Tour de France

***

recensie Tour de France

Een volkslied kun je rappen

door Cor Oliemeulen

Een rapper die na een moordaanslag Parijs moet ontvluchten komt terecht bij een sikkeneurige bouwvakker. Twee grotere tegenpolen zijn er nauwelijks, maar er ontstaat een band tijdens een tocht door Frankrijk. In het degelijke Tour de France komen twee werelden samen.

Van doodsbedreigingen op social media kijkt tegenwoordig nauwelijks nog iemand op, de daad bij het woord voegen is serious shit. Een battle tussen de rivaliserende rappers Spynx en Far’Hook leidt tot een mislukte aanslag met een geweer, waarna laatstgenoemde zijn toevlucht zoekt tot Bilal, zijn producer, op het platteland. Daar aangekomen blijkt die niet thuis, want zijn vriendin staat op het punt van bevallen. Na het nodige aandringen opent Bilals vader Serge de deur. Sinds zijn zoon Mathieu zich bekeerde tot de islam en zijn naam veranderde in Bilal heeft Serge het helemaal niet meer op mensen met een andere afkomst. Laat staan op rappers.

Tour de France

Etnisch profileren
Serge (Gérard Depardieu) kan wel een chauffeur voor zijn oude truck gebruiken en neemt Far’Hook (Sadek) mee op reis langs een aantal Franse havens. Sinds de dood van zijn vrouw treedt Serge in de voetsporen van de achttiende-eeuwse schilder Joseph Vernet en probeert hij diens havengezichten op het doek te reproduceren. De kost verdienen doet hij met wat timmerwerk en onderwijl leert hij Far’Hook hoe je met je handen werkt. Het duurt een halve film voordat er een greintje van wederzijds respect ontstaat.

Serge vindt zich geen racist, maar is wel anti-islam en voelt zich een minderheid in zijn eigen land. Hij vindt rappers dom, want hun teksten reiken volgens hem niet verder dan ‘Zuig mijn lul, beng beng’, ‘ik neuk jou want jij neukt mijn moeder’ en ‘ik ben de koning van de buurt.’ Maar als hij Far’Hook een heus opinieblad ziet lezen en deze een gedicht van Arthur Rimbaud citeert, gaan Serge’s vooroordelen langzaam overboord. Tegen de tijd dat Far’Hook door de politie wordt onderworpen aan een pittig potje etnisch profileren, neemt Serge het voor hem op, gaat met de agenten op de vuist en belandt het duo tijdelijk in de cel. En als Bilal later een dochtertje met de ‘Arabische’ naam Noura heeft gekregen, lijkt Serge’s aanvankelijke aversie als sneeuw voor de zon verdwenen.

Tour de France

Xenofoob versus moderne burger
In Tour de France komen de werelden van de oudere xenofobische autochtoon en de jonge rapper als exponent van de moderne tijd geloofwaardig samen. Dat komt door de goede interactie tussen de twee acteurs, waarvan we de sympathieke rapper Sadek ongetwijfeld vaker zullen terugzien. In pas zijn tweede speelfilm kreeg regisseur Rachid Djaïdani bovendien de beschikking over één van de grootste Franse acteurs van de laatste veertig jaar, Gérard Depardieu. Als geen ander weet hij een dergelijke onbehouwen knorrepot gestalte te geven en uiteindelijk te laten inzien dat de tijden zijn veranderd, of hij nu wil of niet. Serge’s gestage metamorfose leidt tot de grappigste scène van de film als hij ‘La Marseillaise’ begint te rappen. Maar ach, rappen in het Frans, je moet ervan houden…

Hoewel het subplot – rapper staat andere rapper naar het leven – ondergeschikt is aan de onwaarschijnlijke vriendschap tussen de twee tegenpolen, had dat veel beter uitgewerkt kunnen worden. Het is vooral Depardieu’s verdienste en uitstraling dat het werkelijke verhaal van Tour de France nergens sentimenteel en overtrokken wordt. Een solide film, maar bijzonder verrassend en opwindend is het allemaal ook weer niet.
 

14 januari 2017

 
MEER RECENSIES