Movies that Matter Festival 2025 – Deel 4:
Op de drempel van oorlog
door Tim Bouwhuis
Geen betere stad om na te denken over orde en rechtvaardigheid dan Den Haag, waar het Internationaal Gerechtshof zetelt en het Movies that Matter Festival jaarlijks relevantie ademt. Ook deze editie (21-29 maart) bevat het programma verschillende films die opvattingen over de inrichting van de maatschappij koppelt aan actuele politieke vraagstukken. In dit tweede en verwante verslag aandacht voor (de dreiging van) oorlog. Hoe ver staat het geopolitieke steekspel van de Europese bondgenoten af van gebieden waar het geweld structureel is?
Facing War – Wie is de ware regisseur?
In het najaar van 2024 volgde ‘onze’ Mark Rutte Jens Stoltenberg op als hoofd van de NAVO. Documentairemaker Tommy Gulliksen mocht de afzwaaiende leider filmen op momenten die het journaal normaal gesproken niet halen. Hij vergezelde Stoltenberg in dienstauto’s, treincoupés, privévertrekken, vergaderruimtes en (letterlijk) in de wandelgangen.
De afsluitende periode van het NAVO-hoofd was een rumoerige. In de nasleep van de Russische invasie in Oekraïne moest Stoltenberg continu laveren tussen steunbeloftes en diplomatieke voorzichtigheid. Europese leiders (Rutte incluis) die Oekraïne in en na 2022 een hart onder de riem staken, dreigden nog wel eens te vergeten dat het land geen NAVO-lid was (en is). Stoltenberg moest dan telkens de eerste zijn om de nuance te blijven opzoeken en zo de precaire vrede te blijven bewaren. In de loop van Facing War stuurt de Noor zijn koers wel bij in de richting van Volydymyr Zelensky: “Er is geen risicovrije optie als Poetin je buur is.”
Facing War doet in zijn opzet denken aan Das Forum, een Duitse documentaire die in 2019 draaide op IDFA. De film belooft een blik achter de schermen bij de jaarlijkse top van het World Economic Forum, maar blijft hangen in toegestemde registraties van relatief oppervlakkige taferelen. De leiders zijn zich er bewust van dat ze gefilmd worden en proberen zichzelf met een kwinkslag te presenteren, mede door het juist eens niét over hun werk te hebben. WEF-voorman Klaus Schwab sorteert persoonlijke presentjes voor de leiders die langskomen (“Voor Merkel heb ik een koebel”). Stoltenberg vertelt over The Sopranos, een van de weinige televisieseries waar hij ooit tijd voor heeft gemaakt. “Er komt veel last op zijn schouders te liggen, omdat iedereen op elk moment wat van hem wil”, zegt hij over pater familias Tony. “Dat herken ik wel.” Direct daarna: “Maar het is niet goed om de vergelijking met een maffiabaas te maken. Dat kan slecht zijn voor mij en slecht voor de NAVO.”
De zelfbewuste houding die in dit soort opmerkingen doorschijnt, maakt dat Facing War wegkijkt als een intrigerend, maar ook wat vermoeiend compromis. De film is nog geen vijf minuten onderweg als de NAVO-baas na een ontmoeting met Joe Biden al zijn geheimhoudingsplicht aanhaalt (“Misschien moet dit er later weer uitgeknipt worden”). Hardop weegt hij af wat hij wel en niet kan vrijgeven over zijn één-op-één momenten met de voormalige president. De ware regisseur van de film is niet Tommy Gulliksen, maar Jens Stoltenberg.
Door de blijvende actualiteit van het conflict tussen Oekraïne en Rusland, overvleugeld door een bredere oorlogsdreiging (van de week nog begon Stoltenbergs opvolger plots weer over Polen), is Facing War prikkelende politieke kost. Toch valt het tegen hoe diep de documentaire echt ingaat op de diplomatieke spanningen waar Stoltenberg zich toe verhoudt. “Je moet in gesprek blijven”, klinkt het als de baas een rondvaart over de Bosporus maakt met Tayyop Erdogan. Aan een reeks vergadersessies met omhooggevallen communicatieadviseurs wordt meer aandacht besteed. Atmosferische muziek van het Noorse duo Röyksopp overstemt taferelen die misschien wel meer te vertellen hadden.
