White Plastic Sky

****
recensie White Plastic Sky
Een vermo(l)mde dystopie

door Ralph Evers

Hoewel deze film zich op de keper beschouwd laat ontvouwen als een dystopische verhandeling, zitten er genoeg losse einden in om tot een heel andere beschouwing te komen. 

Ga er even voor zitten. Oh nee, je zit natuurlijk al, in de bioscoopstoel. Maak het jezelf gemakkelijk, niet dat de film je erg uit je comfortzone zal halen, maar meer omdat hetgeen je gaat zien, wel, grote kans dat je onder de indruk zult zijn. Deze Hongaren hebben iets unieks gemaakt met animatietechnieken. Een animatiefilm waarvan je af en toe vergeet dat het een animatiefilm is. En dan niet zoals The Congress die half animatie, half ‘echte’ film is, maar gewoon, omdat het zo’n lekker symmetrisch passend verhaal is.

White Plastic Sky

Symmetrie
White Plastic Sky (originele titel: Müanyag Égbolt) speelt zich grotendeels af in Boedapest in het jaar 2123. Al het leven op aarde is al een aantal jaren, decennia, daarvoor verwoest en ternauwernood kon een deel van de bevolking gered worden onder de beschermende koepel die over Boedapest gebouwd is. Hoe die samenleving functioneert, krijgen we niet uitgelegd, maar in de visuele details wordt al het nodige zicht- en denkbaar. De symmetrische stad, met haar strakke straten en punctuele ritme, doen denken aan de natte droom van elke autocraat. Ook leeft een ieder 50 jaar, waarna diegene afgevoerd wordt om uiteindelijk als voedsel weer terug te komen in de stad. Buiten Boedapest is een biodome waar men mensen laat transformeren tot bomen. Ja, op je vijftigste krijg je het Zaad in je hart geïnjecteerd waarna je tot boom zult verworden. 

Het verhaal cirkelt rond de bewoners Stefan en Nora. Hij is een psychiater van 28 en zij voorheen de moeder van hun zoontje, nu 32, waardoor het opnieuw starten van een gezin lastig wordt. Ze besluit zich vrijwillig te laten injecteren met het Zaad, tot ontzetting van Stefan. Wat volgt is een odyssee waarin Stefan alles op alles probeert te zetten om de daad van zijn geliefde ongedaan te maken. Het leidt tot verrassende wendingen en mooi vormgegeven sfeerimpressies van een apocalyps. 

White Plastic Sky

Effectieve tekenstijl
De film past een effectieve tekenstijl, rotoscope genaamd, waarbij echte acteurs worden gebruikt. Zij worden als tekening gereanimeerd. Dit alles wordt gecombineerd met computer gecreëerde visualisaties van apocalyptische landschappen en echte materialen, ook wel liveaction genoemd. Het maakt de film, ondanks dat ze een animatiefilm is, zoals gezegd, echt.

Wie de film afzet tegen de geschapen werelden in dystopische romans als Zamyatins Wij, Huxleys Brave New World of Orwells 1984, zal de symmetrie herkennen, hetgeen refereert naar de in autocratisch ingerichte werelden eenvormige en herkenbare esthetiek. Zo ook de gebruikelijke aandacht in dergelijke verhalen voor de enkeling die zich begint te verzetten tegen de wetten van de huidige wereld(orde). Het siert de film dat ze het verhaal klein houdt, veel in het ongewisse laat en weinig nadruk op heroïek legt. De makers kiezen voor een interessantere benadering dan een louter protest tegen een totalitair systeem wat we dan als metafoor voor onze eigen wereld kunnen houden. Door juist te kiezen voor de menselijke benadering, wordt de film niet alleen invoelbaar, er ontstaat ook ruimte voor een veelvoud aan interpretaties. De kracht van dit verhaal zit ‘m juist in het klein houden van het vertelde.

 

2 november 2023

 

ALLE RECENSIES

All Our Fears

***
recensie All Our Fears
Regenboog over de velden

door Ralph Evers

All Our Fears (Wszystkie nasze stracy) neemt recente gebeurtenissen uit het conservatieve platteland van Polen als uitgangspunt voor het menselijke conflict gepaard gaande met verandering. 

O polach. Wie zich nog afvraagt waar Polen naar verwijst? Pole betekent veld, O polach: over de velden. Het belangrijkste decor waartegen dit op ware gebeurtenissen gebaseerde drama zich afspeelt. Het sterk conservatief katholieke karakter wat de binnenlanden van Polen kenmerkt, zoals wel meer typerendheden aanwezig zijn. De dubbelheid, de worsteling van de diepgelovige hoofdrolspeler, Daniel (Dawid Ogrodnik), die tegelijkertijd openlijk homoseksueel is, wat niet te verenigen lijkt in een leer die duizenden jaren oud is, nauwelijks aan de veranderende tijd is bijgesteld, beklonken is in eveneens eeuwenoude rituelen die de status quo telkenmale bekrachtigt. 

All Our Fears

Boerenopstand
De openingsshots, een sereen bosschage in de velden en het boerenbedrijf. Geschoten in het Poolse gehucht Puńsk, vlakbij de Litouwse grens, waar een boerenopstand op handen is, waarin Daniel met de 17-jarige Jagoda (Agata Labno), lesbienne, grapjes uithaalt, terwijl ze naar een religieus evenement rijden, waar ze beiden in beroering flauwvallen. Het is een van de vele voorbeelden waarin deze film de gelaagdheid van het conflict ‘niet-heteroseksueel en devoot gelovig’ wil tonen. Het gaat de makers niet om gemakkelijke kritiek, maar juist om de spanning tussen een binnen de context van de katholieke leer, zoals begrepen in grote delen van Polen, onverenigbare kwaliteiten van mens-zijn. 

Naast dit in beelden uiteen te zetten, zit bovenstaande ook intellectueel verweven in enkele dialogen. Nadat Jagoda na een zoveelste pesterijtje zichzelf verhangt, stelt Daniel voor dat het dorp een kruisdraging ondergaat. Om zichzelf aldus van de schuld te verlossen. Zoals te verwachten vangt hij vooral bot. Jagoda had immers zelfmoord gepleegd en wijkt daarmee af van de dood van de Messias; daarnaast speelt haar seksuele geaardheid een rol. De priester stelt aan Daniel dat de mens te allen tijde zondig is, we hebben namelijk allemaal weleens iemand uitgescholden. Dat Jagoda daar zo zwaar aan tilde dat ze zich verhangen heeft, zou daar los van staan. 

All Our Fears

Film als verlengstuk van journalistiek
Wat volgt is een klassieke ontwikkeling van een drama, zoals dat al door de Grieken weergaloos opgetekend is en in de praktijk vaak ook zo loopt. Verwijdering, verzoening, plotselinge wendingen. Het helpt dat de filmmakers Łukasz en Łukasz oog houden voor de contrasten en dat de acteurs dorpelingen van vlees en bloed neerzetten. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid en invoelbaarheid van het getoonde.

Tegelijkertijd heeft het ritme waarop het verhaal zich ontvouwt last van een bekende arthouse-kwaal, dat het onvoldoende aansluit op elkaar, sommige scènes te kort, andere te lang. Gezien de oorsprong van de film, komt hij meer over als een gefictionaliseerde documentaire, waarbij de nadruk vooral op de politieke boodschap lijkt te zijn gericht, hetgeen nodig is in landen waar er vooralsnog zo weinig tolerantie voor de LHBTIQ+-realiteit van de mens is. Blijf die boodschap vooral uitdragen! Tegelijk kun je constateren dat het een trend is, vooral in de arthouse-cinema, om allerlei misstanden in de wereld aan het licht te brengen, waarbij het kunstzinnige of filmische aspect van ondergeschikt belang is. Film als verlengstuk van journalistiek.

 

30 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Mein liebster Feind – Klaus Kinski (1999)

Mein liebster Feind – Klaus Kinski (1999):
Onmogelijke vriendschap

door Ralph Evers

Het enigma Klaus Kinski: spiegels en echo’s in het werk van Werner Herzog. 

‘Du dumme Sau’, jij stomme koe, schreeuwt Kinski een wat bangige man toe, die hem in zijn oratie onderbrak. Zijn toehoorders kijken vol verwondering en verbazing toe wanneer hij op het podium zijn Jezus-zijn verkondigt. Kinski gaat op in volkomen eigen waanzinnigheid. Een gekte grenzend aan genialiteit, zoals we hem leren kennen in films als Aguirre, der Zorn Gottes of Fitzcarraldo, tevens films die op de set voldoende gekte hebben gekend, zo blijkt uit Mein liebster Feind – Klaus Kinski. Het is die constante spanning in de persoon van Kinski die hem tot grote hoogten en met hem de films waarin hij speelde, kon brengen en die tegelijkertijd een afstand en zekere afschuw oproepen die afbreuk doen aan het eindresultaat. De oh zo stoere, onverschrokken Kinski, die niet met de jungle en de muggen om kon gaan, die last had van water en de inheemse bewoners en die om de haverklap om het minste geringste uit de bocht vloog tegen Jan en alleman. Smakelijk in beeld gebracht en verteld in anekdoten doorheen deze documentaire.

Mein liebster Feind - Klaus Kinski (1999)

Onvoorspelbare terreur
Als voorproefje van de relatie tussen Herzog en Kinski leren we over de tijd dat Herzog met zijn broer en moeder een paar maanden Kinski in huis nam en ze overgeleverd werden aan een onvoorspelbare terreur, waarin hij urenlang kon schreeuwen en huisraad kon slopen, zoals de badkamer, en er geen redelijkheid bij hem in te krijgen was. Dat de familie Herzog dat doorstaan heeft, zou een belangrijke band hebben geschapen tussen Herzog en Kinski, wat aannemelijk is, maar wat niet noodzakelijkerwijs blijkt uit het gedocumenteerde. Er lijkt net zoveel geluk geweest te zijn.

Beide mannen hebben iets onverschrokkens in hun karakter. Bij Herzog kun je aan de hand van het boek Herzog on Herzog ontwaren dat het iets eigens is. Hij heeft dat avontuurlijke, onverschrokkene en visionaire al van jongs af aan in zich. Hij deinst niet gauw ergens voor terug en hij weet te inspireren door zijn vindingrijkheid en durf. Bij Kinski is dit minder duidelijk en roept het eerder gelijkenissen met trekken van een antisociale persoonlijkheidsdynamiek op. Een dynamiek waar je doorgaans niet veel van op aan kan en die er vooral op gericht is om de eigen persoon te verrijken, met persoonsverheerlijking, status, rijkdom of een combinatie van die drie. Het is tekenend hoe angstig Kinski kon zijn en hoe graag de lokale bevolking in Peru en Bolivia tijdens het filmen van zowel Aguirre als Fitzcarraldo hem om zeep wilde helpen.

