Janis: Little Girl Blue

****

recensie  Janis: Little Girl Blue

Vrije geest op zoek naar liefde

door Alfred Bos

Na meer experimentele filmportretten over Kurt Cobain en Amy Winehouse weet de documentaire Janis: Little Girl Blue, over jaren zestig-zangeres Janis Joplin, met traditionele middelen te overtuigen. Het slaat Howard Alks Janis uit 1974 op psychologie en context.

Janis Joplin rebelleerde haar leven lang tegen het milieu van haar jeugd, maar ze schreef ook trouw brieven aan haar ouders. Daar maakt documentairemaker Amy Berg dankbaar gebruik van in Janis: Little Girl Blue, haar portret van de Texaanse rhythm & blueszangeres, gemaakt voor de reeks American Masters van de publieke omroep in Amerika. De citaten uit brieven aan familie en vrienden, in voice-overs van zangeres Cat Powers, geeft de biografie een persoonlijke, zelfs intieme stem.

Het maakt het verhaal van Janis Joplin nog schrijnender dan het al is. In 1943 geboren als oudste kind van een oerconservatief gezin (vader ingenieur, moeder huisvrouw) was Joplin van jongs af aan onzeker over haar fysieke verschijning. Daarnaast voelde ze zich onbegrepen, niet alleen door haar ouders. Haar vrije geest vond geen weerklank in de conformistische wereld van haar geboorteplaats, de oliehaven Port Arthur, een provinciestadje in Texas, kleiner dan Hilversum. Ze werd een dwarskop met een negatief zelfbeeld, bijna wanhopig op zoek naar acceptatie en liefde.

Janis: Little Girl Blue

Psychedelische revolutie
Die vond ze, na enkele valse starts in Austin en North Beach, Californië, in het embryonale hippiemilieu van San Francisco, waar in 1965 de tegencultuur van beatniks en folkies op het punt stond te ontbotten tot wat een culturele schokgolf bleek te zijn, de psychedelische revolutie. Joplin voelde zich als in vis in het water in die omgeving van artistieke bohemiens, gelijkgestemde zielen die haar persoonlijkheid en talent met open armen ontvingen. Het podium was haar thuis, het applaus zalf voor een afgewezen ziel. Maar ze bleef een gekwetst kind, buiten het toneel had ze constant bevestiging nodig.

Het was te danken aan haar wilskracht dat Big Brother and the Holding Company niet één, maar tweemaal optrad tijdens het Monterey Festival van juni 1967. De band weigerde filmmaker D.A. Pennebaker aanvankelijk toestemming om hun concert vast te leggen. Joplin begreep de monumentale domheid van die beslissing en drukte een herkansing door. Het werd haar doorbraak. Berg toont Pennebakers beelden van haar spraakmakende vertolking van Big Mama Thorntons ‘Ball and Chain’ en de verblufte reactie op het gezicht van Mama Cass. Clive Davis, directeur van platenmaatschappij Columbia (CBS), stond erbij en contracteerde haar ter plekke.

Psychologisch portret
Bergs film heeft ook aandacht voor de muzikale ontwikkeling van Joplin. Eerste inspiratiebron Odetta, grote voorbeeld Otis Redding, het amateurisme van de Holding Company (onthullende beelden uit de opnamestudio), de door manager Albert Grossman (tevens zakelijk begeleider van Bob Dylan) ingegeven beslissing om als soloartiest verder te gaan, Joplins onvermogen om een band te leiden en de artistieke (en commerciële) triomf van het posthuum verschenen solo-album Pearl—het komt allemaal in ruim honderd minuten langs, maar het psychologische portret blijft centraal staan.

Zelfs toen ze, 24 jaar oud inmiddels, een held was in de scene van San Francisco meenden haar ouders haar te kunnen en moeten corrigeren. Dat onbegrip voor de opvattingen van de jonge generatie was typerend voor de jaren zestig, maar in Joplins geval is het extra wrang. Drank en heroïne moesten het gebrek aan liefde compenseren.

Janis: Little Girl Blue

Tragisch ongeluk
Ze kickte af, vond op het strand van Rio de Janeiro een (Amerikaanse) vriend, werkte met vermaard producer Paul Rothchild (The Doors en vele anderen) aan haar eerste solo-album en overleed op 4 oktober 1970 op een hotelkamer in Los Angeles aan een overdosis, of eigenlijk, aan eenzaamheid. Het was een tragisch ongeluk, zoals de film subtiel duidelijk maakt. Wat de film niet vertelt is dat er diezelfde week in LA nog een handvol heroïnedoden vielen, allemaal afnemers van dezelfde dealer.

Berg heeft zo ongeveer alle belangrijke en nog levende personen uit het korte leven van Joplin sprekend voor de camera gekregen. De belangrijkste bijdrage komt van Joplins jongere zus Laura, die de beste Joplin-biografie – Love, Janis uit 2005 – heeft geschreven; er zijn er inmiddels vier. Een andere biograaf, John Byrne Cooke, komt ook aan het woord. Puttend uit het omvangrijke archief van beeldmateriaal over Joplin en voorzien van commentaar door een stoet van muzikanten, voormalige minnaars (zowel vrouw als man, waaronder Dick Cavett) en vrienden uit alle fasen van haar leven weet Janis: Little Girl Blue te raken. Het moet een leuk mens zijn geweest. Ze had beter verdiend.

 

18 januari 2016

 

MEER RECENSIES