Licorice Pizza

***
recensie Licorice Pizza

Hommage aan de jeugdigheid

door Yordan Coban

Licorice Pizza markeert een opvallende stijlverandering in het werk van Paul Thomas Anderson die tot uiting komt in een vermakelijke film, die niet per se het beste in de regisseur omhoog haalt.

De film opent met een charmeoffensief van Gary Valentine (Cooper Hoffman, zoon van Philip Seymour Hoffman) naar Alana (Alana Haim). Wat direct opvalt is dat beide acteurs geen exceptionele schoonheden zijn,  zoals dat vaak wel het geval is in de gemiddelde Netflix-romcom. Paul Thomas Anderson (PTA) kiest met zijn acteurs voor een sterke uiterlijke eigenzinnigheid zonder beroep te doen op een manipulatieve generieke schoonheid.

De jacht van Gary (zijn karakter is gebaseerd op filmproducer Gary Goetzman) op Alana in de openingsscène is daarentegen wel vrij clichématig vormgegeven op een bijna Bollywood-achtige manier. Het betreft een versierpoging waarbij de vrouw na negenendertig afwijzingen toch bij de veertigste poging dermate gevleid is dat ze de man een kans geeft.

Licorice Pizza

Na de recente onthullingen bij The Voice is er in ons land een maatschappelijk debat over de verhouding tussen man en vrouw met betrekking tot consent en machtsposities. Nu heeft PTA daar uiteraard geen boodschap aan en gaat het in Licorice Pizza niet over grensoverschrijdend gedrag, toch is deze stijlvorm anno 2022 niet echt passend in het licht van het maatschappelijke debat. De notie dat elke nee na genoeg assertiviteit in een ja veranderd kan worden, oogt als een vrij giftige culturele kronkel. Een manier van denken die bijvoorbeeld goed past bij het personage van Tom Cruise in PTA’s Magnolia (1999). De botte desinteresse van Alana krijgt een begrijpelijke context nadat duidelijk wordt dat Alana tien jaar ouder is. Doordat ze toch besluit om met hem uit eten te gaan, vangt het verhaal met een vrij onbevredigende premisse aan.

Jongvolwassenen
Gelukkig is het verhaal hier zelfbewust genoeg over om niet direct te vervallen in een ongeloofwaardige romance. De jeugdige impulsiviteit van Gary lijkt perfect te passen bij het scherpzinnige cynisme van Alana, maar Alana wil daar in het begin begrijpelijk genoeg niet aan toe geven. Gary en Alana zijn zoekende in een grote mensenwereld en ontwikkelen zich als individuen terwijl ze samen betrokken raken bij de raarste figuren in de meest uiteenlopende taferelen die in hoog tempo voorbijkomen.

Gary is ambitieus en heeft een honger naar succes die Alana wel aanstaat. Zijn bijdehante persoonlijkheid doet denken aan Max Fischer van Rushmore (1998). Alana bevindt zich in de existentiële schemerfase van een jongvolwassene die worstelt met haar levensbestemming. Te midden van het overweldigende oerwoud van Hollywood vol krankzinnige neppe volwassenen rennen Gary en Alana driftig rond. De twee hebben opvallend weinig tot geen ouderlijk gezag ter begeleiding, ze doen alles zelfstandig. Ze zijn juist zo krachtig omdat ze zich aan elkaar optrekken, elkaar complementeren. 

Licorice Pizza

Nostalgie
Naar eigen zeggen wilde PTA met het maken van Licorice Pizza een greep naar zijn jeugd doen. Dat kun je gemakkelijk aan deze filmmaker overlaten, omdat hij befaamd is voor zijn periodestukken. Zo maakte hij een film over de hippiecultuur in de jaren zeventig (Inherent Vice), de strijd om olie aan het begin van de vorige eeuw (There Will Be Blood), de modewereld in de jaren vijftig (Phantom Thread) en de porno-industrie rond 1977 (Boogie Nights).

De jaren zeventig is dus een veel bezocht tijdperk voor de regisseur terwijl hij er toch vrij weinig bewust van meegekregen zal hebben aangezien de beste man in 1970 geboren is. Toch lijkt Andersons werk ondubbelzinnig voort te vloeien uit het kenmerkende gedachtegoed en de veranderingen van die tijd.

Met Licorice Pizza keert de regisseur niet alleen terug naar zijn werkelijke jeugd, maar ook stilistisch naar het begin van zijn carrière. PTA begon met twee films die qua stijl erg doen denken aan het werk van Martin Scorsese. Zo vinden we in Boogie Nights (1997) het snelle montagewerk en het verval van de American Dream zoals je ziet in Goodfellas (1990). Bovendien lijkt de eindscène van Boogie Nights een expliciete verwijzing naar Raging Bull (1980).

Vanaf Magnolia en Punch-Drunk Love (2002) is de stijl van PTA minder flitsend en broeierig. Er is een abstracte sereniteit over zijn films gekomen die meer doet denken aan de films van Terrence Malick en David Lynch. Waar PTA eerst charmante popmuziek gebruikte om zijn dynamische camerawerk te begeleiden, zijn films als The Master (2012) en There Will Be Blood begeleid met onconventionele surrealistische tonen die tegen de achtergrond van sublieme landschappen een verheffende sfeer scheppen.

 

4 februari 2022

 

ALLE RECENSIES

Worst Person in the World, The

****
recensie The Worst Person in the World
Liefde en de vergankelijkheid van het leven

door Cor Oliemeulen

De 30-jarige Julie is zoals veel van haar generatiegenoten: ze weet vooral wat ze niet wil, maar niet wat ze wel wil. Ze is cynisch, egoïstisch, onzeker en besluiteloos, maar ook intelligent, spontaan, empathisch en grappig. Ze begon aan studies medicijnen, psychologie en fotografie, maar ze werkt nu in een boekhandel.  

The Worst Person in the World is een komisch drama over liefde en de vergankelijkheid van het leven. Hoofdpersoon is Julie (Renate Reinsve), die zoveel mogelijk van het leven wil genieten, maar zich daardoor soms de slechtste persoon in de wereld voelt. Ze heeft een relatie met de 44-jarige Aksel (Anders Danielsen), die succesvol is als maker van controversiële stripboeken, terwijl ze zelf complimenten krijgt voor haar artikel ‘Orale seks in het MeToo-tijdperk’. Aksel introduceert haar in zijn familie en wil graag kinderen, maar Julie is daar nog lang niet aan toe. Als ze op een feest de jongere Eivind (Herbert Nordrum) ontmoet, weet ze dat haar relatie met Aksel eindig is.

