Becoming Led Zeppelin

***
recensie Becoming Led Zeppelin
Documentaire schreeuwt om vervolg

door Cor Oliemeulen

De documentaire Becoming Led Zeppelin over de beste rockband ooit is vooral voer voor fans. Zoals de filmtitel aangeeft beperkt regisseur Bernard MacMahon zich tot de ontstaansgeschiedenis. Dat is leuk als het gaat om de vele anekdotes, maar jammer omdat er juist ook na die eerste jaren zoveel interessants te vertellen, te horen en te zien valt.

De vier leden van Led Zeppelin worden geïntroduceerd als oorlogskinderen in Engeland, geboren in of net na de Tweede Wereldoorlog. Ze groeien op in de jaren ’50 en ’60 als er een nieuwe jeugdcultuur ontstaat, beïnvloed door de rock-‘n-roll en de blues uit Amerika.

Becoming Led Zeppelin

Jimmy, John Paul, Robert en John
Becoming Led Zeppelin wisselt anekdotische interviews af met archiefbeelden, foto’s en geluidsfragmenten. Zo speelde gitarist Jimmy Page al in een bandje op de middelbare school en luisterde veel naar Amerikaanse rock-‘n-roll. Hij ging werken als studiomuzikant in Londen. Page heeft zijn agenda van 1964 goed bewaard. De camera zoomt in op de data waar hij zijn afspraken heeft genoteerd. Sessies met The Rolling Stones, David Bowie, Petula Clark, en voor de eerste plaat van The Who.

In de studio’s liep hij bassist/toetsenist John Paul Jones tegen het lijf. Jones vertelt dat hij stamt uit een muzikale familie en op zijn veertiende speelde op het kerkorgel bij een ‘coole priester’. Jones deed naar eigen zeggen vooral ‘brave’ studiosessies, zoals voor zangeres Lulu. Hij speelde samen met Page in het orkest dat het Bond-nummer Goldfinger van Shirley Bassey in de Abbey Road Studios opnam.

Net als Jimmy Page en John Paul Jones was zanger Robert Plant actief in allerlei bandjes. Hij vertelt over de ‘shock’ die hij voelde toen hij Little Richard hoorde zingen. Dat wilde hij ook, maar dan het liefst blues en R&B. Dat schoot bij zijn ouders in het verkeerde keelgat, want die zagen liever dat hij ging werken als accountant.

En dan is er nog drummer John Bonham, bekend van zijn krachtige, ritmische stijl. We zien hem niet in interviews, maar horen zijn stem, want hij overleed in 1980. Eén ontroerende blik van Robert Plant is eigenlijk alles wat de documentaire te melden heeft over deze tragische gebeurtenis en het einde van de legendarische band. Plant zat samen met Bonham in The Band of Joy, dat voornamelijk blues- en rockcovers speelde. We horen hoe Bonham praat over zijn grote voorbeeld Gene Krupa en hoe hij al op jonge leeftijd een gezinnetje sticht.

The New Yardbirds
In Becoming Led Zeppelin wordt Jimmy Page neergezet als de oprichter en leider van de band. Hij speelde als bassist samen met gitarist Jeff Beck in The Yardbirds. Toen deze band in 1968 uiteenviel, bleef Jimmy Page als enige over met de rechten op de bandnaam. Hij had nog een contract om een paar shows te spelen, dus moest hij snel een nieuwe band samenstellen. John Paul Jones vroeg Page om auditie te doen, Robert Plant werd vanwege zijn stem en energie uit zijn toenmalige band Hobbstweedle geplukt. En Plant maakte Page opmerkzaam op de kwaliteiten van Bonham. Het kwartet speelde voor het eerst samen op 12 augustus 1968 in een kelder van een platenwinkel aan de Gerrard Street in Londen.

Het zijn mooie beelden van hun eerste optredens tijdens hun tournee in Denemarken later dat jaar, toen nog als The New Yardbirds. Hier konden muziekliefhebbers voor het eerst live genieten van hun mix van blues, hard rock en psychedelica, ondersteund door complexe ritmes, de iconische stem van Plant en de epische gitaarpartijen van Page. Tijdens zijn solo in Dazed and Confused introduceert de gitarist het gebruik van een vioolstrijkstok op zijn elektrische gitaar. Het experimentele, mystieke geluidseffect, versterkt door een wah-wah pedaal en echomachine, illustreert hoe vernieuwend het Led Zeppelin-in-wording was.

En dan het zelfverzekerde statement van Jimmy Page: ‘We willen geen singles uitbrengen, maar een albumband worden.’ De eerste elpee – Led Zeppelin – verscheen begin 1969 en werd uitgebracht door Atlantic Records en geproduceerd door Page.

Becoming Led Zeppelin

Populairder in Amerika
Dat Amerikaanse platenlabel van Led Zeppelin was geen toeval. De documentaire vertelt overzichtelijk hoe de band aanvankelijk moeite had om door te breken in eigen land, terwijl ze in de Verenigde Staten juist snel populair werden. Dit kwam omdat de Britse muziekscene eind jaren ’60 en begin jaren ’70 al verzadigd was met grote namen als The Beatles, The Rolling Stones en The Who, waardoor het moeilijk was om op te vallen. Daarnaast was hun muziek niet direct mainstream, waardoor ze als cultband werden gezien.

In de VS daarentegen sloeg hun debuutalbum direct aan en kregen ze veel radio-aandacht. De vele concerten aldaar versterkten hun populariteit. Pas met de release van Led Zeppelin II eind 1969 brak de band echt door in Engeland. En daarmee stopt de film.

De creatieve reis en de persoonlijke verhalen van de bandleden en de weergave van de populaire muziek eind jaren ’60 maken van Becoming Led Zeppelin het boeiende deel van de documentaire. Maar het is jammer dat het portret van de opkomst van de legendarische band eindigt voordat Led Zeppelin de wereld zou veroveren en de liefhebber zou trakteren op legendarische optredens, zoals in 1973 in Madison Square Garden in New York, voor het nageslacht vastgelegd in dubbelalbum en muziekfilm The Song Remains the Same (1976). Kijkende fans van de documentaire komen er bekaaid vanaf met slechts een paar live-registraties. Voor de rest hoor je Led Zeppelin-nummers, maar zie je (regelmatig dezelfde) beelden van andere optredens.

 

26 februari 2025

 

ALLE RECENSIES

A Complete Unknown

****
recensie A Complete Unknown
Bob Dylan veranderde de muziek voorgoed

door Jochum de Graaf

Met acht Oscarnominaties is A Complete Unknown rijkelijk bedeeld. Een ouderwets goed gemaakte Hollywoodfilm over de ontwikkeling van het fenomeen Dylan in de jaren zestig van zijn aankomst in New York 1961 tot het baanbrekende optreden op Newport Folk Festival 1965.

Het is januari 1961 als de 20-jarige Robert Zimmerman, artiestennaam Bob Dylan, met zijn gitaar in de hand uit de bus stapt in Greenwich Village, waar ‘het’ allemaal gebeurt op muzikaal gebied. Hij wil op bezoek bij zijn grote held, folkzanger Woody Guthrie, maar die ligt in een ziekenhuis in New Yersey, heeft de ziekte van Huntington, kan niet praten, laat staan zingen. Pete Seeger, die andere grote folklegende van begin jaren zestig, is op bezoek. Ze zijn diep onder de indruk als de jonge Bob zijn speciaal geschreven Song for Woody speelt.

A Complete Unknown

Folkscene
Seeger ontfermt zich over Dylan en introduceert hem in de levendige folkscene van New York. Het is de enerverende tijd van de opkomende burgerrechtenbeweging, waarin Seeger actief is: van de Cuba-crisis, de moord op Kennedy, de jeugdrevolutie. In het kielzog van Seeger groeit Dylan uit tot een icoon van de jaren zestig, de wereldberoemde protestzanger met zijn nog steeds relevante songs als Blowin’ in the Wind en The Times They Are a-Changin’.

Aan het eind van de film is er het generatieconflict wanneer Dylan op het Newport Folk Festival 20 juli 1965 aangeeft een aantal nummers met elektrisch versterkte gitaren te gaan spelen. Voor puristen als de oude Pete is er op het belangrijkste folkfestival van Amerika geen plaats voor moderne gitaarherrie. Het conflict loopt zo hoog op dat Seeger gewapend met een bijl de mengtafel bestormt en dreigt de kabels door te snijden. 

Artistieke sfinx
De filmtitel, A Complete Unknown, komt uit Like a Rolling Stone, de song waarmee Dylan op Newport zijn luidruchtige breuk met de dogmatische wereld van folkmuziek en overjarige wereldverbeteraars aangaf. Maar het geeft ook voeding aan de mythologisering van Dylan zelf, de sfinx die zich graag in nevelen hult.

Naast een schitterend tijdsbeeld over een van de meest belangrijke veranderingen in de moderne popgeschiedenis biedt de film een goed inzicht in Dylans artistieke brille, zijn worsteling met de wereldroem en vooral ook zijn moeizame omgang met vrouwen, en hoe hij überhaupt in het leven staat.

