Dierenleed op de filmset

Dierenleed op de filmset

door Simone Vogel

De dolfijn Flipper, de Bengaalse tijger uit Life of Pi en het aapje uit The Hangover. Slechts enkele dieren die we in hun glorie hebben bewonderd op het witte doek. Er is nog iets dat ze met elkaar gemeen hebben: ze zijn allemaal slachtoffer. Gebruikt voor het vermaak van de bioscoopbezoeker. Een recent voorbeeld in de lange historie van dierenleed in de filmindustrie is The Hobbit waarbij 27 dieren de dood vonden. 

Kapucijnapen worden al sinds de koloniale tijd gehouden als huisdieren. Het komt misschien wel daardoor dat we hun charme niet kunnen weerstaan. In Tarzan en series als Friends kwamen al primaten met een hoge aaibaarheidsfactor voorbij. De mannen in The Hangover gaan iets minder vriendelijk met hun aapje om. Het diertje wordt heen en weer gegooid, moet stelen en rookt sigaretten. Het is triest te weten dat het aapje daadwerkelijk verslaafd is geraakt aan nicotine en nog steeds rookt. 

Dierenleed op de set The Hangover II

Gelukkig zijn er ook dieren die er wat beter van af zijn gekomen. Lassie, de herdershond die één van de eerste dierlijke acteurs was, leefde in luxe na het schieten van de film in 1943. Met huisgemaakt eten, speciale vachtverzorging en vijf schattige pups om voor te zorgen heeft deze viervoeter nog een lang en gelukkig leven geleid. Zelfs orka Keiko uit Free Willy (1993) is, na een leven in gevangenschap, in het wild teruggezet en een natuurlijke dood gestorven. 

27 Doden
No animals were harmed in the making of this picture. Deze zin lijkt een belofte aan de bioscoopbezoeker dat er met de dierlijke acteurs fatsoenlijk is omgegaan. De American Humane Association (AHA) ziet hierop toe. Toch wordt steeds duidelijker dat dierenwelzijn onderaan het prioriteitenlijstje staat van sommige filmmakers. Het schieten van The Hobbit heeft volgens verschillende bronnen 27 dieren het leven gekost. Door onoplettendheid en onachtzaamheid op de locatie waar ze werden gestald, hebben geiten, schapen en kippen het einde van de opnames niet gehaald. De filmmakers wilden alleen schuld bekennen voor de dood van twee paarden. Volgens hen stonden de andere 25 doden los van de film. Hun onfortuinlijke lot was pure pech. 

Dierenleed op de filmset Life of Pi

Life of Pi (2012) maakt gebruik van moderne technieken. Bijna de gehele film zie je een digitale tijger. Toch moest voor enkele scènes een echte Bengaalse acteur het overnemen van zijn fictieve evenbeeld. Toen de tijger bijna verdronk stuurde medewerkster Gina Johnson een paniekerige e-mail naar haar collega’s: ‘‘Vorige week hebben we verdomme bijna King – de tijger – vermoord!’’

Het nieuws is nooit officieel naar buiten gebracht en de film heeft het stamp of approval gekregen. De AHA kent die toe aan films waar, volgens hun eigen standaard, goed voor dieren is gezorgd; ze zijn blij en ze zijn niet in gevaar geweest. 

Elektroshocks
Op de website van de AHA staat een filmpje waarin acteurs en regisseurs hun bewondering uitspreken voor het werk van de dierenwelzijnsorganisatie. Ironisch genoeg ook acteurs zoals Reese Witherspoon en Robert Pattinson, die aanwezig waren op de set van Water for Elephants (2011) waar niet goed voor de geslurfde acteurs werd gezorgd.

Hoewel de acteurs en de AHA bleven volhouden dat de dieren met respect en liefde werden behandeld, zijn minder leuke beelden naar buiten gebracht door Animal Defenders International (ADI). We zien dat de 41-jarige olifant Tai onder controle wordt gehouden door middel van elektroshocks en herhaaldelijk wordt geslagen, opdat zij de regisseur gehoorzaamt en trucjes uitvoert. Dit staat haaks op de boodschap die wordt uitgedragen door het keurmerk van de American Humane Association. 