Persoonlijkheidscultus
Toch, zoals we uit de openingsscène van Mein liebster Feind – Klaus Kinski leren, kijken we graag naar mensen die de gekte in zich hebben, die een persoonlijkheidscultus weten op te roepen (dat verklaart ook enkele presidenten). Hieruit rijst de vraag op wie wie meer nodig had? Herzog Kinski of Kinski Herzog? Mijn geld gaat naar de eerste. Kinski lijkt uiteindelijk vooral voor zichzelf te kiezen. En het is de meester in Herzog geweest die nog iets uit tovenaarsleerling Kinski heeft weten te halen zoals een onvergetelijke Nosferatu. Of de overtuigde Fitzcarraldo, een rol die ooit aan Mick Jagger gegeven was, ‘oh lot, dank voor uw ingrijpen!’. Ironisch en tekenend voor de onverschrokkenheid van de meester hierbij zijn de woede-uitbarstingen van Kinski naar Herzog om die vervloekte boot over die heuvel te slepen. Het lukte Herzog, het zou Kinski zeer waarschijnlijk niet gelukt zijn. 

Mein liebster Feind - Klaus Kinski (1999)

Waarmee deze documentaire toch ook over Herzog zelf gaat, waarbij hij enkele keren zijn eigen rol in de relatie met Kinski bagatelliseert, zodat Kinski er gestoorder uit lijkt te komen. Het zou me niet verbazen dat Herzog zelf ook dicht tegen gekte aan zit, al is het maar om de thema’s die hij in zijn documentaires kiest. Grizzly Man, waar zijn protagonist uiteindelijk opgepeuzeld wordt of Lessons of Darkness, een vuurimperium dat zowel de zwarte kant van de menselijke ziel tracht te tonen als letterlijk onze voedende moeder aarde doet verschroeien. Het spreekt natuurlijk tot de verbeelding dat Herzog dit gegeven als kunst gebruikt. Om nog maar te zwijgen van zijn documentaire over Gesualdo, de geniale Italiaanse componist die de meerstemmige koormuziek min of meer uitvindt en enkele mensen omlegt of Little Dieter Needs to Fly, ware heroïek, een spiegel voor de filmmaker zelf. Had ik het enigma Kaspar Hauser al genoemd? Enfin, ik dwaal af. 

De relatie Kinski-Herzog dus, die in Kinski’s autobiografie Ich Brauche Liebe wordt gekenschetst met lange tirades jegens Herzog en tussenzinnetjes hoe belangrijk diezelfde man voor hem geweest is. De vaak onhandelbare Kinski had nu eenmaal baat bij iemand die hem kon beteugelen en misschien was Herzog wel de enige die daar werkelijk toe in staat is geweest. Herzog en mogelijk enkele vrouwen, zoals we leren van Eva Mattes, die op de set van Woyzeck samen met Kinski speelde. De indruk die echter achterblijft is er een van een eenzame man, die door zichzelf niet te begrijpen, niet begrepen is en als een storm op zoek is geweest naar begrip, erkenning en contact.

Kijk hier waar Mein liebster Feind – Klaus Kinski draait.

 

6 juli 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Terugblik 2022 – Deel 3: Is de bioscoop ineens onvindbaar?

Terugblik filmjaar 2022 – Deel 3:
Is de bioscoop ineens onvindbaar?

door Ralph Evers

Qua nieuw uitgebrachte bioscoopfilms in 2022 valt het aantal dat ik ervan gezien heb erg tegen. Wat zal het zijn, na de nodige lockdowns is de bioscoop ineens onvindbaar? Vervangen door andere geneugten? Series? En dat terwijl het gerenoveerde Slachtstraat Filmtheater in Utrecht een gooi doet naar de mooiste bioscoop van Nederland. Je stapt er binnen en je bent in de hoogtijdagen van de jaren 20 van de vorige eeuw. De stijlvolle Art Deco omarmt je en je waant jezelf een filmster, kunstenaar of bohémien.

1. The Menu
Een heerlijke zwarte satire op de vele foodporn die ons maar voorgeschoteld wordt. Glossy’s, tv-programma’s, borrelpraat en films, alles voor de glorificatie van keukenkunst. Het werd eens hoog tijd dat hier een bezinningsmoment voor gevonden werd. Met verve, met kunst, met sardonisme, precies wat hard nodig is. De kers op de taart is een geweldige Ralph Fiennes en diens memorabele klap. Ook met succes in eigen keuken en huishouden gebruikt!

The Menu

The Menu

2. Vesper
Een parel die onder de radar is gebleven en waarschijnlijk ook klein zal blijven. Te eigenzinnig, te raar, te traag ook om naar een groter publiek door te breken. Deze film valt op door haar fantasierijke sets met een focus op modder en mos, waarmee de sciencefiction aards en daarmee contra-intuïtief wordt. Zoals wel vaker met Oost-Europese sciencefiction (de film is Litouws). Daarbij is de film gestript van elke naïviteit, wat de dystopie benadrukt. En hoe frustrerend is het voor ons filmkijkers als er maar geen bevredigende conclusie volgt?

3. Speak no Evil
Wat kan Fedja van Hûet een griezel zijn! En diens kille vrouw Karina Smulders, ik kende haar nog niet, gruwelijk. De Denen zijn als geen ander in staat om ongemakkelijke cinema te maken. Een psychologisch experiment, of liever terreur, waar op ondraaglijke wijze een gezin langzaam ten gronde gaat. De bioscoopervaring was compleet nadat sommige aanwezigen tegen de Deense hoofdpersoon begonnen te schreeuwen: ‘doe dan ook es wat #@!’.

4. Good luck to you, Leo Grande
Heerlijke cast, heerlijke dialogen en een masterclass acteren. Daarbij schuwt de film de vermeden onderwerpen niet. Met name de vrouw als seksueel te begeren object, dat eeuwig jong moet blijven en anders afgeschreven wordt. Hier is ze een subject met seksuele verlangens, onzekerheden, doch blijft de man, een flink stuk jonger, in zijn viriliteit overeind (euh, nee geen intentie tot woordgrap). Het is de kwetsbaarheid die ruimte en lichaam krijgt in deze waardige en licht komische vertelling van onze huidige tijd.