Hij heeft een aan-uit-verhouding met de liefdevolle Sylvie Russo (gebaseerd op Dylans eerste grote liefde Suze Rotolo) met wie hij een goede intellectuele klik heeft, maar zijn wispelturigheid, rusteloosheid, continue experimenteerdrift biedt weinig zicht op een standvastige relatie. Op tournee onderhoudt hij een vrijage met de veel oudere Joan Baez, net als hij jarenzestigicoon. Maar eigenlijk zou hij het liefst een ongebonden artistiek vrijgezellenbestaan leven.

Wanneer Sylvie alleen op vakantie gaat en het onzeker is wanneer ze elkaar weer zullen zien, zegt ze: ‘Ik besef dat ik je eigenlijk niet ken.’ Veelbetekenend is de scène wanneer Dylan met Sylvie naar de film Now Voyager (1942) zit te kijken. Bette Davis kreeg een Oscar voor haar vertolking van de oude vrijster die zich ontworstelt aan haar strenge dominante moeder en zich ontwikkelt tot een extroverte, aimabele vrouw. ‘Kijk’, zegt hij over haar, ‘Ze maakte iets anders van zichzelf, een persoon die ze op dat moment wilde zijn.’

Motorongeluk
Todd Haynes’ I’m Not There (2007) probeerde grip op het fenomeen te krijgen en toonde Dylan in liefst zes verschillende fictieve variaties met even zovele acteurs. De Coen-broers creëerden in Inside Llewyn Davis (2013) een muzikant die op Dylan leek. Martin Scorsese maakte in 2019 een fantasievolle documentaire Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story over de gelijknamige legendarische tournee in 1975, nadat hij in 2005 met No Direction Home al een vingeroefening had gemaakt. Het zijn films die reflecteren op de raadselachtige, sfinxachtige persoon die Dylan is.

Het sterke van A Complete Unknown is dat we juist in een conventionele Hollywood-opzet de ontwikkeling van het enigma Dylan te zien krijgen. Dylan die zich om god weet wat voor reden tegen zijn eigen fans afzet en weigert om een ​​aantal van zijn grootste hits te spelen als hij met Baez op tournee is. Waarom hield hij zo hardnekkig vast aan het plan om elektrisch te gaan in Newport, was dat recalcitrantie of voelde hij juist de veranderende tijdgeest zo goed aan?

A Complete Unknown

En dan is er de motor. Dylan die bij emotionele gebeurtenissen op zijn motor stapt en zonder helm of motorpak met wapperende haren door de stad rijdt of over een lange door bomen omzoomde landweg. Waar denkt hij aan, wat gaat er door zijn hoofd? Het is een motief dat doet denken aan de Wet van Tsjechov: als je een revolver in een stuk te zien krijgt, is dat een aankondiging dat er op zeker moment een schot mee gelost zal worden. In het geval van Dylan verwacht je het motorongeluk in juli ’66 te zien. Het was een jaar na Newport en zou de tweede cesuur in zijn carrière inleiden. Pas acht jaar later ging hij weer op tournee.

Geloofwaardige interpretaties
A Complete Unknown kent een sterk scenario en een uitstekende cast. Dylan gaf zijn zegen aan tieneridool Timothée Chalamet, die een zeer geloofwaardige interpretatie van hem neerzet. Monica Barbaro lijkt ook fysiek erg op Joan Baez. Edward Norton zet een zeer solide Pete Seeger (inclusief banjo) neer. Boyd Holbrook speelt overtuigend Johnny Cash, die al vroeg het genie in Dylan zag.

Regisseur James Mangold – die ook tekende voor Walk the Line, de biopic van Johnny Cash en vrouw June Carter – had veel overleg over de historische juistheid met Dylan, die tegelijkertijd bedong dat er ook fictieve elementen zouden worden toegevoegd. Natuurlijk is niet bekendgemaakt welke dat zijn.

Maar waarheidsgetrouwheid is helemaal niet zo interessant. Veel boeiender is die kennismaking met het ongelooflijk creatieve genie van Dylan, de man die de popmuziek voorgoed zou veranderen en nog steeds actief is. Dat toont zich in de indrukwekkende soundtrack en de enerverende optredens in de film waarbij je ook in de bioscoop uit je stoel opveert. A Hard Rain’s A‐Gonna Fall, Highway 61 Revisited, Mr. Tambourine Man, Maggie‘s Farm, Like a Rolling Stone en It‘s All Over Now, Baby Blue.

Let vooral eens op het publiek in Newport wanneer Bob voor het eerst The Times They Are a-Changin’ speelt, het nummer dat we ook nu nog vrijwel geheel uit het hoofd kennen. Die blikken die het onmiddellijk lijken te herkennen als meesterwerk. Geweldige scène.

 

20 februari 2025

 

ALLE RECENSIES

Midas Man

**
recensie Midas Man
Halfslachtig muziekdrama over Brian Epstein

door Jochum de Graaf

Zijn overlijden in 1967, op 32-jarige leeftijd aan een ‘onbedoelde’ overdosis, droeg bij aan de legendevorming rond Brian Epstein. Hij groeide op in de upperclass, had een moeilijke jeugd en was homoseksueel in een tijd dat in Engeland seks met hetzelfde geslacht strafbaar was. Hij was ook de man die de rol van manager herdefinieerde en The Beatles tot de belangrijkste en meest succesvolle popgroep aller tijden wist te maken. Allemaal elementen waar een groots en meeslepend drama van te maken is. Helaas maakt Midas Man de verwachtingen niet waar.

Brian Epstein kreeg begin jaren zestig na een turbulente schoolcarrière en een mislukt dienstverband in het leger de leiding over een nieuwe afdeling in zijn vaders platenzaak. Het werd de plaats waar van heinde en ver liefhebbers op af kwamen om de nieuwste rock-‘n-roll en beatmuziek uit Amerika en Groot-Brittannië te beluisteren, ondersteund door het blad Merseybeat van hoofdredacteur Epstein. Toen hij veel aanvragen kreeg voor een singletje van de onbekende Liverpoolse band The Beatles, die in Hamburg tourde, besloot hij een kijkje te nemen in The Cavern Club, waar ze elke avond optraden. De rest is geschiedenis.

Midas Man

De vorming van The Beatles
Het muziekdrama Midas Man volgt vooral die eerste jaren. Epstein vormde The Beatles om van een wanordelijk groepje rock-’n-rollers tot een goed gestileerde energieke beatgroep, trendsettend in mode en muziek. De vetleren jacks en bluejeans werden vervangen door de nu beroemde Beatlesjasjes met ronde hals. Er gold een verbod op eten, drinken of roken op het podium, het haar mocht een klein beetje over de oren en ook de publieksbuiging met de armen om elkaar na ieder optreden was een idee van Brian Epstein.

We volgen hem op zijn zoektocht naar een platencontract in Londen, de afwijzing bij het toen grootste label Decca, de uitkomst bij het onbekende Parlophone, de ontmoeting met George Martin die de legendarische producer van The Beatles zou worden. De moeizame vervanging van Pete Best door Ringo Starr, het verhaal over de onderhandelingen met The Ed Sullivan Show, de grote doorbraak in de VS, het is allemaal wel bekend. Op zijn hoogtepunt had Epstein de meest vooraanstaande Merseybeat-artiesten onder contract: Billy J. Kramer with the Dakotas, Gerry & the Pacemakers, Cilla Black, The Fourmost, Tommy Quickly.

Verborgen gay-bestaan
Zijn verborgen gay-bestaan, de heimelijke avontuurtjes op duistere plekken, de afpersing, de celstraf nadat hij door een undercover-agent werd opgepakt en de problematische verhouding met zijn grote liefde acteur John “Tex” Ellington blijven natuurlijk niet onderbelicht.

Epstein leefde intens, met een tomeloze energie, voortgestuwd door de veelvuldige inname van alcohol en barbituraten, die uiteindelijk zijn vroegtijdig einde betekenden.

De film wil echter maar niet het grootse meeslepend drama worden dat het in werkelijkheid wel was. Vader en moeder Epstein, de strenge Harry en de zorgzame Queenie zijn nog wel aardige karakterrollen. En Darci Shaw als Cilla Black, de zingende vestiaire uit The Cavern Club die deel uitmaakte van Epsteins Merseybeat-stal, is ook nog wel een lichtpuntje.

Maar hoofdrolspeler Jacob Fortune-Lloyd (aardige bijrol in The Queens Gambit) is een afstandelijke stramme lange man die op geen enkel ogenblik de warme persoonlijkheid die Epstein was benadert.

Midas Man

Hemeltergend zwak
De scène dat hij in november 1961 voor het eerst de trappen van The Cavern Club afliep en volkomen van zijn sokken geblazen werd door het optreden van The Beatles, de gebeurtenis die zoals de filmreclame ronkend aankondigt ‘de wereld zou veranderen’ wordt hemeltergend zwak in beeld gebracht. En de B-acteurs die The Beatles spelen, maken helemaal een karikatuur van de Fab Four. Nog het dichtst in de buurt komt de ondermaatse acteur die de stem van John Lennon perfect imiteert.

Er zijn een stuk of wat regisseurs versleten voordat de jonge en relatief onbekende Joe Stephenson de klus kreeg, maar het grootste probleem met Midas Man is dat de producenten de rechten voor belangrijke beelden uit de Beatles-geschiedenis niet geregeld kregen. Apple Corps en Sony Music hadden domweg geen vertrouwen in de film.

