Back to Black

****
recensie Back to Black
Grote ellende blijft buiten beeld

door Jochum de Graaf

Grote vraag bij Back to Black, Sam Taylor-Johnsons speelfilm over Amy Winehouse, is of die zich kan meten met de Oscar winnende documentaire Amy (2015) van Asif Kapadia. En komt hoofdrolspeelster Marisa Abela in de buurt van de echte Amy?

Taylor-Johnson was een persoonlijke vriendin van Amy Winehouse en maakte met Nowhere Boy (2009) een film over muzieklegende John Lennon en met A Million Little Pieces (2019) een film over verslaving. Geknipt voor een biopic over Amy Winehouse zou je zeggen.

In de Britse pers is Back to Black afgebrand. De film zou niet laten zien wat voor bijzondere artiest Amy was en de duistere kanten van haar leven matig in beeld brengen. Tyler James, naar eigen zeggen haar beste vriend, stelde in The Sun dat Amy zelf woedend zou zijn geweest over de film. ‘Ze had veel beter verdiend’.

Back to Black

Jeugd
Inderdaad, Amy’s getroebleerde jeugd (met vader Mitch die er een langdurige buitenechtelijke verhouding op nahield en op Amy’s negende het huis verliet, de leeftijd waarop ze voor het eerst aan zelfmutilatie deed), de boulimia op wat latere leeftijd, haar bipolaire stoornis en de zware drank- en drugsverslaving worden weinig expliciet in beeld gebracht. Net als de zich aankondigende ondergang, de dronken optredens en dat ontluisterende concert in Belgrado een kleine maand voor haar dood juli 2011.

Daarin zal zeker meegespeeld hebben dat de erven van Amy, haar naaste familie, hun medewerking aan de film hebben verleend. Mitch Winehouse (Eddie Marsan), in Amy  afgeschilderd als nogal proleterige patser die van zijn dochters roem trachtte te profiteren, komt in Back to Black naar voren als de liefhebbende vader die zijn dochter weliswaar niet vaak zag, maar op cruciale momenten haar in zijn taxi naar belangrijke concerten of onderhandelingen met platenmaatschappijen bracht en haar beschermde tegen de almaar toenemende paparazzi.

Grote liefde
Maar een speelfilm hoeft zich natuurlijk niet aan de keiharde letterlijke waarheid te houden. Back to Black concentreert zich op het hartstochtelijk meeslepende en tegelijkertijd ontluisterende verhaal tussen Amy en haar grote liefde Blake Fielder-Civil. Jack O’Connell maakt een gelaagd portret van de man die haar weliswaar aan de heroïne bracht, maar haar ook op eigenzinnige wijze inspireerde. Ze hadden een onstuimige knipperlichtrelatie, zetten na iedere goedmaking een bijzondere nieuwe tattoo, trouwden zonder dat de familie op de hoogte was hals over kop in Miami en scheidden na twee jaar. Blake keerde terug naar zijn oude liefde, Amy wilde opnieuw trouwen, maar uiteindelijk was het niet meer te redden. Amy was larger than life geworden, onbereikbaar voor Blake en betaalde de tol van de roem met haar vroegtijdige dood.

Back to Black

Er is die mooie scène waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten in de The Good Mixer-pub in Camden Town, de plek van de Britpop in de jaren 90 met bands als Blur. Blake is zijn gokwinst bij de paardenraces aan het verbrassen, Amy valt bij binnenkomst als een blok voor hem, daagt hem uit voor een spelletje pool, terwijl hij veinst haar niet te kennen als de grote opkomende ster in die tijd. Hij troeft haar af in muzikale kennis door Shangri-Las’ Leader of the Pack in de jukebox op te zetten en extravagant het nummer te playbacken.

Muzikale ontwikkeling
Een ander interessant spoor van de film is Amy’s muzikale ontwikkeling tot superster. Op haar 18e tekent ze een contract bij 19 Entertainment, de muziekstal van Simon Fuller die de meiden van The Spice Girls bij elkaar zet en later binnenloopt met het concept voor Idols. Het zijn de tijden van de girlpower, maar  Amy is wars van dit in haar ogen pseudofeminisme en zet zich af tegen de in haar ogen al te commerciële aanpak. Ze is meer jazz en soul dan rock-‘n-roll, kiest haar eigen weg en groeit tot ongekende hoogte.

We zijn getuige van de ontmoeting met sterproducer Mark Ronson, wat leidde tot het iconische album Back to Black, een van de best verkochte albums ooit. Ze heeft dan al het kenmerkende suikerspinkapsel, geïnspireerd door de Shangri-Las, en krijgt in 2008 vijf Grammy Awards die haar via de satelliet worden uitgereikt tijdens een concert in Londen, omdat ze vanwege alle drugsschandalen de VS niet in mag.

Gaandeweg groeit Marisa Abela in haar rol en ga je meer en meer geloven in haar gloedvolle maar ook tedere vertolking van de onstuimige opkomst en de tragische neergang van Amy Winehouse. Geweldig is ook de door haar gezongen veelzeggende titels als What Is It About Men, Stronger Than Me, Love Is A Losing Game en Tears Dry on Their Own van Amy zelf, het ook al zo toepasselijke All of Me door Billie Holiday en als toegift het door Nick Cave en Warren Ellis speciaal voor de film geschreven nieuwe nummer Song for Amy.

 

15 april 2024

 

ALLE RECENSIES

Beau Travail

****
recensie Beau Travail
Masculiene fata morgana

door Yordan Coban

Mannelijke onzekerheid is misschien wel het gevaarlijkste wapen dat er is. Een man verteerd door zijn onvermogen om zich te uiten, om een mens te zijn, is spoedig tot excessief geweld te buigen. Beau Travail (1999, nu als 4K-restauratie in de bioscoop), het meest geroemde werk van Claire Denis, verkent dit concept in de aanwezigheid van een groep Franse soldaten tijdens een missie in de Franse oud-kolonie Djibouti. Onuitgesproken spanningen gecombineerd met nodeloze militaire oefeningen komen samen in deze masculiene fata morgana.