5. Die Wannsee Konferenz
Zo treffend sober, klinisch, punctueel en eufemistisch gefilmd en gedocumenteerd, als een spiegel, een polariteit van het zich toen voltrekkende kwaad. De Zwitserse psychiater C.G. Jung merkte al eens op dat het kwaad zich altijd goed gekleed en welbespraakt voordoet en hier doet het zich voorkomen dat het een probleem van administratieve aard is, die ‘Judenfrage’. De hel op aarde is dat die ‘vraag’ zich vandaag de dag nog altijd in allerlei andere gedaanten blijft voordoen.

Everything Everywhere All at Once

Everything Everywhere All at Once

Miskleun 2022
Everything Everywhere All at Once
Een hoop buzz, Cineville raakte er niet over uitgesproken. Oh multiverses, oh googly eyes, oh stenen met gedachten, oh… allemaal… zo… kinderachtig vooral! Wat was hier eigenlijk de catch? Een onnavolgbaar script, irritant acteerwerk, neurotische verhaallijnen, onafgestemd tempo, heel veel pogingen tot iets wat grappig of hip zou moeten, maar zo leeg, zo plat, zo dom, zo geforceerd, een blinde ziet nog dat er in het teveel aan ambitie geen kwaliteit, geen vakmanschap en geen liefde voor film zit.

 

27 december 2022

 

Filmjaar 2022 – Deel 1: Bioscopen lijden, streamingdiensten verleiden
Filmjaar 2022 – Deel 2: Beklijvende beelden en aangeklede concertfilms
Filmjaar 2022 – Deel 4: Raar is in de mode
Filmjaar 2022 – Deel 5: Weinig echt bijzondere uitschieters
Filmjaar 2022 – Deel 6: Een nieuwe wereld

Sátántangó

*****
recensie Sátántangó
Afschuwelijke schoonheid

door Ralph Evers

De films van Béla Tarr zijn zo rijk aan interpretatie dat het zinloos is de film te vatten in één kader. De boeken van Lászlo Krasznáhorkai zijn zo eigenzinnig, dat het een experiment waard is om in zijn stijl iets over Sátántangó te schrijven. 

  1. In een ongespecificeerd dorp in een universum dat de onze lijkt, maar even goed uit Strugatsky’s Hard to be a God zou kunnen komen, poogt een smoezelige man buiten zicht te blijven, een onmogelijke zaak; de goddelijke hand, in deze de regisseur zelf, heeft eerder al ons onoverkomelijke menselijke lot getypeerd als een kudde koeien, die na wat strapatsen gevangen lijken te zitten in hetzelfde ongespecificeerde dorp, zonder de vloek van een toekomst, iets wat ons mensen maakt en hen dieren, daarbij heeft Orvos, terwijl hij ontdekte zonder brandy te zitten, met de aankondiging van het onheil in de klanken van de kerkklokken al gezien wat nog geen oog gezien heeft: het duivelse spel, de spinnenwebben zullen zich de komende uren dichter en dichter spinnen rondom dit nietszeggende dorpje met haar toevallige inwoners, die ongewis van hun lot nog het nodige zullen drinken en dansen.

Sátántangó

  1. Hun pijlen richten zich op de onheilspellende messias Irimiás, en zijn bode Petrina en hun geld, beloften van voorspoed en werk, hun schetsen van een betere toekomst, daarbij gonst het al door de verlaten, winderige straten, uit gure kieren of onophoudelijke slagregens: zij zullen komen, zij, die gelijkend de duivel en z’n mallemoer, deze mensen enige hoop kunnen brengen, hetgeen nodig bleek, toen het meisje en haar kat spoorloos wegraakten en moeders wanhoop in de reeds bestaande deplorabele existentiële conditie van haar, nauwelijks nog iets wist te raken in haar reeds overspoelende poel van verdriet, haar eenzaamheid, haar radeloosheid, in dit schier uitzichtloze, onontkomelijke bestaan.
  1. De personages slenteren voort en slenteren voort, slenteren voort en slenteren voort, waar brandy een betrouwbaardere vriend is dan machthebbers, waar het leven geen kleur heeft kunnen voortbrengen, waar alleen teleurstelling tot bloei wist te komen en waar corruptie eens met wantrouwen het huwelijksbootje instapte, er is geen rechte lijn te bekennen, deze tango is satanisch omdat ze zes stappen vooruit doet en zes stappen terug, waar de cirkel zich herhaalt.
  1. Die uitgebreide rede bij de nagedachtenis van Estike, die gevangen is in een ritme, die die specifieke taal, het Hongaars in deze, en de ietwat vreemde woordensequentie, het zal wel aan de vertaling liggen, je poogt mee te voeren naar jouw aandeel in het grotere geheel, je potentieel, je moeilijkheden en je neigingen daar niet te lang bij stil te willen staan, maar van moment tot moment, of in deze: beeld na beeld lopen we in de modder en is er geen blaadje aan de bomen te bekennen, louter het geslenter door de modder, de zang van de wind of het getik van de regen, het getik van een typemachine, een drinkgelag of de zoektocht naar nieuwe drank, die elk op hun eigen vreemde wijze kleur tracht te geven, vergeefs.