Het is dus behelpen met over elkaar buitelende krantenkoppen die verslag doen van de enerverende tournees door Japan, de Filippijnen, Duitsland, de VS en de boycot in de VS na de roemruchte uitspraak van John Lennon dat The Beatles populairder zijn dan Jezus. Nog grotere makke is dat in een film die over de opgang van The Beatles gaat er geen enkel origineel Beatles-nummer te zien of te horen is, maar slechts covernummers als Please Mr. Postman en Money.

Bij de aftiteling klinkt You Never Walk Alone van Gerry & the Pacemakers, misschien wel het meest iconische Merseybeat-nummer. Het zou Brian Epstein natuurlijk wel toekomen, maar zijn tragiek was vooral het tegendeel, dat hij tamelijk alleen door het leven ging.

 

30 januari 2025

 

ALLE RECENSIES

Monsieur Aznavour

***
recensie Monsieur Aznavour

‘Als ik stop, ben ik dood’

door Jochum de Graaf

Hij zat meer dan 70 jaar in het vak, verkocht 180 miljoen albums, gaf 17.000 optredens over de hele wereld en nam 1200 songs op (waarvan ongeveer duizend zelf geschreven), uitgevoerd in 9 talen. In het jaar waarin Charles Aznavour honderd zou zijn geworden, wordt Monsieur Aznavour uitgebracht. Een boeiende biopic die toch een beetje last heeft van de veelheid aan informatie over dat lange leven van de grootste chansonnier die de wereld gekend heeft.

Bij de aftiteling zien we in een reeks flitsen het leven van de echte Charles Aznavour voorbij trekken. Bijzonder opvallend in die beelden van concerten, prijsuitreikingen, publieke optredens en wat al niet meer is het enorme charisma dat hij had.

Hoofdrolspeler Tahar Rahim (Un Prophète) heeft dat charisma een stuk minder, al doet hij erg goed zijn best in het imiteren van de gebaartjes. Maar die stem, die blijft onbereikbaar. Hij laat goed de welbespraakte, brutale, eerzuchtige kant van Aznavour zien. Maar zijn andere kant – de grote onzekerheid, het minderwaardigheidscomplex van die ‘kleine man, 1 meter 60, met die hese stem’ zoals Charles zelf zei – blijft onderbelicht. Naar verluidt gaf de meester zelf kort voor zijn dood zijn zegen aan het project en hielden zijn zonen Mischa en Nicolas toezicht op het scenario. Aznavour wordt braver en charmanter afgeschilderd dan hij in werkelijkheid was.

Monsieur Aznavour

Opvallende details
Toch is Monsieur Aznavour geen beroerde film. Dat ligt met name aan de sterke enscenering en de montage met aandacht voor opvallende details bij de belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Charles Aznavour die min of meer chronologisch aan het oog voorbij trekken. Beelden van de Armeense genocide (1917), de grote groepen vluchtelingen, scènes uit het migrantenbestaan van de familie Aznavourian in Parijs leveren een indringende achtergrond voor zijn levensverhaal. Het opgroeien in armoede, vader Micha die op zeker moment zijn gouden tand verkocht om een uitgewoonde kamer voor het hele gezin te kunnen huren. Het restaurant waar Charles, gespijbeld van school, al op zijn negende tussen de bedrijven door optreedt. Het broeinest van verzet van datzelfde restaurant, schuilplaats voor Joden, die aan papieren voor hun verdere vlucht worden geholpen. Later in de film de emotionele scène van Charles met zus Aida wanneer ze, in 2017, het bericht ontvangen dat de Israëlische regering hen de Raoul Wallenberg Award daarvoor toekent.

Er is genoeg persoonlijk drama in Aznavours leven. Hij trouwde drie keer; de film belicht met name zijn relatie met de twintig jaar jongere Zweedse Ulla Thorsell, zijn nog steeds levende weduwe. Eind jaren vijftig wanneer hij al redelijk beroemd is in Frankrijk wordt hij geconfronteerd met een buitenechtelijke zoon van acht, Patrick. Aznavour weigert in eerste aanleg mee te betalen aan de opvoeding, maar bouwt later een goede band met hem op. De zelfmoord van Patrick na overmatig drugsgebruik veroorzaakt een levenslang trauma.

De muzikale carrière die aanvankelijk met ups en downs gepaard ging. Weliswaar speelt hij op zijn negende al in een film en een toneelstuk, rond zijn twintigste als hij met zijn vriend en pianist Pierre Roche engagementen in de provincie probeert binnen te slepen, is het hard sappelen. Het publiek in de nachtclubs waar ze als entr’acte optreden dat begrijpelijk meer aandacht heeft voor de schaars geklede danseressen. Aznavour die in recensies op zijn Armeense afkomst wordt afgerekend, opmerkingen over zijn neus, kwalificaties als ‘zigeuner’ en ‘Quasimodo’.

Doorbraak
Aznavours eerste grote doorbraak is eind jaren veertig wanneer Edith Piaf, dan al een grote ster, hem en Roche vraagt als voorprogramma en hen meeneemt op tournee door Frankrijk en de VS. Piaf, die net als hij van ver moest komen en zijn toegang is tot de opbloeiende chansoncultuur in het Parijs van de jaren vijftig en zestig, met artiesten als Charles Trennet, Gilbert Becaud; later ontmoet Aznavour de jonge Johnny Halliday. Aznavour schrijft dan al grotendeels zijn eigen repertoire, bestudeert Franse klassiekers om zijn teksten te verbeteren. Hij wil elke dag een chanson schrijven en zingen ‘tot mijn strot scheurt’. Hij wil een solocarrière starten en breekt op instigatie van Piaf met Roche. ‘Om te zingen heb je een zuivere stem nodig’, zegt ze ‘en de jouwe is onzuiver’. Aznavour zet door en mede door haar adviezen ontwikkelt hij dat onderscheidende unieke hese stemgeluid dat hem wereldfaam verschaft.

Na de breuk met Piaf neemt hij zijn carrière in eigen hand, daarbij soms grote risico’s nemend zoals het boeken van de Carnegie Hall in ‘63, ondanks het feit dat hij geen grote nummer 1 in Amerika had. Bij de onderhandelingen stelt hij dat hij net zo lang doorgaat tot hij minstens eenzelfde gage krijgt als Frank Sinatra, wat hem jaren later lukt.

Nog weer jaren later wanneer hij al op hoge leeftijd is en alle grote podia ter wereld van binnen en van buiten gezien heeft, geeft hij zijn levenslange vriend en manager Levon Sayan de opdracht om in alle grote hoofdsteden nog eens de grootste en mooiste concertzaal af te huren. Er volgen nog vele lange soms door ziekte onderbroken maar steevast stijf uitverkochte afscheidstournees. ‘Als ik stop, ben ik dood’, is zijn credo. Dat was op 1 oktober 2018 het geval, Aznavour werd 94.

Monsieur Aznavour

Soundtrack
Regisseurs Mehdi Idir en Grand Corps Malade (alias van slam-zanger Fabian Marsaud), zelf afkomstig uit de muziekwereld, kozen voor een filmische bloemlezing uit het lange, rijke leven van Aznavour. Met de soundtrack, een verfijnde keuze van grote hits als She, La Bohème, Les Deux Guitares, Hier Encore, Idiote, Je t’aime, The Old Fashioned Way, La Mamma, uit het immense repertoire zit het wel goed. Mooi detail nog, de beelden van Aznavour in de weer met de toen hypermoderne 16 mm-camera die hij eind jaren veertig van Edith Piaf kreeg, die hij op al zijn reizen met zich mee sleepte. Marc di Domenico maakte er in 2021 nog een film over: Aznavour, le Regard de Charles.

Maar dat Aznavour ook nog in pakweg tachtig films speelde wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Zijn activisme voor de Armeense zaak, zijn steun aan de lhtbi-gemeenschap en zijn uitspraken tegen de opkomst van het Front National van Le Pen blijven goeddeels buiten beschouwing. En dat is misschien maar goed ook, want afgezien hiervan hebben de regisseurs met veel details al heel veel willen vertellen, waar je allengs een beetje moe van wordt.

Uitkomst is dat Monsieur Aznavour een mooi gefilmd maar door de vele gedetailleerde verwikkelingen een wat vlak eerbetoon is aan een van de grootste iconen uit de moderne muziekgeschiedenis.

 

11 december 2024

 

ALLE RECENSIES

IDFA 2024 – Deel 5: Muziekfilms

IDFA 2024 – Deel 5:
Muziekfilms

door Jochum de Graaf

Het aanbod van muziekfilms op IDFA is wel eens beter en groter geweest. Het lijkt er op dat de meest interessante muziekdocu’s, zoals over Brian Jones en Paul Simon, nu direct in de bioscoop verschijnen. Op IDFA 2024 zie je een beperkt aantal films die je ruim genomen als muziekdocu zou kunnen aanmerken. Maar er zit wel een pareltje bij.

