Prière, La

**

recensie La Prière

Gehaaste transformatie

door Tim Bouwhuis

In de openingsscène van La Prière lijken de ogen van de 22-jarige Thomas de camera een fractie van een seconde te doorboren. Dat wil zeggen: na zijn schichtige blik volgt er geen corresponderend beeld, geen point of view. Kijkt Thomas naar ons? Of moeten we ons een spiegel inbeelden? Zeker is dat onze hoofdpersoon later in de film opnieuw een bepalende blik naar opzij zal werpen. Waarop het beeld wél correspondeert, in de vorm van een persoon. En dat verandert alles.

De setting voor die twee momenten van communicatie is een auto op een Franse bergweg; de bestemming een kloosterachtige afkickkliniek. Cruciale variabele is de houding van de drugsverslaafde Thomas (Anthony Bajon) zelf. De eerste keer vervalt hij na aankomst in hevige ontwenningsverschijnselen. Deze afkickkliniek is een hechte broederschap, vertelt de leider ter plaatse (Alex Brendemühl) hem. Maar Thomas heeft helemaal geen behoefte aan een geforceerd buddysysteem. De eerste gelegenheid om in een tochtig schuurtje een gestolen sigaret te roken, grijpt hij direct aan. Met zijn stiekeme daad heeft het voormalige heroïneslachtoffer buiten het strakke beleid van de gemeenschap gerekend: op deze locatie moet alles beleden, vergeven en vergeten worden. Dat niemand die sigaret gezien heeft, maakt nauwelijks uit. Thomas is immers toch een minuut of vijf spoorloos geweest.

La Prière

Ontmoeting en openbaring
Er knapt iets bij de worstelende jongvolwassene, die niet kan omgaan met de belerende toon van zijn mannenbroeders. Een fel handgemeen en een succesvolle vluchtpoging later dwaalt hij door een godvergeten dorpje. Bussen gaan niet meer, hier kun je enkel ronddwalen. Dan slaat het wonder toe: Thomas belandt bij het huis van de bloedmooie Sybille (Louise Grinberg), een aspirant-archeologe die, zo leren we, wel vaker gevluchte ex-verslaafden heeft zien passeren. Het kost Sybille niet al te veel moeite om haar verstekeling te overtuigen van een snelle terugkeer. Alleen de kliniek kan Thomas’ protesterende lichaam redden.

Op dit moment van schrijven laat het moment van de tweede blik zich als het goed is perfect raden. Sybille zet koers richting de bergen: zij achter het stuur, Thomas op de bijrijdersstoel. Als Thomas kijkt, kennen we het conflict in het hart van La Prière: niet zozeer de strijd tegen verslaving, maar de strijd tussen twee liefdes (de filmposter verklapt de tweede liefde). En dat is precies waar regisseur Cédric Kahn (Une Vie Meilleure draaide in 2013 in Nederlandse zalen) en zijn twee co-schrijvers (Fanny Burdino, Samuel Doux) zich op een wat jammerlijke wijze vergalopperen.

Na Thomas’ rehabilitatie in de kliniek is het een fractie van tijd voor degene die de regels verfoeide zelf aan het prediken slaat. Misplaatst en veel te gemakkelijk is een scène waarin het wedergeboren lid van de gemeenschap inpraat op een net gearriveerde patiënt, die – uiteraard volledig in lijn met Thomas’ eerdere gedrag – uit ellende de natuur in is gevlucht. Kahn reduceert een complexe psychologische en fysieke transformatie tot een simpele omkering. Het script verdringt de verslaving naar de achtergrond en focust zich rigoureus op de twijfel die in het Bijbelse DNA van de naam ‘Thomas’ verborgen zit: de klassieke keuze tussen goddelijke en aardse liefde.

La Prière

God en de mens
In de katholieke contreien van de kloosterkliniek heerst een in de basis strikte scheiding tussen mannen en vrouwen, maar La Prière is geen Kreuzweg. Misschien scheelt het dat stadse verleidingen hier in theorie niet van toepassing zijn, maar er wordt tussen de regels volop geflirt tussen de mannelijke en vrouwelijke enclaves van de gemeenschap. Ondertussen is er ruimte voor reli-grappen en enthousiast gitaarspel: Kahn waakt dus voor stereotypische vroomheid en repressie, ook al leidt dat ertoe dat de scènes in kwestie een wat verdwaalde indruk maken.

Als Thomas’ mogelijke priesterschap ter sprake komt, heeft de film zijn belangrijkste kruit al verspeeld. De gehaaste transformatie, al eerder aangestipt, draagt ook nog eens het gewicht van het kunstmatige vervolgconflict. God of mens? In La Prière krijg je de voorspelbare grote lijnen op een presenteerblaadje aangereikt.

En dat is jammer, want in het laatste halfuur is toch weer volop ruimte voor prikkelende psychologische elementen. Voor een eenzame tocht in de bergen, Kahns equivalent voor de woestijn; voor een subtiele botsing tussen de dancemuziek uit Thomas’ verleden en de klassieke geluidsband die dat verleden toch weer inhaalt. Het zijn scènes en momenten zonder teveel woorden, kompanen van stilte en verlatenheid. De balans met het haastige script wordt gezocht, maar nooit volledig gevonden. De teleurstelling in het hart van de film: de details kunnen het grotere plaatje niet redden.
 

9 september 2018

 
MEER RECENSIES