Sátántangó

  1. Evenals andere spitsvondigheden, zoals, en misschien ken je dat wel van avant-gardische kunst, of het nu muziek, beeldende kunst of film is, het is zoals het leven ons soms ook zo bij verrassing kan grijpen en een diepte kan toevoegen die ons ofwel affirmatief ofwel berooid achterlaat, de droom, die op een vreemde manier een klaarheid, een helderheid aan de beelden geeft en met die penetrerende ogen van die uil, waar je plots beseft dat ook jij bekeken bent, en een glinstering van een ander perspectief krijgt, een manier eruit en tegelijkertijd: hoe?
  1. Om alleen dan, in de ogen van de figuren op het doek, iets gelijkends jouzelf te hebben ontwaard, tegen een decor van een onwaarschijnlijk anonieme plek, waar clowneske gebeurtenissen in vertraagde motie haar tragiek benadrukt, waar we ons door de modder, het zwartwit, de regen en het gevangen zitten in zo’n lange film geneigd zijn dit als zwaar te ondergaan, maar wacht, zou het niet net zo goed komedie kunnen zijn? horrorkomedie wellicht, omdat we in die ogen ons opnieuw beseffen dat dat schouwspel dat aan ons voorbijtrok, in de donkere grot die wij tegenwoordig ‘bioscoop’ noemen, we naar schimmen op een doek hebben zitten kijken, met het hoogmoedige geloof, nee vertrouwen, dat wij Plato’s ongelukkigen voorbijgestreefd zijn, wij wél het licht en kleur hebben gezien, wij, in onze comfortabele bioscoopstoelen, beter af zijn dan zij en we dus in de ogen van die anoniemen, temidden van al die vieze schoonheid, van al die modderige frisheid, onszelf zagen, op een plek waar we onszelf niet alleen het minst hadden verwacht, maar zeker het meest zouden verafschuwen, want welk een dierlijkheid zat er in het plezier van die modder, welk een menselijkheid zat er in al dat geploeter en wat voor mens ben ík eigenlijk?

 

14 december 2022

 

ALLE RECENSIES

Kill it and leave this town

****
recensie Kill it and leave this town
Labyrint der jeugdherinneringen

door Ralph Evers

Een aantal jaar geleden, toen het Holland Animatie Film Festival nog gewoon bestond en de wereld iets ordentelijker was dan nu, was er een blok Poolse animatiefilms. Een land met een bewogen geschiedenis, dus enige eigenzinnigheid was te verwachten. Nou! Dat werd ingelost! Sterker, Poolse animatie, da’s heel eigen koek! 

In 2017 organiseerde het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam een tentoonstelling gewijd aan surrealisme. Zo was er naast de gebruikelijke namen aandacht voor vrouwelijke surrealisten. Hiermee samenhangend bood de KLU in Utrecht een cursus surrealisme met ook enige aandacht voor de Utrechtse surrealisten, zoals Joop Moesman. Onze docent legde bij Moesman uit dat zijn schilderijen praktisch niet te bevatten zijn zonder het leven van Moesman te kennen.

Kill it and leave this town

Er werd een duidingspoging gedaan aan de hand van wat dagboekfragmenten ten tijde van een schilderij. Toen in de 19e het individu gestut werd, begon de kunst er vanaf begin 20e eeuw haar draai aan te geven. De kunst werd persoonlijker en minder universeel. Om te begrijpen waar het beeld naar verwees of wilde laten zien, is veelal persoonlijke of tijd- en plaatsgebonden culturele context nodig. Later die eeuw trad het postmodernisme ten tonele die vervolgens alle vaste waarheden heeft laten varen. Ook dit komt terug in de kunst, de literatuur, de filosofie en de (helaas) feitenvrije politiek.

Vanwaar deze inleiding? Nu, wanneer je je naar de bioscoop begeeft om de hier beschreven Poolse animatiefilm te bekijken, dan zul je vermoedelijk al gauw het spoor bijster zijn en geen idee hebben waar je nu naar kijkt. Doordat de film bij aanvang zich vooral richt op uitvergrote details en sterk associatief zijn narratief volgt, is het lastig enige chocola te maken van hetgeen je ziet.

Labyrint
Om dan toch enige context te geven: de film speelt zich af in Łódź (spreek uit: Woedzj), de derde stad van Polen, waar het verhaal zich heeft laten inspireren door de jeugdherinneringen van de maker, Mariusz Wilczyński, die opgroeide in de grimmige, door de communisme getekende jaren 60 en 70. Vol metaforen, die vermoedelijk veel meer inhoud hebben wanneer je de culturele setting zou snappen en hallucinante opvolgingen van beelden, die zich eerder als een droom laten begrijpen, komt een postmodern gestructureerd narratief naar voren. Zowel de chronologie als de ontvouwing van scènes (vaak aanvankelijk als close-up gestart, waarna de context gaandeweg volstrekt transformeert) laten zich nog het best vertellen als een labyrint waarin regelmatig verdwalen misschien tot ergens leidt.

Kill it and leave this town

Avontuur
De film doet denken aan het werk van de Estse animator Priit Pärn. Ook hij gebruikt een sterk idiosyncratische stijl en zit vol absurde vondsten die vaak vooral als politieke satire begrepen moet worden. Aanvankelijk is het geen gemakkelijke zit, zowel de tekenstijl met haar rare kaders en perspectieven, de smoezelige, ongemakkelijke personages en de van de hak op de tak springende verhaallijn. Edoch, eenmaal gegrepen door het ritme en de gaandeweg zich ontvouwende (droom)logica van dit werk, zal het menig avontuurlijke filmliefhebber zeker weten te bekoren. Daarbij heeft Wilczyński optimaal gebruik gemaakt van het medium animatie. Niet enkel door de eigenzinnige stijl, maar zeker door de sfeer die het oproept. Het valt zo treffend samen met de grijze brutalistische Sovjet-bouwstijl op een regenachtige oktoberdag uit zijn jeugdjaren.