 

One to One: John & Yoko

One to One: John & Yoko
Eind augustus 1971 vestigden John Lennon en Yoko Ono zich in New York. Ze gingen in een klein appartement in Greenwich Village wonen. Ze leefden helemaal op na de hectische periode met het uiteenvallen van The Beatles. John voelde zich weer een student en ging helemaal op in het Amerikaanse leven, trad op in talkshows. Het was ook de periode waarin hij meer en meer politiek actief begon te worden, sprak zich fel uit voor de opheffing van anti-homowetten en tegen de Vietnamoorlog: ‘stop the bombing’. Een verblijfsvergunning liet op zich wachten, Lennon werd als staatsgevaarlijk gezien, zijn telefoon werd afgeluisterd. Hij was zich daarvan bewust en nam zelf ook de gesprekken op.

One to One is mooi van vorm en montage. Aan de hand van videofragmenten ontstaat een indringend tijdsbeeld van het Amerika van begin jaren zeventig. We zien actualiteitenrubrieken met veel Nixon, het bezoek aan China, de aanslag op de rechtse presidentskandidaat George Wallace, vliegtuigkapingen, optredens van John in talkshows als Mike Douglas, zijn ontmoetingen met vooraanstaande activisten als Jerry Rubin, dichter-filosoof Allen Ginsberg, opnamen van primal scream sessies, de terugkeer uit ballingschap van Charlie Chaplin, de dan nog nieuwe avondvullende spelshows, maar ook tv-reclames, voor Ragu en nieuwe producten als Tupperware.

En tussendoor horen en lezen we fragmenten uit de opgenomen telefoongesprekken. Yoko beklaagt zich dat ze door fans en pers gezien wordt als de schuldige aan het einde van The Beatles. Ze wordt bedreigd, is een ‘kut-Jap’ en weet ik niet al wat. John belt veel met manager Allen Klein, de gladde advocaat die hij aan de andere Beatles voorstelde om manager te worden. Het conflict daarover, Paul McCartney sprak zijn veto uit, was de werkelijke oorzaak van het einde van The Beatles.

Leidraad van de film is het geweldige One to One-concert van John, Yoko en The Elephants Memory Band in Madison Square Garden, 30 augustus 1972. Het was het eerste grote concert voor Lennon sinds het uiteenvallen van The Beatles en zou later blijken ook het laatste te zijn. Het idee was een benefietconcert. We zien en horen John met Allen Klein overleggen over een Free the People-Tour, de vrijlating van militante activisten, maar dit idee moest vanwege ernstige bedreigingen worden losgelaten. Het werd uiteindelijk een benefiet voor de ernstig verwaarloosde geestelijk gehandicapte kinderen van de Willowbrook-school. Hartverwarmend is het bezoek van John en Yoko aan die New Yorkse staatsschool, ontroerend om ze tijdens het concert in het publiek te zien.

Waanzinnig goed om New York City, Instant Karma, Come Together en Imagine live te zien, en alleen al de hartverscheurende, hese uitvoering van Mother maakt de film de moeite waard.

One to One: John & Yoko is een geweldig tijdsdocument over een wat onderbelichte periode van het leven van de grootste rockster aller tijden.

Kijk hier waar en wanneer deze film nog draait.

 

TWST/Things We Said Today

TWST/Things We Said Today
Regisseur Andrei Ujicâ, hij had enig succes in 2010 met The Autobiography of Nicolae Ceausescu, zei het vooraf: ‘Let niet op al die dingen die in beeld komen, let vooral op het verhaal.’ Het punt is echter dat er helemaal geen verhaal in TWST/Things We Said Today zit, staat of ligt. Het is een onsamenhangende collage van archiefbeelden uit de VS, 1965. Beelden van de hevige Watts-rellen, racistisch politiegeweld in Los Angeles, mensen in een pretpark, in een nachtclub wordt uitbundig  getwist, straatbeelden in Harlem, de bevoorrading van foodhallen, een meisje vertelt dat ze een ticket heeft voor het Beatles-concert in het Shea Stadium 13 augustus. Daar begint de film mee, de aankomst van The Beatles op JFK, de rit naar het hotel, de ongekende Beatle-gekte in de straten van New York en de persconferentie van The Fab Four, met nietszeggende uitspraken en een hoop flauwekul.

Ujicâ, waarvan niet duidelijk wordt of hij in 1965 zelf ook maar in de buurt was, heeft er voor gekozen bovengenoemde archiefbeelden in te kleuren met fletserige animaties. De beroerd getekende stripfiguurtjes die hinderlijk door het beeld fladderen debiteren vage teksten uit Ujicâ’s dagboeken, dragen vage poëtische teksten voor. Iets met vlinders, waar geen touw aan vast is te knopen. En steeds denk je: nu krijgen we beelden van dat legendarische optreden In het Shea Stadium, het allereerste grote stadionconcert voor een recordpubliek. Het enthousiaste was zo groot dat The Beatles door het gekrijs hun eigen muziek niet konden horen. Maar niets van dat al. De film eindigt met een animatie waarin een zwerm vlinders het stadion uit fladdert. Wat een aanfluiting.

Kijk hier waar en wanneer deze film nog draait.

 

Eno

Eno
Iedere filmvoorstelling van Eno is anders! Regisseurs Gary Hustwit en Brendan Dawes bouwden een software-platform dat uit honderden uren video footage, muziek en interviews telkens een film van rond de 90 minuten genereert. Er zit wel een kop en een staart aan de film: zijn jeugd, zijn werk als muzikant en producer, zijn reflecties op kunst en zijn maatschappelijke betrokkenheid, maar de fragmenten zijn telkens verschillend. Het is een werkwijze die naadloos past op leven en werk van Brian Peter George St. John le Baptiste de la Salle Eno (1948), kortweg Eno.

Vanaf begin jaren zeventig met zijn doorbraak als toetsenist van de populaire glamrockband Roxy Music en vervolgens in zijn lange solocarrière is hij altijd bezig met geluidsexperimenten, het verkennen van nieuwe vooral elektronische muziek. Eno is sterk geïnspireerd door minimal music, noemt componisten als John Cage en Terry Reily als zijn voorbeeld. Hij wordt ook gezien als de geestelijk vader van ambient music: lange uitgesponnen composities met elektronische instrumenten, omgevingsgeluiden, soundscapes. En dan heeft hij een enorme record als producer. Zijn discografie omvat ruim veertig albums. Hij heeft met David Bowie, Talking Heads, U2 en Coldplay gewerkt. Hij componeerde het zes seconden durende opstartgeluid van Windows 95, maakte een audiovisuele installatie voor het Sydney Opera House, organiseerde concerten tegen de Irakoorlog. Fascinerende man.

En van al die aspecten uit dat rijke leven krijgt iedere kijker dus andere fragmenten te zien. In de versie die ik zag, vertelde hoe hij geïnspireerd werd door de muziek uit de jukeboxen op Amerikaanse legerbases in geboortestreek Suffolk, Chuck Berry! We zagen bijzondere beelden over de samenwerking met Bowie op diens artistieke hoogtepunt in Berlijn, midden jaren 70. Hij legde uit hoe geweldig de composities en de choreografie van Talking Heads in elkaar steken.

Fijn is de anekdote dat hij door Joni Mitchell benaderd werd om met haar een ambient-album op te nemen. Maar ook dat hij zo genoeg had van het stigma van ambient-aartsvader, dat hij bijna gillend de opdracht weigerde. En nu hij wat ouder, bezadigder is, kijkt hij er milder op terug en zegt in de camera: ‘Joni, mocht je het alsnog willen, je weet me te bereiken.’

Nu in ruste op zijn landgoed vertoont hij in de studio bijzondere YouTube-filmpjes, toont zijn interesse in planten en bloemen en verwoordt zijn levensfilosofie. ‘Kunst’ zegt ie ‘gaat om gevoel’, en zijn uitgangspunt is dat hij wil begrijpen hoe de wereld van gevoelens werkt.

De regisseurs kondigden bij de nazit aan dat ze binnenkort de database nog verder gaan uitbreiden met extra interviews en archiefmateriaal. De volgende stap is natuurlijk dat je als kijker een eigen keuze kunt maken uit de beelden en je eigen nog betere portret van Eno kunt samenstellen.

 

21 november 2024

 


Deel 1: Openingsfilm – About a Hero 
Deel 2: De Storm van Rechts
Deel 3: Personen met ongewone beroepen
Deel 4: Op zoek naar rechtvaardigheid
Deel 6: Lang leve het experiment
Deel 7: Palestina
Deel 8: Méér geschiedenis


MEER FILMFESTIVAL

In Restless Times: The Music of Paul Simon

****
recensie In Restless Times: The Music of Paul Simon
Groots muzikaal monument

door Jochum de Graaf

In zijn huisstudio met windmolen op het platteland van Wimberley, Texas pakt Paul Simon (inmiddels 83) een percussie-instrument uit de kast, zet het even aan zijn oor en dan weer terug. Ja, dit is een geluidje dat hij wel kan gebruiken. Het is voorjaar 2023 en hij is zijn vijftiende soloalbum Seven Psalms aan het opnemen. De scène staat symbool voor de muzikale levenshouding van Paul Simon: vrijwel rusteloos, altijd op zoek naar een nieuw geluid, nieuwe muziek.

