***
recensie Song to Song
Draaien rond het niets
door Alfred Bos
Met Song to Song voltooit Terrence Malick zijn ‘relatie-trilogie’. Het is dezelfde film als zijn voorgaande, Knight of Cups, maar dan over een driehoeksverhouding in het muziekmilieu van Austin. En met een mislukte geluidsband.
Voelt Terrence Malick de adem van Magere Hein langs zijn wangen strijken of laait in de herfst van zijn filmloopbaan de inspiratie op tot een uitslaande brand? Sinds het lang verloren gewaande wonderkind van de Amerikaanse cinema in 2011 zijn ‘kosmische manifest’ The Tree of Life (van de oerknal tot het hier en nu in 139 beeldschone minuten) op de wereld losliet is de man niet te stuiten.
Zijn nieuwe, Song to Song, is zijn vierde speelfilm in zes jaar tijd. Bovendien voltooide hij een documentaire die aansluit op het filosofische The Tree of Life – Voyage of Time: Life’s Journey, met commentaarstem van Malick-getrouwe, Cate Blanchett – en is zijn komende film, zijn negende, bijna gereed voor roulatie. Dat wordt het in Europa gedraaide Radegund, met Matthias Schoenaerts als Oostenrijkse herder die weigert zich met de nazi’s te encaillaneren.
Aldus produceerde Malick in luttele jaren meer films dan in de dik dertig jaar tussen zijn verbluffende debuut Badlands (1973) en het bejubelde The New World (2005), dat geldt als een van de beste films van de afgelopen decennium en zijn terugkeer naar de cinema verzekerde. Maar is meer ook beter?
Relatie-trilogie
Song to Song is de derde film op rij in de volkomen unieke filmtaal die Malick in rudimentaire vorm introduceerde met The Tree of Life: geen directe dialogen maar voice-overs met poëtische overpeinzingen en vragen over het leven; briljante cinematografie; geen duidelijke handeling of verhaal, maar een reeks impressionistisch gemonteerde scènes die improviserend tot stand zijn gekomen; stemmige orkestmuziek – doorgaans Duits romantisch dan wel Frans impressionistisch – op de geluidsband. Binnen dertig seconden weet je: ik zit naar een Terrence Malick te kijken.
Met To the Wonder (2012) en Knight of Cups (2015) vormt Song to Song ook qua thematiek een drieluik: je zou het de ‘relatie-trilogie’ kunnen noemen. In To the Wonder staat een jong getrouwd stel in Oklahoma centraal; in Knight of Cups de vader-zoonrelatie van een succesvolle maar spiritueel lege filmproducer in Los Angeles. En in Song to Song draait het om een driehoeksrelatie met het muziekmilieu van Austin als achtergrond.
Acteurs van reputatie staan in de rij om met Malick te kunnen werken en met de liefdesdriehoek van Song to Song komen ditmaal drie acteurs aan hun trekken. Rooney Mara vertolkt de beginnende muzikante Faye. Ze ontmoet op een riant maar loos artiestenfeest aan het zwembad van een postmodernistische villa BV (Ryan Gosling), een muzikant die op punt van doorbreken staat; ze beginnen een relatie. Maar dan is er ook de geslaagde platenproducer Cook (Michael Fassbender), toonbeeld van branie en bluf, die zich voor de carrière van Faye, onzeker over haar identiteit, wil inzetten in ruil voor seksuele gunsten.
Dezelfde film
Setting en personages wijken af, maar in de grond van de zaak is Song to Song dezelfde film als zijn voorganger Knight of Cups, alleen dan minder geslaagd. Hetzelfde om elkaar heen draaien van de personages, hetzelfde gefrunnik aan stoeipoezen, dezelfde bête feestjes, en dezelfde protserige interieurs, hetzelfde afwijkende camerawerk en dezelfde (quasi)diepzinnige overpeinzingen als voice-over. Omdat de film drie hoofdpersonen telt, heeft Song to Song meer dialoog. Maar ook die draaien rondjes rond—is het de hete brij of een gat, de leegte van het bestaan?
Mara is geknipt voor de rol van de muizige muzikante met faalangst. Fassbender daarentegen maakt van de charmante bruut Cook een karikatuur. De held van het trio hoofdrollen is Ryan Gosling, wiens intelligentie en charisma menige stuurloze scène van verveling redden. In de bijrollen zien we Val Kilmer (gemodelleerd op rockster Gregg Allman), Natalie Portman (die zo ongeregeld opduikt dat ze er eigenlijk niet is), de onvermijdelijke Cate Blanchett (als MILF die voor Goslings BV valt) en de Zweedse singer-songwriter Lykke Li als de muzikante Lykke, zichzelf dus.
Gekende rocksterren als Iggy Pop, Johnny Lydon en Red Hot Chili Peppers spelen eveneens zichzelf in cameo’s. Een glansrol vervult veterane Patti Smith, die zich als een moederkloek ontfermt over Faye en haar van advies voorziet door over haar leven te vertellen. Die scènes, eveneens geïmproviseerd, behoren tot de beste van de film. Daar komt hij even tot leven.
Verknipte geluidsband
Malicks afwijkende en idiosyncratische filmvorm is na To the Wonder en Knight of Cups bijna een formule geworden en het trekt Song to Song naar de geeuwzone. De mooifilmerij van Malicks vaste cameraman Emmanuel Lubezki begint, hoe is het mogelijk, te irriteren en met voice-overs als ‘Mercy was just a word. I never thought I needed it’ vul je poesiealbums, geen Malick-films.
Maar het grootste verschil met het geslaagde Knight of Cups – en hét manco van Song to Song – is de geluidsband. Daarop schuiven orkestmuziek (Debussy, Mahler, Ravel, Arvo Pärt) en pop (van de sixties-rock & roll van Del Shannon tot de rave-rap van Die Antwoord) volstrekt willekeurig in en uit het audiobeeld, alsof een baby aan de knop van een iPod draait. Van song to song inderdaad, zonder bedoeling. De filmposter zegt het allemaal in één beeld: in het midden van een vinylplaat zit—een gat.
2 mei 2017