 

20 juli 2022

 

ALLE RECENSIES

Damnation (Kárhozat, 1988) van Béla Tarr

Damnation (Kárhozat, 1988) van Béla Tarr
Dolende zielen op eindeloos modderige paden

door Ralph Evers

De premières van de gerestaureerde films van de Hongaarse regisseur Béla Tarr werden al enkele malen uitgesteld en het is maar de vraag of vertoning dit najaar gaat lukken. Hoog tijd dus voor een beschouwing van Damnation (Kárhozat, 1988). De vraag is ook wat er valt toe te voegen aan de beeldtaal, die zich zo idiosyncratisch en krachtig opwerpt aan de kijker. De een slaat ervan aan en de ander haakt af.

De tagline ‘dolende zielen op eindeloos modderige paden’ kan opgaan voor vrijwel elke andere film van Tarr, beginnende bij Damnation. Bij deze film en later bij Sátántangó (1994) nog veel meer lijkt er een rol weggelegd voor modder. Van Damnation is bekend dat er voor de locaties gezocht is naar zoveel mogelijk vervallenheid. De prominente rol van de omgeving en de manier waarop die in beeld komt, doet – terecht – vermoeden dat de omgeving een integraal onderdeel van de film is en een eigen rol speelt.

Damnation (Kárhozat, 1988)

De camera
Laten we de opening van de film eens vanuit een hermeneutisch perspectief beschrijven. Het openingsshot laat mijnkarretjes over een schier eindeloze gondel aan ons voorbijglijden tegen een net iets overbelicht landschap met een snel op te merken ritmiek. De camera rust uit, het beeld, het landschap zo je wilt, bevindt zich in sluimertoestand. Het indolente ritme kan nog net. Er dreigt iets.

De camera trekt zich terug. We blijken vanuit een raam te hebben toegekeken. Vreemd dat het geluid van die karretjes dan zo hoorbaar was en de wind nauwelijks. We zien een achterhoofd en sigarettenrook. Fotogeniek, in het contrastrijke zwart-wit. Het volgende shot valt op door de focus op de structuur van de dingen en de nadruk op het scheren. Geen muziek, nauwelijks geluid, slechts een blik, een toeschouwer?

De vreemdeling
Béla Tarr was als filmmaker altijd het buitenbeentje, de vreemdeling, zonder formele opleiding, met projecten die moeilijk van de grond kwamen en het tarten van wat zowel in mainstream als in arthouse-cinema gangbaar is. Die buitenstaander komen we in vrijwel elke film van hem tegen, maar het gaat te ver om die persoon (auto)biografisch te noemen. De buitenstaander is als Jungs archetypische karakters, naast de wees, de krijger, de nar, de zoeker, et cetera. De buitenstaander gaat diens eigen weg in de hoop te verkrijgen wat begeerd wordt. De beeldtaal heeft reeds verraden dat er iets dreigt. De mens staat niet los van diens omgeving en geworpenheid, lijkt de beeldtaal ons te willen benadrukken.

Een volgend moment wacht hij bij een muur. In een effectieve scherpte/dieptewerking zien we op de achtergrond een alledaagse gebeurtenis. Maar het betekent iets. Niet alleen in het reeds ontvouwde narratief, maar mede door de enscenering. Wederom horen we dingen veel luider dan we zouden moeten horen, ligt er overal modder, is het mistig, verraadt de houding van de man een relatie met deze personen op de achtergrond en neemt de camera de tijd om waar te nemen.

Damnation (Kárhozat, 1988)

Het tempo
We zitten dan ruim 7 minuten in de film en menigeen zal wellicht opmerken dat het tempo ondanks de traagte hoog ligt. Een eerste conversatie – of stoorzender – zal spoedig volgen. Het kader kantelt. Hoe staat het gezegde in relatie tot het getoonde? Is dit een detective, een film noir, een drama, waar kijk ik eigenlijk naar?

Tarr zelf is altijd wars geweest van interpretatie. Je ondergaat zijn films, waarin hij de keuze voor narratief en beeld heeft gemaakt, en je maakt er je eigen verhaal van. De Breugheliaanse koppen, de statische beelden, de afwezigheid van kleur, het is maar zo of je stelt jezelf in de getoonde situaties voor. Film ontdaan van glamour en arthouse-moeilijkdoenerij, maar juist gevuld met zo’n eigen visie. Ik was van moment één overstag: fijnproeverscinema.

Wie niet langer kan wachten op de gerestaureerde versie van Damnation in de bioscoop kan o.a. hier terecht.

 

11 juni 2022

 

ALLE ESSAYS

Wannsee Konferenz, Die

****
recensie Die Wannsee Konferenz
Die ‘Wahnsinn’ Konferenz

door Ralph Evers

Deze docufilm over de Wannsee Conferentie, tachtig jaar geleden, toont ons een bureaucratisch maar bovenal menselijk gezicht van het onnoemelijke kwaad dat plaatshad in de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd de trieste conclusie dat de machinaties van dit kwaad nog immer voortleven. 

De Wannsee Conferentie die plaatshad op 20 januari 1942 is misschien wel de meest beruchte en cynische conferentie uit de moderne geschiedenis. Onder leiding van Reinhard Heydrich (Philipp Hochmair) komen vijftien hoge nazi-ambtenaren samen in de statige villa Marlier aan de Wannsee nabij Berlijn. Op deze bijeenkomst dient gezocht te worden naar een ‘efficiënt’ antwoord op de ‘Judenfrage’. En masse deporteren naar Madagaskar, of, zoals uiteindelijk besloten wordt, de methode van Rudolf Höss, de kampcommandant van Auschwitz, die het gebruik van blauwzuurgas, Zyklon B, introduceerde.