The Worst Person in the World

Musical zonder zang
Het is bijzonder dat een film met een dergelijk thema is gemaakt door een mannelijke regisseur. Het lukt Joachim Trier, die al zijn films samen schreef met zijn Noorse landgenoot Eskil Vogt (zoals Louder Than Bombs en Oslo, August 31st), voortreffelijk om zijn hoofdrolspeelster in al haar vrouwelijke kracht en twijfel neer te zetten, zonder te vervallen in genderclichés. The Worst Person in the World is vooral een menselijke film over de valkuilen van romantiek. Geen romantische komedie in de gangbare betekenis, maar een over het algemeen opgewekt humaan drama dat soepel en geloofwaardig uitmondt in een existentiële twist. Al die tijd spat Renate Reinsve (tijdens het filmfestival van Cannes uitgeroepen tot beste actrice) in al haar emotionele gelaagdheid van het scherm.

Door de afgebakende structuur van twaalf gefragmenteerde hoofdstukken en de speelse vorm (let bijvoorbeeld op Julie’s ervaringen in een paddotrip) voelt de film als een musical zonder zang (maar wel met een vlotte, gevarieerde soundtrack). Het meest verbluffende voorbeeld hiervan is het moment dat Julie in de keuken achter Aksel staat en de lichtschakelaar aanklikt. Plotseling beweegt Aksel niet meer en staat de tijd stil. Julie holt met een gelukzalige grijns op haar gezicht de straat op, iedereen en alles staat stil (geen computerbeeld, maar briljant geconstrueerd). Ze rent naar de cafetaria waar Eivind werkt, ze kussen elkaar en bewegen zich als een verliefd koppel door Oslo. Als Julie terugkeert in het appartement, klikt ze de schakelaar uit en gaat het leven verder. Niet lang daarna zonder Aksel.

The Worst Person in the World

Werkelijke liefde
Gelukkig voor haar denkt Julie’s leeftijdsgenoot Eivind ook niet aan kinderen, zeker niet met het oog op de onzekere toekomst door klimaatverandering. Maar zoals de kijker al kon vermoeden, is een relatie met hem waarschijnlijk ook geen lang leven beschoren. Dat alles klinkt misschien als een jonge vrouw die wel de lusten maar niet de lasten wil, echter niets is minder waar. Julie kan volledig zichzelf zijn bij Eivind, maar mist de intellectuele uitdagingen van iemand als Aksel, met wie ze bovendien veel beter kon communiceren.

Daarom straalt Julie als ze op tv een interview met Aksel ziet. Hij discussieert vol overgave met een vrouw over zijn stripboeken, die zijn gesprekspartner als seksistisch ervaart. Aksel geeft de feministe lik op stuk. Een rendez-vous van Julie en Aksel is aanstaande. Wat volgt is het meest ontzagwekkende en zielroerende hoofdstuk, met werkelijk ruimte voor liefde.

 

3 februari 2022

 

ALLE RECENSIES

Als de kraanvogels overvliegen

****
recensie Als de kraanvogels overvliegen
Vervlogen geluk

door Tim Bouwhuis

Een idyllisch beeld: kraanvogels nemen een vlucht boven Moskou terwijl twee gezworen minnaars de liefde vieren. En dan de oorlog, als ruwe verstoorder van “te mooi om waar te zijn”. Als de kraanvogels overvliegen wordt vandaag de dag geëerd als het vroegste hoogtepunt van de Russische nieuwe golf (1957-1968).

Hij moet gaan, zij blijft achter. De plot van Als de kraanvogels overvliegen (Letjat zjoeravli) is er één uit het boekje, maar de filmische uitwerking is een huzarenstuk van regie en camera. Bijna vijfenzestig jaar na dato ligt het blijvende belang van deze productie dan ook vooral besloten in de stilistische kenmerken en het toenmalige momentum van verschijnen.

Als de kraanvogels overvliegen

De twee geliefden van de film, Veronika en Boris (rollen van glorieuze debutante Tatyana Samoylova en Aleksey Batalov), belichamen namelijk een kruispunt in de Russische (film)geschiedenis. Eens Stalin (1878-1953) begraven was (bekijk zeker de dit najaar uitgebrachte archiefdocumentaire State Funeral), ontstond er geleidelijk een sociaal-cultureel klimaat waarin met een andere blik kon worden teruggekeken op het recente (oorlogs)verleden. Dat klimaat mocht nooit een utopie worden: films als Dear Comrades! (Andrey Konchalovskiy, 2020) laten duidelijk zien dat er ook onder Nikita Chroesjtsjov (aan de macht tussen 1953 en 1964) beslist geen heilstaat werd gecreëerd. Toch presenteert Als de kraanvogels overvliegen een bijzonder open en kritische beschouwing van de Russische oorlogsinspanning en de visie die daar mede aan ten grondslag ligt.

Perpectieven
De films van Michail Kalatozov (na Als de kraanvogels overvliegen maakte hij De brief die nooit verzonden werd, die ook gerestaureerd is), hoe rijk aan propaganda ook (zie het verleidelijke meesterwerk Soy Cuba, dat zonder geld van de Sovjet-overheid nooit gemaakt had kunnen worden), wijken qua benadering af van de meer collectief georiënteerde films van het tijdperk Stalin. De beste filmmakers (Sergei Eisenstein, Vsevolod Pudovkin en anderen) van die periode moesten te allen tijde rekening houden met de straffe censuur en eisen van het regime.

Een van de pijlers van de communistische heilstaat was de arbeider, die zich onvoorwaardelijk in dienst stelde van het ideaal en als zodanig opging in de massa. Vertaald naar de periode van de Tweede Wereldoorlog betekende dat dat mannen zonder pardon gescheiden werden van hun geliefden, en dat het vooral een eer moest heten om voor het vaderland ten strijde te trekken.

Het tijdperk Chroesjtsjov was zogezegd geen onvervalst positieve perestrojka (‘herbouwing’), maar er ontstond wel ruimte om (onder andere door middel van film) andere perspectieven op de Russische beleving van oorlog en maatschappelijke verandering uit de doeken te doen. Terwijl Boris de wapens opneemt aan het oostfront, heeft Kalatozov alle aandacht voor de ervaringen van Veronika in een verscheurd Moskou. Het wordt haar bepaald niet makkelijk gemaakt om de terugkeer van haar geliefde eerbiedig af te wachten: haar neef (een rol van Aleksandr Shvorin) staat te trappelen om Boris’ plek in te nemen. Veronika loopt gekwetst weg als haar baas in het ziekenhuis (waar ze tijdelijk dienst doet als verpleegster) schande spreekt van vrouwen die hun heroïsche echtgenoten niet onvoorwaardelijk opwachten. Haar neef slaat ze wanhopig van zich af, maar ondertussen schuift de vrees voor een tragisch lot als een schaduw voor de horizon. De kraanvogels worden in dat licht dubbelzinnige symbolen: ze zijn richtpunten van zowel hoop als vervlogen geluk.

