IFFR 2025 – Deel 1: Humor, of het ontbreken daarvan

IFFR 2025 – Deel 1:
Humor, of het ontbreken daarvan

door Tim Bouwhuis

Op de dag dat de nieuwe film van Aanmodderfakker-regisseur Michiel ten Horn de 54ste editie van het IFFR opende, waren er voor pashouders ook alvast twee titels uit de kenmerkende Tigercompetitie te zien. Na het bekijken van Wondrous Is the Silence of My Master en Vitrival – The Most Beautiful Village in the World bleef één gedachte dominant: waar het luchtige Vitrival net wat te achteloos leunt op een mix van sketchachtige scènes, gimmicks en dorpse deadpan-humor, had het overwegend ernstige Wondrous Is the Silence of My Master juist wel wat meer humor kunnen gebruiken.

Als de naam ‘Vitrival’ niet trots op de zijkant van de plaatselijke politieauto zou prijken, zou je denken dat dit gehucht in het Franstalige deel van België geen naam mag heten. De onafscheidelijke politieagenten die met zijn tweetjes belast zijn met de handhaving van de openbare orde, hebben in principe genoeg aan een snipperuurtje om alle straten gedwee te doorkruisen. Tijd zat dus om met dorpsgenoten te keuvelen en een lurk van een rokerige vape te nemen.

Vitrival – The Most Beautiful Village in the World

Vitrival – The Most Beautiful Village in the World

De loop van de seizoenen
In Vitrival nemen de seizoenen hun loop en moet er heel wat gebeuren om het leven van alledag op stelten te zetten. In de zomer nodigt de gemeente voor één keer een DJ uit om de dorpelingen feestelijk te verenigen, in de winter steken diezelfde dorpelingen een enorme houtstapel in de brand (een ritueel dat verder wordt uitgediept in de film La cinquième saison van Peter Brosens en Jessica Woodworth). Een van de spaarzame zorgen die het dorp in zijn greep houdt, is dat er iemand fanatiek graffititekeningen van mannelijke geslachtsorganen verspreidt.

Herinneringen aan een landschap
Een nadere kennismaking met de binnenlandse setting van de film roept onwillekeurig herinneringen op aan het werk van Bruno Dumont, die al sinds La vie de Jésus (1997) verknocht is aan gehuchten in het Noord-Franse landschap. Zijn meest recente komedie L’Empire, die na de wereldpremière in Berlijn eerst ook in Nederland uit leek te komen (maar later toch stilletjes werd teruggetrokken), is een epische sciencefiction-komedie in parodierijke Star Wars-stijl, maar nog altijd met zo’n typisch dorpje als startlocatie.

Ook op deze IFFR-editie draait een titel die vooral qua setting wat aan Vitrival doet denken. Alain Guiraudies Miséricorde (een must-see voor liefhebbers van Stranger on the Lake) speelt zich net als zijn Belgische evenknie af in een pittoresk dorpje op het uitgestrekte platteland. Iedereen die nog iets te winnen meende te hebben in zijn leven, is al lang met de noorderzon vertrokken, en het zorgt dan ook voor flinke opschudding als een vroegere bewoner van het dorpje onaangekondigd arriveert voor de begrafenis van een overleden bakker.

Komedie met een randje
Wie eerdere films van Guiraudie zag, kan inschatten dat de interacties tussen de dorpsbewoners en de nieuwkomer er in het vervolg een stuk stoutmoediger aan toe gaan dan in Vitrival. Waar de film van het Brusselse duo Noëlle Bastin en Baptiste Bogaert blijft hangen in deadpan-dialogen en eigenaardige, maar onschuldige ontmoetingen tussen dorpsgenoten (lees: een politieagent die zijn vader probeert te laten stoppen met fikkiestoken in de tuin), ontaardt Miséricorde na de aankomst van de hoofdpersoon in een meer geladen schouwspel.