Die Wannsee Konferenz

Gelaagde karakters
Net geen 80 jaar later (18 januari) gaat de hier besproken film in Duitsland in première. Dit lijkt te passen in een tendens die de afgelopen jaren in Duitsland gaande is: het oorlogsverleden opnieuw onderwerp van film en literatuur, ditmaal echter met gelaagde karakters. In Der Untergang zagen we een menselijke Hitler. In Die Wannsee Konferenz zien we al even menselijke kopstukken van het naziregime, allen goedgekleed en welbespraakt.

Van dat welbespraakte wordt dankbaar gebruikgemaakt. Vanaf het eerste moment weet je dat je kijkt naar een praatfilm, die verrassend goed je aandacht weet te trekken. Zoals aan het eind van de film onthuld wordt, dient alles in verbloemende, eufemistische taal genoteerd te worden. Dat heeft als effect dat de uiterst kille, rationele logica die erop toe zag elf miljoen joden te moeten vermoorden bijna vanzelfsprekend is. De kracht van deze film zit ‘m dan ook in dat de personages niet van bordkarton zijn. Juist hun menselijke gezicht in combinatie met de stoïcijnse rechtlijnigheid van hun gelijk en de uitvoering van hun taak, maakt deze film zo akelig.

Die Wannsee Konferenz

Het grote kwaad
De gehele film ademt een plechtige soberheid te midden van het aristocratische decor. Het grote kwaad vindt niet in de lelijkheid, maar in de welgemanierdheid plaats. Het omineuze hiervan wordt effectief benadrukt door een licht blauw filter over de film te sluieren, alsmede een volledige absentie van muziek. En terecht, laten we het ongelooflijke cynisme dat de grond van deze conferentie was niet opleuken.

Het is ook aangenaam dat deze docufilm niet naar verklaringen zoekt. Deze zijn her en der wel te abstraheren, zoals in de uitspraak van Heydrich dat deze generatie opgezadeld is met het voorbestemde lot om de ‘jodenvraag’ op te lossen. Dat, hoe gruwelijk ook, deze vraag nu eenmaal bij ons is terechtgekomen en dat we geen andere optie hebben dit lot op ons te nemen. Dat sommige aanwezigen dit toch wel akelig vinden, wordt erkend, maar ‘we zullen voort moeten, anders komt er nooit een eind aan’. Hier wordt een alledaagse wijsheid – om het banaal te zeggen: eerst door het zuur, dan komt het zoet – zodanig verkracht dat de rede ten grave gedragen moet worden. Het is tevens een andere wijsheid: tegen ideologie valt niet met redelijke tegenargumenten te twisten. Een macaber actuele situatie met een oorlog in Oekraïne en de goedpraterij door aanhangers van een nagenoeg zelfde ideologie als het nazisme.

 

4 april 2022

 

ALLE RECENSIES

Limelight

Limelight (1952)
Zwanenzang van de komiek Chaplin

door Ralph Evers

In Limelight (1952), de zwanenzang van de komiek Charlie Chaplin, speelt hij de rol die hem te goed paste, de clown. Hierdoor verzandt zijn film in het teveel en vergeet hij de climax van zijn carrière achter de coulissen.

Living in the limelight, the universal dream, for those who wish to see.” Oh nee, ik hoef geen Rush te citeren, het is de bedoeling een stuk te schrijven over Chaplins film met dezelfde titel als dat fantastische Rush-nummer.

Limelight

Limelight, Chaplins persoonlijke afscheidsfilm (en zijn laatste Amerikaanse film voordat hij het land ontvluchtte omdat hij daar onterecht als communist werd beschouwd), is een komisch drama met een licht autobiografische insteek (zijn zoon Sydney doet ook mee) waarin Chaplin, ditmaal vermeld als Charles – is hij volwassen geworden? – in de huid van de clown Calvero kruipt.

Timing
Het leven van Calvero lijkt als een kaars in de mist uit te doven. Voorbij zijn de roemrijke jaren waar variététheater en vaudeville volle zalen trokken. Met alcohol en een gespeeld optimisme, behouden uit de rollen van weleer, poogt Calvero zijn leven uit te zitten. Wanneer hij op een dag waggelend thuis komt, ruikt hij iets vreemds. Iets onder m’n zolen? Nee, het is iets anders. Hij ontdekt dat de danseres die op de begane grond woont een poging tot zelfmoord doet, door te slapen bij geopende gaskranen. De grond van dit onheil zit ‘m in financiële zorgen. Calvero treedt op als haar redder en het verhaal kan op gang komen.

De eerste dertig minuten verlopen echter stroef en houterig, de humor zit niet mee, het gebeuren komt veel te traag en oninteressant op gang. Het is als gekookte aardappels zonder zout. Daar komt verandering in wanneer Calvero en later danseres Terry hun levensgeschiedenissen uit de doeken doen. De film wordt hierdoor opgedeeld in eetbare brokken, maar verzandt evenwel in soms eindeloze dialogen die hun punt maar niet willen maken. Enigszins verrassend, omdat je zou verwachten dat aan het eind van zijn carrière Chaplin wel zou weten hoe een film de juiste ritmiek mee te geven. Aan het verhaal is weinig af te dingen, evenmin aan de kwaliteit van de lach en de traan. Een aantal geniale scènes – zoals de piano met een snarenoverschot en groeiende en krimpende benen – daargelaten, voelt het geheel als een onnodig langgerekt geheel, waarbij de encore te lang doorgaat.

Alledaags
Een andere subtiele opvallendheid is de afwezigheid van precies datgene wat voor het voetlicht had moeten treden. Waar eerdere films iconische momenten hebben, zoals de treffende kritiek op de moderne tijd in Modern Times of op tirannen in The Great Dictator met typetjes en een compactheid die veel van Chaplins roem hebben geleverd, verblijft Limelight in de alledaagsheid. Er wordt gesproken over tijden van weleer, van roem, maar het komt maar niet uit de verf in de anthologie die deze film wil zijn. Er wordt soms geraakt aan het contrast van het applaus, de verering door het publiek en een paar minuten later de kille stilte van een lege, geluidloze kleedkamer. Echter eerder als verplicht script dan als doorvoelde ellende.