De film speelt zich af als een herinnering uit het leven van ex-sergeant Galoup (Denis Lavant) ten tijde van een missie aan de kust in Oost-Afrika. We zien de dagelijkse routine van het legioen waarover Galoup leiding geeft. Het legioen is vrij divers en kent een passende gelijkenis met de Franse samenleving en al haar koloniale uitwassen. Op de achtergrond komt telkens commandant Bruno Forestier (Michel Subor) in beeld. Hij doet denken aan Marlon Brando in Apocalypse Now (1979). Een man van weinig woorden voor wie Galoup enorme bewondering uit.

Beau Travail

Dan is er ook nog Gilles Sentain (Grégoire Colin), een enigmatische nieuwkomer in het legioen. Een jonge soldaat die – in de beleving van Galoup – het gezag van de onzekere sergeant ondermijnt. Er ontstaat een concurrentiestrijd tussen de twee waarbij Galoup zijn overwicht als sergeant misbruikt, wat uiteindelijk leidt tot zijn ontslag.

Absurditeit van militaire onderwerping
Bij het zien van Claire Denis’ beelden van de eindeloze taken die de militairen moeten uitvoeren, bekruipt de kijker een gevoel van zinloosheid. Wat zijn deze mannen nou eigenlijk aan het doen daar in de woestijn aan de andere kant van de wereld? Er wordt niet gevochten, slechts geoefend. De zinloosheid van het militaire bestaan begint gedurende de film naar de voorgrond te treden, zo ook de uitgesproken spanningen die geleidelijk subtiele homo-erotische trekjes krijgen.

Er wordt weinig gesproken, wat de kijker de ruimte geeft om te observeren en te interpreteren. De stilte en de onuitgesproken sentimenten denken aan het feministische meesterwerk Jeanne Dielman 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1976). Ook Chantal Akerman maakte gebruik van het nodeloos herhalen van taken om de kijker tot reflectie te bewegen. In beide films zien we hoe de zichtbare onderdrukking van emotie tot een kookpunt komt. De kracht van Beau Travail en Jeanne Dielman zit echter voornamelijk in de verwerking van de film naderhand, niet per se in de meest directe kijkervaring.

De discipline en hiërarchie van het leger zijn daarbij instrumenteel voor het scheppen van het spanningsveld dat de absurditeit van de militaire onderwerping zichtbaar maakt. Het strijken van de kleren, het strak opmaken van het beddengoed, de yogagroepssessies, de ijdele nadruk op het dragen van het uniform, allemaal kluchtige portretten van de militair en zijn masculiene profiel.

Beau Travail

Machtige climax
Claire Denis heeft een bijzondere relatie met het continent Afrika, dit vinden we ook terug in haar oeuvre. Als dochter van een koloniaal ambtenaar in Kameroen spendeerde zij een groot deel van haar jeugd aan de West-Afrikaanse kust. In eerdere werken als Chocolat (1988) en S’en fout la mort (1990) en het latere White Material (2010) onderzoekt Denis telkens de relatie tussen Frankrijk en haar oude kolonies. In Beau Travail paraderen de militairen door het landschap van Djibouti, onder het toeziend ook van de lokale bevolking, als een enigszins komische herinnering aan het koloniaal verleden.

De slotscène geeft de film een machtige climax. In de meeste films over masculiene impotentie wordt er gekozen voor een geweldsexplosie, zoals bijvoorbeeld in Taxi Driver (1976). Claire Denis kiest echter juist voor een uitbarsting van een meer vrouwelijke kracht. Galoup, in al zijn aandoenlijke verwarring over het verleden, laat zich voor even helemaal gaan op het ritme van de nacht.

 

21 februari 2024

 

ALLE RECENSIES

Bob Marley: One Love

**
recensie Bob Marley: One Love
Persoonsverheerlijking verdient beter

door Jochum de Graaf

Van het leven van reggaesuperster Bob Marley had een geweldige biopic gemaakt kunnen worden. One Love is een nogal tegenvallend hagiografisch portret dat geen recht doet aan zijn boeiende, complexe persoonlijkheid.

Eind 1976 staat Jamaica op de rand van een burgeroorlog. De linkse Peoples National Party (PNP) en de meer rechtse Jamaica Labour Party (JLP) strijden om de verkiezingswinst in een campagne die met veel geweld en aanslagen gepaard gaat. Om het excessieve geweld tegen te gaan, wordt begin december een vredesconcert, Smile Jamaica, georganiseerd. Ook de dan al wereldster in wording Bob Marley (in de VS is sprake van een regelrechte reggae-mania), wil meedoen. Hij ziet zichzelf als onafhankelijke apolitieke verbinder tussen de partijen.

Bob Marley: One Love

Rainbow Theatre en Exodus
Enkele dagen voor het concert worden Marley en zijn familie in zijn huis overvallen. Zijn vrouw Rita en zijn manager Don krijgen meerdere schotwonden. Marley zelf wordt in zijn buik en zijn arm geraakt maar is toch in staat om een kort optreden te geven. Vrijwel gelijk na het concert besluit hij dat het beter is om een tijdje Jamaica te verlaten en vliegt hij naar Londen. Marley en zijn begeleidingsgroep The Wailers verzorgen een iconisch optreden op in het Rainbow Theatre, toeren door een aantal West-Europese landen en nemen het legendarische album Exodus op.

Na ruim anderhalf jaar keert hij in ’78 terug naar Jamaica en geeft een concert op het One Love Peace Concert waar hij de aartsrivalen Manley (PNP) en Seaga (LJP) weet te bewegen elkaar ten overstaan van het uitzinnige publiek de hand te schudden, waarmee een wapenstilstand bezegeld wordt.

Een jaar later maakt Marley een uitgebreide tour door de VS en weer een jaar later, september 1980, geeft hij zijn allerlaatste concert in Pittsburgh. Drie jaar eerder had hij een wond aan zijn teen gekregen. In eerste instantie dacht hij dat het om een voetbalblessure ging, maar toen de wond maar niet genas, werd een melanoom, een zeldzame vorm van huidkanker, vastgesteld. Vanwege zijn Rastafari-geloof weigerde hij amputatie, de kanker woekerde door en mei 1981 overleed Bob Marley, 36 jaar oud.

