****
recensie Here
Als op een zachte rem gaan staan
door Bert Potvliege
Met zijn vierde langspeler Here timmert regisseur Bas Devos gestaag verder aan een boeiende filmografie, waarin zijn woonplaats Brussel telkens onder de loep wordt genomen. Het is niet dat hij de lat hoger legt dan anderen; hij legt ze gewoon ergens anders. Zo neemt hij ons bij de hand mee naar een schouwspel van zalvende menselijke interactie, met de Belgische hoofdstad als canvas waarop hij met brede verfstroken schildert.
Het vergt een open geest van de kijker om samen met Devos de sprong te wagen in wat hij hier bekokstooft, want zijn film is atypische cinema. Er is geen sprake van een plot met een bevredigende conclusie, geen protagonist die een kentering meemaakt en ook geen hapklare moraal om mee te nemen naar huis. Het gaat hier over film als een ervaring, waarbij er zacht maar resoluut op de rem wordt gestaan. Zo schuilt de kracht van de prent in het scheppen van een rust en soelaas, waarbij tijd bijna een arbitrair gegeven lijkt. Noem het gerust een therapie.
Soep
De in Brussel werkende Roemeense arbeider Stefan gaat dra op reis naar zijn geboorteland. In de koelkast staan etensresten die zouden bederven tijdens zijn afwezigheid, dus hij besluit er een soep van te maken. Het zal de start blijken te zijn van een nogal doelloze slentertocht door de stad, met een plasticzak vol soep bij de hand. Het ene moment spendeert hij wat tijd met een vriend die nachtwaker is in een hotel, het andere moment geniet hij van de zon samen met de garagehouder die aan zijn auto werkt. Het zijn interacties zonder wrevel of uitdaging, telkens voortkabbelend als een klein beekje in een stil woud. Het verhaal van Here legt zo een nadruk op de schoonheid en eenvoud van menselijke connectie en poogt tegelijkertijd cinema te propageren als een middel om mensen bij elkaar te brengen.
De liefde voor zijn woonplaats is tastbaar, net als in de eerdere films van Devos (Violet, Hellhole en Ghost Tropic). Grauwe gebouwen, kletterende regen, onkruid tussen gebarsten beton, het licht van openbaar vervoer, elementen die een magisch geheel smeden waarbinnen de zachte grootstedelijke vertelling zich ontvouwt. Dit komt het mooist aan bod wanneer Stefan samen met de Chinese natuurwetenschapster Shuxiu het mos bestudeert in een stukje natuur aan de rand van de stad.
Oase
Het voelt alsof Devos lijkt te zeggen dat als we de dagelijkse mallemolen even terzijde schuiven, we zouden ontdekken hoeveel we met elkaar gemeen hebben. Door niet te focussen op de geplogenheden van het medium creëert hij als het ware een oase van rust waarbinnen dit te bespeuren valt. Het is onthaastingscinema waar ook hedendaags wonderkind Apichatpong Weerasethakul (Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives) zich maar al te graag in nestelt.
Dergelijke slow cinema leent zich uitstekend tot het meditatief beleven ervan, net als in de traditie van de verbijsterende films van Andrej Tarkovski (Andrej Roebljov, Stalker). Dit zijn geenszins verhalen bedoeld om talloze keren te herbeleven, al was het maar omdat je bij het proberen herhalen van die wonderbaarlijke initiële ervaring doorgaans op een muur stoot. Het benadrukt enkel maar het potentieel van de unieke ervaring in cinema. Zet de hectiek van het leven even op pauze, beleef de film en laat die je littekenen, om vervolgens voor eeuwig licht gewijzigd verder te leven.
Durf
Devos mag gerust een eind verder gaan in zijn benadering. Voortdurend voel je hoe hij een audiovisuele poëzie nastreeft, door het inzetten van filmische middelen. Een voorbeeld hiervan is het iets langer dan de logica vereist aanhouden van een shot van groenafval op het aanrecht. Door die onnatuurlijk lange aanwezigheid van dat beeld voel je je uitgenodigd de intentie ervan te herevalueren. En zo wordt het plots iets anders, iets onbeduidend maar tegelijkertijd zalvend. Dat toveren met de middelen voorhanden ontbreekt voorlopig nog wat aan durf. Zo zou bijvoorbeeld een iets radicalere beeldvoering, waarbij voluit de kaart van de visuele esthetiek gekozen wordt, welkom zijn.
Niks dan lof wel voor het soort cinema dat Bas Devos maakt, waarbij hij niet lijkt te malen om de angst een publiek te vervreemden wegens een halsstarrige houding. Resoluut zijn eigen interne klok volgend, nodigt de man ons uit mee te genieten van zijn eigenzinnige benadering van het medium. Die aanpak spreekt over een liefde voor de medemens en habitat, het voorop plaatsen van de poëtische kracht van film en het omarmen van de communale belevenis van het bioscoopbezoek.
17 juni 2024