Als de kraanvogels overvliegen

Visuele motieven
Een film als I am Twenty (Marlen Khutsiev, 1965), deze zomer nog terecht onder de aandacht gebracht door het IFFR (in het online 50/50 programma van Unleashed), is in zijn lyrische weergave van liefde in vrije tijden duidelijk geïnspireerd door Als de kraanvogels vliegen. De film van Kalatozov combineert de anticipatie van een meer optimistische toekomst (die nog veel zichtbaarder is in I am Twenty) met een overheersend gevoel van rouw ten aanzien van het verleden. Deze spanning tussen uitersten heeft ook betrekking op de persoon van Andrej Tarkovsky, die in I am Twenty figureert als een beleerde student maar een paar jaar daarvoor doorbrak met De Jeugd van Ivan (1962, in 2019 nog in de Nederlandse zalen).

Als de kraanvogels overvliegen en De Jeugd van Ivan zijn niet alleen vergelijkbaar in hun kernachtige pacifisme, maar ook in hun dynamische beeldvoering en onorthodoxe camerastandpunten. Sergey Urusevskiy, een vaste medewerker van Kalatozov in zijn beste werk, combineert zijn gedurfde gevoel voor perspectief (de zogeheten ‘high angle’-shots zou hij later perfectioneren in Soy Cuba) met duizelingwekkende tracking shots die menigmaal eindigen in dramatische close-ups.

De stilistische keuzes en filmlocaties zijn cruciaal, aangezien Kalatozov betekenis uitdrukt via slimme visuele motieven die in een andere context plots een andere lading krijgen. Zo zijn de kraanvogels te zien op twee contrastrijke momenten. Een doodgewone trappengalerij verandert in oorlogstijd in een brandende ruïne. En de lange sprint naar boven, een eindeloze opwaartse spiraal, eindigt pas als het de tragische held aan het front langzaam zwart wordt voor de ogen.

Als de kraanvogels overvliegen zou in de gerestaureerde versie vanaf 2 december in een aantal bioscopen draaien, maar wegens de huidige coronamaatregelen is dat uitgesteld. De film is momenteel te zien op YouTube. De nieuwe versie is inmiddels verschenen op Criterion.

 

30 november 2021

 

ALLE RECENSIES

Limelight

Limelight (1952)
Zwanenzang van de komiek Chaplin

door Ralph Evers

In Limelight (1952), de zwanenzang van de komiek Charlie Chaplin, speelt hij de rol die hem te goed paste, de clown. Hierdoor verzandt zijn film in het teveel en vergeet hij de climax van zijn carrière achter de coulissen.

Living in the limelight, the universal dream, for those who wish to see.” Oh nee, ik hoef geen Rush te citeren, het is de bedoeling een stuk te schrijven over Chaplins film met dezelfde titel als dat fantastische Rush-nummer.

Limelight

Limelight, Chaplins persoonlijke afscheidsfilm (en zijn laatste Amerikaanse film voordat hij het land ontvluchtte omdat hij daar onterecht als communist werd beschouwd), is een komisch drama met een licht autobiografische insteek (zijn zoon Sydney doet ook mee) waarin Chaplin, ditmaal vermeld als Charles – is hij volwassen geworden? – in de huid van de clown Calvero kruipt.

Timing
Het leven van Calvero lijkt als een kaars in de mist uit te doven. Voorbij zijn de roemrijke jaren waar variététheater en vaudeville volle zalen trokken. Met alcohol en een gespeeld optimisme, behouden uit de rollen van weleer, poogt Calvero zijn leven uit te zitten. Wanneer hij op een dag waggelend thuis komt, ruikt hij iets vreemds. Iets onder m’n zolen? Nee, het is iets anders. Hij ontdekt dat de danseres die op de begane grond woont een poging tot zelfmoord doet, door te slapen bij geopende gaskranen. De grond van dit onheil zit ‘m in financiële zorgen. Calvero treedt op als haar redder en het verhaal kan op gang komen.

De eerste dertig minuten verlopen echter stroef en houterig, de humor zit niet mee, het gebeuren komt veel te traag en oninteressant op gang. Het is als gekookte aardappels zonder zout. Daar komt verandering in wanneer Calvero en later danseres Terry hun levensgeschiedenissen uit de doeken doen. De film wordt hierdoor opgedeeld in eetbare brokken, maar verzandt evenwel in soms eindeloze dialogen die hun punt maar niet willen maken. Enigszins verrassend, omdat je zou verwachten dat aan het eind van zijn carrière Chaplin wel zou weten hoe een film de juiste ritmiek mee te geven. Aan het verhaal is weinig af te dingen, evenmin aan de kwaliteit van de lach en de traan. Een aantal geniale scènes – zoals de piano met een snarenoverschot en groeiende en krimpende benen – daargelaten, voelt het geheel als een onnodig langgerekt geheel, waarbij de encore te lang doorgaat.

Alledaags
Een andere subtiele opvallendheid is de afwezigheid van precies datgene wat voor het voetlicht had moeten treden. Waar eerdere films iconische momenten hebben, zoals de treffende kritiek op de moderne tijd in Modern Times of op tirannen in The Great Dictator met typetjes en een compactheid die veel van Chaplins roem hebben geleverd, verblijft Limelight in de alledaagsheid. Er wordt gesproken over tijden van weleer, van roem, maar het komt maar niet uit de verf in de anthologie die deze film wil zijn. Er wordt soms geraakt aan het contrast van het applaus, de verering door het publiek en een paar minuten later de kille stilte van een lege, geluidloze kleedkamer. Echter eerder als verplicht script dan als doorvoelde ellende.

Limelight

Wat dat betreft heeft de clown Calvero (Chaplin dus) nooit zijn schmink afgedaan. In dit voetlicht bezien klopt het dat het einde te lang doorgaat, omdat de clown geen afscheid wilde nemen, de schaduwkant schuwde. Liever nog een lolletje dan een werkelijk contrapunt aan te brengen. De grootvader die ondanks het familiaire tumult de gezelligheid wil behouden. Het heeft iets tragisch dat Limelight aldus aan de oppervlakte blijft en niet, zelfs niet met humor, wat bovenstaande andere titels wel zo goed lukte, een laagje dieper te komen. Na ruim twee uur dooft het voetlicht en verrast de plotsheid van het einde van een carrière die tot vandaag tot de verbeelding weet te spreken. Zijn we getrakteerd op enkele fijne, grappige, ontroerende maar bovenal gemakkelijke scènes, waar een teveel het afscheid van een grote man hinderde.