Buiten de toevoeging van een misdaadelement (de graffitispuiter in Vitrival verbleekt erbij) is Guiraudie – in tegenstelling tot zijn collega’s Bastin en Bogaert – bij uitstek geïntrigeerd door de seksuele verhoudingen tussen zijn personages. In Vitrival wordt er alleen gegrapt over de innige band tussen de twee hoofdpersonen, in Miséricorde gaat de zinderende (homo-)erotische spanning tussen de nieuwkomer en de zoon van de overleden bakker op den duur zelfs gepaard met geweld.

Houd je van subversieve humor, dan loont een kijkbeurt van Guiraudie’s genrecocktail (of een gemiddelde Dumont-film) waarschijnlijk meer dan een rondrit door het relatief gemoedelijke Vitrival. Onvermijdelijk hoogtepunt in Miséricorde is een scène waarin de plaatselijke priester vrij letterlijk in zijn hemd gezet wordt. Vergelijk die speelse religiespot maar eens met de dorpsbewoners die in Vitrival het kleine kerkje betrekken om hun zalvende samenzang te oefenen.

Miséricorde

Miséricorde

Een miserabel bestaan
Als Vitrival ergens de grens opzoekt, dan is het in de wijze waarop de komedie zelfdoding thematiseert. In het ruime halfjaar dat er in de vertelling verstrijkt, hebben meerdere mensen een eind aan hun leven gemaakt, en een betweterige dorpsgenoot denkt wel te weten waarom. “Ik heb een kleurschema gemaakt met de mentale gesteldheid van iedereen in het dorp”, vertelt hij de politieagenten tijdens hun patrouille. “Groen is nog oké, oranje zit ertussenin, rood is niet goed.”

Later slaat de verwarring alsnog toe, want de volgende persoon die zichzelf van het leven beroofde, had toch echt een groene kleur achter zijn naam. De agenten zijn ondertussen door de burgemeester belast met het uitdelen van flyers over het onderwerp; een therapeutische praktijk is in geen velden of wegen te bekennen.

Bastin en Bogaert laten hun belangrijkste personages in alle scènes even uitgestreken acteren, en dus óók op de momenten dat de film impliciet een serieus maatschappelijk probleem op de kaart zet. Het risico hiervan is dat de regisseurs hun publiek op den duur afstoten, omdat de toevoeging van dit tragische element zowel komisch als dramatisch niet lekker overkomt. Komisch: niet omdat er eigenlijk weinig te lachen valt, dramatisch: niet omdat de acteurs zich qua toon en lichaamshouding bewust niet aanpassen aan de situatie.

De gimmicks van Vitrival
In de scènes zónder tragische onderlaag is Vitrival bij vlagen grappig, maar jammer genoeg nooit echt vindingrijk of hilarisch. Een aantal momenten in de film zijn aandoenlijk (de agenten die om de beurt een spijker in een blok hout slaan) of lieten me glimlachen (een scène met twee machetes uit Congo), maar Bastin en Bogaert leunen ook wat gretig op running gags die op den duur vervelende gimmicks worden (lees: een meisje dat overal te pas en te onpas op een trommel slaat).

Reizen met de meester
Het gematigde succes waarmee de regisseurs van Vitrival humor centraal stellen, stond op de eerste festivaldag in boeiend contrast tot een andere Tigerfilm die voor de eerste keer vertoond werd. In het Montenegrijnse Wondrous Is the Silence of My Master blijft humor grotendeels achterwege, terwijl het periodedrama door de offbeat interacties tussen de personages juist wel wat meer luchtigheid had kunnen gebruiken.