Inspirerende levenshouding
Er had een prachtige, misschien niet Oscar winnende, maar toch zeker prima film gemaakt kunnen worden over de imposante carrière van Bob Marley. Hij groeide op in armoede in de achterbuurt Trenchtown van Kingston en groeide uit tot het gezicht van reggae, Rastafari en Jamaica. Geroemd om zijn muzikale genialiteit, zijn blijvende betekenis voor de popmuziek en zijn voor velen inspirerende levenshouding. Zijn boodschap van ascese, geloof, hoop en liefde maar ook van revolutie, verzet en vrede. Bob Marley, The King of Reggae, liet een oeuvre na dat in de loop van de tijd alleen maar monumentaler is geworden.

Maar One Love van Reinaldo Marcus Green raakt slechts heel licht aan dit beeld. Je ziet Marley in de studio of voor aanvang van een concert wat mompelen over een akkoord dat gespeeld moet worden, een drumpartij die wat strakker moet, een refrein dat korter of langer kan, hardop twijfelen wat het beginnummer van het concert moet worde. De muzikanten volgen serviel de opdrachten van de grote leider, hem steevast met zijn bijnamen Tuff Gong of Nesta aansprekend.

Bob Marley: One Love

De megahits, War, I shot the Sheriff, Three Little Birds, Stir it up, No Woman No Cry, Redemption Song, Trenchtown Rock, Get up, Stand Up, Lively up yourself, One Love/ People Get Ready, we krijgen ze allemaal te horen. Maar in de versies van hoofdrolspeler Kingsley Ben-Adir komt de impact van de songs nauwelijks over. De enige keer dat je echt de neiging hebt om keihard mee te swingen, is wanneer de jonge Wailers, Bob Marley, Peter Tosh en Burny Wailer in 1963 de platenstudio van Jamaica Records binnendringen en met een geweldige uitvoering van Simmer Down hun eerste platencontract weten binnen te slepen.

Gemis van charisma
Ben-Adir schijnt de mimiek en motoriek van Marley nauwlettend bestudeerd te hebben. Hij komt qua stem en intonatie een behoorlijk eind in de richting maar hij mist ten enenmale diens charisma, zoals pijnlijk duidelijk wordt wanneer we bij de aftiteling de energieke beelden van de echte Bob te zien krijgen.

Ook het opgroeien in achterbuurt Trenchtown met zijn alleenstaande moeder, de afwezigheid van zijn (blanke) vader, zijn eerste zelfgemaakte houten gitaar, de eerste opnamen en het latere immense succes, zijn heilige Rastafari-geloof (bijna geen scène met muzikanten zonder spliff), de ring die hij van de erven van keizer Haile Selassi ontving, het komt allemaal in beeld zonder enig reliëf. De vele buitenechtelijke verhoudingen (Marley liet 11 kinderen bij 5 vrouwen na), de confrontatie met opkomend racisme in Engeland, het gevoel belazerd te worden door blanke platenbazen, de gefnuikte wens om in Afrika te toeren, de strijd tegen zijn ziekte, de inzet voor vrede, het wordt allemaal opgediend in een platgeslagen scenario. Het zal zeker meegespeeld hebben dat er maar liefst vier scenaristen aan te pas kwamen en dat de productie voor een groot deel in handen was van zoon Ziggy en zijn vrouw Orly plus vrouw Rita en dochter Cedella Marley.

Bob Marley was een complexe, boeiende persoonlijkheid die veel beter verdient dan de in literaire termen hagiografische film, gericht op persoonsverheerlijking, die One Love is.

 

15 februari 2024

 

ALLE RECENSIES

Burning Days

***
recensie Burning Days
Neo-noir thriller over hedendaags Turkije

door Jochum de Graaf

In Turkije heeft de film al het nodige stof doen opwaaien. Daags voor de première eiste het ministerie van cultuur ineens de financieringsbijdrage aan Burning Days retour, vermoedelijk vanwege een homo-erotisch aspect in de film dat aan de aandacht van de censor was ontsnapt. De film is een boeiende neo-noir thriller over hedendaags Turkije.

In de exemplarische openingsscène kijken rechter Zeynep en aanklager Emre uit over een net ontdekt zinkgat. ‘Wat vind je’, zegt ze. Aanklager Emre vindt het toch wel verschrikkelijk, hij acht het zijn taak om op te treden. Zeynep is er nogal laconiek onder.

Burning Days

Corruptie
We zijn in het fictieve stadje Yaniklar, waar het omringende landschap met droge vlaktes en ruige bergen sterk aan het platteland van Anatolië met zijn aartsconservatieve bevolking doet denken, Erdogans achterland. Langzaam worden we gewaar dat de zinkgaten ontstaan door het illegaal oppompen van grondwater, toegestaan door de corrupte burgemeester Selim, die al jarenlang de aanleg van een kanaal dat het probleem van de watervoorziening van het stadje zou oplossen uit financieel belang tegenhoudt.

Emre is vanuit de grote stad naar deze uithoek van Turkije uitgezonden en wil als onkreukbare aanklager – hij vertegenwoordigt immers de Turkse staat – orde op zaken stellen. De vorige aanklager, die nog maar een half jaar functioneerde, is kort daarvoor in allerijl vertrokken, het gerucht gaat dat hij vergiftigingsverschijnselen had. Emre vraagt Zeynep om advies, hij is al een paar keer uitgenodigd voor een etentje bij de burgemeester en heeft het tot nu toe weten te ontwijken. Ach, zegt Zeynep, het is hier een kleine stad, iedereen kent elkaar, je zal er niet aan ontkomen.

Bacchanaal
Het etentje met burgemeesterszoon Sahin en een al even malafide kompaan loopt uit op een bacchanaal. Emre kan uit beleefdheid zich niet onttrekken aan de vele toosten raki, die in een klap achterover geslagen moeten worden. Er wordt een hoertje aangevoerd, het zwakbegaafde Roma-meisje Pekmez waar de mannen zich uitgebreid aan vergrijpen. Maar Emre ligt dan al volkomen uitgevloerd ergens in de tuin, hij weet zich de volgende ochtend niets meer te herinneren. Als de vader van Pekmez vanuit het ziekenhuis aangifte doet van verkrachting reageert hij vastberaden, hij zal de zaak voortvarend  oplossen en de daders voor het gerecht slepen. Allengs wordt echter duidelijk dat Emre mogelijk ook zelf betrokken is. Hij was die avond toch ook op dat feestje in de tuin van de burgemeesterswoning, en hoe komt hij aan die rode zuigvlek in zijn hals? Hij moet een misdaad onderzoeken waar hij mogelijk zelf een aandeel in had.