 

19 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

City Lights

City Lights (1931)
Ware kern van menselijkheid

door Yordan Coban

Tot mijn genoegen heb ik nog geen ziel getroffen die niet kon lachen om de openingsscène van City Lights (1931). Ik geloof heilig dat op het moment dat wij stoppen met lachen om Charlie Chaplin, we gedoemd zijn te vergaan in onze eigen cynisme. Chaplin belichaamt een onschuld die de mens bewapent tegen de verdorvenheid van de moderne ziel.

Chaplin wilde met zijn laatste stille film benadrukken dat film niet per se gebaat is bij sprekende acteurs. Zijn silent films kenden geen nationale grenzen of taalbarrières. In Chaplins beroemde speech uit The Great Dictator (1940) onderstreept hij dat technologie van nature goed is maar ons eerder afsluit dan samenbrengt. Hij had gelijk. Technologie heeft ons comfort gebracht, maar faalt uiteindelijk in het werkelijk bereiken van mensen. Het is slechts een middel, geen doel.

City Lights

Gepolijste onschuld
Chaplin waarschuwde ons hiervoor in Modern Times (1936) en The Great Dictator maar toont het ook werkelijk met City Lights. Deze film kwam uit in een tijd dat de talkies net om de hoek kwamen kijken. Toch koos Chaplin voor het maken van nog een stille film. Hij had geen nieuwe technologische ontwikkelingen nodig om mensen te raken. Spraak, kleur, 3D, Imax, allemaal formaliteiten die het niet winnen van Chaplins vakmanschap.

Het verhaal van City Lights is simpel maar heeft een gepolijste onschuld in zich. Uiteraard centraliseert de film zich rondom de ludieke situaties waarin The Tramp (de zwerver) terecht komt. Hij maakt kennis met twee personages: een rijke ongelukkige alcoholist en een blinde bloemenverkoopster. De rijke man gebruikt de zwerver om zijn eigen leegte te vullen, maar herkent hem alleen als hij dronken is. Hij moet niks van de sloeber hebben als hij de volgende ochtend nuchter wakker wordt. Het bloemenmeisje kan de zwerver niet zien en denkt dat hij een welgestelde heer is. De zwerver helpt het meisje en betaalt haar oogoperatie zodat zij weer kan zien. Beide personages zien hem in eerste instantie niet voor wie hij werkelijk is. Waar de rijke man hem verstoot als ze elkaar in onvervalste vorm ontmoeten, maakt de armoedige vertoning voor het bloemenmeisje geen verschil. Dit resulteert in een van de de meest volmaakte scène in filmgeschiedenis.

Oprecht
Er waren flink wat critici die vonden dat Chaplin zich niet moest wagen aan politieke thema’s. Een serieuze clown is niet waar men op te wachten zat. Maar net als collega-filmmaker Frank Capra (Mr. Smith Goes to Washington, 1939) vond Chaplin dat bij zijn statuur en publiek een grote verantwoordelijkheid hoorde.

City Lights

Chaplins latere films gaan over goedheid, menselijkheid en het kwaad in hebzucht en macht. Voor de jaren 30 was Chaplin de vermakelijke pantomimespeler en Buster Keaton de gevatte komiek. Maar net als de rijke dronkaard en de bloemenverkoopster zag men niet de humanistische intellectueel die Chaplin eigenlijk was. Van het belang van satire en vrijheid van meningsuiting in The Great Dictator tot het gevaar van een kapitaalgerichte machine gestuurde maatschappij in Modern Times, Chaplins oeuvre is groots en zo ook zijn visie.

Films als Citizen Kane, Vertigo, 2001: A Space Odyssey verlangen meerdere bezichtigingen en een intellectueel analyserend vermogen van de kijker. City Lights niet, want de film laat weinig open voor interpretatie. Hij stelt in zijn symboliek niet de vragen des levens en dient qua gelaagdheid niet als een puzzel die opgelost moet worden. De film is eerlijk en oprecht. Als je de vetrandjes met alle insignificante elementen in ons leven wegsnijdt, kom je tot een kern van menselijke sentimentaliteit, onze expressies in extremis: een traan en een lach. En deze ware kern van menselijkheid is nergens zo trouw belichaamd als in City Lights.

 

12 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

Straight Up (2019)

REWIND: Straight Up (2019)
Fiere confrontatie met hedendaagse onzekerheden

door Sjoerd van Wijk

In het overweldigende streaming aanbod van 2020 raakte het regiedebuut van James Sweeney onterecht ondergesneeuwd. Straight Up (2019) confronteert hedendaagse onzekerheden rondom romantiek, vriendschap en identiteit met een rechte rug.

Sweeney zelf speelt de neurotische Todd, die zich bij zijn therapeute grote zorgen maakt of hij alleen oud zal worden. Als homoseksueel kent zijn liefdesleven weinig succes dus besluit hij het over een andere boeg te gooien. Misschien is hij toch heteroseksueel? Zijn vrienden reageren vol ongeloof, want Todd conformeert aan alle stereotypen met als dooddoener zijn encyclopedische kennis van Gilmore Girls. Overstappen op vrouwen lijkt dan ook een wanhoopsdaad, maar wel een die een staartje van anderhalf uur krijgt zodra hij in gesprek raakt met de net zo neurotische Rory (Katie Findlay). Ze lijken voor elkaar gemaakt op intellectueel vlak. Op seksueel gebied blijft het echter stil en hangt de onzekerheid over Todds geaardheid als een zwaard van Damocles boven de relatie.

Straight Up (2019)

Obsessief gedrag
Al het lawaai komt van de staccato afgevuurde gesprekken tussen Todd en Rory waar referenties uit de populaire cultuur vernuftig in voorkomen. De seksuele stilte verdient een rationalisering en die vindt het stel in hun obsessieve gedrag rondom trivia en meer. Todd houdt nu eenmaal van orde en netheid en daar passen menselijke vloeistoffen niet bij. De popcultuur komt ook gewiekst terug op een gekostumeerd feest waarvoor ze niet genoeg tussen de regels door keken bij Cat on a Hot Tin Roof (1958) en verkleed gaan als het getroebleerde stel uit die film.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


De romantische komedie kent vele gemeenplaatsen, zoals de kus die de voorbestemde liefde bezegelt of de grote realisering over de relatie nadat deze uitgaat. Net als in de trivia springt Sweeney vindingrijk om met die gemeenplaatsen. Voor de lichamelijke climax schiet Sweeney het stel treffend van bovenaf terwijl ze op het tapijt elkaars hand vasthouden. Todds geestige conclusie eindigt onbeantwoord met een intrigerend laatste beeld van de twee soulmates met een onbekende derde partij. Het voelt als een update van klassieke screwballcomedy’s, zoals Bringing Up Baby (1938) met alle maniertjes en absurditeiten over de liefde verpakt in messcherpe kruisverhoren. In plaats van een luipaard zorgt aseksuele romantiek voor een warboel.

Straight Up (2019)

Fundament van bezinning
Daar ligt een jachtige Los Angeles-levensstijl aan ten grondslag. Cinematograaf Greg Cotten laat Todd en Rory als gevangenen hun kruisverhoren geven in vlakke totaalopnames, vlot opengebroken door splits screens, passend bij de hen eeuwig achtervolgende keuzestress. Op de marktplaats van het leven komt elke beslissing met eigen verantwoordelijkheid, die Todd getuige zijn therapiesessies heeft geïnternaliseerd. Zijn beklemming, vervat in monologen en overgaand in voice-overs, geven de film een fundament van bezinning.

In de Hollywood-film zie je vaak een behapbare veilige omgeving die in dienst staat van de vertelling. Een landhuis in Philadelphia of een winkel om de hoek waar de personages met elkaar botsen alvorens tot een onvermijdelijke conclusie te komen. De nette appartementen in Straight Up leiden hier echter tot een scherpe blik inwaarts voor Todd en Rory. Liefde, vriendschap en overkoepelende identiteit smelten samen in het luchtledige en vanuit die onzekerheid moeten zij nieuwe vormen aannemen, wars van stereotypes. De broosheid van zo’n bestaan weet Straight Up te gronden tot een gezamenlijke ervaring.

 

STRAIGHT UP KIJKEN: vind streams of bestel hier de dvd.

 

Meer REWIND

Rifkin´s Festival

***
recensie Rifkin´s Festival

Film is kunst, een goed leven ook

door Alfred Bos

In de schemer van zijn lange loopbaan zet Woody Allen in Rifkin’s Festival de grappen op een lager pitje en stookt het vuur onder de existentiële vragen op. En komt in het aanzien van de Dood tot een wijze conclusie.

Op 1 december van dit jaar is Woody Allen 85 jaar geworden. Rifkin’s Festival is zijn achtenveertigste speelfilm, als we goed hebben geteld. Allens toon en stijl zijn bekend, we hoeven geen schokkende vernieuwingen te verwachten; geen radicale breuk met het verleden. Zijn jaarlijkse filmrelease is als die wat excentrieke oom die ieder jaar tijdens je verjaardag opduikt om weer dezelfde grappen te vertellen als al die vorige jaren. Maar elk jaar net iets anders, afhankelijk van zijn luim.

Rifkin´s Festival

Dit jaar is de excentrieke oom een tikje melancholisch gestemd, zijn de grappen wat dunner gezaaid. Hij is in een filosofische bui. Hij reflecteert op de grote levensvragen; op het eeuwige, want “politiek is altijd tijdelijk”. Wat maakt het bestaan waardevol? Wat is een nuttig besteed leven? Draait het om roem, status en aanzien? Of om klein geluk in de marge van de rat race? In die zin vertoont Rifkin’s Festival overeenkomsten met La Grande Bellezza, al is Allens toon mild-ironisch vergeleken met het sarcasme van Paolo Sorrentino.

Dagdromen over liefde
Plaats van handeling is het Filmfestival van San Sebastian. Mort Rifkin (Wallace Shawn, die als filmacteur debuteerde in Allens Manhattan) is een schrijver die nauwelijks schrijft omdat hij geen middelmaat wil produceren, alleen grootse meesterwerken à la Dostojevski of Proust. Hij verdient de kost als filmdocent, wat hem eigenlijk prima bevalt want klassieke cinema is zijn passie. De film wordt gepresenteerd als flashback, gekaderd door een sessie bij de psychiater. Rifkin is de verteller wiens voice-over de scènes verbindt.

Rifkin vergezelt zijn vrouw Sue (Gina Gershon) naar het festival in Spanje, waar ze de perszaken regelt voor een modieus hippe regisseur Philippe (Louis Garrel, die Jean-Luc Godard speelde in de biopic Le Redoutable). De hypochonder Rifkin heeft niets om handen en piekert over een mogelijke affaire van zijn vrouw met de veel jongere regisseur. En over zijn leven. Hij fantaseert over een romance met een Spaanse arts (gespeeld door Elena Anaya, Dr. Maru in Wonder Woman) die in New York heeft gestudeerd maar, teleurgesteld door het leven en de liefde, kwijnt in de Spaanse provincie.

Droomscènes als filmpastiches
Woody Allen heeft nooit een geheim gemaakt van zijn bewondering voor klassieke regisseurs als Fellini, Buñuel en Bergman. Filmdocent Rifkin heeft dromen over zijn vrouw en de arts (in zwart-wit, uiteraard) die pastiches zijn van bekende scènes uit beroemde films van Allens favoriete regisseurs. De reeks citaten opent niet toevallig met Otto et Mezzo van Fellini, een film over film. Het is meer dan een meta-grap, Allen benadrukt het belang van verbeelding. Rifkin’s Festival is zijn weerwoord tegen film als louter vermaak.

Rifkin´s Festival

Daarnaast herkent de filmliefhebber, onder meer, Jules et Jim (Truffaut), Citizen Kane (Orson Welles), A bout de souffle (Godard), El ángel extreminador (Buñuel) en Het zevende zegel (Bergman, met Christoph Waltz als de Dood). Geestig is het droomsegment over Persona (Bergman) als de actrices plots in het Zweeds praten.

Wijsheid in plaats van grappen
De pastiche van Het Zevende Zegel is de laatste van de reeks verwijzingen die de ruggengraat van de film vormen. Rifkin’s Festival illustreert letterlijk het bekende cliché dat films celluloid dromen zijn. Qua grappendichtheid staat de film ergens halverwege het oeuvre van Woody Allen, de sterkste is wellicht de vraag van een journalist tijdens een persconferentie: “Were all your orgasms special effects?”

Het zal ook niet helemaal toevallig zijn dat de reeks hommages afsluit met Bergman, want de Dood verwoordt een wijsheid: “Verwar leeg niet met betekenisloos”. Wees geen snob en doe wat je plezier geeft. Zo past de boodschap van Rifkin’s Festival, gedraaid tijdens de nazomer van 2018, onbedoeld maar naadloos bij het bizarre jaar van de pandemie. Want wat de coronacrisis – naast economisch onrecht en een onhoudbare manier van leven – vooral duidelijk heeft gemaakt: goed leven is een kunst en kunst geeft het leven glans.

