IFFR 2022 – Deel 3: Mafheid in overvloed

IFFR 2022 – Deel 3:
Mafheid in overvloed

door Bob van der Sterre

In het derde deel over IFFR 2022 kijken we naar de merkwaardigste films van het festival. Van een moderne medusa-vertelling tot een bizarre Japanse actiefilm. Openstaan voor het ongewone is essentieel om deze eigenzinnige films te waarderen.

 

Medusa

Medusa
Jonge vrouwen gaan ‘s avonds op stap met een masker op. Ze slaan vrouwen ‘met een losse moraal’ neer. Mariana merkt dat die losse moraal best aantrekkelijk is. Is ze niet de duivel zelf?

De film van Anita Rocha da Silveira hervertelt de medusa-mythe met een feministische twist. De film gaat over de moeilijke positie van vrouwen in de mannenmaatschappij van Brazilië. Mannen zijn in deze film vervelende paramilitairen en enge reli-leiders, met een enkele aardige dokter ter compensatie.

Tegen de film spreken de lengte (twee uur) en het arthouse-maniertje om de hoofdpersoon (meestal een knappe jonge vrouw of man) de hele film op de voet te volgen, met een paar honderd overbodige close-ups als gevolg. Mooie mysterieuze momenten verzuipen in een zee van beelden die cinematografisch minder interessant zijn.

Daar staan wel een paar boeiende passages tegenover, zoals plotseling in het bos wakker worden; met 80’s synthesizermuziek gemaskerd over straat zwalken (à la A Clockwork Orange); zingen in een neonkerk. Al met al biedt de film toch te weinig om twee uur lang boeiend te blijven.

Het medusa-thema is in de mode: vorig jaar had IFFR al de film Black Medusa. En haal deze film niet door de war met de in 2020 verschenen horrorfilm met dezelfde naam…

 

Battlecry

Battlecry
Jalili Haya is namens de Wereldbank op zoek naar de oorzaak van ‘shadow mind’. Dat ontstaat omdat arme mensen de drug golden monkey gebruiken, waardoor je niet meer hoeft te eten en te drinken. Blijf je het te lang gebruiken, word je een enorme schaduw.

Samen met soldaat Yamagata Soji zoekt Haya naar de samenhang. Sporen leiden naar een oude reactor, waar Yamagata zelf een geschiedenis heeft.

Battlecry is voor de liefhebber van een ingewikkeld verhaal met veel geklets tijdens stilstaande scènes. De houterige en eenvoudige animatie pakt soms goed uit (schetsen van locaties) maar oogt soms wel erg simpel. Dan moet je ook niet te snel oordelen. Regisseur Yanakaya: ‘Jarenlang zette ik na mijn werk de computer aan en werkte ik aan deze film. Het was lang alleen mijn eigen project.’ Hij vertelt ook dat hij hierdoor meer focus legde op het verhaal dan op de animatie.

Yanakaya’s solo-aanpak betekende dat hij geen concessies hoefde te doen. Er zitten daardoor een aantal manga-ongebruikelijke dingen in de film. Zoals de omgang tussen de twee hoofdpersonen en hun dialogen. Zij is opgewekt en ijdel, overtuigd van haar eigen sex appeal. Hij is mat en passief. Is zij gevangen door een Shadow, zegt hij: ‘Red jezelf, ik mag niet vechten zonder toestemming van de staat.’ Dat is mooi maar je kunt geen meesterwerk verwachten, daarvoor was het budget voor de animatie simpelweg te gering.

 

Please Baby Please

Please Baby Please
De pittige Suze (huisvrouw) leeft met de zachtaardige Arthur (klarinettist). ‘Hou je van me?’ ‘Ik ben gevoelig voor atmosfeer.’ Ze krijgt woede-uitbarstingen door zijn gebrek aan mannelijkheid. De komst van een asociale groep rock-‘n-rollers veroorzaakt een reactie bij beiden.