Dierenleed op de filmset Water for Elephants

Er zijn na uitgebreide onderzoeken veel meer gevallen bekend van dieren die zijn mishandeld tijdens het maken van grote filmproducties. Het belangrijkste standpunt van criticasters als PETA (People for the Ethical Treatment of Animals) is dat dieren er niet voor hebben gekozen acteurs te worden. Beroofd worden van je vrijheid is al heel wat, gestraft of gedood worden op de filmset is extra gemeen. 

Weinig ‘luck’ voor paarden
Misschien wel het meest spraakmakende geval van dierenmishandeling van de afgelopen jaren gebeurde in de HBO-serie Luck. De serie over racepaarden werd met veel bombarie aangekondigd, om vervolgens razendsnel van de buis te worden gehaald. Reden? Het overlijden van drie volbloedpaarden tijdens het filmen door menselijke fouten. 

Knight and Day (2010) is een spannende actiefilm met Tom Cruise en Cameron Diaz. CAS Internationaal (Comité Anti Stierenvechten) werd al voor de opnames op de hoogte gebracht van plannen om echte stieren te gebruiken. Protestacties en contact met de AHA mochten niet baten. Tijdens de opnames raakten de stieren in paniek. Toen zij een verkeerde kant op renden werden ze met geweld teruggeslagen in de arena. Het geld dat werd betaald aan dorpen als Sevilla vloeide direct terug naar het stierenvechten in de regio. Zo ontstaat een vicieuze cirkel van dierenleed. 

Jesse James
De voorbeelden van dierengeweld zijn eindeloos. Een paard in Jesse James (1939) werd van een klif gedreven en viel te pletter in een ravijn. Tientallen vissen, inktvissen en kwallen kwamen tijdens het maken van Pirates of the Caribbean: The curse of the Black Pearl (2003) om het leven omdat de makers waren vergeten voorzorgsmaatregelen te nemen alvorens met explosieven in het water te werken. Een giraffe die van zijn oude dag aan het genieten was, overleefde de opnames van Zookeeper (2011) niet. 

Dierenleed op de filmset Mark's Shadow dood op de set van Luck

Eén van de Flipper-dolfijnen stierf in 1970 een tragische dood. Kathy was zo ongelukkig in gevangenschap, dat ze de dood verkoos boven haar miserabele leven. Regisseur Ric O’Barry vertelt: ”Dolfijnen moeten ademhalen, net als mensen, en ze doen dit heel bewust. Door te stoppen met ademhalen plegen ze zelfmoord. Kathy zwom in mijn armen en keek me in de ogen. Vervolgens nam ze nog één keer adem en stopte. Ik zag haar wegzinken naar de bodem van de tank.’’

Sinds die fatale dag beschouwt O’Barry het als zijn levensdoel het welzijn van dolfijnen te verbeteren. Hij is te zien in de documentaire The Cove (2009). 

Waardering en respect
Er zullen fouten blijven worden gemaakt op filmsets. Of dit nu per ongeluk is of vanuit onachtzaamheid, het mag niet langer onder tafel worden geschoven. Met de huidige technologische mogelijkheden zou het niet meer nodig hoeven zijn om dieren toe te takelen met als enige doel entertainment. Het zou voor zowel kijkers als dierenrechtenactivisten een stuk geruster zijn om te weten dat in de basisbehoeften voor de dieren is voorzien. 

Het komt nu neer op normen en waarden. Het lijkt overbodig te zeggen dat er geen enkel doel is dat de middelen heiligt wanneer dit betekent dat dieren worden toegetakeld en afgemaakt voor vermaak. Het wordt tijd dat dierlijke acteurs worden gewaardeerd en gerespecteerd, zodat we een nieuwe bladzijde kunnen omslaan in het boek van de filmindustrie. 

 

1 februari 2014

 

 

Alle nieuws