde verhaal en combineert historische details met moderne filmtechnieken’. Nog meer literatuur in La Nott’e’l Giorno (portret schrijfster Patrizia Vicinelli en kunstenaar Gianni Castagnoli in jaren zeventig), The Assistant (Poolse verfilming van roman van Martin Walser) en The Moromete Family (drie Roemeense films van Stere Gulea gebaseerd op Martin Preda’s roman, uit 1987, 2018 en 2024).
Luchtig Le Deuxième Acte
Quentin Dupieux, daar is ie weer. Dit keer met een absurdistische film over het maken van een film. Kennelijk met knipogen naar Luis Buñuel. De trailer is al flink maf, laat staan de film zelf. Ik ben nieuwsgierig.
Misdaad Fabula
Openingsfilm van IFFR is deze van Michiel ten Horn. Een misdaadkomedie met magisch-realistische trekjes. De Nederlandse misdaadfilm – volgens mij nu een van de betere genres in ons land – heeft er weer een goede afgevaardigde bij. Fedja van Huêt is vast goed als hoofdrolspeler Jos, maar twee uur is wel wat aan de lange kant.
L‘Amour Ouf
Ik weet niet of ik het zelf aandurf, dit Belgische misdaad-liefdesdrama dat 166 minuten duurt en erg serieus oogt, als je op de trailer afgaat (veel geschreeuw en drama). Aan de andere kant heb ik altijd wel een zwak voor misdaadfilms die zich afspelen in de jaren ‘70 en ‘80. En er zijn veel bekende acteurs te zien. Regisseur Gilles Lellouche baseerde de film op een boek van een Ierse schrijver.
Maldoror
Nog meer misdaad uit de lage landen. Regisseur Fabrice Du Welz (bekend van Calvaire, Alléluia) waagt zich hier aan een verhaal over de Belgische seriemoordenaar en kindermisbruiker Marc Dutroux (Marcel Dedieu in deze film). Inclusief alle problemen bij de partijen die hem proberen in te rekenen. Film duurt 155 minuten. Na jaren van karigheid met misdaadfilms, zijn er dit jaar weer plenty! Na deze drie zijn er nog Macai (Maleisische misdaadfilm); Miséricorde (corruptie in Frans dorpje); King Ivory (over fentanylmisdaadbendes in de VS) en The Killers (vier Koreaanse korte films over huurmoordenaars in een film).
Muziek A Complete Unknown
Regisseur James Mangold is een Hollywoodregisseur met een aardige staat van dienst: Heavy, Girl Interrupted, Identity, om een paar bekende titels te noemen. Hier laat hij Timothée Chalamet in de huid kruipen van Bob Dylan. Stevige lengte: 140 minuten. Meer muziek in de film Pavements, over de band Pavement.
Mysterie The Radiant Screen
Mysterieus is de Siberische modelstad Zheleznogorsk. Werd in de jaren vijftig gebouwd voor een geheim wetenschappelijk programma. Nu wonen er 100.000 Russen in isolement. Film van Ine Lamers probeert deze mysterieuze deksel te liften in een aantrekkelijke 50 minuten durende film.
Ouderdom The Last Breath
De film The Last Breath is dé film over ouderdom bij deze IFFR. De regisseur die de film maakte, is ook de jongste niet meer: Costa-Gavras, net de negentig gepasseerd. De regisseur van aardige films als Amen., Le Couperet en vooral zijn klassieker uit 1969: Z, die in mijn herinneringen overloopt van energie en actie. Het zou een interessant dubbelfilmprogramma zijn geweest want Le Dernier Souffle is juist een erg rustige en ontroerende film over het proces rondom de dood. Vergelijkbaar, maar veel luchtiger, is de Hongkongse film over een begrafenisonderneming The Last Dance.
Oorlog Quisling – The Final Days
De Noorse politicus Vidkun Quisling was minister-president onder de nazi’s. Film van Erik Poppe beschrijft zijn laatste dagen in 1945.
