**
recensie The Session Man
Nicky Hopkins verdient beter
door Jochum de Graaf
Met The Session Man wil regisseur Michael Treen de onderbelichte carrière van Nicky Hopkins, de briljante sessiepianist die een onuitwisbaar stempel drukte op het gouden tijdperk van de popmuziek, in de schijnwerper zetten. Helaas vervalt de veel te detaillistische en oppervlakkige documentaire tot een hagiografie.
In de dertig jaar van zijn carrière leverde studiomuzikant Nicky Hopkins aan ruim 250 albums een essentiële bijdrage. Hij behaalde twee keer een ‘grand slam’: de eerste keer in 1968 toen hij zowel op albums van The Rolling Stones als van The Beatles, The Kinks en The Who, de toenmalige Grote Vier van de Britse popmuziek, had meegespeeld. De tweede keer kwam in 1989, toen hij in 18 jaar tijd hij een bijdrage had geleverd aan een soloalbum van alle vier ex-Beatles.
Het iconische intro van She’s like a Rainbow (The Rolling Stones) is een nummer van zijn hand. In Sympathy for the Devil, misschien wel het meest karakteristieke Stones-nummer, is het niet het gitaarspel van Keith Richards, maar de straf voortstuwende piano-akkoorden van Nicky Hopkins die het nummer zijn rauwe kracht geven. Bij The Song is Over, klassieker van The Who, versterkte zijn pianospel juist de melancholische gratie van het nummer. Zonder Hopkins melodieuze bijdrage zou Joe Cockers You Are So Beautiful nooit zo’n kaskraker geworden zijn. Hij speelde mee op John Lennons beroemdste album Imagine, al is er enige discussie of Nicky Hopkins of toch John Lennon zelf de pianopartij in Jealous Guy voor zijn rekening nam.
Breed repertoire van stijlen
In The Session Man komt Nicky zelf in een interview uit 1993 aan het woord, een jaar voor zijn dood. Hij vertelt dat hij op zijn derde onder een vleugel stond en dat zijn moeder hem optilde zodat hij bij de toetsen kon. Hij groeide op in de Londense voorstad Perivale en won een studiebeurs voor de Londense Royal Academy of Music. Op zijn zestiende studeerde hij overdag klassieke muziek en ’s avonds trad hij op met een band onder leiding van de excentrieke Britse Screaming Lord Sutch.
Al gauw ging Hopkins’ naam door het clubcircuit en werd hij een veelgevraagd muzikant. Met zijn klassieke opleiding, gecombineerd met zijn rock-’n-roll-ervaring kon hij putten uit een breed repertoire van stijlen die hij moeiteloos met elkaar verbond. ‘De meeste bands bestonden uit gitaren en drums, ze beseften dat de piano harmonische rijkdom en melodieuze flair toevoegde’, klinkt het in het commentaar.
Behalve bij de reeds genoemde bands en artiesten trad Nicky Hopkins ook op als sessiemuzikant bij uiteenlopende muzikanten als The Hollies, Rod Stewart, Donovan, Cat Stevens, P.P. Arnold, Graham Parker & The Rumour. Hij werd uitgenodigd lid te worden van Led Zeppelin, maar koos voor The Jeff Beck Group, in wie hij meer muzikaal potentieel zag.
Midden jaren zeventig en in de jaren tachtig verbleef hij langere tijd in de VS. Hij ging de studio in met de Steve Miller Band, stond met Jefferson Airplane op het podium op het legendarische Woodstockfestival. Hij leverde aan 9 van de 11 nummers op Schmilsson, het legendarische album van Harry Nilsson, een bijdrage. Raakte bevriend met Jerry Garcia, voorman van super undergroundband The Grateful Dead, woonde langere tijd bij John Cipollina, leider van Quicksilver Messenger Service, de band waar Hopkins deel van uit ging maken. Art Garfunkel vroeg hem om mee op tournee te gaan en David Soul, steracteur van de jaren tachtig hitserie Miami Vice, huurde hem in om zijn muzikale aspiraties vorm te geven.
‘Het is ongelooflijk om te bedenken dat Nicky niet alleen een belangrijk onderdeel was van de meest inventieve periode in de Londense muziekscene van de jaren 60, maar ook iedereen in de Amerikaanse scene aan de westkust heeft beïnvloed’, stelt Peter Frampton.
Ziekte van Crohn
Nicky Hopkins had een zwakke gezondheid. Hij stierf september 1994, was nog maar 50. Op zijn negentiende belandde hij in het ziekenhuis met een mysterieuze ziekte. In een urenlange operatie sneden de artsen, zoals dat plastisch wordt uitgedrukt, ‘delen van zijn darmen weg’. Hopkins bleek aan de ziekte van Crohn te lijden. In de film legt Sara Sleet CEO van de liefdadigheidsinstelling Crohn’s & Solitis UK uit dat het daarbij gaat om een ongeneeslijke ingewandsstoornis doordat het immuunsysteem niet werkt.
De jonge muzikant Tom Speight vertelt dat leven met Crohn geen pretje is. Optreden is zwaar en vermoeiende tournees zijn niet eigenlijk niet te doen. De ziekte was voor Nicky Hopkins de belangrijkste reden om zich op zijn sessiewerk te concentreren. Zijn ziekte verhinderde overigens niet dat Nicky grote hoeveelheden drank en drugs tot zich nam, hij hele periodes van de kaart was en dat zijn vroege dood niet onverwacht kwam. Zijn tweede vrouw, Moira, vertelt over de laatste moeizame, maar toch ook gelukkige jaren in een tweekamerappartement in Nashville.
Hagiografie
Voorwaar, het zijn wapenfeiten die een indrukwekkend eerbetoon aan de man, die algemeen wordt beschouwd als de beste studiomuzikant uit de geschiedenis van de rockmuziek, had kunnen opleveren. Maar wat valt The Session Man in dat opzicht tegen. We krijgen een niet aflatende stroom aan muzikanten, producers, platendirecteuren, concertorganisatoren en Crohn-deskundigen te zien, keurig chronologisch ingedeeld naar alle episodes, de platensessies, de optredens, de vele ontmoetingen met al die popgrootheden, het verloop van zijn ziekte. Allemaal talking heads die het een na het andere cliché debiteren, en een litanie aan loftuitingen: ‘fantastisch’, ‘geweldig’, ‘legende’, ‘geniaal’, ‘ongelooflijk talent’, ‘bijzonder sympathiek’, ‘met hem erbij werd het nummer zoveel beter’, ‘hij had een instinct voor de juiste toon op het juiste moment’. The Session Man verwordt daarmee tot een hagiografie.
Illustratief is het interview met Moira die vertelt hoe ze hem na een concert ontmoette. ‘Hij was zo aardig’, had ze tegen haar vriendin gezegd, ‘met zo iemand zou ik wel willen trouwen.’ En verdomd, een half jaar later was ze met hem getrouwd. Volgens haar spiegelde Nicky zich aan Chopin, wat op zich een mooie invalshoek had kunnen opleveren. Moira houdt het bij de opmerking ‘Nicky geloofde in reïncarnatie’. Nicky Hopkins verdient oneindig veel beter.
27 mei 2025