Wondrous Is the Silence of My Master

Wondrous Is the Silence of My Master

Een uitgebreide introductietekst aan het begin van de openingsscène (regisseur Ivan Salatic noemt het begin van zijn film “in plaats van een proloog” en het eind “in plaats van een epiloog”) geeft duiding bij het wonderlijke universum waarin het verhaal zich afspeelt. Op een niet nader gespecificeerd moment duiken op een vismarkt geschriften op van ene Duko, die aan het begin van de 19ste eeuw zijn meester Morlok vergezelde op diens reizen door een uitgestrekt Oost-Europees gebied. Als het titelpersonage ziek wordt, strijken hij en zijn hofhouding voor een langere periode neer in een weelderig verblijf in Italië, waar de ijlende ‘heer van de heuvels’ zichzelf levensvragen stelt en Duko zich ook nog eens druk maakt om de dreigende aanwezigheid van verzettelijke Turken.

Theater en boekenplanken
Ondanks het archaïsche taalgebruik en de antieke aankleding van de hoofdlocatie kost het de belangrijkste acteurs in de film – de ‘meester’ voorop, al stelt Salatic op den duur wel intrigerende vraagtekens bij de precieze rolverhouding – moeite om te overtuigen als passanten van de 19ste eeuw. Dat ligt gedeeltelijk aan de theatrale insteek van veel scènes, waardoor je je te nadrukkelijk op een set waant, en gedeeltelijk aan het weinig overtuigende voorkomen van de (oorspronkelijke) meester.

Als de vertolker van Morlok bij de aanblik van een schijnbaar oneindige reeks boekenplanken (wie wel eens in een goede universiteitsbibliotheek is geweest, kan zich er een voorstelling bij maken) tot een stuk vijf keer toe “wat een hoop boeken mompelt”, drong zich bij ondergetekende een gedachte op die niet meer verdween: Wondrous Is the Silence of My Master had wel wat komedie kunnen gebruiken. Het eigenzinnige acteren van Morlok mag zo af en toe dan de milde suggestie van humor opvoeren, uiteindelijk is Salatics film wel degelijk serieus bedoeld (“een filmische bespiegeling over identiteit, ontheemding en de diepe band tussen mensen en de landen waar ze wonen”, leest de omschrijving op de IFFR-pagina).

IFFR-humor, of het ontbreken daarvan
Een meer luchtige benadering met wat zwarte humor op zijn tijd was de eigenzinnige dialogen en de theatrale enscenering waarschijnlijk flink ten goede gekomen. Het is precies de aanwezigheid van humor die een ander offbeat periodedrama als La mort de Louis XIV (Albert Serra, 2016) bijvoorbeeld tot een schot in de roos maakt. Nu komen een flink aantal scènes eerder lachwekkend over dan diepgravend, terwijl dat eerste juist niét de bedoeling is.

Wat is het aankijken nu meer waard, een komedie die de plank soms misslaat of een drama dat juist wel wat meer komedie had kunnen gebruiken? Generaliseren is veelgevraagd, maar als het op deze twee Tigerfilms aankomt, is de vraag toch een voorzichtige conclusie waard. Een komedieregisseur die doelgericht aan het werk gaat, maar niet volledig in zijn opzet slaagt, heeft nog altijd kans dat hij een deel van zijn publiek wél meekrijgt. Het cliché dat humor persoonlijk blijft, is er niet voor niets. Een dramaregisseur die wel een sausje van humor als smaakmaker had kunnen gebruiken, heeft zijn kans om zijn werk daarmee te verrijken daarentegen sowieso gemist. Gelukkig is de nieuwste film van Albert Serra ook te zien op deze IFFR-editie. Komen liefhebbers van dát enigma toch nog aan hun trekken.

 

1 februari 2025

 

IFFR 2025 – Deel 2: Kunstmatige intelligentie in opmars
IFFR 2025 – Deel 3: Videofanaten
IFFR 2025 – Deel 4: Zuidoost-Aziatische luchtigheid
IFFR 2025 – Deel 5: Baden in het zonlicht
IFFR 2025 – Deel 6: Films die de grenzen opzoeken
IFFR 2025 – Deel 7: Drie keer fictie versus werkelijkheid

 

MEER FILMFESTIVAL