De opnamen voor Seven Psalms zijn de kapstok voor In Restless Times, het drie en een half uur durende filmportret van Paul Simon, waar zijn ruim zestig jaar omspannende carrière aan wordt opgehangen.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Songbook
Vanuit Wimberley gaan we hinkstapspringend met jeugd- en schoolfoto’s, krantenkoppen, tv-interviews, liveopnamen van concerten, studio-opnamen, tv- en filmfragmenten, interviews met producers en studiotechnici door zijn muzikale leven. Die carrière met al die iconische nummers valt te zien als een songbook maar het is ook een geschiedenis van de popmuziek die Simon in hoge mate mede heeft vormgegeven.

Uiteraard komt zijn persoonlijke leven aan de orde en zijn drie huwelijken: met Peggy Harper, Carrie Fisher en meest recent zangeres Edie Brickell, die met name in het tweede deel van de film aan het woord komt. Opvallend detail is dat de relatie met de in juli overleden actrice Shelley Duvall, die Simon voorstelde aan zijn tweede vrouw Carrie Fisher, niet aan de orde komt. Al die relaties lieten met songs als Homeward Bound, 50 Ways to Leave Your Lover, Hearts and Bones en het pas veel later op plaat gezette Graceland hun sporen na in zijn muzikale erfenis.

Art Garfunkel
Maar de belangrijkste persoon in Paul Simons leven was natuurlijk Art Garfunkel. Ze kenden elkaar vanaf hun eerste highschooljaren, 1953, Garfunkel woonde een paar blocks verder in Queens, New York. In eerste instantie traden ze voor de grap als Tom & Jerry op, brachten een singletje uit en nadat ze in 1964 tekenden bij Columbia Records maakten ze als Simon and Garfunkel een jaar later met The Sound of Silence hun eerste wereldwijde hitalbum. Doorslaand succes is ook het optreden op het legendarische Monterey Pop Festival 1969.

Paul Simon benoemt als grootste muzikale inspiratie in zijn tienerjaren eind vijftig Elvis Presley. Maar het is onmiskenbaar dat The Everly Brothers de grootste invloed hadden, die fraaie vocalen, de zoetgevooisde stemmen die zo kenmerkend waren voor het succesduo Simon en Garfunkel.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Echt rock-’n-roll kun je Paul Simon natuurlijk niet noemen, hij staat vooral in de traditie van de Amerikaanse folkmuziek. Simon en Garfunkel waren vooral keurig nette jongens met een wat rebelse, of beter gezegd een ‘maatschappijkritische’ inslag. The Graduate – de taboe doorbrekende film in 1967 over de heimelijke romance tussen de jonge adolescent, student Benjamin Braddock (grote doorbraak voor acteur Dustin Hoffman) en een oudere getrouwde vrouw, Mrs. Robinson (Oscar voor Anne Bancroft) – zou zonder Simons soundtrack met The Sound of Silence, Scarborough Fair en Mrs. Robinson niet zo’n groot succes geweest zijn.

Tegelijkertijd werd The Graduate ook de indirecte aanleiding voor de eerste breuk van Simon and Garfunkel. Het was een ongelijkwaardige samenwerking; Paul Simon (zo wordt een aantal keer benadrukt) was de enige componist van het duo. Art Garfunkel, de betere zanger,  wilde zich als acteur verder ontwikkelen, nam een rol aan in Catch-22 en tekende achter Paul Simons rug om een contract voor de vervolgfilm van Mike Nichols Carnal Knowledge. Ondanks het gigantische succes van Bridge Over Troubled Water, nog steeds een van de meest verkochte popalbums aller tijden, kwam in 1970 de vriendschap na zeventien jaar tot een einde.

Nieuwe muziek
Op gezette tijden kwam het dan weer tot een reünie en daar volgde dan weer een niet zelden openlijk in de media uitgevochten nieuwe breuk op. Juni 1981 was er een gigantisch openluchtreünieconcert in Central Park New York, een doorslaand succes, dat enigszins ontsierd werd toen een losgeslagen fan het podium opsprong en Paul Simon belaagde. Art Garfunkel stond erbij en keek er niet eens naar, tot grote woede van Paul Simon. Het was een jaar na de moord op John Lennon.

Voor Paul Simon was dat het althans voorlopig definitieve einde. Hij trok zich terug en ging in de luwte op zoek naar nieuwe muziek. Eind jaren zestig had hij zich in Londen in de Britse folkscene ondergedompeld. Nu vond hij zichzelf opnieuw uit, maakte kennis met de ska en vervolgens de reggae op Jamaica, ontmoette Jimmy Cliff die een wereldhit had met Vietnam. Hij scoorde, toch weer met Garfunkel, een wereldhit met de bewerking van het Peruaanse volksliedje El cóndor pasa.

We zien hem op zoek naar bijzondere klanken luisteren naar Les Voix Bulgares, een wonderschoon vrouwenkoor van kopstemmen uit de Bulgaarse bergen. En hij vertelt hoe hij op een achternamiddag in een cassettebandje met accordeonmuziek van de Boyoyo Boys in handen kreeg waar hij enorm enthousiast over raakte en alles vanaf wilde weten. Het spoor leidde hem uiteindelijk in 1985 naar Johannesburg, waar hij om kort te gaan in aanraking kwam met het fameuze Ladysmith Black Mambazo-koor en uiteindelijk in vijf studio’s op twee continenten het legendarische album Graceland werd opgenomen, het absolute doorbraakalbum voor de Afrikaanse muziek. En de rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Afrika
Er ontstond in eerste aanleg ondanks de lovende muzikale ontvangst behoorlijk wat controverse over Graceland omdat Simon in de tijd van apartheid naar Zuid-Afrika was gegaan en de culturele boycot had doorbroken. Maar dankzij het album braken Zuid-Afrikaanse artiesten Hugh Masekela en Miriam Makeba door. We zien een geweldig stadionconcert in Harare, Zimbabwe waar zwart en wit door elkaar een saamhorig publiek vormden. En niet uitgesloten moet worden dat het album een rol speelde in de vrijlating van Nelson Mandela en het einde van de apartheid in 1989.

Voor Paul Simon volgt dan nog weer een zoveelste muzikaal leven: soloalbums, compilatiealbums, op tournee met Bob Dylan, met Sting, om de zoveel jaar een reünie met Garfunkel, tot twee keer toe opgenomen in de Rock & Roll Hall Of Fame, de uitreiking van een Lifetime achieve Award, een fiks aantal Grammy Awards, een wereldtournee in 2010 en 2011, het is te veel om op te noemen. En dan tenslotte de opnamen voor Seven Psalms in 2023.

209 minuten duurt de film. Dat is een forse zit en bij menige film van die lengte, zoals voor mij Scorsese’s Killers of the Flower Moon, had het zonder problemen een uur korter gekund. In de VS is de documentaire in twee delen, Verse One en Verse Two, op tv uitgezonden. Met In Restless Times is er echter geen sprake van een slaapverwekkende lengte. Regisseur Alex Gibney dient de uitgebreide verhaallijn in hapklare brokken op, de vele livenummers worden op goede lengte in beeld en ten gehore gebracht en werken als aangename rustpunten. Het is mooi, het is veel en het is goed. Een groots muzikaal monument.

 

6 november 2024

 

 

ALLE RECENSIES

Blur: To The End

***
recensie Blur: To The End
De muzikale klik is nooit weggeweest

door Jochum de Graaf

Al in 1993 was er het wat amateuristisch gemaakte Starshaped dat misschien wel bijdroeg aan het megasterrendom van Blur. Het waren de hoogtijdagen van de Britpop, de muziekstroming die na The Beatles en The Stones in de jaren 90 opnieuw de reputatie van Engeland als belangrijkste bron van de popcultuur bevestigde.

Een docu over een energiek bandje, jongens waren ze nog, met live-uitvoeringen van There’s no other way en Popscene, die de tand des tijds overleefd hebben en nog steeds op het repertoire staan. Het aanmerkelijk professioneler gemaakte New World Towers kwam uit in 2015 toen ze na een jarenlange artistieke stilte op tournee waren in Azië en het album The Magic Whip hadden uitgebracht. Met een aantal songs geïnspireerd door het bezoek van zanger-componist Damon Albarn aan Noord-Korea. Beide films zijn nog op YouTube te zien. 

No Distance Left to Run (2010) is de meest geprezen docu over Blur, een goede weerslag van hun ontwikkeling en hun vooraanstaande positie in het cultuurlandschap, gemaakt na de eerste hereniging van de band na zeven jaar, met de legendarische concerten in Hyde Park juni 2009.

En nu is er dus Blur: To The End. Uitgebracht na het goed ontvangen album The Ballad of Darren en het grootste optreden dat ze ooit deden: twee razendsnel uitverkochte concerten voor 90.000 fans elk in het Wembley Stadium, 8 en 9 juli 2023.

Blur: To The End

Interessanter dan Oasis
“Hoe minder we doen, hoe groter we worden”, merkt drummer Dave Rowntree ergens halverwege de film op. Een opmerking die de afgelopen weken nog eens extra bewaarheid werd met de volkomen gekte rond de kaartverkoop voor de herenigingsconcerten van Oasis, de grote rivaal tijdens de Britpop, volgend jaar. Met die wetenschap in het achterhoofd zou je kunnen vaststellen dat commercieel gezien de gebroeders Callagher nu aan het langste eind trekken, maar To The End laat zien dat Blur muzikaal en qua persoonlijkheden aanmerkelijk interessanter is.

