**
recensie Into the Woods
Sprookjesmusical op het witte doek betovert niet genoeg
door Cor Oliemeulen
Er was eens een man die niets origineels wist te verzinnen. Hij heette James Lapine. James nam een grote kom en roerde de verhalen van vier sprookjes door elkaar. Hij kreeg een schitterend idee: Assepoester, Roodkapje, Raponsje en Jaap van de Bonenstaak komen samen in een groot bos en beleven daar de meest wilde avonturen. James vroeg zijn vriendje Stephen Sondheim om er muziek en liedjes bij te maken. Ze beleefden grote successen op het toneel. Maar toen vond iemand dat er een film moest komen.
Ze vroegen Rob Marshall. Rob had al eerder een musical gemaakt: Chicago. Verder moesten ze nog iemand hebben die mooie kleren kon maken. Een rood kapje kon iedereen. Nee, het moesten wel héél toepasselijke sprookjeskleren zijn. Ze belden Colleen Atwood. Colleen was heel beroemd en had al drie keer de állergrootste filmprijs gewonnen, het zogenaamde Mannetje. Bijvoorbeeld voor Alice in Wonderland. Omdat het een film zou gaan worden, moesten de plaatjes er natuurlijk prachtig uitzien. Ze vroegen Dion Beebe. Dion had ooit een Mannetje gewonnen voor een andere film die Rob had gemaakt: Herinneringen van een Gezelschapsdame. En tot slot moest de film vol zitten met hocus pocus. Dus belden ze Matt Johnson, die óók al een Mannetje had gewonnen! Voor Het Gouden Kompas.
Rode cape, witte koe, glazen muiltje, gouden haren
Het verhaal begint met een heks met blauwe haren. Ze spreekt een vloek uit. De vader van de bakkersvrouw heeft namelijk groenten uit de tuin van de heks gestolen. Daarom is de vloek dat de bakker en zijn vrouw pas een kindje kunnen krijgen als ze vier dingen aan de heks geven. Als eerste de cape van Roodkapje. En dan nog de gouden haren van Raponsje, het muiltje van Assepoester en de witte koe van Jaap van de Bonenstaak. Gelukkig komen ze allemaal samen in het bos.
Maar het valt niet mee om al die dingen te verzamelen. Ze krijgen te maken met de Grote Boze Wolf, Raponsje die in een hoge toren zit opgesloten, de gemene stiefzusjes van Assepoester én de koe van Jaap die dood gaat. Er gaan ook ménsen dood in het bos, maar dat mag de pret niet drukken. Want het bos is net als het echte leven. Je kunt daar op zoek gaan naar je dromen. Je kunt er heerlijk verdwalen en bang worden. Ja, in het bos leer je pas goed wie je bent!
Wie de schoen past…
De spelers in de film doen echt hun best. Lilla Crawford is pas twaalf en is een mooi Roodkapje. De wolf wordt gespeeld door Johnny Depp, die het liefst piraat is. En Daniel Huttlestone als Jaap is misschien wel het beste. Daniel speelde al in een musical toen hij pas negen jaar was! Ook zong hij in De Ellendigen. Maar het aller-allerbeste is Meryl Streep. Meryl speelt de gemene heks en won in haar eentje al drie Mannetjes. Ze kan best goed zingen, maar ze heeft echt geen gouden stemmetje, hoor! Toch geloven we Meryl het meest. De meeste anderen in de film zijn eigenlijk best wel een tikkeltje saai. Behalve dan de stiefzusjes van Assepoester. Die hakken allebei een teen van hun voet, zodat ze in het muiltje passen. Best stom! Als hun boze moeder vroeger sprookjes had voorgelezen, hadden ze dat nóóit gedaan.
Een sprookje eindigt altijd goed. Nadat Assepoester en haar prins in het kasteel zijn getrouwd, is de film afgelopen. O nee, er komt nog wat! Jaap heeft de vrouw van de reus boos gemaakt en die komt nog wraak nemen. Was dat nou nodig? Kon je eindelijk gaan plassen, komt die lelijke reuzentrol nog even met haar grote voeten het gelukkige eind verzieken! Ach, een goed verhaal heeft soms een boodschap en dat mogen we best wel weten van Rob. Iedereen maakt fouten, niemand is alleen! Rob zal het weten.
22 januari 2015