*
recensie Dying of the Light
De film die niet uitgebracht had mogen worden
door Cor Oliemeulen
Soms is een film zo armoedig en waardeloos dat hij in distributie gaat om enkel argelozen en geldschieters te behagen. Maar wat moet je als jouw artistieke werkstuk geknipt en geschoren in de bioscoop verschijnt?
‘How can the same shit happen to the same guy thrice?’, jammert held John McClane in het derde deel van de Die Hard-reeks. We hebben het over Paul Schrader. In de jaren zeventig was hij een van de grootste Amerikaanse scenaristen (o.a. Taxi Driver, 1976) en later ging hij regisseren (o.a. American Gigolo, 1980). Na het voltooien van zijn laatste film, Dying of the Light, kreeg hij voor de derde keer ruzie met studiobazen, want die waren kennelijk bang dat de film te weinig zou opbrengen. Hetzelfde lot onderging Schrader na zijn beoogde versie van Dominion: Prequel to the Exorcist (2005) toen actieregisseur Renny Harlin opnieuw de film onder handen moest nemen. En bij zijn voorlaatste film, The Canyons (2013), weigerde Paul Schrader hulp aan de snijtafel van regisseur Steven Soderbergh.
Spreekverbod
Als het aan Schrader ligt, was Dying of the Light nooit uitgebracht. Aangezien hij volgens zijn contract niet mag spreken over de ‘technische’ kant van de film uitte hij zijn ongenoegen op Facebook. ‘Een film die ik heb geschreven en geregisseerd, is van mij afgenomen en zonder mijn inbreng opnieuw gemonteerd’, schrijft Schrader.
Om zijn stille protest kracht bij te zetten, plaatste hij een foto waarop hij zich hult in een T-shirt met tekst die weinig aan de verbeelding over laat. Opmerkelijk genoeg dragen ook de drie andere belangrijkste betrokkenen van Dying of the Light een soortgelijk shirt, te weten producer Nicolas Winding Refn en hoofdrolspelers Nicolas Cage en Anton Yelchin.
Het is meer dan aannemelijk dat studio Grindstone het einde van de film heeft veranderd. Dit blijkt uit een oud Deadline-interview met Nicolas Winding Refn over zijn film Drive (2011) toen Winding Refn nog de beoogde regisseur van Dying of the Light was, hij Harrison Ford als protagonist voor ogen had en bijzonder bleek gecharmeerd van het existentialistische verhaal met het bijpassende eind. Het moet gezegd: Dying of the Light had een betere finale verdiend. De slotactie die Nicolas Cage’s personage onderneemt, is armoe troef. Grindstone denkt waarschijnlijk dat het publiek liever bloed ziet dan thuis verder moet filosoferen over de nobele motieven van een man die mogelijk niet lang meer te leven heeft.
Verminkt oor
Wat nog meer aan het draaiboek is gesleuteld, zullen we misschien nooit weten. Wel duidelijk is de gebrekkige montage van deze dramathriller, die begint met de foltering van CIA-agent Evan Lake (Nicolas Cage). Lake houdt er een verminkt oor aan over. Vele jaren later blijkt er een agressieve ziekte in zijn hoofd te spoken en is er misschien nog net tijd om wraak te nemen op de man die hem destijds zo heeft gemarteld. Met hulp van oud-collega Milton Schultz (Anton Yelchin) gaat hij op zoek naar de sadist, van wie aanvankelijk niet zeker is of hij nog in leven is, aangezien die zou lijden aan een ongeneeslijke bloedziekte. Lake krijgt in Boedapest hulp van zijn ex-geliefde Michelle (Irène Jacob) om hierna alleen af te reizen voor de confrontatie met zijn beul in Kenia.
Nicolas Cage acteert teveel op de automatische piloot. Hij is weliswaar op zijn best als gemankeerd personage met een getormenteerde ziel (o.a. Bad Lieutenant, 2009 en Joe, 2013), maar in Dying of the Light maakt Cage zich weer schuldig aan onvervalste staaltjes overacteren. Maar de grootste makke is de niet al te geloofwaardige verhaallijn en het plichtmatige wraakeind dat de film definitief berooft van Paul Schraders verfrissende – maar kennelijk ouderwets geachte – kijk op vergelding.
13 maart 2015