De film toont de opmaat naar die ‘once in a generation’ concerten met opwarmoptredens in plaatsen als Wolverhampton en Eastbourne, en wat die plekken voor rol in hun carrière speelden. Innemend is de scène dat ze – na het optreden in het Colchester Arts Centre in de Stanway School waar Damon Albarn en Graham Coxon hun middelbare schooltijd doorbrachten – worden rondgeleid door de schooldirecteur en zien dat het muzieklokaal hun naam heeft gekregen. Maar ze vinden het er een beetje steriel uitzien en stellen voor het met een Paisley-behangetje en wat wietplantjes voor beginnende muzikanten wat op te fleuren, tot afgrijzen van het schoolhoofd.

Regisseur Toby L. heeft een tamelijk rechttoe rechtaan fly on the wall documentaire gemaakt. We zijn bij studio-opnamen, concerten en andere ontmoetingen van alleen de bandleden; producers, technici, journalistieke volgers, commentatoren, vrienden en partners komen niet aan het woord. En zoals in alle bandjesdocu’s zien we de clichébeelden, het onderlinge gekibbel, de irritaties, het onderuit gezakt hangen op stoelen en banken, gepiel op de instrumenten, het lange wachten en verveeld om zich heen kijken tot ze weer eens aan de beurt zijn.

Familiegevoel van vroeger
Maar we krijgen ook een inkijkje in de nogal uiteenlopende persoonlijkheden van de band. Ze hebben elkaar weliswaar jaren niet gezien, zijn aardig uit elkaar gegroeid maar vallen vanaf de eerste herontmoeting terug op het familiegevoel van vroeger. De branie, de bravoure en het gevoel van onverwinnelijkheid zien we terug in momentopnamen uit de Britpopjaren, waar de tomeloze energie vanaf spat.

De mannen lopen nu tegen de zestig en bespreken met elkaar kwaaltjes en zorgen over rugpijn, zwakke knieën, minder willen drinken, gezonder leven en wat dies meer zij. Bassist Alex James, nog steeds rokend op het podium, houdt zich onledig met het maken van kaas. Grimlachend vertelt hij het verhaal in de pers dat hij misschien wel een miljoen pond aan drank en drugs heeft uitgegeven, ‘hoe moet ik dat aan mijn kinderen uitleggen’.

Blur: To The End

Drummer Dave Rowntree is naast advocaat en politicus sportfanaat en blesseert bij het hardlopen zijn knie nogal ernstig en haalt ternauwernood met dik ingezwachteld been Wembley. Gitarist Graham Coxon is nogal openhartig over de vele angsten die hij heeft en bekent dat hij maar weinig vrienden heeft. En Daman Albarn, het muzikale genie van de band, breekt midden tijdens een studiosessie in huilen uit, denkend aan de recente breuk van zijn langdurige relatie. De andere bandleden weten er niet goed raad mee, vervallen kort daarna weer in de oude gewoonte van irritatie over zijn autoritaire optreden tijdens de repetities.

Maatschappelijk betrokken
Ze bediscussiëren de ramp van de Brexit met elkaar; Dave Rowntree stond de afgelopen verkiezingen nog kandidaat voor Labour in het district Norfolk County. De maatschappelijke betrokkenheid krijgt ook gestalte met het statement dat Pauline Black, frontvrouw van de fameuze skaband The Selecter, in het voorprogramma op Wembley maakt. In het zo veelbelovende Britpoptijdperk leek het alsof racisme, seksisme en andere ismen overwonnen waren, maar in het huidig tijdsgewricht is de strijd daartegen weer uiterst urgent.

Eenmaal op het podium verzorgen ze vanuit de geweldige muzikale klik die ze met elkaar hebben een weergaloos optreden. De hoogtepunten van het meest recent album The Ballad of DarrenSt. Charles Square en The Narcissist – sluiten wonderwel goed aan op meer dan dertig jaar oudere nummers als Popscene, Parklife en titelnummer To The End. En dan is er de apotheose met het iconische Song 2 uit ’97, dat tijdens het afgelopen EK bij ieder doelpunt door de stadions schalde, en een kippenvel opwekkende uitvoering van Tender met het London Community Gospel Choir. 

Blur: Live at Wembley Stadium ging vorige week in Groot-Brittannië in première en zal vanaf 26 september ook in Nederland te zien zijn.

 

11 september 2024

 

ALLE RECENSIES

Holland Pop 1970

**
recensie Holland Pop 1970
Het Europese antwoord op Woodstock

door Jochum de Graaf

De ironie wil dat onlangs twee films in roulatie gingen die het eind van de jaren zestig markeren in de VS en Groot-Brittannië: Gimme Shelter over het Rolling Stones-concert in Altamont in 1970, en Brian Jones and the Rolling Stones over de dood van Brian Jones in 1969. Met Holland Pop 1970 laat regisseur Ferri Ronteltap zien dat in Nederland dat enerverende tijdperk juist in die jaren goed op gang kwam. Het punt is alleen dat hij zich te veel in het detail verliest.

Het slotbeeld moet heel mooi geweest zijn. Georges Knap kan er nu, bijna 55 jaar later, nog lyrisch over worden. De afsluiting van het driedaagse Holland Pop Festival werd verzorgd door Pink Floyd en Soft Machine. Het beeld van de opkomende zon en de nevel boven de velden zal voor altijd op Knaps netvlies blijven. Samen met vriendin Toos van der Sterre en Berry Visser, medeoprichter van Mojo, organiseerde hij het festival in 1970 aan de Rotterdamse Kralingse Plas, dat als ‘Kralingen’ een welhaast mythische status kreeg.

Holland Pop 1970

De grote acts van die jaren
Met een line-up van Jefferson Airplane, Santana, The Flock, Canned Heat, The Byrds, Dr. John the Night Tripper, Country Joe and the Fish, T. Rex, Al Stewart, Mungo Jerry, Fairport Convention, Caravan, Soft Machine en Pink Floyd waren zo’n beetje alle grote acts van die jaren vertegenwoordigd. Van Nederlandse kant stonden Supersister met Robert Jan Stips en CCC Inc. met Ernst Jansz, Oscar Benton, Ekseption en Focus met Jan Akkerman en Thijs van Leer geprogrammeerd, op het bijpodium, dat wel.

We komen bijna alles – voorspel, uitvoering en nasleep – over het festival te weten. Dat het zijn oorsprong vond in de viering van 25 jaar bevrijding en de stad Rotterdam, dat wel een culturele impuls kon gebruiken. We zien beelden van het bombardement, de wederopbouw, de Lijnbaan. De jaren zestig die in Nederland pas aan het eind van dat decennium begonnen: het protest tegen de Vietnamoorlog, dat demonstranten voor de rechter volhielden ‘Johnson Molenaar’ te hebben geroepen, in plaats van het bevriende staatshoofd voor Moordenaar te hebben uitgemaakt. De opkomst van de vrouwenemancipatie, gehuwde vrouwen die pas vanaf 1965 mochten werken, de bevrijdende seksuele revolutie, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, die op het festival een consultatiebureau hield waar ze gratis voorbehoedsmiddelen uitdeelde.

De jeugd regeert de jeugd
‘Kralingen’ kan worden gezien als het Europese antwoord op Woodstock. Een mijlpaal in de Europese muziekgeschiedenis, als eerste grootschalige evenement waar bezoekers ook op het festivalterrein konden overnachten. De schattingen over het aantal toeschouwers lopen uiteen. Het zou zomaar kunnen dat in die drie dagen zo’n 100.000 mensen naar het Kralingse Bos kwamen, waarvan pakweg de helft, ondanks de schappelijke toegangsprijs van 35 gulden, door opengeknipte hekken gratis naar binnen kwam. Ze beleefden volop de sfeer van ‘peace, love and happiness’. Dat levert soms een aardig inkijkje in de tijdgeest, toen.

De politiefunctionarissen die in de film benadrukken dat ze opdracht hadden de goede sfeer te bewaren en niet optraden tegen het vrije gebruik van drugs: “Hoor even, wie op het terrein is doet maar waar hij zin in heeft. Zolang niemand bedreigd wordt, zolang er geen last wordt bezorgd, is iedereen vrij. De jeugd moet door de jeugd geregeerd worden.”

De Rotterdamse burgemeester Thomassen was tevreden over het verloop. Bij zijn weten waren er geen calamiteiten, en zijn zoon kon helaas niet gaan omdat hij op zeilkamp moest. Zijn dochter is wel geweest, maar ‘de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zij vannacht in haar eigen bed heeft geslapen’.

Holland Pop 1970

We krijgen te horen dat er per dag 50.000 maaltijden en 10.000 koppen soep werden verstrekt. Om precies te zijn kwamen 578 mensen naar het veldhospitaal, waarvan 205 meisjes en 273 jongens, vooral voor buikklachten, uitdroging, iets te veel drugs gebruikt, maar geen doden. De risico’s die de organisatoren namen met het vastleggen van groepen als Canned Heat zonder dat daar financiële dekking voor was. De omstreden sponsoring met het kapitalistische Coca Cola wordt uitvoerig belicht. En niet te vergeten de kater voor de organisatoren die een lange nasleep hadden met een verlies van ruim 700.000 gulden, waardoor ze failliet gingen.