Limelight

Wat dat betreft heeft de clown Calvero (Chaplin dus) nooit zijn schmink afgedaan. In dit voetlicht bezien klopt het dat het einde te lang doorgaat, omdat de clown geen afscheid wilde nemen, de schaduwkant schuwde. Liever nog een lolletje dan een werkelijk contrapunt aan te brengen. De grootvader die ondanks het familiaire tumult de gezelligheid wil behouden. Het heeft iets tragisch dat Limelight aldus aan de oppervlakte blijft en niet, zelfs niet met humor, wat bovenstaande andere titels wel zo goed lukte, een laagje dieper te komen. Na ruim twee uur dooft het voetlicht en verrast de plotsheid van het einde van een carrière die tot vandaag tot de verbeelding weet te spreken. Zijn we getrakteerd op enkele fijne, grappige, ontroerende maar bovenal gemakkelijke scènes, waar een teveel het afscheid van een grote man hinderde.

 

19 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

Woman of Paris, A

A Woman of Paris (1923)
Zoekende Chaplin in drama met conservatieve filmstijl

door Ralph Evers

A Woman of Paris wordt aangekondigd als drama en zonder regisseur Charlie Chaplin zelf. Mocht je komedie verwachten, nee, hier wordt een serieuze poging tot drama betracht.

Blijkbaar was Chaplins naam als komediant al zodanig gevestigd dat een zekere waarschuwing op zijn plek is. Of zou het toch een als grappig bedoelde knipoog zijn? Er zit in deze film, hoewel bedoeld als drama, zeker wel de nodige subtiele humor. A Woman of Paris (1923) is volgens Chaplin de eerste film die ironie en psychologische effecten voor het voetlicht bracht. Iets wat met de technieken van destijds een hele klus zou zijn geweest.

A Woman of Paris

Grote en kleine emoties
De stomme film leende zich vooral voor uitvergrote emoties en grootse handelingen. Horror, slapstick, avontuur zijn genres waar dit gemakkelijk uitvergroot weergegeven kan worden. In A Woman of Paris bedient Chaplin zich weliswaar rijkelijk van grootse emoties, maar richt hij zich juist ook op details en opvolgingen van handelingen en daarmee dus op kleinere emoties om de toeschouwer van subtekst te voorzien. Dat vraagt een oplettendheid die Chaplin bij de intelligentere kijker verwacht en die al gauw daarna gemeengoed werd in de cinematografische taal. De ‘nieuwe’ aanpak van Chaplin leidt er ook toe dat de film voor hedendaagse ogen traag aanvoelt.

Het bevreemdt dan wel dat Chaplin geen gebruikmaakt van meer betekenisvolle decors, belichting en muzikale omlijsting. Over die muziek: hij schreef die zelf en ondanks zijn talenten had hij dit beter uitbesteed. De melodietjes hebben iets stompzinnigs en ontdoen de film van de zwaarte die ze had moeten uitdragen. Op de uitdossing van de hoofdrolspelers is geen cent bezuinigd en de liefhebber van art nouveau waant zich af en toe tussen de modellen van Mucha.

Het is alsof de nadruk op het drama de cinematografische mogelijkheden heeft beknot, hetgeen leidt tot een conservatieve, misschien zelfs saaie filmstijl. De tijdgenoten Häxan en Nosferatu pakken uit met grimmige belichting, sfeerbepalende steunkleuren en onheilspellende muziek. Das Cabinet des Doktor Caligari blinkt uit in maffe, expressionistische decors, maar Chaplin lijkt veel te vast te zijn komen te zitten in zijn poging een serieus drama te willen maken. Waarin hij verhaaltechnisch ook nog eens jammerlijk in faalt.

Prulverhaal
Cinema mocht dan een nog vrij recent kunstmedium zijn, liefdesdrama’s zijn dat bepaald niet. Tevens was Chaplin al geen beginnende filmmaker meer, wat de verwondering oproept waarom hij met een dergelijk prulverhaal op de proppen komt. De stiefvader zou een tiran zijn, maar gedraagt zich voor de tijd waarin de film zich afspeelt zoals verwacht mag worden. Dochters en vrouwen dienen beknot te worden, want kunnen niet voor zichzelf instaan en kunnen gemakkelijk de familie-eer te schande maken.

A Woman of Paris

Door een vooral hilarische samenloop van omstandigheden is haar dorpse liefje, die op zijn beurt weer een tirannieke moeder blijkt te hebben, door nogal heftige familie-omstandigheden niet op het afgesproken tijdstip op het treinstation. Ze zouden samen naar Parijs, waar ze zouden trouwen en oh romantiek, rozenblaadjes en maneschijn. Het loopt anders en het wereldse Parijs transformeert protagonist Marie St. Clair (Edna Purviance) in een wereldse vrouw, die vol afgunst en als temeier gezien wordt door de dorpelingen die ze achterliet, meest prominent in de moeder van haar vroegere liefje.

Een en ander kent een dramatische samenloop van gebeurtenissen en daar Chaplin bekendstond om zijn menselijke, hartverwarmende insteek, eindigt het geheel met een lach en een traan. Maar meest nog met een zucht van opluchting; laten we gauw weer iets van hem bekijken waarmee hij groot werd, slapstick en humor. Juist daarin komt zijn zeggingskracht (en maatschappijkritiek) beter naar voren.

 

6 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN