The Session Man

**
recensie The Session Man
Nicky Hopkins verdient beter

door Jochum de Graaf

Met The Session Man wil regisseur Michael Treen de onderbelichte carrière van Nicky Hopkins, de briljante sessiepianist die een onuitwisbaar stempel drukte op het gouden tijdperk van de popmuziek, in de schijnwerper zetten. Helaas vervalt de veel te detaillistische en oppervlakkige documentaire tot een hagiografie.

In de dertig jaar van zijn carrière leverde studiomuzikant Nicky Hopkins aan ruim 250 albums een essentiële bijdrage. Hij behaalde twee keer een ‘grand slam’: de eerste keer in 1968 toen hij zowel op albums van The Rolling Stones als van The Beatles, The Kinks en The Who, de toenmalige Grote Vier van de Britse popmuziek, had meegespeeld. De tweede keer kwam in 1989, toen hij in 18 jaar tijd hij een bijdrage had geleverd aan een soloalbum van alle vier ex-Beatles.

The Session Man

Het iconische intro van She’s like a Rainbow (The Rolling Stones) is een nummer van zijn hand. In Sympathy for the Devil, misschien wel het meest karakteristieke Stones-nummer, is het niet het gitaarspel van Keith Richards, maar de straf voortstuwende piano-akkoorden van Nicky Hopkins die het nummer zijn rauwe kracht geven. Bij The Song is Over, klassieker van The Who, versterkte zijn pianospel juist de melancholische gratie van het nummer. Zonder Hopkins melodieuze bijdrage zou Joe Cockers You Are So Beautiful nooit zo’n kaskraker geworden zijn. Hij speelde mee op John Lennons beroemdste album Imagine, al is er enige discussie of Nicky Hopkins of toch John Lennon zelf de pianopartij in Jealous Guy voor zijn rekening nam.

Breed repertoire van stijlen
In The Session Man komt Nicky zelf in een interview uit 1993 aan het woord, een jaar voor zijn dood. Hij vertelt dat hij op zijn derde onder een vleugel stond en dat zijn moeder hem optilde zodat hij bij de toetsen kon. Hij groeide op in de Londense voorstad Perivale en won een studiebeurs voor de Londense Royal Academy of Music. Op zijn zestiende studeerde hij overdag klassieke muziek en ’s avonds trad hij op met een band onder leiding van de excentrieke Britse Screaming Lord Sutch.

Al gauw ging Hopkins’ naam door het clubcircuit en werd hij een veelgevraagd muzikant. Met zijn klassieke opleiding, gecombineerd met zijn rock-’n-roll-ervaring kon hij putten uit een breed repertoire van stijlen die hij moeiteloos met elkaar verbond. ‘De meeste bands bestonden uit gitaren en drums, ze beseften dat de piano harmonische rijkdom en melodieuze flair toevoegde’, klinkt het in het commentaar.

Behalve bij de reeds genoemde bands en artiesten trad Nicky Hopkins ook op als sessiemuzikant bij uiteenlopende muzikanten als The Hollies, Rod Stewart, Donovan, Cat Stevens, P.P. Arnold, Graham Parker & The Rumour. Hij werd uitgenodigd lid te worden van Led Zeppelin, maar koos voor The Jeff Beck Group, in wie hij meer muzikaal potentieel zag.

Midden jaren zeventig en in de jaren tachtig verbleef hij langere tijd in de VS. Hij ging de studio in met de Steve Miller Band, stond met Jefferson Airplane op het podium op het legendarische Woodstockfestival. Hij leverde aan 9 van de 11 nummers op Schmilsson, het legendarische album van Harry Nilsson, een bijdrage. Raakte bevriend met Jerry Garcia, voorman van super undergroundband The Grateful Dead, woonde langere tijd bij John Cipollina, leider van Quicksilver Messenger Service, de band waar Hopkins deel van uit ging maken. Art Garfunkel vroeg hem om mee op tournee te gaan en David Soul, steracteur van de jaren tachtig hitserie Miami Vice, huurde hem in om zijn muzikale aspiraties vorm te geven.

‘Het is ongelooflijk om te bedenken dat Nicky niet alleen een belangrijk onderdeel was van de meest inventieve periode in de Londense muziekscene van de jaren 60, maar ook iedereen in de Amerikaanse scene aan de westkust heeft beïnvloed’, stelt Peter Frampton.

Ziekte van Crohn
Nicky Hopkins had een zwakke gezondheid. Hij stierf september 1994, was nog maar 50. Op zijn negentiende belandde hij in het ziekenhuis met een mysterieuze ziekte. In een urenlange operatie sneden de artsen, zoals dat plastisch wordt uitgedrukt, ‘delen van zijn darmen weg’. Hopkins bleek aan de ziekte van Crohn te lijden. In de film legt Sara Sleet CEO van de liefdadigheidsinstelling Crohn’s & Solitis UK uit dat het daarbij gaat om een ongeneeslijke ingewandsstoornis doordat het immuunsysteem niet werkt.

The Session Man

De jonge muzikant Tom Speight vertelt dat leven met Crohn geen pretje is. Optreden is zwaar en vermoeiende tournees zijn niet eigenlijk niet te doen. De ziekte was voor Nicky Hopkins de belangrijkste reden om zich op zijn sessiewerk te concentreren. Zijn ziekte verhinderde overigens niet dat Nicky grote hoeveelheden drank en drugs tot zich nam, hij hele periodes van de kaart was en dat zijn vroege dood niet onverwacht kwam. Zijn tweede vrouw, Moira, vertelt over de laatste moeizame, maar toch ook gelukkige jaren in een tweekamerappartement in Nashville.

Hagiografie
Voorwaar, het zijn wapenfeiten die een indrukwekkend eerbetoon aan de man, die algemeen wordt beschouwd als de beste studiomuzikant uit de geschiedenis van de rockmuziek, had kunnen opleveren. Maar wat valt The Session Man in dat opzicht tegen. We krijgen een niet aflatende stroom aan muzikanten, producers, platendirecteuren, concertorganisatoren en Crohn-deskundigen te zien, keurig chronologisch ingedeeld naar alle episodes, de platensessies, de optredens, de vele ontmoetingen met al die popgrootheden, het verloop van zijn ziekte. Allemaal talking heads die het een na het andere cliché debiteren, en een litanie aan loftuitingen: ‘fantastisch’, ‘geweldig’, ‘legende’, ‘geniaal’, ‘ongelooflijk talent’, ‘bijzonder sympathiek’, ‘met hem erbij werd het nummer zoveel beter’, ‘hij had een instinct voor de juiste toon op het juiste moment’. The Session Man verwordt daarmee tot een hagiografie.

Illustratief is het interview met Moira die vertelt hoe ze hem na een concert ontmoette. ‘Hij was zo aardig’, had ze tegen haar vriendin gezegd, ‘met zo iemand zou ik wel willen trouwen.’ En verdomd, een half jaar later was ze met hem getrouwd. Volgens haar spiegelde Nicky zich aan Chopin, wat op zich een mooie invalshoek had kunnen opleveren. Moira houdt het bij de opmerking ‘Nicky geloofde in reïncarnatie’. Nicky Hopkins verdient oneindig veel beter.

 

27 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

Soft Leaves

**
recensie Soft Leaves
Van de ladder tuimelen

door Bert Potvliege

Een debutant krijgt de kans een langspeelfilm te maken en waagt zich aan een persoonlijke portretschets, een risicovolle onderneming die vaak verzandt in melodrama. Toch waagt de Belgische cineaste Miwako Van Weyenberg zich in Soft Leaves aan iets wat onbeleefd misery porn wordt genoemd. 

Het bij ons vorig jaar verschenen Milano (u ziet aan welk soort projecten het Vlaams Filmfonds middelen toekent) bracht al een uiterst grauw en troosteloos beeld van een ontwricht gezin, waarbij de tragische afloop het dieptepunt vormde. Soft Leaves gaat niet zo ver, maar bevindt zich in hetzelfde vaarwater.

Soft Leaves

Zacht gekabbel
Elfjarige Yuna heeft een Belgische vader en Japanse moeder. Ze woont gelukkig samen met haar vader in België, terwijl moeder enige jaren geleden naar Japan trok om er een nieuw leven op te bouwen. Wanneer haar vader onhandig in een coma sukkelt, staat Yuna er alleen voor. Haar broer keert terug naar huis om er te zijn voor zijn kleine zus. Ook haar moeder stapt op een vlucht terug naar België, met Yuna’s stiefzus in haar zog, om mee zorg te dragen voor haar vervreemde dochter.

Wat volgt is een portretschets die je mag omschrijven als ‘Yuna gaat op zoek naar haar eigen identiteit’. Van Weyenberg streeft ernaar op zachte en lieflijke toon kleine Yuna uit de doeken te doen. Het is een schets die een aaneenrijging van scènes brengt met spaarzame pieken en dalen: Yuna gaat naar het grootwarenhuis met haar moeder. Yuna tekent in haar schetsboek, terwijl moeder een videochat heeft met haar man in Tokio. Yuna verblijft even bij haar broer, maar verveelt er zich. Yuna en haar halfzusje zitten samen te kleuren.

De cineaste laat het aan de kijker om de intentie van die momenten zelf te achterhalen, maar dit betekent geenszins dat we met weldoordachte cinema te maken hebben.

Blik op de navel
Soft Leaves wil schrander verbeelden, maar doet wat zovele gelijkaardige films reeds duizend keer deden. Een kind verliest een ouder en ziet daarmee de grond onder de voeten verdwijnen. Wat volgt, is een zoektocht naar zichzelf in een wereld waarin hij of zij steeds meer op zichzelf wordt teruggeworpen. Elke scène onthult gaandeweg iets meer over het innerlijke van het kind en toont hoe het, met vallen en opstaan, langzaam leert om sterker in het leven te staan.

Het vorige maand verschenen Vingt Dieux deed exact hetzelfde – ook daar vormt het verlies van een ouder, tien minuten ver in de film, het startschot voor een ontvoogdingsverhaal. Het vorig jaar uitgebrachte Il pleut dans la maison bewandelde een gelijkaardig pad, maar deed dat minder expliciet en met meer bedachtzaamheid in zijn observaties. 

Van Weyenberg toont niet de maturiteit om op verantwoordelijke wijze om te gaan met haar voorrecht een langspeelfilm te maken. De cineaste is zelf een kind van een Japans-Belgisch gezin en haar film is zodoende zeer persoonlijk en te therapeutisch – een probleem dat de cinema regelmatig teistert. De navelstaarderij is vlakbij. De hier onderzochte thematiek kwam bovendien al aan bod in haar kortfilms.

We hekelen het immens gebrek aan narratieve verbeeldingskracht. Het beste voorbeeld hiervan is het ongeluk van Yuna’s vader, waarbij Van Weyenberg een manier zoekt om ervoor te zorgen dat de jongedame alleen achterblijft. Vader zet een ladder tegen de boom om er een bal uit te halen maar die tuimelt onderuit, waarbij de arme stakker een hoofdtrauma oploopt. Dit is een ongemotiveerde verbeelding die ons doet beseffen dat het blijkbaar geen zier uitmaakt wat hem overkomt, zolang hij maar scenariogewijs in die coma sukkelt. De ingreep is bij de haren getrokken.

Soft Leaves

De ontmaskering
Het acteerspel oogt regelmatig lamentabel. Geert Van Rampelberg is sterk als de vader, maar de meeste acteurs gaan de mist in. We willen die voornamelijk debuterende spelers daarvoor niet schandvlekken, want de dialoog waarmee ze aan de slag moeten is ongeloofwaardig. Let op de interactie tussen Yuna en haar broer. Geen broer en zus ter wereld spreken zo tegen elkaar. Dit alles klinkt geschreven en niet geleefd.

Soft Leaves blijft steken in zijn narratieve laag en spendeert onvoldoende aandacht aan een poëtische dimensie. De film is te weinig cinema – iets waar de openingsscène wél in slaagt. We lazen iets over zorgvuldig gekozen warme kleuren, maar dat is een schraal statement. Hier en daar speelt Van Weyenberg wel met klank om de interne onrust van Yuna te verbeelden – de poetsmachine in het ziekenhuis is een voorbeeld – maar visueel is dit alles verschroeiend mager. Dat de film stuurt naar een einde waar een traan gewrongen wordt, is als achter de schermen turen bij een halfbakken goochelaar.

Als dit het soort cinema is waar filmmakers menen dat een publiek nood aan heeft, dan laten wij het hoofd hangen. Hopelijk slaat Van Weyenberg bij haar volgende project de vleugels uit en richt ze haar blik naar buiten in plaats van naar binnen.

 

22 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

Son Hasat

***
recensie Son Hasat
Gevangen als geweven riet

door Tim Bouwhuis

Wie op een afgelegen plek woont, heeft zijn arbeidskansen lang niet altijd voor het uitkiezen. Verlaat in Son Hasat het onderkomen van de hardwerkende Ali, en je stuit op een labyrint van waterwegen en uitgestrekte rietvelden. De eerste aanblik van het natuurschoon is behoorlijk sereen. Dan treft de introverte arbeider de onderdrukkende types die in dit Turkse laagland de dienst uitmaken. Ineens werkt het oprijzende riet verstikkend, en staat het water hem tot aan de lippen.

De dagroutine van rietwerkers in het getoonde deel van Anatolië volgt een beproefd patroon. Ali en zijn lotgenoten gebruiken eigen bootjes om op plekken te komen waar het riet metershoog staat. Terug op het vasteland controleert een opzichter of ze voldoende oogst hebben binnengebracht. Bij deze bitsige checks regeert het wantrouwen: houden de arbeiders niets voor zichzelf? Verkopen ze niets door aan een ander?

Son Hasat

Juk van gezag
Om de krappe geldpot van het gezin wat bij te vullen, weeft de vrouw van de hardwerkende Ali rieten matten. De metafoor werkt naadloos: eens die rieten stengels met geweld gebonden zijn, kunnen ze geen kant meer op. Op gelijkaardige wijze gaan Ali en andere arbeiders gebukt onder de grillen van het opgelegde gezag. Vroeg in de film vangt de hoofdpersoon barmhartig een uitgekafferde rietplukker op. De boot van de man wordt door de opzichter lekgeslagen, zodat hij zijn heen-en-weer morgen niet kan herhalen.

Hoewel Ali duidelijk het lijdend voorwerp is van stelselmatig onrecht, blijkt het niet eenvoudig om tot zijn psyche door te dringen. In een twistgesprek met zijn vrouw Aysel laat hij duidelijk doorschijnen dat hij zich niet met zijn lot kan verzoenen, maar zijn vervolgstappen blijven door zijn ingetogen, onberekenbare karakter gespeend van diepgravende motivaties. Het zorgt ervoor dat een aantal latere plotontwikkelingen zich abrupt aankondigen, als donderslagen bij heldere hemel.

Geestverwant
Weidse opnames van het oogstlandschap contrasteren in Son Hasat op sterke wijze met de benarde situaties waar Ali in verstrikt raakt. De film blijft wel achter in de uitwerking van de verschillende nevenpersonages; die doen zonder uitzondering vlak aan. Net als de Turkse grootmeester Nuri Bilge Ceylan (die zijn beste films maakte in hetzelfde grote gebied) is regisseur Cemil Agacikoglu geïnteresseerd in de maatschappelijke kiem van onrecht en wantrouwen, en verkent hij die thematiek mede door zijn hoofdpersoon voor morele dilemma’s te stellen. Het verschil is dat bij Ceylan de menselijke en daarmee dramatische diepgang nooit verloren gaat, terwijl Son Hasat te sterk als een allegorische schets aandoet.

Son Hasat

De lome, maar toch strak getimede beeldregie is een prettige plus van een film die je het best ziet op een zo groot mogelijk doek. Het eensgezinde opstijgen van een vlucht vogels imponeert in Son Hasat meer dan de inhoudelijke kern, die kraakhelder wordt gepresenteerd (in de nachtmerrieachtige openingsscène slaat Ali overboord terwijl zijn vrouw al in het water ligt) maar in het vervolg te weinig prikkelt.

Je schepen verbranden
Sluit Son Hasat misschien te vrijblijvend aan bij andere (Turkse) films over wantrouwen en onrecht, en over de strijd tussen het individu en het ‘systeem’? Wat dat betreft geeft het te denken dat het indringende Hesitation Wound (in 2024 op het Movies That Matter Festival) en het meer lichtvoetige One of Those Days When Hemme Dies (onlangs op het MOOOV Film Festival) (nog) níet in Nederland zijn uitgebracht.

In laatstgenoemde film, schatplichtig aan het werk van Abbas Kiarostami, staat een onrechtvaardig behandelde arbeider op het punt om zijn baas om het leven te brengen. Tot hij afdwaalt tijdens een wandeling en langzaam tot bedaren komt. De wonderlijke de-escalatie zou de ultieme ‘double bill’ vormen met Son Hasat. Waar de zon in One of Those Days When Hemme Dies langzaam weer gaat schijnen, ziet Ali geen andere optie dan zijn schepen (letterlijk) achter zich te verbranden. De krachtige beeldtaal van zijn innerlijke reis maakt de zit van twee uur nog altijd het aanschouwen waard.

 

7 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

The Seed of the Sacred Fig

****
recensie The Seed of the Sacred Fig

Opnieuw vernietigende aanklacht tegen Iraanse ayatollah-regime

door Jochum de Graaf

Met There is No Evil, een caleidoscopische verkenning van de doodstrafpraktijk in Iran, won Mohammad Rasoulof in 2020 de Gouden Beer. Het kostte hem een jaar gevangenisstraf. The Seed of the Sacred Fig, juryprijs Cannes, werd voor een Oscar genomineerd. Vlak voor de première in Cannes 2024 kon Rasoulof ontsnappen aan een veroordeling tot acht jaar gevangenis, plus lijfstraf en een hoge boete; hij leeft tegenwoordig in Duitsland. The Seed of the Sacred Fig, misschien wel Rasoulofs belangrijkste film, is opnieuw een vernietigende aanklacht tegen het Iraanse ayatollah-regime.

Vader Iman is een ambitieuze advocaat die net is gepromoveerd tot onderzoeksrechter. Dat is nog maar één stap verwijderd van rechter in het revolutionaire hof, een zeer vooraanstaande positie in de Islamitische Republiek Iran. Daar hoort een aardige salarisverhoging en betere huisvesting, misschien wel een huis met voor de dochters een eigen kamer, bij. Maar de promotie heeft ook een keerzijde: Iman wordt nu nog meer een radertje in het gewelddadige rechtssysteem van de Islamitische Republiek. Tot zijn verontrusting ontdekt hij dat hij nu doodstraffen zonder vorm van proces moet gaan afstempelen.

The Seed of the Sacred Fig

Protesten worden hard neergeslagen
Tienerdochters, studente Rezvan en schoolgaande Sana, zitten urenlang met stijgende verbijstering op hun telefoons te kijken naar de gruwelijke beelden, het niets ontziende geweld waarmee het ayatollah-regime probeert de ‘Woman Life Freedom’-beweging die vanaf september 2022 door Iran raast, neer te slaan. Het is een voor Iran ongekende felle, omvangrijke  protestbeweging, ontstaan vanwege de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die was opgepakt omdat ze haar hijab verkeerd droeg.

Moeder Najimeh krijgt daar ook het een en ander van mee, maar volgt het nieuws via de staatstelevisie, die een zeer negatief beeld van de demonstranten schetst. Ze leeft met een loyaliteitsconflict, schipperend tussen haar plicht en liefde voor haar man en haar instinct om haar dochters te beschermen. Het gezin kan in deze rolverdeling gezien worden als een microkosmos van het huidige Iran.

Het nieuws van Mahsa Amini’s dood komt als een schok. Iman houdt stevig vast aan de officiële lezing en zegt dat het meisje duidelijk een beroerte heeft gehad. Maar Rezvan en Sana geloven het geen seconde. Op een avond, als het gezin aan het eten is en de tv het officiële nieuws uitzendt, gromt Rezvan: ‘Leugens, allemaal leugens.’ Iman barst tegen haar uit, beschuldigt hen ervan dat ze in de propaganda van vijanden en buitenlandse elementen trappen. ‘Welke buitenlandse elementen?’, vragen zijn dochters – maar Iman weigert nors nadere uitleg. Voortaan blijft de tv uit tijdens het eten.

De verhoudingen worden ernstig beproefd wanneer Sadaf, vriendin van Rezvan, het appartement wordt binnengebracht. Ze is bij de rellen fiks mishandeld, haar gezicht is aan een kant nogal bloederig, ze zal mogelijk een oog moeten missen. Moeder Najmeh weet zich in eerste instantie niet goed raad met de situatie. Onder geen beding mag Iman hier iets van te weten komen, de mogelijke betrokkenheid van Rezvan bij de rellen kan zijn reputatie ernstig schaden. Maar ze besluit toch achter de schermen hulp te zoeken en Sadaf te verzorgen. In een breed uitgesponnen scène verwijdert ze minutieus met een pincet de hagelkogeltjes uit Sadafs gezicht. Stuk voor stuk belanden ze in de gootsteen, er komt nogal wat bloed aan te pas.

The Seed of the Sacred Fig

Van drama naar thriller
En dan is er de plot rond een pistool, dat Iman bij zijn promotie kreeg uitgereikt. Het is voor zijn bescherming, zo wordt hem verteld. Hem wordt aangeraden niet al te openlijk over zijn werk te zijn. Er zijn talloze dissidenten in de straten van Teheran die een van de belangrijkste functionarissen van de theocratie willen uitschakelen. Als hij het wapen verliest of het gestolen wordt, riskeert hij een gevangenisstraf van minimaal drie jaar en is zijn carrière over.

Wanneer het pistool op zekere dag zoekraakt, wordt de film een thriller. Het tempo gaat omhoog, de gebeurtenissen volgen elkaar sneller op, de muziek zwelt aan, er volgt een spannend spel met telkens wisselende perspectieven.

Voor Iman begint en eindigt de lijst met verdachten met zijn directe verwanten, eventjes een collega, een broer die thuis op bezoek komt, maar vooral zijn vrouw, zijn dochters. Hij denkt de zaken beter onder controle te krijgen met een vlucht naar zijn geboortedorp, honderd kilometer buiten Teheran. Hij zet zijn gezin in de auto. Rezvan en Sana kijken naar familiefilmpjes uit hun jeugd, de vakanties waar ze met hun vader nog konden lachen en spelen, gezellig praten en discussiëren, maar nu zijn de verhoudingen stevig verstoord.

Vader Iman wordt steeds meer paranoïde, zeker wanneer hij door een stel reizigers gefilmd wordt die hem menen te herkennen en bedreigen. Achtervolging, opsluiting, gijzeling, verhoren in de beste c.q. slechtste traditie van de staatsveiligheidsdienst, de dreiging van een shoot out in een adembenemend decor van rotsen en spelonken leiden tot een opera-achtige apotheose.

De filmtitel verwijst naar een soort vijg waarvan de jonge scheuten zich om een andere boom wikkelen en deze uiteindelijk wurgen, een metafoor voor het theocratische regime, die je zou kunnen opvatten als wens of hoop op een einde van de Islamitische Republiek. Maar The Seed of the Sacred Fig is vooral zo sterk als toonbeeld van hoe de tentakels van een autoritair regime woekeren en wroeten in alle geledingen van de Iraanse samenleving. Masoulof maakte er opnieuw een vernietigende aanklacht van.

 

19 maart 2025

 

ALLE RECENSIES

Sujo

****
recensie Sujo
Vechten tegen je lotsbestemming

door Zoë van Leeuwen

De Mexicaanse inzending voor de 97ste Oscars kan misschien niet opboksen tegen de theatraliteit van Emilia Pérez, maar geeft wel het verhaal achter de misdaad en de drugskartels op een manier die we nog niet eerder hebben gezien. Sujo is een tedere coming of age-film over een jongen die worstelt om zijn eigen weg te vinden, weg van het geweld en de criminaliteit waarmee hij is opgegroeid.

Sujo is zowel geschreven, geproduceerd als geregisseerd door twee Mexicaanse filmmakers, Astrid Rondero en Fernanda Valadez. Beide vrouwen zijn niet onbekend met films over de problematiek in Mexico. In 2020 werkten ze samen aan Sin señas particulares, een film over een moeder die door Mexico reist op zoek naar haar zoon, die volgens de autoriteiten stierf toen ze probeerde de grens met de Verenigde Staten over te steken. Hoewel de Mexicaanse inzending de Oscars uiteindelijk niet haalde, ging Sujo er tijdens het Sundance Filmfestival in 2024 wel met de grote juryprijs, in de categorie Beste Wereldcinema, vandoor.

Sujo

De aanzet van deze film is de alsmaar groeiende humanitaire crisis in Mexico als gevolg van het kartelgeweld. Het verhaal van drugsbazen en kogels kennen we inmiddels wel. Rondero en Valadez wilden juist met Sujo hun blik werpen op de mensen die zijn getroffen door alle criminaliteit en als gevolg daarvan op jonge leeftijd moeten leren om op eigen benen te staan. “We wilden de vraag stellen of iemand meer is dan zijn verleden. Verdient iemand die is opgegroeid omringd door geweld een beter leven? En wie neemt dat besluit?”

In het duister tasten
Zoals de titel al suggereert, draait de film om Sujo (Juan Jesús Varela), een Mexicaanse jongen die als wees opgroeit en zich zijn hele leven afvraagt of hij het geweld van zijn vader heeft geërfd. Sujo, dat letterlijk vertaalt naar ‘Wild Paard’, wordt na de dood van zijn vader, die door het kartel als verrader werd bestempeld en werd vermoord, opgevoed door zijn tante Rosalia (Karla Garrido). Ergens op het platteland in de staat Michoacán doet ze haar uiterste best om Sujo te beschermen tegen de wereld waarin zijn vader hem heeft achtergelaten.

Het acteerwerk van de jonge acteurs is verbluffend, waardoor je als kijker soms heel even vergeet dat je naar een fictief verhaal aan het kijken bent. Ook de volwassenen voelen als echte mensen, die vaker handelen dan hardop spreken. Ondanks het gebrek aan dialoog, is de film veelzeggend. Visueel is Soju op meerdere momenten erg donker, waardoor het vaak lastig is om te zien wat er precies gebeurt. Toch is dit niet alleen maar negatief, want in veel gevallen geeft het een gevoel van onzekerheid en duisternis dat goed bij het verhaal past. Het tekort aan dialoog zorgt wel, vooral in het begin van de film, voor een gebrek aan context. Hierdoor is de film, gepaard met de donkere scènes, niet altijd even goed te volgen.

Hoopvolle toekomst
Sujo is bij lange na geen typische coming of age-film, maar laat evengoed thema’s als jeugd, opgroeien en uiteindelijk volwassen worden, naar voren komen. Wanneer Sujo ouder wordt, worden hij en zijn twee neven waarmee hij opgroeide, steeds rebelser. Ze beginnen kleine klusjes te doen voor het kartel, zonder te beseffen wat voor gevolgen dit kan hebben. Pas wanneer het geweld van het kartel te dichtbij komt, wordt Sujo door zijn tante op een bus naar Mexico-Stad gezet.

Het verhaal vindt zijn houvast weer nadat Sujo in de grote stad probeert zijn leven op te pakken. Hij zoekt een baan en vindt zelfs een mentor in onderwijzeres Susan (Sandra Lorenzano), die zijn potentieel ziet en hem hulp biedt en een kans om zichzelf te bewijzen. De film bereikt zijn hoogtepunt wanneer zijn verleden hem inhaalt en Sujo zijn roots niet helemaal lijkt los te kunnen laten.

Sujo

Diepgaand en emotioneel
Sujo vergelijken met het Oscar-genomineerde Emilia Pérez lijkt misschien wat vergezocht. En hoewel beide projecten een heel ander verhaal vertellen, zijn ze allebei vernieuwend in het genre van films over drugskartels. Maar waar Emilia Pérez een theatraal verhaal laat zien over kartelgeweld in Mexico met gebrek aan diepgang, zoekt Sujo juist naar die diepere laag om de mensen die de dupe zijn van de drugs, bendes en geweld een podium te geven.

Ze schrappen de glitter en glamour uit de typische thriller vol actie over een stoere kartelbaas, en vertellen in plaats daarvan het, voor veel mensen in Mexico, realistische verhaal van de mensen die achterblijven als gevolg van deze drugsbaronnen en het geweld. Sujo geeft een iets wat optimistische kijk op deze wereld aan de hand van een emotioneel portret. De film laat zien dat je, hoe moeilijk het ook is, zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes en je uiteindelijk zelf bepaalt hoe je je leven leeft, maar dat er geen schaamte is in het zoeken van hulp.

 

11 maart 2025

 

ALLE RECENSIES

Un Silence

***
recensie Un Silence
7.700 bezoekjes

door Cor Oliemeulen

De drama’s van de Belgische filmmaker Joachim Lafosse zijn geen gemakkelijke kost. Zijn tiende film, Un Silence, gaat over schaamte. Schaamte leidt tot ontkenning. Tot stilte. Centraal staat een bourgeoisiegezin met aan het hoofd een succesvolle advocaat. Langzaam wordt een familiegeheim blootgelegd.

Lafosse liet zich inspireren door een schandaal rondom de Belgische advocaat Victor Hissel. Die was raadsman van de ouders van slachtoffers van kindermisbruiker Dutroux, maar bleek ook zelf wat op zijn kerfstok te hebben. Met Un Silence vraagt de regisseur aandacht voor het bespreekbaar maken van zaken en omstandigheden, waarin de kinderen van advocaat François Schaar (Daniel Auteuil) een sleutelrol vervullen. Net als in À perdre la raison (2013), eveneens gebaseerd op een waargebeurde zaak (een Belgische vrouw doodde haar vijf kinderen), probeert Lafosse uit te leggen hoe iemand tot zijn daad komt. En wie is de werkelijke dader?

Un Silence

Misstap
Weinig hulp biedt Schaars echtgenote Astrid (Emmanuelle Devos), want zij heeft “een misstap van 30 jaar geleden” onder het tapijt geschoven. In de openingsscène van Un Silence zien we haar in een auto naar het politiebureau rijden. Haar 18-jarige zoon Raphaël is opgepakt nadat hij zijn vader met een mes heeft aangevallen. De close-up van Astrids gezicht toont ingehouden emoties. Haar ogen verraden een wervelwind van gedachten. Als ze wordt ondervraagd door een rechercheur zwijgt ze voornamelijk. Ze schaamt zich kennelijk. De rechercheur suggereert dat Astrid haar comfortabele leventje niet wil opgeven.

Tijdens de reconstructie van Raphaëls daad blijkt dat ook hij handelde uit schaamte. Hij zag zijn vader als een beroemde advocaat die opkwam voor de zwakkeren, totdat hij begrijpt wat er 30 jaar geleden is gebeurd. François verzwijgt nog steeds wat. In zijn maatschappelijke status kan hij het zich niet veroorloven om naar de waarheid te kijken, bang om van zijn voetstuk te vallen. Regisseur Lafosse voert schaamte en zwijgen op als een vorm van kwetsbaarheid en raadselachtigheid. De weegschaal had meer naar kwetsbaarheid mogen doorslaan.

Un Silence

Afstand
Die raadselachtige ondertoon heeft weliswaar een meeslepende werking, maar door de bijna voortdurende, discrete afstand ontstaan documentaire-achtige observaties. Dat maakt het meeleven met de personages lastig. Verder hoef je een duister geheim niet per se te benadrukken door het gebruik van duistere belichting, waardoor de afstand tot de personages mogelijk nog groter wordt. Na afloop van de film herinner je je eigenlijk alleen nog maar het gekwelde gezicht van Emmanuelle Devos. Daniel Auteuil blijft vanwege de invulling van zijn rol letterlijk en figuurlijk in de schaduw.

Respect voor Joachim Lafosse dat hij ambigue gebeurtenissen als onderwerp van zijn films neemt. Of het nu gaat om een moeder en haar zoon die op paarden door Kirgizië trekken om aan hun onderlinge relatie te werken (Continuer, 2018) of over een meubelrestaurateur met een bipolaire stoornis (Les intranquilles, 2021). Un Silence voelt qua thema al even ongemakkelijk, maar de film zakt nergens in. Stapje voor stapje, bezoekje na bezoekje, leidt de weg naar Raphaëls daad.

 

7 augustus 2024

 

ALLE RECENSIES

A Serious Man (2009)

A Serious Man (2009)
Onwetendheid is het beste voor de mensheid

door Jochum de Graaf

A Serious Man, de veertiende film van de Coen Brothers, was bij uitkomst een nieuw hoogtepunt in hun oeuvre. Eind jaren tien kenden ze een ongelooflijk productief tempo, met ieder jaar een nieuwe film: dus ook het met vier Oscars bekroonde No Country for Old Men (2007), Burn After Reading (2008) en True Grit (2010).

Hoofdpersoon Larry Gopnik past ook wel mooi in het rijtje schlemielen, dommige figuren als The Dude in The Big Lebowski of LLewelyn Moss in No Country for Old Men die door eigen toedoen, domme of foute beslissingen of een speling van het lot tot over hun nek in de problemen geraken.

A Serious Man (2009)

Amy Landecker als oversekste buurvrouw en Michael Stuhlbarg als de uiterst serieuze Larry

De kunst van het mogelijke
Deze Larry Gopnik (Michael Stuhlbarg) in A Serious Man is inderdaad een heel serieuze man. De veertiger, wiskundeleraar, rustiek wonend in een buitenwijk van Minneapolis, lijkt met vrouw en twee kinderen en een vaste aanstelling op de universiteit in het vooruitzicht zijn leven goed op de rails te hebben. Maar dan komt zijn wereld volledig op de kop te staan. Zijn vrouw Judith (Sari Lennick) blijkt een verhouding te hebben met zijn beste vriend Sy Ableman (Fred Melamed) en wil van hem scheiden. Zijn zoon Danny moet zich eigenlijk voorbereiden op zijn Bar Mitswa, maar komt de dagen vooral straf blowend door. Dochter Sarah steelt geld uit zijn portemonnee om haar ‘nose job’ te bekostigen en ook zijn inwonende broer Arthur (Richard Kind) vertoont ernstig gestoord gedrag. Hij sluit zich overdag in de badkamer op om een cyste in zijn nek te verwijderen en probeert met een numeriek systeem casino’s te kraken.

De buurman rechts houdt er extreemrechtse ideeën op na, maakt een enorm nummer over de grenzen van het gazon tussen de huizen. De nogal wulpse buurvrouw links probeert hem half naakt zonnend in te palmen. Op de universiteit ontvangen ze belastende brieven over Larry en probeert een student hem om te kopen in ruil voor betere cijfers.

Zo stapelen de verwikkelingen zich op in een reeks hilarische en soms tragikomische scènes. Een vertegenwoordiger van  Columbia Records Club belt op. Arthur blijkt lid te zijn en heeft de verplichte maandelijkse afname niet voldaan, zodat Larry opeens wordt opgescheept met Abraxas, het succesalbum van Santana. Hij heeft geen idee hoe zo’n platenclub werkt en heeft al helemaal geen verstand van muziek, laat staan het benul dat Abraxas een van de meest legendarische albums uit de pophistorie is. In de collegezaal kalkt hij een enorm bord vol met onbegrijpelijke formules over het onzekerheidsprincipe. Gevraagd naar de zin ervan moet hij toegeven dat hij er zelf ook niet veel van begrijpt en houdt vast aan zijn overtuiging dat wiskunde de ‘kunst van het mogelijke’ is.

Joodse zelfhaat?
Diep vertwijfeld vraagt Larry zich af waarom het met hem zo allemaal in het honderd loopt. Neemt God hem wel serieus? De Coen Brothers staan bekend om hun zinspelingen en reminiscenties aan hun Joodse achtergrond en A Serious Man, dat boordevol zit met grappen grollen over joden, gojem en ongelovigen, wordt wel als hun meest Joodse film gezien. Bij het uitkomen was er een enorme discussie over de al dan niet joodse zelfhaat en of ze niet over de schreef gingen met de exploitatie van vooroordelen.

In Larry’s wedervaren wordt de vergelijking getroffen met het Bijbelboek van Job, ook een man die door het noodlot wordt getroffen en de nodige beproevingen moet doorstaan. Larry gaat op zoek naar een antwoord op het waarom. Het zou kunnen liggen in de tamelijk idiote beginscène van de film, geheel jiddisch gesproken, waarin een voorouder een dybbuk, een verdwaalde geest van een overledene, in zijn huis laat, waardoor Larry vervloekt zou zijn. Hij gaat te rade bij maar liefst drie rabbijnen, die nogal uitmunten in met veel aplomb gebrachte, onbegrijpelijke orakeltaal die Larry ook geen houvast biedt.

De film zaait constant verwarring over de vraag wat waar is of niet waar. Misschien is de boodschap dat onwetendheid toch eigenlijk maar het beste is voor de mensheid. De opmerking van de meest mysterieuze en mystieke rabbijn komt nog het meest in de buurt van een antwoord die de tekst van het iconische nummer van Jefferson Airplane, Somebody to Love, aanhaalt: ‘When the joy is found to be lies, and all the hope within you dies, don’t you want somebody to love?’.

Larry met zijn onbegrijpelijke formules over het onzekerheidsprincipe

Larry met zijn onbegrijpelijke formules over het onzekerheidsprincipe

Minder bekende acteurs
Het bijzondere aan de film is dat er dit keer geen steracteurs als George Clooney, Frances McDormand, Steve Buscemi of John Goodman meedoen, maar een cast van weliswaar behoorlijk goede maar toch relatief onbekende acteurs. Michael Stuhlbarg speelt de hopeloze stuntelaar Larry als man die tegen beter weten in steeds de hoop houdt dat alles goed komt. Richard Kind, vooral bekend van rollen in tv-series, is ijzersterk als de totaal wereldvreemde broer Arthur. Van de vele bijrollen is vooral Amy Landecker als oversekste buurvrouw goed ge(type)cast, maar Fred Melamed, bekend van bijrollen in Woody Allen-films, is geweldig als de vileine, zogenaamd beste vriend van Larry.

Vanwege die onbekende acteurs, maar vooral door de oerjoodse setting, is A Serious Man wellicht wat minder toegankelijk dan andere films, maar al met al is het toch wel weer een fijne, hilarische, eigenzinnige aflevering in de reeks zwarte komedies van de Coen Brothers.

 

24 juli 2024

 

THEMAMAAND JOEL EN ETHAN COEN

The Straight Story (25th Anniversary)

*****
recensie The Straight Story (25th Anniversary)
Vergeving aan het eind van de weg

door Bert Potvliege

Ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van The Straight Story komt de film in 4K gerestaureerde versie terug in de zalen. Deze roadmovie vertelt het bitterzoete relaas van een door wroeging geplaagde oude man die de brokken wil lijmen met zijn broer. Je kan deze gerust beschouwen als de vreemdste prent in het oeuvre van regisseur David Lynch, net omdat hij zo normaal lijkt.

David Lynch heeft een unieke stem en maakt films die soms briljant maar nooit minder dan fascinerend zijn. In zijn verbeelding van Amerika spoken markante en gevaarlijke figuren rond, waarbij dat wat onderhuids rot aan de oppervlakte komt te liggen. Dit geschiedt vaak in een ongrijpbare toon waarbij de plot proberen ontcijferen kan tegenvallen – wat buitenstaanders zouden omschrijven als ‘rare films’. Maar het eindresultaat is vaak om u tegen te zeggen: Eraserhead, Lost Highway, Mulholland Drive. Het is maar een greep uit de output van wat een van de boeiendste filmmakers ooit moet zijn. Te midden van al die duisternis vinden we de rust van The Straight Story.

The Straight Story (25th Anniversary)

Bochtloze wegen
In het op ware feiten gebaseerde verhaal volgen we Alvin Straight (Richard Farnsworth), een verouderd man die niet goed te been meer is. Hij woont samen met zijn aan een spraakgebrek lijdende dochter Rose (Sissy Spacek) in het rurale Iowa. Wanneer zijn vervreemde broer Lyle (Harry Dean Stanton) getroffen wordt door een hartinfarct, besluit hij hem voor het eerst in jaren te bezoeken in een poging de band te herstellen vooraleer het te laat is. Maar Lyle woont honderden kilometers ver en de aftakelende Alvin mag niet langer met de wagen rijden. Als een Processie van Echternach besluit de bejaarde man de tocht te ondernemen met zijn trage zitmaaier. De rit is als een boetedoening voor hem, een manier om in het reine te komen met zichzelf en om de liefde van zijn broer terug te winnen.

De lange kaarsrechte banen door het platteland bieden Alvin alle bezinningstijd die een mens nodig heeft. Verschillende ontmoetingen met vreemden onderweg dienen om morele lessen over het leven en familie te delen met elkaar. Het zijn allemaal stappen die Alvin de verzoening doen verdienen, in een ontzettend vredevol crescendo richting de eigenlijke ontmoeting. Zo wordt de film ook een metafoor voor het leven: De dood mag dan de bestemming zijn, de tocht erheen maakt het leven uit.

Meditatieve mais
Er schuilt een zielsrust in de houding van de film, want enkele bijzonderheden doen de prent gelijken op de filmische vertaling van meditatie. Dit is niet verwonderlijk als je weet dat Lynch al decennia een fervent beoefenaar is van transcendente meditatie. Zo is er zelfs de David Lynch Foundation die ervoor wil zorgen dat elke Amerikaan de kans krijgt het te leren. Het zal uiteraard niet de eerste in zijn soort zijn, maar we bestempelen The Straight Story graag als een mooi voorbeeld van onthaastingscinema, iets waar het recent verschenen Here (Bas Devos) ook schatplichtig aan is. Het zijn doorgaans conflictloze prenten zonder antagonist, die een positiviteit en een vredigheid uitstralen waardoor een relaxerend aura rond de film komt te hangen.

The Straight Story (25th Anniversary)

In The Straight Story is het verhaal de eenvoud zelve, getuige de passende titel. Alle personages zijn goeie mensen. Er is nauwelijks iemand die weerwerk biedt. Er is enkel het trage vooruitgaan van de tocht die Alvin onderneemt, geruggesteund door een fenomenale muzikale begeleiding door componist Angelo Badalamenti. We dagen je uit een fan van de film te vinden die niet ogenblikkelijk begint over die wondermooie muziek, met die bluegrass-violen die ons vijfentwintig jaar later nog steeds ontroeren tot op het bot. Dat horen terwijl een helicoptershot bij magic hour over een maisveld glijdt, is van het allermooiste.

De kogel
We staan graag even stil bij hoofdrolspeler Richard Farnsworth. De man is ontzettend sympathiek in de rol van Alvin, waardoor elke kijker de vurige wens heeft dat hij zijn bestemming haalt. De kalmte in de manier waarop het verhaal verteld wordt, zorgt ervoor dat de kijker in alle rust zijn of haar empathie voor dit personage kan ontdekken.

Je kan die empathie koppelen aan het metaperspectief van de film, want Farnsworth was eind jaren negentig een stokoud acteur wiens loopbaan achter zich lag en die met deze rol een wondermooi geschenk kreeg. De filmwereld was in de ban van zijn vertederende acteerprestatie. Het zou ook leiden tot een Oscarnominatie voor beste acteur. We herinneren ons de trotse vuist die hij maakte toen hij in beeld kwam tijdens de ceremonie. Een goeie zes maand later zou hij zichzelf door het hoofd schieten, op zijn ranch in New Mexico. Hij wou de terminale botkanker waaraan hij leed niet het laatste woord geven.

The Straight Story bewijst al vijfentwintig jaar lang vijf sterren waard te zijn. De maatschappelijke rol van zingeving en spiritualiteit is explosief gegroeid sinds de jaren 1990, waardoor de relevantie van de film enkel toegenomen is. David Lynch maakte een wonder van een meditatieve film, vitale cinema die een onuitwisbare indruk heeft nagelaten.

 

26 juni 2024

 

ALLE RECENSIES

The Sweet East

**
recensie The Sweet East
Lolita in Wonderland

door Bert Potvliege

Er zit een wrange smaak aan deze The Sweet East, regiedebuut van Sean Price Williams, door een bruusk omgaan met de thematiek en de verleidelijke blik op de nimf aan het roer van het verhaal. Hij maakt van het geheel soms een broeierige droom, maar de puberale benadering voert de boventoon.

Ervan opkijken dat Williams cameraman blijkt van het uitmuntende Good Time (de Safdie-broers) doen we geenszins, want in navolging van die prent wil hij met zijn debuut een koortsdroom op poten zetten. Maar waar de Safdies voluit de kaart trokken van de nachtmerrie, maakt Williams een bubblegumversie geënt op hedendaags Amerikaans fanatisme in een vreemdsoortig contrast met een zomerige Nabokov-meid in de hoofdrol. We hebben geen idee waarom een feeërieke lolita ons door deze thematische besognes moet loodsen en de film biedt er ook geen antwoord op.

The Sweet East

Een meute extremisten
De middelbare scholiere Lilian (Talia Ryder: Never Rarely Sometimes Always), nodeloos en mateloos geil in beeld gebracht door Williams en scenarist Nick Pinkerton, trekt er in de New Yorkse regio alleen op uit nadat haar vriendje haar geslagen heeft. Het is de start van een bevreemdend avontuur dat haar langs een meute extremisten brengt – van linkse activisten en devote christenen tot white supremacists en moslimstrijders. Ze besluit een tijdlang op te trekken met Lawrence (Simon Rex), een van die rechtse rakkers die er alle schijn naar heeft een pedofiel te zijn. Het is een zwakte die Lilian uitbuit om verderop te geraken in het brute land.

Een verhelderende verklaring voor de wijze waarop de filmmakers het materiaal benaderen, blinkt uit in afwezigheid. De verpaupering van Amerikaans patriottisme als motivatie en aanzet smaakt flets. Politiek en religieus extremisme om de staat van de Amerikaanse samenleving aan te kaarten, is een ontzettend beladen thematisch raamwerk dat een weloverwogen en delicate aanpak vergt. Deze onderwerpen dienen hier vaak als een bron van humor waar te los mee omgesprongen wordt. Het beleven ervan door de ogen van een tienermeisje roept veel vragen op.

Misplaatste lust
Het gevoel overgeleverd te zijn aan onverantwoordelijke verhalenvertellers wordt infinitesimaal uitvergroot in hun afbeelding van de in het leven verloren gelopen Lilian. Alle manspersonen op haar pad willen in haar kort broekje zitten, een feit dat de filmmakers tot in treurnis herhalen terwijl de camera haar lichaam begluurt. Haar dynamiek met Lawrence wordt zo bij vlagen onbedoeld hilarisch, wanneer ze bijvoorbeeld in een weinig verhullend kleedje een radslag doet in de zonovergoten tuin.

The Sweet East

Een misplaatste shootout doorspekt met komische noten en gore in de traditie van een jonge Peter Jackson, helpt de zaak niet vooruit. In tien minuten een vol gepiercete penis, druggebruik en een in een veld plassende meid te zien krijgen, ook niet. Idem wanneer iemand de woorden ‘the rear’ in de mond neemt terwijl de camera langs enkele konten glijdt.

Het is niet al kommer en kwel. Williams stond zelf in voor het camerawerk en je voelt dat de man over voldoende visuele flair beschikt om het geheel aangenaam te doen ogen. De film baadt in een warme, zomerse gloed die minder geforceerd aanvoelt dan je zou vermoeden. De door de film spokende lolita-vibe is dan wel ongepast, het tot leven roepen ervan is wel geslaagd.

Wat ook in het voordeel van de film spreekt is dat het loskomt van de pagina. Er zit leven in de personages, met voldoende zuurstof in het scenario gelaten zodat er regelmatig een naturelle omgang is tussen de figuren. Het eindresultaat is niet geslaagd, maar dient wel als een leerrijk voorbeeld over de verantwoordelijkheid van een filmaker in het omspringen met de thematiek. De ietwat onbezonnen houding van Williams schemert in alles door.