In Please Baby Please heeft elk karakter wel iets met stereotypen in seksualiteit te maken. ‘Ik hou ervan als mannen de leiding nemen.’ ‘Wel, dat is niet Arthur! Hij weigert om een man te zijn.’ ‘Ik ben wel een man maar ik weiger me als een man te gedragen.’ Gay, hetero, relaties, seks: het staat allemaal onder spanning in deze film.

Opvallender dan het thema is misschien nog wel de enorme overgestileerdheid. Met kleuren: blauw, magenta, paars, rood en bruin. En theatrale en overdreven details: kapsels, make-up, decors. De film van Andrea Kramer (gast van deze IFFR) oogt hierdoor als een theaterstuk over 50’s-clichés (de rock-‘n-rollers, bohemiens, eerste vaatwasser) dat gemaakt is in de 80’s/90’s (saxofoon, films van Jean-Jacques Beineix, dromen die aan Twin Peaks doen denken (‘Bobby’ Dana Ashbrook heeft ook een bijrol)).

Deze ‘campy’ stijl werkt wel door de doorlopende man-vrouwhumor in de dialogen. ‘Hoe krijg je als vrouw respect?’ ‘Makkelijk. Wees saai. Mannen vinden alles wat saai is, geweldig.’ Of: ‘Maakt seks je niet mannelijk?’ ‘Soms denk ik dat Suze in mij zit.’ Jammer misschien dat de film iets te gretig wil sprankelen. Te veel uitzinnigheid, te veel onnodige musicalstukken maken de film meer kitsch dan nodig.

Hoe dan ook geen dertien-in-dozijn film die je op de achtergrond kan laten kabbelen. Er gebeurt van alles. Andrea Riseborough haalt al het vreemde in zich naar boven voor haar hoofdrol. Variety noemde de openingsfilm van IFFR: Andrea Riseborough Is Transfixing in Genderqueer Pseudo-Musical Extravaganza, en IFFR een duistere West Side Story met de regie-stijl van John Waters. Deze zinnen zijn wel treffend voor de bizarre ervaring die deze film is.

 

The Mole Song: Final

The Mole Song: Final
Speederoni is spaghetti met speed erin. De yakuza-familie van Todoroki wil een grote slag slaan met de Sicilianen waar deel 2 van deze trilogie over ging: Mole Song Hongkong Capriccio. Reiji Kikukawa probeert nog steeds om ze als undercover op heterdaad te betrappen. Alleen maakt hij zich steeds ongeloofwaardiger.

Ook al heb ik de twee voorgaande delen niet gezien, ik heb me best vermaakt. Als je een manga verfilmt (Mogura na Uta) kun je het beste zo doen: alle remmen los. Het ene moment zit je te schateren, het andere moment geloof je je ogen niet. Net als bij Andrea Kramer zie je hier mateloze uitzinnigheid. Wat verwacht je anders van de man die ons ooit The Happiness of the Katakuris bracht?

Het blijft fascinerend hoe makkelijk de films van Takashi Miike genres afwisselen. Deze film is actiefilm, misdaadkomedie, pure slapstick, onderbroekenlol, rampenfilm, bovennatuurlijke film en romantische komedie. De humor is zoals je kunt verwachten bij deze aanpak hit and miss. Na verloop van tijd herken je elke grimas van hoofdpersoon Tôma Ikuta: een soort Jim Carrey maal 1.000. Soms word je wel verrast. Het verrassingsfeestje. De scène met de baas die hem ‘test’ (inclusief dikke kus van een collega).

Veel ideeën maar afgezien van een vermakelijke maffe film, blijft er niet zoveel hangen. Hoe dan ook: mafheid in overvloed.

 

31 januari 2022

 

IFFR 2022 – Deel 1: Opgroeien onder het oog van God
IFFR 2022 – Deel 2: Hoofdcompetitie(s) geparkeerd
IFFR 2022 – Deel 4: Misdaadfilms die de adem benemen

 

MEER FILMFESTIVAL