Magnificent Seven, The

***

recensie The Magnificent Seven

Seven Samurai als multiculturele western 

door Alfred Bos

De moderne bewerking van Akira Kurosawa’s meesterwerk Seven Samurai is in alle opzichten een klassieke western, op één na. Hij introduceert een nieuwe variant, de multiculturele western.

Is de western terug van nooit helemaal weggeweest? Dit najaar valt er voor de liefhebber genoeg te halen: de opgepoetste heruitgave van een genre-hoogtepunt (Once Upon A Time in the West), de eerste Nederlandse western, een internationale productie met een internationale rolbezetting (Martin Koolhovens Brimstone), een eigentijdse western die cinefielen in verrukking brengt (Hell or High Water) en dan is er, om de hete herfst af te trappen, een eigentijdse versie van een onvervalste klassieker, The Magnificient Seven.

The Magnificent Seven

Het origineel verscheen in 1960, toen het genre qua populariteit piekte. Een op de drie series die de Amerikaanse televisie vertoonde was een western en er hing routine in de lucht. John Sturges’ The Magnificent Seven bracht iets nieuws naar het genre van het vrijgevochten individu en de onbegrepen buitenstaander: teamgeest.

In zijn tot western geadapteerde interpretatie van Kurosawa’s meesterwerk Seven Samurai (die zijn bewondering voor westernregisseur John Ford goot in een samoeraifilm) brengt Sturges zeven loners samen om voor weinig meer dan de eer een boerengemeenschap, Mexicanen nota bene, te verlossen van parasiterende bandieten. Als de stof is opgetrokken staan er slechts drie helden overeind, maar de boeven zijn verpletterd. En de boeren ploegen voort. De gemeenschap is de winnaar.

Multiculti-team
Antoine Fuqua, regisseur van actiethrillers als Olympus Has Fallen, Brooklyn’s Finest en King Arthur, bewerkt respectvol Kurosawa’s origineel – befaamd als de moeder aller actiefilms – en plaatst de handeling in Rose Creek, een pioniersdorpje in een afgelegen vallei. Mijnindustrieel Bartholomew Bogue (Peter Sarsgaard) dwingt de bewoners met harde hand om hun grond voor een appel en een ei te verkopen. Zeven buitenstaanders, bijeen gebracht door de rondreizende pistoolheld Chisolm (Denzel Washington), brengen redding.

Er is meer dan een halve eeuw verstreken sinds de eerste Hollywood-versie van Seven Samurai in de bioscoop verscheen en dat terug te zien in de samenstelling van het team. Het is multicultureel: een Afro-Amerikaan (Washington), een Ier (Chris Pratt), een Zuiderling (Ethan Hawke), een Mexicaan (Manuel Garcia-Rulfo), een mountain man (Vincent D’Onofrio), een Aziaat (Byung-hun Lee) en een indiaan (Martin Sensmeier). De laatste vervult de rol van de buitenstaander binnen de buitenstaanders die Toshirô Mifumes boerenzoon tussen de samoerai van Kurosawa innam.

The Magnificent Seven

Overbodig wraakmotief
Fuqua blijft dicht bij Kurosawa’s plot, met aardige variaties. De overval op het kamp van de tegenstander vervangt hij door een bliksembezoek aan een van Bogues mijnen, waarbij een partij dynamiet wordt geroofd. Die zal een prominente rol spelen in de verdediging van het dorp, wanneer de schurken, inclusief Gattling gun, zich melden voor de afrekening. Een kleffe romance tussen een der helden en de stoerste dame van het dorp blijft de kijker godlof bespaard en de adrenaline vretende slotacte – met veel vaart en zonder speciale effecten gefilmd – is klassiek westernvermaak, met een toefje Rio Bravo als garnering. Over de aftiteling citeert de soundtrack Elmer Bernsteins themamuziek voor de Sturgess-film.

Wanneer de pistolen zwijgen zijn vier helden gesneefd. Het is de 21ste eeuw en blanken niet langer de gevierde held van de regenboogcoalitie. De overlevers zijn: de Afro-Amerikaan, de Mexicaan en de indiaan—het is een nieuwe wereld. Het slot is een regelrechte hommage aan Kurosawa en benadrukt dat in tijden van nood het individu zicht opoffert voor de gemeenschap. Maar toch niet helemaal, want Fuqua heeft geheel onnodig en totaal overbodig het meest cliché der clichés, het wraakmotief, in het script gewurmd. Dat kost een ster.

En dan nog dit. In zijn klassiek geworden studie over de western, Six Guns and Society, betoogt socioloog Will Wright dat de ontwikkeling van de Amerikaanse samenleving zich laat aflezen aan de western. Het genre verdween na de peperdure flop Heaven’s Gate (1978) goeddeels uit de bioscoop, maar is dit najaar prominent aanwezig. De absentie valt samen met de hoogtijdagen van het neoconservatisme, geïnitieerd door Ronald Reagan. Als Wrights theorie nog steeds staat, signaleert deze nieuwe versie van The Magnificent Seven het einde van de bestaande orde. Op 9 november zal Amerika het weten.
 

20 september 2016

 
MEER RECENSIES