LIFF 2020 – Deel 2: Van alle genres wat

LIFF 2020 – Deel 2:
Van alle genres wat

door Bob van der Sterre

LIFF 2020 – Een festival waarbij je de grens van Leiden niet overgaat. Maar films blijven films – of je ze nu in de thuisbioscoop bekijkt of in de zaal. Tweede stuk met drie totaal uiteenlopende films.

 

Police

Police – Alibi voor saai melodrama
Police is een drama over drie agenten en hun problemen. Twee hebben (met elkaar) een affaire. De dame is er zwanger van geworden, wil abortus plegen, de man – ogenschijnlijk opgewekt – kampt met paniekaanvallen, de derde heeft ruzies thuis. Dit sombere trio wordt geronseld voor een routineklus: het naar het vliegveld vervoeren van een uitgeprocedeerde vluchteling. Hij moet terug naar Turkmenistan. Onderweg krijgen ze ruzie. Ze discussiëren over het vrijlaten van de man.

Problematische film! 1) Ongeloofwaardig verhaal. Deze drie mensen hebben niets met het vak agent te maken. Hun werk is een alibi voor een saai melodrama. 2) Matig uitgewerkte karakters die alleen maar ernstig doen. Een pak problemen meedragen is niet hetzelfde als een boeiende karakterschets. 3) De film wil zo overduidelijk maatschappijkritiek uitdragen, dat je twijfelt: was dit een jeugdfilm voor twaalfjarigen? 4) Het ergste misschien wel: wat een saaie film! Dit soort verhalen zijn al honderden keren bedacht.

Police bewijst opnieuw niet dat de Franse cinema niet is ingehaald door de tijd. Daar helpt de rol van Intouchables-ster Omar Sy ook niets tegen.

 

My Thoughts are Silent

My Thoughts are Silent – Geluiden van Oekraïense dieren
Van maatschappijkritisch drama snellen we naar een tragikomedie. Vadim is een jonge muzikant, creëert beats (‘trap’) en neemt geluiden op voor een internationaal gamebedrijf. Volgende opdracht: geluiden van echte Oekraïense dieren. Voor hem een carrièrekans. Voor die dieren keert Vadim terug naar zijn ouderlijk huis in de provincie. Met zijn moeder gaat hij op een roadtrip door het platteland. Geluiden opnemen. Zij zit intussen in een midlifecrisis. Ze ziet haar zoon nooit, heeft een Italiaanse minnaar die niet bestaat maar wel geld wil, zoekt een partner, et cetera. Alles gaat goed, op een geluid van een speciaal Oekraïens vogeltje na. Daarvoor moet hij nog dieper de provincie in. Tot een moeras aan toe.

Geslaagde film over een paar prettig gestoorde mensen in de Oekraïne. Sterk moeder-zoonverhaal. Tragikomisch script heeft een goed evenwicht (en boort extra lagen aan met subtiele symboliek). Acteurs (Iryna Verenych-Ostrovska en Andriy Lidagovskiy) hebben komische talenten. Hier en daar geslaagde cinematografie. Terwijl dit slechts een debuut was (van Antonio Lukich).

Het slot is denk ik het beste deel als we een paar hilarische portretten van Oekraïners zien (een Labellostift speelt daarbij een belangrijke rol). Met het talent is niets mis. Het jammerlijke is alleen dat het allemaal net iets te timide is. Het had wat scherper mogen zijn. Met meer flair in stijl zou de humor beter uit de verf komen.

 

Lapsis

Lapsis – Kabelen in het bos
En van tragikomedie steken we over naar sciencefiction. Ray heeft een broer die lijdt aan een mysterieuze ziekte genaamd omnia. Hij wil hem een speciale kuur laten ondergaan. Die kuur kost geld. Gelukkig kent hij Felix, een ietwat schimmig figuur. Die heeft nog wel een klusje voor hem: kabelen in een bos. Je hoeft er niets voor te kunnen. Kabels op een wagentje en routes lopen. ‘s Nachts slaap je in tenten in het bos. De kabelaars pluggen de kabels in metalen kubussen die her en der in het bos staan. Dat hoort bij de handel in het nieuwe superproduct ‘quantum’.

Ray leert diverse kabelaars kennen. Medekabelaars blijken hem niet te mogen. Later blijkt waarom: zijn alias ‘Lapsis Beeftech’ heeft een programma geschreven dat de vrijheden van deze kabelaars ernstig inperkt. Ray, die goed verdient met deze illegale pas, komt voor een lastige keuze te staan: helpt hij de kabelaars of kiest hij eieren voor zijn geld.

Het script is eerder op mensen gericht en sciencefiction heeft een amusante bijrol – zoals ik het zelf graag zie. De satire op de commercie achter een nieuw hosannaproduct is heel herkenbaar. Het gesjouw met de kabels in het bos is een grappig gegeven (wie zegt ons dat dit nooit zal gebeuren? je hebt immers ook mensen die denkbeeldige pokemons zoeken op straat). De acteurs geven deze sciencefiction de juiste menselijke sjeu mee. Ook opvallend: de film maakt slim gebruik van een laag budget.

Erg aardige film. Lijkt alsof er een indiegenre voor nabije, lichtvoetige sf aan het ontstaan is en ik ben daar alleen maar blij mee (ik denk bijvoorbeeld ook aan een film als Creative Control). Deze film van schrijver/regisseur/documentairemaker/zoon van actrice Debra Winger, Noah Hutton, is alvast een goede afgevaardigde voor dat genre.

 

5 november 2020

 

LIFF 2020 – Deel 1
LIFF 2020 – Deel 3
LIFF 2020 – Deel 4

 

MEER FILMFESTIVAL