King in New York, A

A King in New York (1957)
De lieve wraak van Chaplin

door Cor Oliemeulen

Aanvankelijk leek Limelight (1952) bedoeld als de afscheidsfilm van Charlie Chaplin. De komiek op leeftijd met de naam Calvero is gemodelleerd naar de meester van de pantomime en slapstick zelf. Vijf jaar later had Chaplin kennelijk zijn problemen met de Amerikaanse overheid (en pers) nog niet verwerkt en maakte hij A King in New York (1957).

Charlie Chaplin was van plan om opnieuw als zijn legendarische zwerverstypetje te verschijnen, maar echtgenote Oona en vast vele anderen waren hierop tegen. Het was inmiddels 17 jaar geleden dat hij de fratsen van ‘The Little Tramp’ had vertoond in The Great Dictator (1940). Nu was het tijd om op zijn welbekende charmante en gevatte manier af te rekenen met de haat zaaiende communistenjagers in de Verenigde Staten, het land dat hij vijf jaar eerder voorgoed was ontvlucht omdat hij niet wilde getuigen in de ‘Commissie tegen on-Amerikaanse activiteit’.

Schandalen
Conservatief Amerika had wat moeite met de van oorsprong Engelse komiek en filmmaker. Chaplin was enkele keren getrouwd met hele jonge vrouwen en verwikkeld geweest in geruchtmakende echtscheidingszaken. Hij had geen moeite met communisten (of wie dan ook) en in een interview zei hij dat hij zich nooit Amerikaan had gevoeld. Hij piekerde er niet over om Amerikaans onderdaan te worden, hoewel hij altijd riant zijn belastingen betaalde. Chaplin sprak zich in en buiten zijn films uit over sociale ongelijkheid en deed eens een onhandige uitspraak over de oorlog.

A King in New York (1957) werd gedraaid in slechts 12 weken (Chaplin nam normaliter veel meer tijd) en vertelt de geschiedenis van koning Shahdov die vanwege een revolutie zijn Europese land moet ontvluchten. Het verhaal heeft duidelijke overeenkomsten met Chaplin, die zelf de hoofdrol speelt. Eenmaal aangekomen in een duur hotel in New York blijkt dat een getrouwe er met Shahdovs geld vandoor is gegaan.

Commercials
Via Ann Kay (Dawn Addams), een vlotte jongedame van de televisie, kan het gebeuren dat de koning gaat acteren in commercials. Hij wordt razend populair, juist doordat zijn te verwachten gestuntel in een live-commercial faliekant mislukt. Later neemt Chaplins personage natuurlijk ook andere moderniteiten (zoals harde muziek, breedbeeldfilm, facelift) op de hak, zoals Jacques Tati dat in die jaren in Frankrijk deed.

Pas halfweg komt de film lekker op gang en wordt de komedie een satire. Tijdens een rondleiding op een jongensschool had Shahdov al kennisgemaakt met de 10-jarige wijsneus Rupert (gespeeld door zijn zoon Michael Chaplin, die al eerder met vader Charlie samenspeelde in Limelight) en nu moet hij het jochie van de straat plukken. Rupert staat daar te verkleumen, want zijn ouders worden gezocht, omdat ze communisten zijn. De verwijzing naar The Kid (1921), waarin een volwassen man ook tijdelijk een pienter jongetje onder zijn hoede neemt, is evident.

Satire
De kritiek die je op A King in New York kunt hebben, is dat de film een beetje mosterd na de maaltijd is, omdat bij het verschijnen de communistenjacht in Amerika al redelijk was verstomd. Bovendien zet Chaplin niet zijn eigen personage in om de jagers met terugwerkende kracht te ontmaskeren als een stelletje paranoïde patriotten. Echter de keuze voor de 10-jarige Rupert (letterlijk de nieuwe generatie) is gerechtvaardigd. Zijn ouders, leraren, worden aangeklaagd als communisten. Op een geloofwaardige en bevlogen manier weet het wonderkind zijn opvattingen over vrijemeningsuiting en politieke voorkeuren te verwoorden. Nu is het Rupert die voor een commissie moet verschijnen, terwijl de koning bijna te laat komt, omdat hij op een hilarische wijze in de lift vast komt te zitten.

A King in New York

Naast satire heeft de filmmaker nog wat zelfspot achter de hand. Als koning Shahdov uiteindelijk afscheid neemt van Ann Kay, tussen plagend en flirtend, is dat een dikke knipoog naar de kijker die Chaplins voorkeur voor jongere vrouwen in de tabloids heeft gevolgd.

Ook A King in New York was niet Charlie Chaplins afscheidsfilm, want tien jaar later maakte hij nog het weinigzeggende A Countess from Hong Kong (1967) met zoon Sidney en wereldsterren Sophia Loren en Marlon Brando in de hoofdrollen, maar van zelf acteren zou het niet meer komen.

Chaplins genen
Sinds Charlie is er inmiddels sprake van een heus Chaplin-acteursgeslacht waarvan alleen maar Geraldine Chaplin algemeen bekend is. Een van haar dochters heet Oona, genoemd naar haar oma. De hoeveelheid andere familieleden laat zien hoe het filmvak de Chaplins in de genen zit (en hoe het dus ook met het liefdesleven van de pater familias was gesteld). We noteren slechts de namen van Charlie’s kinderen die actief zijn als acteur en/of producer: Sidney, Charles jr., Josephine, Christopher, Victoria, Eugene, Jane, Annette en Michael (de zoon in A King in New York). Uiteraard kreeg Michael later ook acterende kinderen: Carmen en Dolores. Waar blijft eigenlijk die Oscar voor grootste filmfamilie?

 

21 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN