***
recensie Magic in the Moonlight
Romantiek aan de Rivièra
door Alfred Bos
Zelfs de routinefilms van Woody Allen zijn scherper en diepzinniger dan de meeste eigentijdse romcoms. De 78-jarige regisseur en scenarioschrijver levert in zijn vierenveertigste rolprent vertrouwde kwaliteit.
De quizvraag voor thuis: wat was het laatste jaar dat Woody Allen géén nieuwe film in de bioscoop had? Dat was 1981, het jaar waarin Ronald Reagan als president werd beëdigd. Onwaarschijnlijke productie, van niveau ook, want op zeperds is de 78-jarige regisseur (één Oscar) en scenarioschrijver (drie Oscars) nimmer te betrappen geweest. Voor hen die jaarlijks naar de bios gaan om de nieuwe Allen te savoureren, Magic in the Moonlight is van de gekende kwaliteit. Vertrouwd ook omdat er in de rolprent diverse Allen-karakteristieken voorbij komen.
De romantische komedie speelt aan de Côte d’Azur in het jaar 1928, op de soundtrack getypeerd door de ‘hot’ jazz en klassieke muziek van die dagen (Stravinsky, Ravel). Colin Firth speelt de excentrieke Britse misantroop Stanley, die als de ‘Chinese’ illusionist Wei Ling Soo olifanten weg tovert op het toneel van een Berlijns variététheater; en passant horen en zien we Ute Lemper een schuimend lied vertolken. Allen varieert al een loopbaan lang op de thema’s bluf en schijn.
Freud en fraude
Stanley’s aanwezigheid is gewenst in de Provence, waar een jong Amerikaans medium, Sophie (Emma Stone), een gefortuneerde familie dreigt te tillen. Hij, de Nietzsche citerende scepticus die bekend is met alle trucs van het illusionistenvak, moet haar ontmaskeren. Het is goed voor woordspelige grappen over Freud en fraude. De film toont de botsing van ratio (Stanley) en magisch denken (Sophie), van argwaan en geloven, van cynisme en spiritualiteit. De les: zonder illusies kun je niet leven.
Het is een klassieke Allen-moraal, zoals Magic in the Moonlight een klassieke Allen-film is. Stanley is de licht neurotische tobber die de alledaagse waanzin doorziet, maar niet begrijpt. Hij fileert goedgelovigheid en hypocrisie in spitse dialogen, vaak ten koste van zichzelf. Stanley is de buitenstaander in een coterie van wereldvreemde upper class en berekenende paladijnen, die omgeven door weelde de tijd doden met galafeesten, nutteloze uitstapjes en spirituele seances. Stanley doet mee, maar staat er boven. Denkt hij.
Magisch mediterraans licht
Wie de geestige dialogen en spitsvondige terzijdes aan zich voorbij laat gaan en alleen naar het decor kijkt, ziet een authentiek vormgegeven en schitterend gefotografeerd paradijs, badend in het magische licht van de Midi. Voor de filmopnamen zijn de reclameborden langs de kustweg van Nice naar Menton verwijderd, zodat Stanley en Sophie in hun klassieke Riley-automobiel door een ongerept landschap kunnen rijden. In 1928 waren er zwerfvuil noch rugzaktoeristen. En niemand was getatoeëerd.
Magic in the Moonlight mist het zwarte randje dat Allens voorgaande film, Blue Jasmine, boven de routine uit tilt. Zijn vierenveertigste film is een pleidooi voor romantiek en gespeelde onschuld als alternatief voor cynisme en eigenbelang. Het is géén gestyleerde nostalgie, daarvoor prikt Allen te scherp door de verwaten naïviteit van zijn personages. Zoals alle sprookjes heeft Magic in the Moonlight en happy end. Met Stanley komt het goed, want de illusionist geeft zich over aan de illusie. Magie maak je zelf.
18 augustus 2014