 

9 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Indië verloren… (Selling a Colonial War)

***
recensie Indië Verloren… (Selling a Colonial War)
Onmisbare impuls debat koloniaal verleden

door Jochum de Graaf

Indië Verloren … (Selling a Colonial War) werd met de Beeld & Geluid IDFA Reframe Award beloond. De bioscoopversie is drie kwartier ingekort. Met zijn eerste grote documentaire levert In-Soo Radstake een onmisbare en uitermate sterke impuls aan het debat over het Nederlands koloniaal verleden. Een urgente film met een klein minpuntje.

Met de stotterexcuses van Willem-Alexander mei 2020 voor het ‘buitensporig geweld’ van Nederlandse militairen in Indonesië kwam er na meer dan zeventig jaar iets van genoegdoening voor de slachtoffers van de koloniale oorlog in de jaren 1945-1949. Een maand later kwam onder invloed van de Black Lives Matter-beweging de antiracistische beeldenstorm met bekladding, vernieling van standbeelden van ‘foute figuren’ uit de koloniale tijd op gang.

Indië Verloren… (Selling a Colonial War) begint sterk met de intussen iconische beelden van  een woedende, opgewonden menigte die onder luid gejuich het standbeeld van de Britse slavenhandelaar Edward Colston omver trok en in de haven van Bristol dumpte. In Nederland kreeg de al jarenlange discussie over het prominente beeld van Jan Pieterszoon Coen, de ‘slager van de Banda-eilanden’, verantwoordelijk voor zo’n 150.000 doden in de Indonesische archipel, op het centrale plein van Hoorn een nieuwe impuls.

Indië verloren… (Selling a Colonial War)

‘Indië Verloren, rampspoed geboren’
‘Indië Verloren, rampspoed geboren’, was de nostalgische slogan waarmee Nederland na de Tweede Wereldoorlog de (poging tot) bevrijding van Indonesië rechtvaardigde. Het door de oorlog uitgeputte en beschadigde land kon de grondstoffen en specerijen uit het wingewest waar ze al vierhonderd jaar over heerste, goed gebruiken. Toch is Indië Verloren… (Selling a Colonial War) geen poging tot herschrijving van de geschiedenis met terugwerkende kracht.

Het sterke en interessante aan de doorwrochte documentaire van In-Soo Radstake is de brede context, de gelaagdheid, het naast elkaar bestaan van de verschillende waarheden van de vele gedupeerden, de perspectieven van waaruit het koloniale conflict belicht wordt.

Met een rijke hoeveelheid onbekend onthullend beeld en geluid uit nationale en internationale archieven, behandelt de film in vogelvlucht het koloniale tijdperk, de Japanse inval, het uitroepen van de republiek door Soekarno in september 1945, de Bersiap-tijd, de verscheping van de Nederlandse militairen om de orde te gaan herstellen, de onafhankelijkheid en wat er daarna kwam, de komst van honderdduizenden ‘Indo’s’, Molukkers niet te vergeten, naar Nederland, de nasleep met de kwestie Nieuw-Guinea.

De nadruk ligt op de ‘politionele acties’, waarvoor in twee opeenvolgende periodes zo’n 120 duizend dienstplichtige militairen werden ingezet. Eenvoudige jongens uit alle delen van het land die vol geloof in het goede van hun opdracht dachten net als de geallieerde bevrijders enthousiast onthaald te worden, en niet of nauwelijks beseften dat ze in een guerrillaoorlog verzeild waren geraakt. En zich vervolgens schuldig maakten aan oorlogsmisdaden waarover ze bij terugkeer in Nederland niet konden, wilden of mochten praten. 

Beeldvorming
Indië Verloren… gaat over beeldvorming, ‘framing’ zoals we dat tegenwoordig noemen, hoe ‘verkoop’ je zoiets als een oorlog. In het vaderland werd het in de bioscoopjournaals als een nobele actie voorgesteld. Je zag dan zo’n blonde hospik in een kampong die zorgzaam de voet van een ‘inlander’ verzorgt. Hij is er een hele meneer, “toean dokter”, en ook nog eens “een ambassadeur voor Nederland”.

Van Kleffens verschijnt in beeld. De stijve, kraak- noch smaakloze minister van Buitenlandse Zaken, die al in 1946 de term ‘politionele actie’ muntte. Dat politioneel klonk natuurlijk al een stuk minder krijgshaftig dan militair, en de associatie met een politiecorps dat de orde komt handhaven, is veel geruststellender dan een legermacht die bij tijd en wijle plunderend en brandstichtend door de kampongs raasde. De vergelijking met Poetins ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne dringt zich op. Onthullend en verbijsterend is hoe de Nederlandse overheid, afgezien van een enkele klokkenluider: de affaire Hueting, de onthullingen over de wandaden van Raymond Westerling, decennialang nauwelijks moeite hoefde te doen dat eufemistische beeld overeind te houden.

Indië verloren… (Selling a Colonial War)

Verbijsterend is ook het pas enkele jaren geleden bekend geworden verhaal van fotograaf Hugo Wilmar, die in de oorlogsjaren in dienst van de Marine Voorlichtingsdienst in de voorste linies opereerde en al in 1946 aantoonde dat er een volwaardige oorlog tussen Nederland en Indonesië aan de gang was. Wilmars foto’s verschenen wel in Australische kranten, maar werden in Nederland zorgvuldig buiten de publiciteit gehouden, omdat ze mogelijk een ‘een misplaatste stemming ontketenen tegen het Nederlandse beleid in Indonesië’.  Het briefje dat hij ontving: “Ik heb de eer u mede te delen dat u bent gestraft met zeven dagen arrest.”

Moeite met excuses
Onderzoeksjournalist Maurice Swirc, hij schreef het boek De Indische Doofpot (2021), vertelt dat in 1971 de Verjaringswet werd ingevoerd waardoor eventuele oorlogsmisdrijven door Nederlandse soldaten onbestraft zouden blijven. Brisant is ook de opmerking van oud-diplomaat en -minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, die zich voor kan stellen dat de Nederlandse overheid moeite had met het maken van excuses. Hij vertelt hoe hij samen met premier Balkenende en minister van Financiën, Gerrit Zalm, eens heeft berekend hoeveel het zou kosten om herstelbetalingen te doen aan alle gedupeerden. “Honderd miljard! Dat is niet te doen.”

Zorgvuldig en afgewogen met commentaar van Nederlandse en Indonesische veteranen, van perspectief voorzien door een reeks aan Nederlandse, Indonesische, Amerikaanse, Australische wetenschappers en onderzoekers, licht Radstake de beer- en doofpot van de pijnlijke koloniale geschiedenis. Minpunt is evenwel dat met de quasi-hippe soundtrack en een tamelijk aparte introductie van de sprekers krampachtig geprobeerd wordt de aandacht van ook de jonge kijker vast te houden. “Staat de speaker al aan”, vraagt Ben Bot. “Loopt de camera al, oh ben ik al in beeld”, zegt de Utrechtse historicus Louis Zweers. Kunstgrepen die nergens voor nodig zijn. Het is allemaal al onthullend, onthutsend, ontluisterend en ontstellend genoeg van zichzelf.

 

10 januari 2024

 

ALLE RECENSIES