In de strijd tegen de burgemeesterskliek wordt Emre bijgestaan door de onafhankelijke lokale journalist Murat die hem het schandaal van de zinkgaten onthult en hem inwijdt in de vele machinaties van de duistere machtsstrijd in het stadje. Murat biedt Emre een alibi, hij zou de bewuste nacht bij hem op de bank zijn roes hebben uitgeslapen. De homo-erotische lading die hun samenwerking meekrijgt, wordt door het burgemeesterskamp onmiddellijk uitgebuit.

Burning Days

En zo loopt  Emre zich langzaam maar zeker door allerlei complicaties vast in het perfide moeras van de plaatselijke politiek, hij kan door alle al of niet valse beschuldigingen geen kant meer op. De dreiging komt dichter en dichterbij, en het net lijkt zich rond hem te sluiten, zeker wanneer na de herverkiezing van de burgemeester de bevolking tot een volksgericht wil overgaan.

Toneelstuk van Ibsen
Volgens regisseur Emin Alper (A Tale of Three Sisters) is zijn film geïnspireerd op Een vijand van het volk, het beroemde toneelstuk van Ibsen dat gaat over een in eerste instantie door iedereen op handen gedragen arts die alleen komt te staan wanneer hij de strijd aanbindt tegen de heersende elite die de geneeskrachtige bron waarop het stadje economisch bloeit geheel te eigen bate aanwendt. De arts ontdekt dat het water van het kuuroord in het stadje ernstig vervuild is en de gezondheid van de bewoners ernstig bedreigt. Hij wil zijn bevindingen publiek maken en eist dat de politiek in zal grijpen.

Zeker, de gebeurtenissen in het Turkse stadje vertonen nogal wat gelijkenis, maar onmiskenbaar is Burning Days vooral een nauw verholen aanklacht tegen het autocratische Erdogan-regime met zijn wijd verbreide (bouw)corruptie, niets ontziende aanpak van tegenstanders en islampopulisme. Een vakkundig gemaakte neo-noir thriller over hedendaags Turkije.

 

30 maart 2023

 

ALLE RECENSIES

Las Bestias

*****
recensie Las Bestias
Wilde paarden konden mij niet wegslepen

door Cor Oliemeulen

Een Frans echtpaar emigreert naar een geïsoleerde gemeenschap in Galicië en krijgt te maken met onbegrip en jaloezie van twee autochtone broers. Na Qué Dios nos perdone (2016), El reino (2018) en Madre (2019) voegen regisseur Rodrigo Sorogoyen en scenarist Isabel Peña een nieuw cinematografisch hoogtepunt aan hun oeuvre toe.

Las Bestias opent met een jaarlijkse feestelijke traditie in het uiterste noordwesten van Spanje: ‘a rapa das bestas’. Enkele sterke mannen proberen een wild paard tegen de grond te werken om vervolgens de manen af te snijden zodat eventuele parasieten worden verwijderd. Hierna gaat het paard terug naar de bergen. Het ritueel, een combinatie van dans en gewelddadige strijd, staat voor een symbolische bevrijding. Later in de film leren we de verdere betekenis van deze beelden.

Las Bestias

Intimidatie
De openingsscène zet de toon voor het rauwe leven in een vrij onherbergzaam landschap. Het Franse echtpaar Antoine (Denis Ménochet: Inglourious Basterds, 2009) en Olga (Marina Foïs: Polisse, 2011) heeft na een rondreis door Europa besloten om zich op deze plek te vestigen vanwege de stilte en de prachtige natuur. Voor hen is dit de ideale omgeving voor het starten van een biologisch landbouwbedrijf. Hoewel ze hard werken en zo goed mogelijk proberen te integreren, is van rust geen sprake. Antoine spreekt zich uit tegen de bouw van een windmolenpark, wat op weerstand stuit bij enkele dorpsbewoners. De eenvoudige broers Xan en Lorenzo menen dat ze een fortuin mislopen en besluiten om de nieuwelingen te intimideren. Dat gaat van kwaad tot erger.

Het duo Rodrigo Sorogoyen en Isabel Peña maakte van dit gegeven een als moderne western vermomde thriller. Het idee was al ontstaan voor het succes van Qué Dios nos perdone (2016), waarin een seriemoordenaar weduwen verkracht en doodslaat, terwijl de twee rechercheurs die op de zaak zijn gezet moeten zien af te rekenen met hun eigen demonen. Vervolgens maakten ze met El reino (2018) een heuse ‘politieke noir’ over een veelbelovende politicus die van corruptie wordt verdacht maar geenszins van plan is om in zijn eentje kopje onder te gaan. En hun vorige film, Madre (2019), is een sfeervol en ontroerend drama over een vrouw die rouwt om haar vermiste zoontje en nu innig bevriend raakt met een tienerjongen die haar kind zou kunnen zijn.

Las Bestias

Catharsis
Mensen en situaties zijn bij deze twee filmmakers nooit zwart-wit. Alsof ze een tegenwicht willen bieden aan een tijd waarin mensen met de grootste mond vaak de discussie naar zich toetrekken en er nauwelijks ruimte voor nuancering is. De angst voor nieuwelingen en het teloorgaan van tradities zorgt ook in de geïsoleerde omgeving van Las Bestias voor spanningen vanwege het gebrek aan wederzijds begrip en de verkramptheid waarmee die zouden moeten worden opgelost. Dat geldt meer voor mannen dan voor vrouwen. Zo vindt Olga het geen goed idee dat Antoine stiekem opnamen maakt van de pesterijen van Xan en Lorenzo. Verdere escalatie is het gevolg.

Las Bestias vertelt het indringende relaas vol onderhuidse spanning in twee episoden. In het eerste deel beleven we de gebeurtenissen door de ogen van Antoine, die zich steeds verder in het nauw gedrongen voelt. In het tweede deel dringen we binnen in het hart van Olga, die haar idealen volgt en niet van plan is zich te laten wegpesten, de smeekbede van hun dochter Marie (Marie Colomb: Les amoureux, 2018) om terug te keren naar Frankrijk ten spijt. Soms is het goed om een filmscript jaren te laten rijpen.

 

18 oktober 2022

 

ALLE RECENSIES

Boiling Point

****
recensie Boiling Point
Het restaurant als crisiscentrum

door Tim Bouwhuis

Hoeveel kan er in één lange take van anderhalf uur speeltijd misgaan voor en achter de coulissen van een drukbezocht restaurant? Boiling Point laat je door zijn rigoureuze aanpak regelmatig naar adem happen. 