Heel veel details
Er komt een stoet aan toen en soms nu nog bekende Nederlanders aan het woord die het festival in perspectief zetten. Voormalig Sociaal en Cultureel Planbureau-directeur Paul Schnabel legt uit dat eind jaren zestig de welvaart in Nederland pas goed op gang kwam. Hedy d’Ancona belicht de vrouwenemancipatie en fotograaf Vincent Mentzel werd bekend door het festival (en maakte de foto’s in deze bespreking). De Duitse filmer Hans Jürgen Pohland vertelt hoe het er aan toeging bij de opnamen van Stamping Ground en over de director’s cut die hij samen met George Sluizer maakte en bij het 50-jarig bestaan, vier jaar terug, opnieuw werd uitgebracht.

Toch overheerst bij de meesten het gevoel dat de ‘revolutie’ van de jaren 60/70 niet de blijvende positieve ontwikkeling gebracht heeft die er van verwacht werd. Robert Jan Stips, nog immer actief in onder andere The Nits, geeft er voor zichzelf nog een positieve draai aan. In 1970 geloofde hij nog dat de alternatieve popcultuur de wereld voorgoed zou veranderen, maar het kwam er niet van, en tegenwoordig is hij best tevreden met zijn rol in de alternatieve wereld.

Tegelijkertijd blijkt uit de opsomming hierboven dat regisseur Ferri Ronteltap zich verliest in een te grote aandacht voor het detail en zich beter had kunnen concentreren op een diepgaander verklaring voor de teloorgang van de jaren zeventig die juist in deze woelige ‘rechtse’ politieke tijden zo hoogst actueel is.

 

20 juni 2024

 

ALLE RECENSIES

Nick Broomfield over The Stones and Brian Jones

Nick Broomfield, regisseur The Stones and Brian Jones:
“Het einde van de romantische droom van de jaren zestig”

door Jochum de Graaf

Documentairemaker Nick Broomfield (Londen, 1948) kan bogen op een rijk oeuvre met een kleine veertig films sinds hij in 1971 met een geleende camera zijn eerste film Who Cares maakte. Hij werkt doorgaans met een minimale crew, een of twee camera’s, doet zelf het geluid. Broomfield ontwikkelde zijn eigen filmstijl, ‘direct cinema’, wat je docudrama zou kunnen noemen, waarbij hij niet-acteurs hun eigen rollen liet naspelen op basis van een scenario.

Broomfield maakte films over een seriemoordenaar, over Margaret Thatcher, over prostitutie, over Zuid-Afrika voor en na de apartheid en de nodige muziekdocu’s als Kurt & Courtney, Whitney Houston’s Can I Be Me, (de moord op) Biggie & Tupac, Marianne & Leonard: Words of Love. Op het In-Edit Festival beleefde The Stones and Brian Jones de Nederlandse première.

Nick Broomfield

Nick Broomfield

Aan het begin van de film vertelt Nick Broomfield dat hij als veertienjarige scholier Brian Jones in de trein ontmoette. “Een aardige gast met wie ik aan de praat raakte. Hij was treinspotter, het was 1963. Ik herinner me ook natuurlijk de dag hoe geschokt ik was, toen ik hoorde van zijn tragische dood, zes jaar later.”

Losbandig leven
“Ik had in 2019 de film Marianne & Leonard: Words of Love gemaakt. Vervolgens een film over mijn vader, die fotograaf was, Me and my Father. Als je jong bent, kun je dit soort films niet maken, naarmate ik ouder word heb ik meer de neiging om terug te kijken op belangrijke episodes in mijn leven. Ik wilde deze film maken omdat die ging over de sixties, dat opwindende tijdperk dat ik intensief beleefd heb. Brian Jones is de verpersoonlijking daarvan. Hij was een rebel, leidde een losbandig leven. Hij rebelleerde tegen alles wat autoriteit was, zijn ouders voorop.”

Het is een universeel, bijna bijbels verhaal. Brian werd verstoten door zijn familie, aanbeden door een grote schare fans. Hij was in het begin de meest populaire Rolling Stone, ontving met afstand de meeste fanmail, was vooral geliefd onder vrouwelijke fans. Hij verzon de bandnaam naar een nummer van Muddy Waters. Brian was als muzikant zeer invloedrijk, hij stond aan de wieg van wat de grootste rock-‘n-rollband ter wereld zou worden.

The Stones waren de eerste grote rocksterren. Brian was die eerste jaren erg belangrijk, maar moest het in een muzikaal conflict afleggen tegen Mick Jagger en Keith Richards. Hij was ook niet bestand tegen de enorme roem die op hem afkwam. Hij leidde een zeer losbandig leven, raakte fiks aan de drank en drugs, vereenzaamde ook, kwam niet opdagen bij concerten en werd uit de band gezet. Kort daarna, in juli ’69, stierf hij een tragische dood, verdronken in zijn zwembad.

Je vertelt zijn levensverhaal vooral aan de hand van de vele liefdes in zijn leven, de vrouwen met wie hij meestal een kortstondige relatie had en bij wie hij minimaal vijf kinderen verwekte.

“Het waren er misschien wel zes of nog meer. Linda Lawrence, zijn eerste vriendin, zegt: ‘Wij waren de liefdesgeneratie’. Dan had hij weer een nieuwe vlam, ze kregen een onstuimige verhouding, trok bij haar en haar ouders in, maakte haar zwanger en verbrak dan de relatie om met een andere liefde weer van voren af aan te beginnen. Hij was een zeer goede minnaar. Al die vrouwen die ik sprak, zeiden dat hij geweldig de liefde kon bedrijven, de beste sekservaring ooit. Dawn Molly, moeder van zijn vijfde kind, vertelt in de film dat hij haar bevrijdde van haar katholieke schaamtegevoel voor haar lichaam: ‘Hij zorgde ervoor dat ik me geliefd en speciaal voelde’. En het waren niet de minsten: Marianne Faithfull, Anita Pallenberg, model en actrice, absolute sekssymbolen in die tijd. Marianne Faithfull was ook de vriendin van Mick Jagger. Anita Pallenberg legde het aan met Keith Richards en gaf Brian daarmee een koekje van eigen deeg.”

“Ik koos ervoor ze allemaal buiten beeld te houden; hoe ze er nu uitzien, die oude verlopen koppen leidden toch maar af van wat ze te vertellen hebben over toen. Ik wilde de film in de sixties houden. Ik heb maar een enkeling opnieuw gefilmd: Bill Wyman zie je zoals hij er nu uitziet. Ze waren goede vrienden. Bill stond aan Brians kant in het conflict met Mick en Keith, maar besloot uiteindelijk toch in de band te blijven. Bill geeft aan hoe belangrijk Brian was als arrangeur, hoe hij slide gitaar speelde en als eerste de sitar introduceerde, voor The Beatles.”

The Stones and Brian Jones

The Stones and Brian Jones

Je hebt Mick Jagger en Keith Richards niet opnieuw geïnterviewd.

“Nee, dat leek me niet nodig, maar dat is wel wat iedereen vroeg. Ik ken Mick wel persoonlijk, maar ik had er helemaal geen zin in. Als ik de film bij een van de streamingsdiensten had aangeboden, hadden ze zijn medewerking waarschijnlijk wel als voorwaarde gesteld. Ze willen altijd totale controle over de film en eisen dan dat je afspraken maakt met al die personen die je interviewt, ze willen absoluut geen gedonder. Netflix en dat soort willen worden gevrijwaard van alle mogelijke claims. Ik prijs me gelukkig dat ik altijd met Britse opdrachtgevers als BBC en Channel 4 heb kunnen werken. Die zijn goed kritisch op je scenario, maar laten je als je eenmaal goedkeuring voor het budget hebt, vrij in de uitvoering.”

“Er zijn honderden, zo niet duizenden opnamen van de Stones die ze zelf niet eens gezien hebben, waar je uit kunt putten. De scène dat Brian, ik meen ergens in ’67, eerst geïnterviewd wordt en het antwoord schuldig moet blijven – terwijl Mick en Keith vol flair vertellen over de mooie nieuwe nummers die ze maken en Brian bedremmeld achterlatend – zit er natuurlijk wel in. Dat was een omslag voor de Stones.”

Ondergang
“Kijk, bij The Beatles had je Brian Epstein als manager, die altijd de lieve vrede wilde bewaren wanneer ze bij elkaar waren. Bij The Stones kwam het tot een conflict dat min of meer publiekelijk werd uitgevochten. Brians hart lag bij jazz, blues en zwarte muziek. Andrew Loog Oldham, de manager die The Stones tot grote hoogte bracht, wilde dat The Stones meer populaire rocknummers maakten en koos keihard voor Mick en Keith die daaraan voldeden. Loog Oldham had eigenlijk de pest aan Brian en dat leidde mede zijn ondergang in. Hij maakte zich meer en meer schuldig aan uitspattingen met drank en drugs, was volgens Mick en Keith niet meer te handhaven en werd uit de band gezet.”