Platteland The Puppet’s Tale
Veel Indiase films op IFFR. Dit lijkt me een van de aardigste. Een moderne arts uit een stad keert tijdelijk terug in zijn geboortedorp en krijgt de drang om daar alles te veranderen. Tegelijk is er nogal wat duisters aan de hand in het dorp. Film van Suman Mukhopadhyay beschrijft het Indiase platteland tijdens de jaren dertig.
Psychologie Storm Alerts
Veel films hebben psychologische elementen, maar deze film is puur psychologie. IJslandse film van Bergur Bernburg gaat inventief om met de psychologische problemen van de hoofdpersoon. ‘De film splitst Marteinn in tweeën: hij verschijnt als zichzelf in oprechte interviews en opnames in openbare ruimtes, en hij wordt gespeeld, met woordeloze gebaren en acties, door theateracteur en -maker Kristján Ingimarsson.’
Relaties Grand Tour
Edward – in de koloniale tijd werkzaam als ambtenaar in Birma – heeft geen zin in de komst van zijn vriendin, Molly. Hij neemt de benen. Zij achtervolgt hem door heel Azië. Ambitieuze zwart-witfilm van Miguel Gomes is volgens IFFR ‘een episch liefdesverhaal dat zijn weerga niet kent’. Reviews als ‘visually ravishing’ geven aan dat het met de interessante beelden vermoedelijk wel goed zit. Het tegenovergestelde biedt de film Guo Ran: relatietroebelen in een klein Chinees appartement. Iets meer romcom lijkt de Koreaanse film Hear me: Our Summer, over een driedubbele liefde in gebarentaal.
Remakes Street Trash Remake van origineel uit 1987 is al even bloederig maar toch zijn er ook verschillen. Interessant om na te gaan welke invloed de cultuur heeft op inhoud. Verwacht in elk geval net zoveel ranzigheid: ‘Het kloppende, smeltende, exploderende hart van de film zijn de scènes waarin mensen op spectaculaire wijze van binnenuit worden ontdaan van hun ingewanden.’
Romantiek Trois Amies
Vriendelijk romantisch drama van Emmanuel Mouret zou volgens IFFR denken aan het werk van Éric Rohmer en Mia Hansen-Løve. De kern is het liefdesleven van drie vrouwen in Lyon. Meer romantiek is te zien in het Italiaanse W.O.II-liefdesdrama Vermiglio.
Seksualiteit Endless
Het wordt niet meer gender, seksualiteit en transitie dan in deze Poolse film van Wojciech Pus. Een non-binair persoon heeft een relatie met een transgender en ze ontmoeten een kunstverzamelaar. IFFR: ‘Dit droomlandschap van met oestrogeengel ingesmeerde lichamen, seks en littekens van genderbevestigende operaties is evengoed een nachtmerrie.’ Er zijn meer gendergerelateerde films deze IFFR, zoals bijvoorbeeld Rains over Babel (Dante’s Inferno in een queer-uitvoering).
Sciencefiction Electric Child Als een stel een kind krijgt (Tōru), blijkt het maar een paar maanden te leven te hebben. Maar de man van het stel ontwikkelt ook kunstmatige intelligentie van zo’n hoog niveau dat het zijn kind kan redden. Maar tegen welke prijs? Film van Simon Jaquemet past in het golfje films over AI waar in 2021 Imagine al een programma over had. Meer sciencefiction in het Japanse Transcending Dimensions, waarbij een huurmoordenaar een reis door ruimtetijd maakt; en het eveneens Japanse We are Aliens, over fluffy aliens die ons willen uitroeien maar steeds meer twijfel krijgen over hun plan. Trailer is van deze laatste film:
Sport Clash
American football-team in China vecht zich naar boven. Gebaseerd op een echt verhaal, moet ook veel humor en menselijkheid bevatten. Regisseur Jiang Jia-chen ken ik zelf niet, maar de trailer belooft een hoop mafheid. Frappant dat er na jaren van totale stilte op sportgebied deze IFFR flink wat gesport wordt: Julie Zwijgt (tennis, zie trailer), Les Arènes (voetbal), Merckx (wielrennen) en U.S. Palmese (voetbal).