In en rond de keuken van een luxe Londense eetgelegenheid gaan werknemers gebukt onder een onverbiddelijk en schijnbaar onvermijdelijk arbeidsregime. Nog voordat de deuren openen, zet een bliksembezoek van de voedsel- en warenautoriteit de verhoudingen op scherp: het papierwerk is niet in orde, niet alle personeelsleden dragen plastic handschoentjes en het blijkt uit den boze om de handen te wassen in dezelfde wasbak die gebruikt wordt voor de voedselvoorbereiding. Twee keer knipperen met de ogen en de zaak is twee sterren van de keuringsdienst armer. Een fractie later arriveren de eerste gasten.

Boiling Point

Vluchten kan niet meer
Als prestatiedruk en verwachtingsmanagement regeren, moeten werknemers er continu aan herinnerd worden dat ze ook nog steeds mensen zijn. De chef-kok van dienst (Stephen Graham) klampt zich wanhopig vast aan de brokstukken van zijn privéleven; op weg naar zijn keuken, waar hij typisch genoeg te laat arriveert, probeert hij nog een vluchtig telefoongesprekje met zijn zoontje te regelen, waarbij zijn vrouw fungeert als ondankbare tussenpersoon. Langer dan twintig seconden duurt het contact uiteindelijk nooit. Als Andy Jones (op innemende wijze gespeeld door Graham, die volledig tot het gaatje gaat) iets op zijn gemak wil doen, moet hij zich eigenlijk verstoppen, naarstig op zoek naar een gezonde uitweg. In een restaurant is er niemand die niet om de aandacht van de chef-kok vraagt.

Plan voor een aanzoek
Omdat Jones die last niet aankan, maakt hij fouten die het functioneren van het restaurant in de waagschaal stellen. Regisseur Philip Barantini (Villain, 2020), die ook aan het scenario werkte, heeft zo de perfecte protagonist te pakken. Jones is tegelijk een slachtoffer en een schuldige. De lat ligt gewoonweg te hoog; is de enige ‘uitweg’ dan zelfvernietiging? Je kunt deze chef-kok van alles verwijten, maar tegelijkertijd is het bezwaarlijk om hem onvoorwaardelijk te veroordelen.

Toegegeven, Barantini veroorlooft zich wel erg veel complicerende factoren. Zo brengt de voormalige zakenpartner van Jones (Jason Flemyng), precies op de bewuste avond een gevreesde ‘food critic’ (Lourdes Faberes) mee, en zit er aan ongelukstafel dertien een verloofd stel, en daarmee ook een man met een plan. De crisissituatie in het restaurant roept de vraag op hoe geloofwaardig het is dat één avond op zó’n dramatische wijze uit de hand loopt. Hoe dan ook stemt de spanning rond het personage van Jones tot nadenken, en zorgt ze in combinatie met de filmvorm voor enerverende cinema: óók Boiling Point (zie verder bijvoorbeeld Russian Ark, Victoria en Utøya 22. juli) flirt met de mogelijkheden (en productionele moeilijkheden) van een zogeheten ‘long take’, die de werknemers van het restaurant vangt in een voortdurende reis van de camera.

Boiling Point

Reis van de camera
Gelukkig weerstaat Barantini de logische verleiding om constant in het spoor van de overspannen chef-kok te blijven. Zo zijn er momenten dat Jones het kader uitloopt terwijl de camera blijft rusten bij sous-chef Carly (Vinette Robinson), of meedwaalt met een van de jongere bediendes, die de confrontatie moet aangaan met een veeleisende bezoeker. Een dergelijk schema voor regie en camera uitdenken is onnoemelijk complex, omdat alles niet alleen eindeloos gerepeteerd en technisch volkomen uitgevoerd moet worden, maar ook nog eens moet overtuigen in de suggestie van tijdelijke continuïteit.

Boiling Point slaagt in die opzet, en staat zo garant voor een vermoeiend avondje uit, waarin je te gast bent en ook nog eens meekijkt achter de schermen. Als de eindtitels lopen, drink je liever een glas water dan dat je nog begint aan een bord pompoenrisotto.

 

30 september 2022

 

ALLE RECENSIES

Buco, Il

****
recensie Il Buco
Het gat in de zool van de laars

door Paul Rübsaam

Een afdaling in een Calabrese grot en de levensavond van een plaatselijke koeienherder als parallelle verhaallijnen. Tijdloosheid in de overtreffende trap en een sleutelrol voor omgevingsgeluid. In Il Buco vervolmaakt de Italiaanse regisseur Michelangelo Frammartino de stijlkenmerken van zijn ongehaaste cinema.

Een groep jonge speleologen uit Piemonte had anno 1961 zo’n beetje iedere grot in het Noord-Italiaanse Alpengebied al van binnen gezien. De bakens moesten worden verzet in de richting van het uiterste zuiden van het land. In de regio Calabrië, in de zool van de laars gevormd door het schiereiland Italië, bevond zich de kalksteengrot L’Abisso del Bifurto. De bodem bereiken van deze honderden meters diepe, vrijwel verticale uitsparing in het gesteente vormde voor de jonge grotverkenners een onweerstaanbare uitdaging.

Il Buco

Gebruikmakend van acteur-speleologen herschept regisseur Michelangelo Frammartino (een in 1968 geboren Milanees met Calabrese ouders) in Il Buco (The Hole) hun onderneming zorgvuldig. Maar met de afstand van iemand die eveneens geïnteresseerd is in wat er destijds nog meer gebeurde in die omgeving. Of niet gebeurde, want het leven in het desolate Calabrië, waar de tijd lijkt stil te staan, verloopt tamelijk rustig.

Geen dialogen
Op een avond, een dag voordat de speleologen arriveren, kijkt een groep dorpsbewoners in het nabij de grot gelegen dorpje San Lorenzo Bellizzi op een eenvoudig caféterrasje naar een televisie-uitzending. Vanuit een glazenwasserscabine beschrijft een reporter per verdieping de anno 1961 gloednieuwe en 132 meter hoge Pirelli-toren in Milaan. Het is de enige verstaanbare gesproken tekst in de hele film.