Kamay – Dreiging door een andere bril
Het Afghaanse Kamay plaatst de dreigingsretoriek in Facing War in een relativerend perspectief. De coproductie met België, Frankrijk en Duitsland begint met een introtekst die het eind van de 19e eeuw memoreert. Een van de grootste etnische groeperingen in Afghanistan, de Hazara, verzette zich toen tegen het drukkende regime van de zogenoemde Amir (politiek en militair heerser). De opstand werd gewelddadig de kop ingedrukt, en een tijdsprong naar “zo’n 130 jaar later” impliceert dat er in de tussentijd niet genoeg is veranderd.
Sinds de Taliban in de jaren ’90 de macht grepen in gebieden waar de Hazara leefden, moeten de mensen die zich tot de groepering rekenen weer geregeld voor hun leven vrezen. In 2021 en 2022 vonden er verschillende executies van Hazara plaats, en in 2023 deed Amnesty International een dringende oproep aan de Mensenrechtenraad van de VN. Kamay werd gefilmd over een periode van zes jaar en hint overwegend subtiel naar de continue geweldsdreiging.
De documentaire volgt een Hazara-familie die rouwt om het verlies van dochter Zahra. Zij overleed onder mysterieuze omstandigheden tijdens een onderzoek aan de universiteit. Bij het aanspreken van een advocaat en het vissen naar de medewerking van de institutie blijkt het verkrijgen van duidelijkheid een hopeloze opgave. Onverschilligheid is een van de grootste vijanden van gerechtigheid.
De dreiging van de Taliban hangt als een sluier over de film, maar het onverbloemde geweld zien we in Kamay niet in beeld. Alleen op gezette momenten horen we dorpsgenoten van de familie hun angst en wanhoop uiten. De verdwijning van Zahra voelt zo niet alleen als de bouwsteen van het verhaal, maar ook een metafoor voor de aanhoudende onderdrukking van een minderheidsgroepering. De voice-over die de vertelling draagt, is bedeesd, bijna fluisterend. Een visueel hoogtepunt is een moment waarop we alleen dwarrelende sneeuw in beeld zien, de duisternis is ondoordringbaar.
Leg Kamay naast Facing War en het steekspel tussen Poetin en de NAVO-bondgenoten voelt plots nog net wat surreëler aan. Hoe ver staat hun dreigingsretoriek af van de situatie in Centraal-Afghanistan, waar er elk moment daadwerkelijk troepen kunnen binnenvallen? Is de angst van de Hazara in Kamay te vergelijken met de angst van een westerse modelburger, die online shopt voor een sjiek noodpakket? Bij stedelijke geweldsincidenten met een schijnbaar terroristisch motief zeggen we al snel: “Het komt nu toch wel dichtbij.” Tegelijk hebben we geen idee hoe het voelt als de oorlog echt op de stoep staat. Naar het voorbeeld van de Koude Oorlog zijn we leiders gewend die met vrede jongleren, alsof ze over een hindernisparcours lopen met een hardgekookt ei op een pollepel. Zo lang het ei niet valt, is er eigenlijk niets aan de hand.
In de wereld van Kamay is het figuurlijke hindernisparcours nooit uitgezet. Er zijn geen leiders die het spel spelen, alleen onderdrukkers die de dienst uitmaken. Houden zij zich koest, dan kunnen de onderdrukten nog dromen van morgen. Slaan zij toe, dan gebeurt dat met een vingerknip. Zonder maandenlange onderhandelingen, zonder politieke top en zonder persconferentie. Misschien is het wel zo dat we in Europa pas écht reden tot vrezen hebben als de dreigementen tijdelijk worden gestaakt. Als de kans op een acute oorlog minimaal lijkt, omdat alle leiders de intentie van vrede hebben uitgesproken. Misschien wordt dat wel het moment waarop een slimme vijand besluit om tóch toe te slaan.
29 maart 2025
Movies that Matter Festival 2025 – Deel 1: Tussen spreken en zwijgen
Movies that Matter Festival 2025 – Deel 2: Israël en Palestina
Movies that Matter Festival 2025 – Deel 3: Rusland