 

1 december 2020

 

ALLE RECENSIES

Plus belles années d’une vie, Les

****
recensie Les plus belles années d’une vie 

Romance, reünie en race

door Cor Oliemeulen

Vijftig jaar na hun romance bezoekt Anne haar toenmalige geliefde Jean-Louis in een luxueus verzorgingstehuis. De voormalige autocoureur, die licht dementerend is, herkent haar pas als zij zegt wie zij is. Het wordt een rendez-vous vol emoties en dierbare herinneringen.

Les plus belles années d’une vie (de mooiste jaren van een leven) grijpt terug op Un homme et une femme (de 4K-restauratie krijgt tegelijkertijd een Nederlandse première) dat Claude Lelouch in 1966 maakte met dezelfde hoofdrolspelers, Anouk Aimée en Jean-Louis Trintignant. Hoewel er twintig jaar later een vervolgfilm kwam, gebruikt de Franse regisseur beelden uit de eerste film, zodat we een goed idee krijgen van hoe innig het koppel toen was. Destijds was de poëtische manier van het uiten van dergelijke liefdevolle woorden, blikken en aanrakingen ongekend en werd het romantische drama een groot succes bij zowel publiek als critici. Echter de snelheidsduivel Jean-Louis bleek een womanizer, dus hun romance was geen lang leven beschoren.

Les plus belles années d'une vie

Realtime
De hernieuwde kennismaking is door Claude Lelouch vastgelegd in een realtime scène van 19 minuten, waarin voornamelijk bij Anne flarden van oude gevoelens terugkeren en waarmee Aimée en Trintignant (beiden eind tachtig) middels subtiele gezichtsuitdrukkingen en gebaren moeiteloos hun glorieuze status in de Franse cinema bevestigen. De ontmoeting is tragisch en lijkt zinloos, maar is tegelijkertijd charmant en levendig. Er zijn korte grappige en spontane momenten, hoewel Lelouch het duo zoveel mogelijk zijn script wilde laten volgen.

Deze wonderschone, ontroerende eerste rendez-vous zal uitmonden in bezoekjes aan plaatsen die ze vroeger samen bezochten. Uiteraard is Jean-Louis niet meer de grillige autocoureur die hij was, maar zijn rijgedrag is nog opvallend genoeg om door de politie aan de kant van de weg te worden gezet. De gesprekken tussen Anne en Jean-Louis verlopen moeizaam door de geestesgesteldheid van de laatste. Door flashbacks uit Un homme et une femme zien we dat het hotel en de boulevard nauwelijks zijn veranderd. Hoewel Jean-Louis voldoende genegenheid toont, is het duidelijk dat vooral Anne wat krassen op haar ziel heeft, maar desondanks voelt ze zich dankbaar en gelukkig.

Reünie
Saillant detail van Les plus belles années d’une vie is dat ook Anne’s dochter en Jean-Louis’ zoon (die Anne heeft opgezocht omdat zijn vader enkel nog zou opleven door herinneringen aan hun oude liefde) worden gespeeld door de zelfde actrice en acteur. Ook filmcomponist Francis Lai is weer van de partij om de reünie ingetogen stemmig te begeleiden. De sfeer is bijna hoopvol, vol joie de vivre en de dood is ver weg. En zo kabbelt de film wat voort tot de grandioze finale die in feite weinig met het verhaal heeft te maken.

Het betreft een flashback, niet uit Un homme et une femme maar uit C’était un Rendez-vous (1976). Lelouch had na zijn recente opnamen van Si C’était à Refaire met Catherine Deneuve een stuk filmband over en besloot spontaan om met een snelle auto ’s morgens in alle vroegte door het centrum van Parijs te scheuren. Hoewel hij iemand met een walkietalkie (die niet bleek te werken) op het eind van een tunnel had laten posteren, kruipt Lelouch meerdere malen (achttien keer door rood licht) door het oog van de naald en bereikt hij snelheden van bijna 200 kilometer per uur. De regisseur zou zich hebben laten inspireren door Steve McQueen in Bullitt (1968).

Bloedstollende autorace
Het is waarschijnlijk de mooiste, meest bloedstollende en realistische autorace die je ooit op het witte doek hebt gezien. Het is één take van 9 minuten en Lelouch reed in een Mercedes-Benz 450SEL en gebruikte het geluid van een Ferrari 275 GTB. Hij zei aanvankelijk tegen een politieman dat een Formule 1-coureur achter het stuur had gezeten, maar nadien vertelde hij dat hij een date had en dat je een vrouw nooit moet laten wachten. Zijn actie was volstrekt onverantwoord, zoals hij volmondig zou toegeven. Wonder boven wonder vallen er geen doden of gewonden. Maar als je terugkijkt, realiseer je dat Les plus belles années d’une vie vanwege die capriolen net zo goed nooit zou zijn gemaakt.
Drie sterren voor de film, één ster extra door de krankzinnige finale.

 

30 juni 2020

 

ALLE RECENSIES

In the Mood for Love (2000)

REWIND: In the Mood for Love (2000)
Verlangen geeft liefde kleur

door Yordan Coban

De beste film van deze eeuw is afkomstig uit Hong Kong, van de hand en visioenen van regisseur Wong Kar-Wai. Freud stelde dat elke relatie een verhouding tussen vier personen is: de twee daadwerkelijke mensen én hun fantasieën. In In the Mood For Love speelt Wong Kar-Wai met dit idee en conceptualiseert dit tot een wals van onbeantwoorde verlangens.

De stijl van Wong Kar-Wai is onmiskenbaar elegant. De muziek en de kleuren zijn een lust voor de zintuigen en dansen op een virtuoos ritme aan de kijker voorbij. De camera staat altijd verborgen achter een gordijn of ‘afluisterend’ vanuit een hoek, alsof de kijker de betreffende affaire op geheimzinnige voet volgt. Wong Kar-Wai gebruikt originele cameraposities, spiegelreflecties en langzaam bewegende shots, zijn vakmanschap is terug te vinden in elke camera-instructie.

In the Mood for Love (2000)

In het bijzonder dient de kijker te letten op de muziek. Daaraan valt in feite niet te ontkomen, want die past perfect bij de sentimenten van de film en genereert direct een melancholische gemoedstoestand. Elk aangezicht krijgt een emotionele ontlading bij het horen van de snijdende viool in Yumeji’s Theme van Michael Galasso.

