**
recensie Midas Man
Halfslachtig muziekdrama over Brian Epstein
door Jochum de Graaf
Zijn overlijden in 1967, op 32-jarige leeftijd aan een ‘onbedoelde’ overdosis, droeg bij aan de legendevorming rond Brian Epstein. Hij groeide op in de upperclass, had een moeilijke jeugd en was homoseksueel in een tijd dat in Engeland seks met hetzelfde geslacht strafbaar was. Hij was ook de man die de rol van manager herdefinieerde en The Beatles tot de belangrijkste en meest succesvolle popgroep aller tijden wist te maken. Allemaal elementen waar een groots en meeslepend drama van te maken is. Helaas maakt Midas Man de verwachtingen niet waar.
Brian Epstein kreeg begin jaren zestig na een turbulente schoolcarrière en een mislukt dienstverband in het leger de leiding over een nieuwe afdeling in zijn vaders platenzaak. Het werd de plaats waar van heinde en ver liefhebbers op af kwamen om de nieuwste rock-‘n-roll en beatmuziek uit Amerika en Groot-Brittannië te beluisteren, ondersteund door het blad Merseybeat van hoofdredacteur Epstein. Toen hij veel aanvragen kreeg voor een singletje van de onbekende Liverpoolse band The Beatles, die in Hamburg tourde, besloot hij een kijkje te nemen in The Cavern Club, waar ze elke avond optraden. De rest is geschiedenis.
De vorming van The Beatles
Het muziekdrama Midas Man volgt vooral die eerste jaren. Epstein vormde The Beatles om van een wanordelijk groepje rock-’n-rollers tot een goed gestileerde energieke beatgroep, trendsettend in mode en muziek. De vetleren jacks en bluejeans werden vervangen door de nu beroemde Beatlesjasjes met ronde hals. Er gold een verbod op eten, drinken of roken op het podium, het haar mocht een klein beetje over de oren en ook de publieksbuiging met de armen om elkaar na ieder optreden was een idee van Brian Epstein.
We volgen hem op zijn zoektocht naar een platencontract in Londen, de afwijzing bij het toen grootste label Decca, de uitkomst bij het onbekende Parlophone, de ontmoeting met George Martin die de legendarische producer van The Beatles zou worden. De moeizame vervanging van Pete Best door Ringo Starr, het verhaal over de onderhandelingen met The Ed Sullivan Show, de grote doorbraak in de VS, het is allemaal wel bekend. Op zijn hoogtepunt had Epstein de meest vooraanstaande Merseybeat-artiesten onder contract: Billy J. Kramer with the Dakotas, Gerry & the Pacemakers, Cilla Black, The Fourmost, Tommy Quickly.
Verborgen gay-bestaan
Zijn verborgen gay-bestaan, de heimelijke avontuurtjes op duistere plekken, de afpersing, de celstraf nadat hij door een undercover-agent werd opgepakt en de problematische verhouding met zijn grote liefde acteur John “Tex” Ellington blijven natuurlijk niet onderbelicht.
Epstein leefde intens, met een tomeloze energie, voortgestuwd door de veelvuldige inname van alcohol en barbituraten, die uiteindelijk zijn vroegtijdig einde betekenden.
De film wil echter maar niet het grootse meeslepend drama worden dat het in werkelijkheid wel was. Vader en moeder Epstein, de strenge Harry en de zorgzame Queenie zijn nog wel aardige karakterrollen. En Darci Shaw als Cilla Black, de zingende vestiaire uit The Cavern Club die deel uitmaakte van Epsteins Merseybeat-stal, is ook nog wel een lichtpuntje.
Maar hoofdrolspeler Jacob Fortune-Lloyd (aardige bijrol in The Queens Gambit) is een afstandelijke stramme lange man die op geen enkel ogenblik de warme persoonlijkheid die Epstein was benadert.
Hemeltergend zwak
De scène dat hij in november 1961 voor het eerst de trappen van The Cavern Club afliep en volkomen van zijn sokken geblazen werd door het optreden van The Beatles, de gebeurtenis die zoals de filmreclame ronkend aankondigt ‘de wereld zou veranderen’ wordt hemeltergend zwak in beeld gebracht. En de B-acteurs die The Beatles spelen, maken helemaal een karikatuur van de Fab Four. Nog het dichtst in de buurt komt de ondermaatse acteur die de stem van John Lennon perfect imiteert.
Er zijn een stuk of wat regisseurs versleten voordat de jonge en relatief onbekende Joe Stephenson de klus kreeg, maar het grootste probleem met Midas Man is dat de producenten de rechten voor belangrijke beelden uit de Beatles-geschiedenis niet geregeld kregen. Apple Corps en Sony Music hadden domweg geen vertrouwen in de film.
Het is dus behelpen met over elkaar buitelende krantenkoppen die verslag doen van de enerverende tournees door Japan, de Filippijnen, Duitsland, de VS en de boycot in de VS na de roemruchte uitspraak van John Lennon dat The Beatles populairder zijn dan Jezus. Nog grotere makke is dat in een film die over de opgang van The Beatles gaat er geen enkel origineel Beatles-nummer te zien of te horen is, maar slechts covernummers als Please Mr. Postman en Money.
Bij de aftiteling klinkt You Never Walk Alone van Gerry & the Pacemakers, misschien wel het meest iconische Merseybeat-nummer. Het zou Brian Epstein natuurlijk wel toekomen, maar zijn tragiek was vooral het tegendeel, dat hij tamelijk alleen door het leven ging.
30 januari 2025