Relatiesores 2: grimmige scheidingen

Relatiesores 2: grimmige scheidingen

door Bob van der Sterre

Divorzio all’Italiana ♦ Violette & François ♦ Jahrgang 1945

 

Hoewel veel films eindigen met het feit dat twee elkaar vinden, zijn er ook een paar mooie films over scheidingen. De ene scheiding is nog lawaaiiger dan de ander. Tweede Camera Obscura over relatiesores.

In Divorzio all’Italiana (1961) bekleedt baron Celafù een vooraanstaande positie in het Siciliaanse stadje Agrimento. Hij is helemaal klaar met Rosalia, zijn vrouw. Ze irriteert hem zo mateloos met haar monobrow, minisnorretje en giecheltje. Bovendien heeft hij een nicht… eentje om door een ringetje te halen. Ze ziet hem ook als reddende engel in een strijd tegen haar dominante vader.

Scheiden op zijn Italiaans
Hij fantaseert geregeld hoe Rosalia aan haar einde komt. Tot hij besluit dat hij dat maar echt moet doen, ’scheiden op zijn Italiaans’. Om eerwraak uit te lokken, haalt hij een oude liefde van Rosalia van stal, die een ruimte in het gebouw gaat schilderen.

Het werkt. De twee worden snel close. Hun ontmoetingen neemt hij stiekem op. Hij is klaar voor het slotakkoord.

Regisseur Pietro Germi is voor velen geen grote bekende uit het gouden Italiaanse filmtijdperk maar hij heeft hier een puntgave komedie afgeleverd. Allereerst Mastroianni die met eenvoudige middelen (hooghartige blik, tic, snobistische uitstraling, sigarettenpijpje) een uitgeblust karakter neerzet. De bijrollen zijn ook erg goed: Daniele Rocca, Leopoldo Trieste, Stefania Sandrelli.

En dat is niet alles. De film heeft een prima tempo en dat komt door de montage, de muziek, de variatie in camerabewegingen en het maximale acteereffect. Als bonus krijg je daar het spottende, lieve portret van Sicilië bij.

Die montage doet de helft van het werk, een zacht uitgesponnen geestigheid. Hoe Ferdinando ‘Fefe’ Celafù zich in de bosjes laat gaan; de teruggespoelde flirt tussen Rosalia en Carmelo; hoe hij als ‘besmet voorwerp’ door het stadje loopt; hoe hij de speech van zijn advocaat visualiseert en zijn pistool daarin een rol laat spelen; de onvergetelijke scène op het strand met haar uit het zand stekende hoofd.

Franse tijdreis met Isabelle Adjani
Maar niet alleen in Italië wordt gescheiden. In Frankrijk ook. En dat gaat op zijn Frans in Violette & François (1977), met Isabelle Adjani en Jacques Dutronc.

Twee mensen proberen de crisis van hun tijd te overleven. Gek en vrolijk stel, aldoor grappen makend. Maar François is wel erg makkelijk met spullen, vooral met die niet van hem zijn. Het helpt ook niet dat hij van zijn vader (Serge Reggiani) hoort dat hij zijn biologische vader niet is geweest.

Violette heeft het niet makkelijk met François en François heeft het niet makkelijk met Violette die het niet zo makkelijk met hem heeft. ‘Waar was je deze middag?’ ‘Kan ik niet zeggen.’ ‘Waarom niet?’ ‘Weet ik niet.’ ‘Kan niet, weet niet, moet ik dat mijn hele leven blijven horen?’

Ze wil zijn kleptomanie leren begrijpen. Ze gaat meedoen. Een warenhuis verandert opeens in een diefstalwalhalla. Het gaat wel erg makkelijk. De leerling wil dan zoals zo vaak meer dan de meester. Neemt te veel risico. En dan gaat de relatie ook bergafwaarts.

De film lijkt er geen gras over te willen groeien, geen scène duurt langer dan een paar minuten. Na een half uur heb je al een hele film gezien. Dan is het nog een uur! Wat een traktatie! Jacques Rouffio (regisseur van de onderschatte satire Le Sucre) moet met het tweetal flink hebben rondgesjouwd door Parijs.

Een bonus is de tijdreis naar 1977. Supermarkten, warenhuizen, auto’s, cafés, straten. De jaren zeventig feestjes waren gewoon veel beter. Wijn drinken, kletsen en muziek luisteren, zonder dat iemand op zijn mobieltje aan het staren was. Concentratie die langer aanhield dan een seconde!

Eerlijke en spontane film maar een nadeel is wel dat de film meer bestaat uit losse sketches dan uit een echt verhaal. Bonus is dan wel de aanwezigheid van Isabelle Adjani, bij wie echt alles goed staat, al draagt ze de grootste zonnebril van de planeet.

Mensenschetsen in chagrijnig DDR
‘La Dolce Vita’ is het ook niet meer tussen Alfred (Al) en Lisa (Li), beide geboren in 1945 in de film Jahrgang ‘45. Maar geen wonder: ze wonen in het chagrijnige land de DDR. Hij is een monteur met vakantie (‘die nietsnut van boven’) en zij verloskundige.

Alfred vertelt nonchalant tijdens een metrorit dat hij op zichzelf gaat wonen. Vervolgens leest bijna iedereen hem de les, zijn vrienden, zijn moeder. Zelfs zijn vakbond.

Een soort arthouse avant la lettre, vol speelse mensenschetsen. Zij ligt op bed, hij nodigt haar uit om samen film te kijken, ze draait zich om. Hij rookt een sigaartje en verveelt zich. Met twee vrienden op de trappen van het Museuminsel observeert hij toeristen.

Was deze film in 1965 in West-Duitsland gemaakt, dan had geen hond hem gezien, maar dit is een film over Oost-Duitsers. Je ziet DDR-straten, DDR-metro’s, DDR-supermarkten, DDR-winkels, DDR-auto’s, DDR-huiskamers, DDR-motorjeugd, DDR-feestjes, DDR-pudding, ga zo maar door. Maar ook in de DDR had je liefde. Je ziet hier twee mensen die net zo’n herkenbaar relatiedrama beleven als ieder ander.

Jürgen Böttcher was documentairemaker (eigenlijk schilder, maar daar viel helemaal geen eer aan te behalen). Je ziet die ervaringen terug in zijn enige speelfilm. Politiek komt er niet in voor maar toch was ook deze onschuldige waarheid al veel te veel voor de DDR-bureaucraten. ‘Zo zijn onze mensen niet!’ In 1990 werd op het Berlijnse filmfestival voor het eerst een werkkopie van deze film vertoond. En nu geldt de film als een buitenkansje om het leven in de DDR ‘te ervaren’.

Als de communisten daadwerkelijk wat intelligentie hadden gehad, hadden ze dit verhaal kunnen gebruiken als propaganda hoe mensen in de DDR tenminste nog rust in hun levens hadden. Waar genieten mensen nog zo van het draaien van een plaat? Waar ter wereld wil je werkgever rustig praten over je privéleven? Hangen in een park? Zelf een beetje muziek improviseren? Het kan allemaal. De meisjes zijn ook nog eens mooier! Slow leven voor het een hype was.

Böttcher, jaren later in een interview: ‘Wij filmden die straatscenes heimelijk vanuit een bouwkeet, vandaar ook dat er bij die scène geen geluid is. Het is voor mij een erg dierbare passage want het geeft heel sterk het opgesloten gevoel in de DDR weer.’

Het was dus niet alleen een scheiding tussen mensen in deze film, maar ook tussen kunstenaar en staat. En dat zijn de grimmigste scheidingen.

 

6 december 2016

 

violette-francois

 

Alle Camera Obscura