Vergankelijkheid van tijd
Mevrouw Chan (gespeeld door Maggie Cheung) en meneer Chow (gespeeld door Tony Chiu-Wai Leung) zijn buren die door omstandigheden naar elkaar geduwd worden. Ze raken verstrengeld in een affaire doordat ze ondervinden dat hun partners opvallend frequent en langdurig op zakenreis gaan. Als de twee, alhoewel hun ogen elkaar al geruime tijd volgen, besluiten om de achtergelaten leegte op te vullen met elkaars gezelschap, begint er een tragisch liefdesspel. Beide acteurs spelen ingetogen, de emotie wordt gedragen door de brandende kleuren rondom.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 

Tijd is een terugkerend thema in het werk van de Hongkongse regisseur. Close-ups van klokken en slow motionshots reflecteren op de gedocumenteerde emotie van het moment. Tijd houdt nergens rekening mee. Tijd neemt ons bij de hand, verandert ons geleidelijk en laat een spoor van geleefde emotie na. Emotie die niet herbeleefd kan worden, slechts herinnerd.

Twee gezichten
Wong Kar-Wai kent twee gezichten. Meneer Chow geeft dit, als verlengde van de regisseur, uitgesproken weer. Wong Kar-Wai vertelt namelijk twee soorten verhalen: verhalen met strijd en verhalen met romantiek. In Fallen Angels (1995) probeert Wong Kar-Wai de twee verhaalsoorten te combineren, enigszins met succes. Dat zelfde hinken op twee gedachten vind je al terug in zijn debuutfilm As Tears Goes By (1988), een wat manke visueel opvallende verfilming van Mean Streets (1973) van Martin Scorsese, en in de internationale hit Chungking Express (1990).

In the Mood for Love (2000)

Maar in In the Mood for Love (Faa yeung nin wa) bekent Wong Kar-Wai eindelijk kleur en toont de regisseur dat hij ontegenzeglijk is geboren voor melancholie en romantiek. In die stijl van bedwelmende driften is Wong Kar-Wai onloochenbaar. Geen regisseur kan wat hij kan: de lichten van de nacht doemen aan zijn eenzame personages voorbij, diens personages schreeuwen om beminning.

Onmogelijke zomerliefde
In the Mood for Love is als een onmogelijke zomerliefde. Is het ware verliefdheid die de twee tot elkaar brengt of slechts een brandend verlangen geboren uit een impulsieve fantasie? En wat maakt het eigenlijk uit? Geen verliefdheid doorstaat de vergankelijkheid van tijd.

Toch is misschien nu juist de herinnering aan een onbeantwoorde liefde, er één die zich het meest potent in ons geheugen wortelt. De zoektocht naar liefde lijkt voor velen moeizaam of onmogelijk in dit coronatijdperk. Een film over een tragische herinnering van liefde kan de kijker mogelijk berusting geven. Het verlangen maakt het liefhebben de moeite waard. Nog even melancholisch smachten dus.

 

IN THE MOOD FOR LOVE KIJKEN: te koop op Bol en Amazon. NB: Check ook regelmatig MUBI, Netflix, CineMember en andere VOD-diensten voor REWIND-films.

 

Meer REWIND

 

Malèna (2000)

REWIND: Malèna (2000)
Perfect cliché van puberfantasie

door Cor Oliemeulen

Renato weet het zeker: Malèna is de mooiste vrouw op aarde. In ieder geval heeft ze de lekkerste kont van de stad. Hij begluurt haar, steekt kaarsjes op en bidt tot een heilige dat zij op hem wacht totdat hij ouder is.

Daar loopt ze. We weten niet hoe ze heet, maar we noemen haar Natasja. Een meisje van een jaar of twintig, engelachtig gezicht, lange donkere haren. Ze is kleuterleidster, maar ditmaal is ze alleen en loopt ze naar het dorp. Mijn vriendje en ik springen op de fiets en rijden haar achterna. Natasja stapt een kledingwinkel binnen. Wij volgen. Mijn hart bonst in mijn keel. Ze vraagt iets aan de verkoper, ook haar stem is mooi. Wij verbergen ons half achter een rekje. Als ze naar buiten loopt en wij haar willen volgen, vraagt de verkoper plots achter ons wat wij wensen. Met een setje knopen van dertig cent lopen we een minuut later de winkel uit om nog een glimp van Natasja op te vangen. Het was de laatste keer dat ik haar zag.

Malèna

Malèna

De eerste ontmoeting
Zinnenprikkelend puberverlangen is mooi verbeeld in Summer of ’42 van Robert Mulligan, een komisch opgroeidrama uit 1971. Onder de nostalgische, romantische klanken van Michel Legrand blikt de voice-over van een man terug op zijn onvergetelijke zomervakantie op een Amerikaans eiland. De 15-jarige Hermie (Gary Grimes) lummelt daar met zijn twee vriendjes wat rond in de stad of in de duinen. Totdat hij Dorothy (Jennifer O’Neill) ziet. Een slank, gebruind lijf en een stralende glimlach. Hermie ziet hoe zij afscheid neemt van haar man, een legerpiloot, die moet dienen in de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk heeft Hermie gemengde gevoelens over Dorothy, niet gehinderd door puberale opmerkingen van zijn vriendjes, maar al snel raakt hij gefascineerd en geobsedeerd door dit wonderschone vrouwelijke schepsel.

Rond dezelfde tijd in een Siciliaans stadje worstelt de 12-jarige Renato in Malèna (2002) met zijn ontluikende seksuele gevoelens. “Mussolini verklaarde de oorlog aan Engeland en Frankrijk en ik kreeg een nieuwe fiets”, zo blikt zijn volwassen voice-over terug. Renato (Giuseppe Sulfaro) showt zijn aanwinst aan zijn vijf vriendjes op de boulevard. Dan fluit iemand op zijn vingers omdat Malèna (Monica Bellucci) in aantocht is. In haar strakke witte jurk, de lange zwarte haren op en neer deinend elke keer als haar hakken de stenen raken, komt ze dichterbij geflaneerd. De vriendjes op het muurtje slaan haar onbeweeglijk gade, terwijl de kleine Renato wat moeilijk kijkt hoe in zijn broek een tent wordt opgezet. Zodra Malèna voorbij is, springen de jongens op hun fietsjes, nemen een sluiproute naar de stadspoort en stellen zich daar opnieuw op om de uiterlijk onbewogen Malèna een tweede keer te kunnen zien passeren. “De mooiste kont van Castelcuto”, verzucht een van hen.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Sensuele fantasieën
Vanaf dat moment is Renato hopeloos verloren en dagdroomt er op los. Hij klimt op een afdakje en kan via een kijkgat in de kamer van Malèna gluren. Hij ziet haar sensueel dansen. Een dag later koopt hij de plaat met dezelfde muziek, legt die op de draaitafel en fantaseert dat zij zijn slaapkamer binnenkomt. Zijn vader die boven een krakend en piepend bed hoort, schreeuwt naar Renato dat hij vast blind wordt van al die onzedelijke handelingen. Een andere keer heeft Renato een onderbroek van Malène van haar waslijn gegrist en treft zijn vader hem ’s morgens vroeg slapend in bed aan met dat kledingstuk op zijn gelukzalige gezicht. Het huis is te klein.