Van afstand zijn we er vervolgens getuige van dat de speleologen uit de trein stappen op het door een vuurtoren verlichte stationnetje van het dorp Villapiana aan de Ionische kust. We horen het gesleep van hun koffers en hun geroezemoes, maar kunnen niet opvangen wat ze zeggen. Een verschijnsel waar we aan moeten wennen. Al zal de betekenis van omgevingsgeluid in Il Buco steeds pregnanter worden.

Il Buco

‘Oo-owa, Tei-tei’
Evenals in Frammartino’s eerdere film Le Quattro Volte (2011) is er een belangrijke rol weggelegd voor een bejaarde veehouder. Dit keer geen geitenhoeder, maar een koeienherder, die in een van boomstammen vervaardigde hut nabij de grot woont. Zittend op een heuvel naast een grote boom en in gezelschap van zijn muilezel houdt hij de activiteiten rond de grot nauwlettend in de gaten. ‘Oo-owa, Tei-Tei’ horen we hem soms roepen. In hoeverre dit Calabrees dialect is kan in het midden blijven. Zijn over de bergweide verspreid staande koeien, die hij bijeen tracht te drijven, begrijpen het in ieder geval. Zoals in Le Quattro Volte een pas geboren geitje de erfopvolger van een geitenhoeder kon zijn, zo zijn ook in Il Buco mens en dier zoveel mogelijk gelijkgeschakeld. De ezel balkt, de koeien loeien en de mensen horen we slechts mompelen, babbelen of onverstaanbare kreten slaken.

Langzaam raak je als kijker gewend, zo niet verslaafd aan de beperking van geluid tot omgevingsgeluid en het veelvuldig gebruik van wide shots die op verschillende momenten van het etmaal de rauwe schoonheid van het Calabrese landschap vereeuwigen. Je bent eraan toe dat de belangrijkste tegenstelling van de film zich gaat openbaren. Nadat in de openingsscènes hoogte, het rijke noorden van Italië en televisie al respectievelijk tegenover diepte, het arme zuiden en cinema zijn gepositioneerd, zal de beperktheid van het menselijk leven en de menselijke activiteiten zich gaan aftekenen tegen de achtergrond van de schier oneindige geologische geschiedenis van de Aarde.

Overtreffende trap
De acteur-speleologen dalen met touwladders en meetlinten af in de 687 meter diepe Abisso del Bifurto, waarvan de opening een gapend gat vormt in de bergweide. Alsof ze zich in de ingewanden van een reus begeven, wurmen ze zich door steile en diepe gangen, tunnels, krochten en kruipruimtes, met van vocht glanzend roodbruin gesteente. Licht en geluid zijn in principe afwezig. Maar juist daarom kunnen ze bij hun zoektocht een essentiële rol vervullen.

Il Buco

Van de diepte van een gang kun je immers een schatting maken door er een steentje in te gooien en goed naar het wegstervende gestuiter te luisteren. Soms ook scheuren de speleologen een bladzijde van een tijdschrift, die ze met behulp van het lampje op hun helm in brand steken. Ook zo’n fakkel kun je in de diepte gooien. Dan vormt het voor je ogen kleiner wordende vlammetje een aanwijzing voor de afstand.

Op de afgescheurde tijdschriftpagina’s zien we foto’s van de Amerikaanse president John F. Kennedy en een jonge Sophia Loren. Het is immers 1961. Maar dat jaartal heeft in het verarmde, landelijke Calabrië al weinig betekenis en in de grot die als het ware de overtreffende trap vormt van de regio al helemaal niet. Alles verdwijnt hier in het gat van de diepe tijd. Zelfs het lange leven van de oude herder is maar een flits vergeleken bij de tijd die in beslag genomen wordt door de processen die de grot hebben gevormd.

Slow cinema is misschien niet aan iedereen besteed. Maar wie Le Quattro Volte (te vinden op YouTube) kon waarderen, moet Il Buco zeker gaan zien. Michelangelo Frammartino lijkt in zijn nieuwe film nog beter de weg te weten in zijn eigen cinematografische universum.

 

19 juni 2022

 

ALLE RECENSIES

Buen patrón, El

****
recensie El buen patrón
Balans op de werkvloer

door Cor Oliemeulen

De eigenaar van een productiebedrijf van industriële weegschalen doet er alles aan om balans op de werkvloer te behouden. Net als Vrouwe Justitia en zonder aanzien des persoons weegt hij feiten en omstandigheden af, ook al moet hij zich daarvoor actief bemoeien met het privéleven van zijn personeelsleden. We volgen hem gedurende de week voor de uitreiking van een belangrijke businessprijs.

Het zijn hectische dagen voor Blanco (Javier Bardem). Allereerst gedraagt het hoofd van de productie Miralles (Manolo Solo) zich uitermate onevenwichtig omdat die zijn vrouw ervan verdenkt vreemd te gaan. Blanco zelf voelt zich aangetrokken tot de jonge stagiaire marketing Liliana (Aldumena Amor), die zichtbaar geniet van de aandacht van haar charmante baas. Verder moet Blanco borg betalen om de zoon van zijn trouwste productiemedewerker uit de gevangenis te krijgen. Maar het meest vervelend is de strijd tegen een van zijn boekhouders, José (Óscar de la Fuente), die in de jongste bezuinigingsronde is ontslagen en tegenover de toegangspoort met veel stampei demonstreert tegen het onrecht wat hem ten deel is gevallen. Als diens acties niet ophouden, kan Blanco zijn felbegeerde prijs wel vergeten.

El buen patrón

Lijden is relatief
El buen patrón
was afgelopen februari – ondanks concurrentie van Pedro Almodóvars Madres Paralelas – de grote winnaar van de Spaanse Goya’s, met beeldjes voor beste film, beste regisseur, beste acteur en beste origineel scenario. Er valt genoeg te genieten in deze wat ingehouden komedie, die grimmig begint met een gewelddadige aanval op immigranten en al even onguur eindigt, waarbij de kijker zich uiteindelijk de vraag mag stellen: is Blanco de nobele zakenman met een gouden hart voor zijn bedrijf óf een nietsontziende manipulator?

