Luchtig tijdreizen

Luchtig tijdreizen

door Bob van der Sterre

Tomorrow I’ll Get Up And Scald Myself With Tea ♦ Ivan Vasilievich: Back to the Future ♦ Non ci resta che piangere

 

Er is bijna geen ander onderwerp waar cinema zo dol op is: tijdreisfilms. Het is misschien wel de enige filmtak waaraan nog interessante blaadjes groeien (Primer, Timecrimes, Looper, Interstellar, Predestination). Maar dat zijn nogal serieuze films. De echte klassieker in dit genre (Back to the Future) is een komische film. En omdat deel twee van die trilogie zich afspeelt in 2015, doen wij ook nu een Camera Obscura met drie luchtige tijdreisfilms.

Een trip met een opgevoerde DeLorean is toch wel even wat anders dan het rustige tijdreistochtje in Tomorrow I’ll Get Up And Scald Myself With Tea. Dit is het nog toekomstige Tsjechië, namelijk… 1990 (de film is uit 1977). Hier kun je rustig via een ruimteschip heen en weer reizen in de tijd. ‘Voor de slag bij Waterloo meldt u zich in hal 8.’

Terug in de tijd om Hitler te waarschuwen
De dinosauriërs staan op het programma. Een routinevlucht. De bestuurder zou rokkenjager Karel Bures moeten zijn. Hij is net die ochtend overleden aan een ongelukje (stikte in een broodrol). Tweelingbroer Jan grijpt zijn kans en laat iedereen weten dat hij  is overleden. Hij wil graag ruilen met het veel interessantere leven van Karel.

Jan weet alleen niet dat Karel zich heeft laten omkopen door een paar duistere figuren die naar de Tweede Wereldoorlog willen reizen om Hitler te waarschuwen, en de oorlog alsnog te winnen met formules van de waterstofbom. Dankzij pillen zien ze er nog zo uit als toentertijd.

Maar het plan van de schurken verloopt rampzalig. Ze komen te vroeg uit, in 1941. Ze irriteren Hitler mateloos met Amerikaanse toeristen die het als een leuk uitje zien (‘Oh, Patrick, het is Hitler! Maak snel een foto!’) en met beelden uit een nabije toekomst waar Duitsland in de as ligt.

Een heerlijk gevat script van schrijver Josef Nesvadba en scriptschrijver Milos Macourek zorgt voor veel kijkplezier. Abard die zijn jongere ik de les leest: ‘Je staat op punt om jezelf te executeren, idioot!’ Ook Jan moet met zichzelf praten: ‘Ja, Jan, jij bent Jan, ik ben ook Jan. Dat betekent dat we beiden Jan zijn. Ik ben jou, maar jouw ik van gisteren, jij bent mijn mij van vandaag.’ En als ze een dag eerder terugkeren, geeft dat ook problemen: ‘Hoe kunnen er twee van mezelf leven van één salaris?’

Ivan de Verschrikkelijke
Uit Rusland kwam vier jaar daarvoor al een andere vrolijke tijdreisfilm. In Ivan Vasilievich: Back to the Future (1973) is George Miloslavsky een geweldige uitvinder. Hij staat op het punt om zijn tijdmachine (ogend als een scheikundeset met veel rokende erlenmeyers) te testen.

Miloslavsky experimenteert met de tijd van Ivan de Verschrikkelijke. Maar het gaat een beetje mis. Ivan de Verschrikkelijke wandelt zijn huis in en twee mannen, die op dat moment net bij Miloslavsky op bezoek waren (een dief en een conciërge), komen in zijn paleis terecht.

Ivan de Verschrikkelijke wil graag terug maar dat lukt niet want de machine is door een speer gekliefd. Dan maar de moderne wereld leren kennen. Een koelkast, een cassetterecorder, een lift. Wat een teleurstelling. Er zijn niet eens voorproevers meer!

De huismeester en Ivan de Verschrikkelijke lijken ook nog eens vreselijk op elkaar. De vrouw van de huismeester belt overstuur een psychiatrisch centrum op: ‘Hallo? Mijn man is gek geworden. Hij loopt met een mes te zwaaien!’ En tegelijk is de tsaar (de huismeester dus) een weifelende persoonlijkheid geworden.

Veel grappig bedoeld acteerwerk, versnelde passages en slapstick. Toch erg interessant vanwege de talentrijke acteurs en de grappige beeldideeën. Regisseur Leonid Gayday wist hiermee destijds zes miljoen Russische kijkers te trekken. Die moesten ongetwijfeld hard lachen om grapjes dat winkels, als ze al open zijn, een eigen zwarte marktverkoper hebben in de winkel. Het verhaal van deze film werd al een paar decennia eerder geschreven door Michael Boelgakov.

Clownesk gedrag in Italiaanse komedie
Soms is reizen door de tijd zo simpel als lang moeten wachten voor een spoorbaan, een zijweg insteken en je ineens in het jaar 1492 bevinden. In Non ci resta che piangere (1984) overkomt dat de twee vrienden, Mario en Saverio.

In een dorpje leren ze de gewoonten van het jaar 1492. Je kunt met een speer gespiesd worden door radicale gelovigen als je niet oppast. Je gaat naar de kerk om naar vrouwen te kijken. En je draagt bizarre kleding.

Kennis van de moderne tijd is soms praktisch om te gebruiken. Als troubadours zingen ze ‘Volare o-o-o-o’. Ze bedenken dat ze met een gloeilamp de markt kunnen veroveren (maar hoe die te maken?). Ze leggen Leonardo da Vinci even een paar uitvindingen uit (‘Kijk, zo werkt een rails. Heb je een papiertje?’). Bij een versierpoging neurie je Yesterday  van The Beatles en zeg je dat het je eigen creatie is.

Deze film is niet voor mensen die een stevig verhaal zoeken, maar voor mensen die dol zijn op het clowneske gedrag van het duo dat de hoofdrol speelt, Roberto Benigni (Saverio) en Massimo Troisi (Mario). Menig persoon zal aanvankelijk met een geërgerd gezicht de film beginnen te kijken, maar er komt ergens het moment dat de kolder van Benigni en Troisi onweerstaanbaar wordt.

Italiaanse humor betekent veel uitbundige dialogen over niets, improvisatie en druk gedoe. Soms is het erg grappig (Saverio als paard) en soms net te veel (de brief aan Savonarola). De rommelige filmstijl doet soms denken aan hoe Life of Brian werd gefilmd. Dat is geen toeval. John Cleese legde ooit uit waarom hij liever filmde met Terry Jones dan met Terry Gilliam. De beste humor komt door in een ‘flow’ te zitten. Een perfectionist achter de camera (Gilliam dus) zit die ‘flow’ dan in de weg.

Bonus
Als bonus nog deze drie links: een overzichtje over de drie meest voorkomende typen tijdreisfilms; een artikel over de toekomstige spullen in Back to the Future II (hoverboard bijvoorbeeld) in The Guardian; en werkelijk alle tijdreisfilms in een oogopslag. Lees ook de bijzondere tijdreizen naar filmsets van onze medewerker Axel F. Jomich. En voor wie wil tijdreizen vanuit zijn luie stoel: lang leve internet! Een druk op de knop en hup terug naar Nederland in 1972…

 

6 april 2015

 

Non ci resta che pianger

 

Alle Camera Obscura