Summer of '42

Summer of ’42

Het romantische komische drama van Giuseppe Tornatore heeft soms de sfeer van zijn meesterwerk Cinema Paradiso (1988), waarin een puberjongen niet zozeer de liefde voor een vrouw maar de magie van de cinema ontdekt. Ook gebruikt Tornatore in Malèna ideeën uit zijn eerdere werk, leent hij opvallend veel van Summer of ’42 en grijpt hij, mogelijk als eerbetoon, terug naar de jeugdherinneringen van zijn Italiaanse collega Federico Fellini in diens thematisch verwante Amarcord (1973), echter zonder diens gebruikelijke extravaganza.

Seksistisch en jaloers
Hierin vergaapt puberjongen Titta zich aan een hoertje, een hete nymfomane en aan de mooiste derrière van Rimini. Op een dag mag hij zelfs zijn hoofd begraven tussen de enorme borsten van de tabaksverkoopster die zegt dat hij niet op haar tepels moet blazen maar eraan moet zuigen. Net als in Malèna wisselen opgroeiperikelen en onschuldig kattenkwaad elkaar af met de machtsgreep van de fascisten in Italië op de achtergrond. En ook in Amarcord is de familie van het jonge hoofdpersonage een tikkeltje hysterisch. Zo roept Titta’s vader voortdurend Maria aan als er ruzie in huis is en kan opa niet met zijn handen van de huishoudster afblijven.

Hoe karikaturaal, macho en seksistisch de mannen (en jongens) ook in Malèna mogen worden geportretteerd, ze bezigen vooral woorden, maar geen daden. De al even onverwisselbare vrouwen zijn voortdurend stikjaloers op Malèna en roddelen mogelijk nog harder, echter zij stellen uiteindelijk wel een daad, een mensonterende daad.

Voor andere volwassenen dan liefdesobject Dorothy is in Summer of ’42 geen plek. In plaats van enkel stoere praat, proberen de puberjongens hier in ieder geval wel de daad bij het woord te voegen. Zo gaat Hermie met een meisje naar de bioscoop en is er tijdens de film van overtuigd dat hij minutenlang een borst van zijn date heeft betast. Echter na afloop krijgt hij te horen dat het haar schouder was. Overdag bladeren de vriendjes in het geniep, kwijlend en met rode oortjes in een medisch handboek met foto’s van de geslachtsgemeenschap. In feite zijn zij nog even groen en onwetend als hun kompaantjes op Sicilië.

Lichamelijk contact
Maar dan ziet Hermie dat Dorothy voor een winkel stoeit met haar tassen met boodschappen. Hij schiet onmiddellijk te hulp en staat erop om alles alleen te dragen, helemaal tot haar huis op een heuveltje. Hij hoeft geen geld en verslikt zich vervolgens in de aangeboden zwarte koffie omdat hij die zogenaamd altijd drinkt. Met haar man aan het front vraagt Dorothy later aan Hermie of hij zware dozen op zolder wil zetten. Als de verbeeldingen van Dorothy’s lichaam door zijn hoofd schieten, krijgt hij slappe knieën en dreigt hij pardoes van het wankele trapje te vallen. Gelukkig houdt hij stand en krijgt een kus op zijn voorhoofd als dank.

Malèna

Malèna

Renato is weliswaar een paar jaar jonger, maar ook hij wil zich als een man gedragen. Hij weigert het kinderstoeltje van de kapper en wil ook geen korte broek meer aan. Hij neemt stiekem het beste pak van zijn vader naar de kleermaker om de pijpen wat korter te laten maken. Als het nieuws komt dat Malèna’s man is gesneuveld in de oorlog en dat zij nu “beschikbaar” is, droomt Renato dat hij haar troost. Hij probeert op komische wijze enkele volwassen concurrenten te ontmoedigen en steekt in de kerk een kaars op, biddend dat Malèna op hem wacht totdat hij wat ouder is.

In Summer of ’42 sneuvelt ook de man van Dorothy, maar zij zoekt troost in bed met Hermie die maar al te graag bij haar zijn maagdelijkheid verliest. In Malèna moet Renato het tot het eind doen met enkel fantasieën. Hoewel. Ook Malèna laat op een gegeven moment boodschappen vallen, en Renato is er als de kippen bij om haar te helpen sinaasappelen terug in haar tas te doen. Heel even beroeren zijn vingers haar hand. Voor hem is dat genoeg. Voorlopig dan.

Weg met de diepgang!
Malèna is in de eerste plaats een coming of agedrama over de kracht van verbeelding en fantasie. Het verhaal draait om de obsessie van een puberjongen, maar net zo goed om de obsessie van een bijzonder kleinburgerlijk stadje aan zee. Wellicht een enigszins voorspelbaar verhaal, vol clichés over de Italiaanse volksaard. Maar ondertussen beweegt het bloedmooie titelpersonage, hoe eendimensionaal dan ook, zich onverminderd stijlvol in de mediterrane couleur locale. Passief, bijna zonder woorden. Als een vloek van schoonheid en eenzaamheid.

Niet voor niets mist de film gelaagdheid en diepgang (pas in de finale ontdekken we iets van Malèna’s karakter), want dat gemis is helemaal niet relevant. Puberjongens hebben niets met gelaagdheid en diepgang. Het enige dat telt zijn die onbekende spannende gevoelens die plotsklaps opborrelen, en waarvan je nooit genoeg kunt krijgen. Het mysterie van de opwindende vrouw, die hopelijk ook een keer zal hunkeren om bij jou te zijn. Die perfecte rondingen, die betoverende aanblik, de ultieme seksfantasie. Wie wil er nou de beweegredenen of de achtergrond van zo’n volmaakte vrouw doorgronden? Zij hoeft alleen maar aanwezig te zijn, meer niet! Of ze nu Dorothy, Malèna of Natasja heet.

 

MALÈNA KIJKEN: hier en hier.

 

Meer REWIND