Fernando León de Aranoa (lees hier ons interview met de regisseur) is een van de meest interessante hedendaagse Spaanse filmmakers, die maatschappelijke thema’s invoelbaar maakt door het leed van zijn personages met een intelligente speelsheid te relativeren. Het meest bekend is A Perfect Day (2015) waarin hulpverleners tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië met veel inspanningen proberen om een lijk uit een put te hijsen. Ook zijn andere films gaan over interactie tussen mensen: collega’s, familie, vrienden.

El buen patrón

Arbeider versus directeur
Fernando León de Aranoa en Javier Bardem werkten al eerder succesvol samen in Los lunes al sol (2002). Bardem speelt hierin een medewerker van een scheepswerf die op straat komt te staan na massaontslag, net als zijn vrienden. Op zoek naar arbeid sluiten ze tevergeefs aan bij de rijen werkelozen en slijten hun avonden op de pof in een beduimelde kroeg van een ex-collega. Op maandagen mijmeren ze aan het water over een ander leven als er weer een schip richting Australië vertrekt.

Met zijn charme, grapjes en vlotte babbel weet Bardems personage de ingewikkelde leefomstandigheden in Los lunes al sol enigszins te relativeren. Zijn rol van werkeloze arbeider vormt een mooi contrast met zijn al even weergaloze rol van welgestelde fabrieksdirecteur in El buen patrón. De boodschap is in feite hetzelfde. Arbeiders lopen altijd de kans te worden gemarginaliseerd en uitgebuit. En als ze als gevolg hiervan in opstand komen, blijken hun middelen vaak te beperkt en uiteindelijk kansloos, met het gevaar te worden vertrapt door het neokapitalistische systeem. Het is knap hoe de filmmaker zonder satire of andere overdrijvingen een dergelijke boodschap aan zijn publiek meegeeft.

 

31 mei 2022

 

ALLE RECENSIES

Babi Yar. Context

***
recensie Babi Yar. Context
Kroniek van een oorlog in de Oekraïne

door Jochum de Graaf

Babi Yar. Context vertelt het verhaal van een van de grootste massamoordaanslagen op Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoe dat ook in de Sovjettijd lange tijd verzwegen werd. Het monument voor Babi Jar in het centrum van Kiev werd eind februari, in de eerste dagen van de oorlog, bij een Russisch bombardement vernield.

Met het (her)uitbrengen van eerst Donbass en nu Babi Yar. Context van de grote Oekraïense documentairemaker Sergei Loznitsa wordt de oorlog in Oekraïne van een uitgebreide context voorzien. Donbass, de mozaïekfilm over de onder Russische regie afgescheiden republiekjes Loegansk en Donetsk, liet zien hoe de perverse cocktail van geweld, vernedering, intimidatie, haatcampagnes, verspreiding van nepnieuws van Poetins regime werkt.

Babi Yar. Context

Vijfde colonne
In 1952 besluit de gemeente Kiev dat er over het terrein industrieel afval geloosd mag worden. In later jaren verrijzen er flats. Daarna herinnert er nog maar weinig aan het ravijn vlakbij Kiev waar op twee dagen in september 1942 maar liefst 33.771 Joden door de nazi’s werden doodgeschoten.

In zijn kenmerkende, gedragen en uiterst zorgvuldige stijl laat Sergei Loznitsa in Babi Yar. Context zien hoe het zover heeft kunnen komen, de beelden voor zichzelf sprekend. Beelden van het uitbreken van de oorlog, de beschieting van de brug over de Dnjepr bij Kiev, de inname van Lemberg (Lvov/Lviv) in juni 1941 door de Duitsers, de toejuichingen van de plaatselijke bevolking voor de Wehrmacht, de enthousiaste ontvangst die bevelhebber Frank ten deel valt.

De Joden werden als vijfde colonne, Sovjet-sympathisanten, gezien. Loznitsa toont verontrustende beelden van mensen die door hun buren worden geslagen, uitgekleed en door de straten gesleept. Na hevige gevechten in augustus en september wordt Kiev ingenomen en ook daar worden de Joden voor zowel de bezetter als de plaatselijke bevolking als zondebok aangemerkt. Ze moesten zich melden bij de Ortskommandatur en gemakkelijk zittende kleding aandoen. Op 29 en 30 september worden ze aan de rand van het ravijn, destijds net buiten de stad, gebracht en genadeloos neergeknald.

Schokkend
Een week later wordt er in Kiev een triomfantelijke parade gehouden. Schokkend is de totale onverschilligheid van de duizenden toeschouwers, die toch geweten moeten hebben van de gruweldaad die zich in hun achtertuin afspeelde. In mei 1943 herovert het Rode Leger eerst Kiev en vervolgens Lemberg en zien we hoe de bevolking de nieuwe bevrijders toejuicht. Kort daarop worden de eerste internationale journalisten in Babi Jar rondgeleid.

In 1946 start het tribunaal tegen de Duitse oorlogsmisdadigers. We zien de indrukwekkende getuigenis van actrice Dina Pronicheva ,die zich vanaf 9 uur ’s ochtends in het ravijn schuil wist te houden om zich aan het eind van de middag langzaam door de berg lijken een weg omhoog te banen. We staren minutenlang naar de in eerste aanleg ontwijkende en emotieloze bekentenis van soldaat Hans Isenmann dat hij iets van 120 Joden heeft vermoord.

En dan die niet minder schokkende beelden van de openbare executie van dertien schuldig bevonden oorlogsmisdadigers. De bungelende lijken op het centrale plein tegen de achtergrond van het verwoeste Kiev en de tienduizenden toegestroomde inwoners die getuige zijn van de ophanging blijven nog wel even op je netvlies hangen.

Babi Yar. Context

Focus
In zijn beste documentaires als State Funeral, The Event en Maidan laat Loznitsa ons met zijn meesterlijke montage van lang verborgen archiefmateriaal de loop van de geschiedenis zien. Door zijn scherpe focus op verbazingwekkende, meedogenloze details komt de betreffende gebeurtenis vervolgens uiterst scherp tot leven. Babi Yar. Context heeft echter een minder sterke focus.

Ongetwijfeld heeft de terreurdaad van Babi Jar context nodig, maar in deze film waaiert die nogal breed uit. De bezetting en later weer herovering van Lviv en Kyiv worden als een soort oorlogsreportages breed uitgemeten. Van het ravijn krijgen we weliswaar een aantal aangrijpend verstilde beelden te zien, maar het is eerder een bescheiden fotoreportage achteraf. Babi Yar. Context is daarmee vooral een wijdlopige kroniek van de Tweede Wereldoorlog in de Oekraïne, met Babi Jar als uitwas.