Stop motion Memory of a Snail
Twee kinderen komen bij verschillende pleeggezinnen terecht. ‘Een bitterzoete film’ volgens IFFR. In elk geval dwingt stopmotion (bij mij) altijd respect af. Ik verwacht wel een en ander van deze film van regisseur Adam Elliot; hopelijk blijft het 95 minuten interessant.
Thriller Ghost Trail Toen onlangs het regime van de Syrische dictator Assad viel, ging de beruchte Sednaya-gevangenis open. Ghost Trail gaat over een overlevende van deze gevangenis. In deze film gaat Hamid in Straatsburg de man achterna die hem destijds martelde. Ik denk dat de film spannend is maar ook wat langdradig kan zijn. Wel apart dat de realiteit de film denk ik heeft ingehaald.
Vrouwen Alice Guy-Blaché: Hommage an die erste Filmemacherin der Welt
Een van de films van IFFR-gast Katja Raganelli gaat over de eerste vrouwelijke regisseur ter wereld: Alice Guy-Blaché. Ze zocht in 1996 uit wat er van haar filmwerk (van de periode 1896 – 1920) is overgebleven. Ook aardig is denk ik Raganelli’s film uit 1978 over actrice Delphine Seyrig. En misschien ook Notre Dame de la Croisette over eveneens Franse actrice Bulle Ogier. Misschien aardig is ook Frauen in Berlin van de Indiase Chetna Vora. Zij filmde als afstudeerproject in 1981 diverse vrouwen in de DDR, die vertelden over hun levens aldaar. De echte film werd vernietigd maar iemand filmde de film zelf met een videorecorder.
Weird The Surfer
Nicholas Cage is een familieman die weer terug wil naar de plek waar hij leerde surfen. Maar daar zit een ‘lokale territoriale surfsekte’ die hem dwars zit. Alles loopt uit de hand in deze Australische film van Lorcan Finnegan. De waarde van Australische weirdness wordt onderschat in cinema – hopelijk zien we daar veel van terug in deze ongetwijfeld plezierige en maffe film.
Wetenschap John Lilly and the Earth Coincidence Control Office
Dit zou ik een geweldige SF-filmtitel vinden, en het was een beetje teleurstellend dat dit min of meer een documentaire is. Portret van een neurowetenschapper die in de jaren zestig werkte ‘op het snijvlak van psychologie, etnologie, psychoanalyse, dierenstudies en psychedelische experimenten’. Film is van het duo Courtney Stephens en Michael Almereyda.
Zombies Operation Undead
In de Thaise film Operation Undead kijken we naar een zombie-uitbraak in de Tweede Wereldoorlog. Japanners probeerden Thailand te veroveren maar een biologisch wapen keert tegen hen en ze moeten opeens samen tegen zombies vechten. Volgens IFFR ‘boordevol gruwelijke beeldgrappen’. Meer zombies in de HongKongse film Possession Street.
Filmfestival Rotterdam begint 30 januari IFFR 2025 in 5 vragen en antwoorden
door Bob van der Sterre
IFFR 2025 begint bijna! Vanaf 30 januari kunnen we weer genieten van het grote filmfestival in Rotterdam. In dit stuk leggen we in 5 vragen en antwoorden uit wat je kunt verwachten als bezoeker.
De openingsfilm van IFFR 2025 is Fabula
Wanneer is het IFFR 2025 precies?
De 54ste editie van International Film Festival Rotterdam (IFFR) vindt plaats van 30 januari tot en met 9 februari 2024.
De officiële selectie van het festival bevat meer dan 600 films.
Wat doet InDeBioscoop dit jaar aan IFFR?
Tim Bouwhuis en Bob van der Sterre doen verslag van het IFFR 2025. Houd de website van InDeBioscoop de komende weken in de gaten voor onze besprekingen! Wil je ons steunen? Like de website op Facebook en abonneer je op onze nieuwsbrief!