Je gaf de film het motto van biograaf Stanley Booth: ‘Brian was a casualty of the war between two generations’.

“Brian had een zacht middle class accent toen ik hem sprak in die trein destijds. Hij was van goede komaf, zijn beide ouders waren zeer muzikaal, zijn moeder was een concertpianiste. Maar ze waren ook zeer conservatief, hielden strak vast aan de naoorlogse waarden en normen. Brian was al vroeg opstandig, zeer intelligent, maar maakte zijn school niet af. Had allerlei baantjes, liftte met weinig geld door Scandinavië, zat in allerlei bandjes. Zijn ouders konden maar niet geloven dat hun zoon niet gewoon een decent job zocht. Brian was zelden thuis, nam geen deel aan het gezinsleven, ze hadden stevige conflicten. Op z’n zestiende werd hij het huis uit gezet, toen hij 20 was had hij al drie relaties achter de rug en drie kinderen verwekt.”

“Die ouders hadden helemaal niets met het ruige rock-‘n-rollleven dat hun zoon leidde. Brians vader haatte zwarte muziek. Ze lazen de tabloids natuurlijk niet maar kregen tot hun afgrijzen genoeg te horen van alle seks-, drugs- en rock-‘n-rollschandalen waar hun zoon bij betrokken was. Ze waren wel op zijn begrafenis, diep geschokt en rouwend. De dominee hield een preek waarin hij Brian beschreef als iemand met weinig ontzag voor autoriteit, conventie en traditie. Hij was zoals zovelen in die tijd een vertegenwoordiger van de generatie die in The Rolling Stones het levensgevoel van die tijd zag.”

“Veertig jaar na Brians dood werd bij Linda Lawrence, Brians eerste grote liefde, op zolder een brief van zijn vader gevonden, waarin hij schrijft dat ze ongelukkige tijden hebben beleefd samen, dat hij in veel opzichten een zeer matige en intolerante vader was. ‘Je groeide zoveel anders op dan ik verwachtte. Ik kan me niet voorstellen dat je me ooit zult vergeven maar ik hoop dat je een beetje de genegenheid die je ooit voor me had op kunt brengen’.”

Gimme Shelter

Gimme Shelter

In de film wordt gesteld dat de dood van Brian Jones het eind van de sixties was. Gimme Shelter – de film over het concert van The Rolling Stones in Altamont, 1970, dat volkomen uit de hand liep met de moord van Hells Angels op een zwarte fan en die nu weer in geremasterde versie in de bioscoop te zien is – wordt anders ook altijd aangemerkt als het einde van het flowerpower-optimisme.

“Tja, Brian was de eerste rockster die aan drugs en alcohol ten onder ging in die tijd. Hij was het eerste lid van de Club van 27, de rocksterren die op die leeftijd dood gingen: Janis Joplin, Jimi Hendrix, Jim Morrison. Het was het eind van een tijdperk, dat positieve levensgevoel dat het goed zou komen met de wereld. Je voelde toen dat er grote veranderingen aan zaten te komen.”

Gimme Shelter, dat was een jaar later toch? Mijn vrouw was bij de opnamen betrokken: de verhalen over de Hells Angels backstage, de gewelddadigheid van die gasten, de enorme hoeveelheden drank en drugs die daar rondgingen. Op een gegeven moment zat er acid in de koffie. Het was een complete nachtmerrie. Dus ja, Gimme Shelter was voor Amerika het eind van de lieflijke jaren zestig. De euforie van Woodstock was in Altamont wel voorgoed voorbij. Maar voor ons in Groot-Brittannië was dat het herdenkingsconcert van The Stones in Hyde Park, 5 juli 1969, het was een soort massale begrafenis. Dat was het einde van de romantische droom van de jaren zestig.”

The Stones and Brian Jones draait vanaf 25 april in de bioscoop.

 

24 april 2024

 

 

MEER INTERVIEWS

Back to Black

****
recensie Back to Black
Grote ellende blijft buiten beeld

door Jochum de Graaf

Grote vraag bij Back to Black, Sam Taylor-Johnsons speelfilm over Amy Winehouse, is of die zich kan meten met de Oscar winnende documentaire Amy (2015) van Asif Kapadia. En komt hoofdrolspeelster Marisa Abela in de buurt van de echte Amy?

Taylor-Johnson was een persoonlijke vriendin van Amy Winehouse en maakte met Nowhere Boy (2009) een film over muzieklegende John Lennon en met A Million Little Pieces (2019) een film over verslaving. Geknipt voor een biopic over Amy Winehouse zou je zeggen.

In de Britse pers is Back to Black afgebrand. De film zou niet laten zien wat voor bijzondere artiest Amy was en de duistere kanten van haar leven matig in beeld brengen. Tyler James, naar eigen zeggen haar beste vriend, stelde in The Sun dat Amy zelf woedend zou zijn geweest over de film. ‘Ze had veel beter verdiend’.

Back to Black

Jeugd
Inderdaad, Amy’s getroebleerde jeugd (met vader Mitch die er een langdurige buitenechtelijke verhouding op nahield en op Amy’s negende het huis verliet, de leeftijd waarop ze voor het eerst aan zelfmutilatie deed), de boulimia op wat latere leeftijd, haar bipolaire stoornis en de zware drank- en drugsverslaving worden weinig expliciet in beeld gebracht. Net als de zich aankondigende ondergang, de dronken optredens en dat ontluisterende concert in Belgrado een kleine maand voor haar dood juli 2011.

Daarin zal zeker meegespeeld hebben dat de erven van Amy, haar naaste familie, hun medewerking aan de film hebben verleend. Mitch Winehouse (Eddie Marsan), in Amy  afgeschilderd als nogal proleterige patser die van zijn dochters roem trachtte te profiteren, komt in Back to Black naar voren als de liefhebbende vader die zijn dochter weliswaar niet vaak zag, maar op cruciale momenten haar in zijn taxi naar belangrijke concerten of onderhandelingen met platenmaatschappijen bracht en haar beschermde tegen de almaar toenemende paparazzi.

Grote liefde
Maar een speelfilm hoeft zich natuurlijk niet aan de keiharde letterlijke waarheid te houden. Back to Black concentreert zich op het hartstochtelijk meeslepende en tegelijkertijd ontluisterende verhaal tussen Amy en haar grote liefde Blake Fielder-Civil. Jack O’Connell maakt een gelaagd portret van de man die haar weliswaar aan de heroïne bracht, maar haar ook op eigenzinnige wijze inspireerde. Ze hadden een onstuimige knipperlichtrelatie, zetten na iedere goedmaking een bijzondere nieuwe tattoo, trouwden zonder dat de familie op de hoogte was hals over kop in Miami en scheidden na twee jaar. Blake keerde terug naar zijn oude liefde, Amy wilde opnieuw trouwen, maar uiteindelijk was het niet meer te redden. Amy was larger than life geworden, onbereikbaar voor Blake en betaalde de tol van de roem met haar vroegtijdige dood.

Back to Black

Er is die mooie scène waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten in de The Good Mixer-pub in Camden Town, de plek van de Britpop in de jaren 90 met bands als Blur. Blake is zijn gokwinst bij de paardenraces aan het verbrassen, Amy valt bij binnenkomst als een blok voor hem, daagt hem uit voor een spelletje pool, terwijl hij veinst haar niet te kennen als de grote opkomende ster in die tijd. Hij troeft haar af in muzikale kennis door Shangri-Las’ Leader of the Pack in de jukebox op te zetten en extravagant het nummer te playbacken.

Muzikale ontwikkeling
Een ander interessant spoor van de film is Amy’s muzikale ontwikkeling tot superster. Op haar 18e tekent ze een contract bij 19 Entertainment, de muziekstal van Simon Fuller die de meiden van The Spice Girls bij elkaar zet en later binnenloopt met het concept voor Idols. Het zijn de tijden van de girlpower, maar  Amy is wars van dit in haar ogen pseudofeminisme en zet zich af tegen de in haar ogen al te commerciële aanpak. Ze is meer jazz en soul dan rock-‘n-roll, kiest haar eigen weg en groeit tot ongekende hoogte.

We zijn getuige van de ontmoeting met sterproducer Mark Ronson, wat leidde tot het iconische album Back to Black, een van de best verkochte albums ooit. Ze heeft dan al het kenmerkende suikerspinkapsel, geïnspireerd door de Shangri-Las, en krijgt in 2008 vijf Grammy Awards die haar via de satelliet worden uitgereikt tijdens een concert in Londen, omdat ze vanwege alle drugsschandalen de VS niet in mag.

Gaandeweg groeit Marisa Abela in haar rol en ga je meer en meer geloven in haar gloedvolle maar ook tedere vertolking van de onstuimige opkomst en de tragische neergang van Amy Winehouse. Geweldig is ook de door haar gezongen veelzeggende titels als What Is It About Men, Stronger Than Me, Love Is A Losing Game en Tears Dry on Their Own van Amy zelf, het ook al zo toepasselijke All of Me door Billie Holiday en als toegift het door Nick Cave en Warren Ellis speciaal voor de film geschreven nieuwe nummer Song for Amy.

 

15 april 2024

 

ALLE RECENSIES