 

20 april 2022

 

ALLE RECENSIES

Belfast

***
recensie Belfast
Bitterzoete thuishaven

door Paul Rübsaam

Het semi-autobiografische Belfast van Kenneth Branagh verbeeldt de lotgevallen van de achtjarige Buddy in de Noord-Ierse hoofdstad anno 1969. Juist in Buddy’s buurt, waar kinderen op straat spelen en iedereen elkaar kent, breken grimmige conflicten uit tussen protestantse en katholieke bewoners.

Kleurrijke luchtopnames van de hedendaagse havenstad Belfast en met warm saxofoongeluid gelardeerde klanken van de stemmig optimistische song ‘Down to Joy’, die peetvader van de ‘Belfast Blues’ Van Morrison componeerde voor de film. Daarmee opent Belfast, wat de kijker meteen het gevoel bezorgt dat de plaats waar Morrison en regisseur en scriptschrijver Kenneth Branagh in respectievelijk 1945 en 1960 het levenslicht zagen ondanks alles een stad is om van te houden.

Belfast

We schakelen terug naar het verleden en naar zwart-wit. Aanvankelijk is er nog weinig reden om het positieve beeld van Belfast bij te stellen. We bevinden ons in augustus 1969 in de Tiger Bay-area, een schijnbaar gezellige arbeiderswijk in Belfast waar kinderen op straat spelen en de volwassenen die daar glimlachend tussendoor lopen ieder kind bij de naam kennen.

Home sweet home?
De achtjarige protagonist Buddy (Jude Hill) wordt door zijn moeder geroepen. ‘Gewapend’ als hij is  met een plastic zwaardje en een deksel van een vuilnisbak die als schild moet dienen, is het toch tijd om naar huis te komen. Buddy heeft aardige,  aantrekkelijke en zelfs danslustige ouders (Caitriona Balfe en Jamie Dornan) en een wat ingetogen, maar niet onsympathieke oudere broer (Lewis McAskie). Voorts twee lieve, inwonende, elkaar nog altijd beminnende grootouders (Judie Dench en Ciarán Hinds), van wie de grootvader, die graag met de deur open op een in een schuur geplaatst toilet zit, altijd luistert en raad weet.

Maar alleen maar idyllisch is het allemaal toch niet. Nog voor Buddy goed en wel thuis is, wordt hij op straat geconfronteerd met een radicale protestantse militie die met stokken, molotovcocktails en autobommen katholieke buurtbewoners uit hun huizen probeert te jagen. Het zijn de begindagen van ‘The Troubles’, oftewel het uiteindelijk dertig jaar slepende Noord-Ierse conflict. Het geweld in de Tiger Bay-area richt zich weliswaar niet rechtstreeks tegen Buddy en zijn familieleden, maar vormt voor hen toch een bedreiging. Ze belijden hun protestantse geloof namelijk weinig fanatiek en leven het liefst in vrede met hun katholieke buurtgenoten.

Wapenstilte 
Nadat een aantal katholieke families inderdaad hun huis hebben moeten verlaten, herstelt het leger de orde. Terwijl straten met prikkeldraadversperringen zijn afgezet om nieuwe geweldsuitbarstingen te voorkomen, pakt de familie van Buddy de draad weer op. Vader werkt in Londen in de bouw en is dus veel van huis.  Het liefst zou hij met zijn gezin naar Engeland verhuizen, of zelfs naar Sidney of Vancouver. In Belfast is het immers niet veilig meer. Ondertussen wordt hij ook nog eens onder druk gezet door de voorman van de protestantse militie om zich uit te spreken voor de protestantse zaak. Hij is toch geen lafaard?

Buddy zelf gaat weer naar school. Hij is verliefd op de katholieke Catherine, het beste meisje van de klas, dat om die reden helemaal vooraan mag zitten. Omdat Buddy letterlijk zo dicht mogelijk bij haar in de buurt wil komen, doet hij flink zijn best op zijn huiswerk. Al kijkt hij liever op de zwart-televisie naar westerns en zelfs naar de ietwat meisjesachtige musical en toenmalige bioscoophit Chitty Chitty Bang Bang (in kleur!) De mannen die in de zomer van 1969 op de maan landden, spreken eveneens tot zijn verbeelding.

Belfast

Geen fusie
Voor generatiegenoten van Buddy en van welke nationaliteit en geloofsovertuiging dan ook biedt Belfast aangenaam veel herkenningspunten. Gelukkig ook krijgt de op het eerste gezicht wat clichématige keuze om de terugblik naar het einde van de sixties in zwart-wit te verbeelden een speelse dimensie. Toneel- en bioscoopvoorstellingen zijn wél in kleur in dat tijdperk dat gedomineerd wordt door de zwart-wittelevisie, die bij Buddy thuis voortdurend aanstaat. De kleuren van een toneelvoorstelling zien we zelfs weerspiegeld in de brillenglazen van oma, die (uiteraard in zwart-wit) in de zaal zit.

Tel daar nog eens de soundtrack bij op, met legio sfeervolle nummers van Van Morrison (onder anderen ook ‘Bright Side of the Road’ en ‘And the Healing Has Begun’) en het even plechtige, als hypnotiserende ‘Do Not Forsake Me, Oh my Darling’ van Tex Ritter (titelsong van de western High Noon uit 1952), en het wordt moeilijk om het warme bad dat Belfast biedt af te slaan.    

Maar als je daar eenmaal in zit, gebeurt er in zekere zin te weinig. Het draait in de film te veel om nestwarmte en buurtromantiek versus narigheid en geweld, die als te gescheiden elementen in het verhaal maar geen fusie met elkaar aan lijken te kunnen gaan. Het gevolg is dat Branagh de valkuil van de sentimentaliteit gaandeweg steeds minder goed weet te omzeilen. Ook voor de spanning en plotontwikkeling heeft die te strikte tweedeling negatieve consequenties. Blijft de familie van Buddy in Belfast omdat ze het er zo fijn hebben, of gaan ze toch de zee over omdat ze het er zo rot hebben? Naar het antwoord dat we natuurlijk krijgen, ben je als kijker minder benieuwd dan de bedoeling zal zijn geweest.

 

20 februari 2021

 

ALLE RECENSIES