Spotlight

****

recensie  Spotlight

Je zegt geen ‘nee’ tegen God

door Cor Oliemeulen

De onthullingen hadden tot gevolg dat wereldwijd seksueel misbruik door priesters aan het licht kwam. Of de katholieke kerk er veel van heeft geleerd, blijft de vraag. De kardinaal in Boston nam weliswaar ontslag, maar kreeg een baan in een van de belangrijkste basilieken van Rome.

De nieuwe baas van The Boston Globe, Marty Baron (Liev Schreiber), windt er tijdens zijn eerste werkdag geen doekjes om: het seksueel misbruik van priesters moet publiekelijk aan de kaak worden gesteld en de katholieke kerk zal boeten voor haar zonden. Baron heeft makkelijk praten. Niet alleen omdat hij jood is, maar vooral omdat hij, komend uit het genaakbare Florida, niets heeft te maken met de conservatieve, gesloten gemeenschap van Boston net na de millenniumwisseling. Een tijd waarin velen in de stad wisten van de misstanden, maar angstvallig de andere kant op keken.

De macht van de kerk
Dat merkt ook het team van het journalistieke onderzoeksteam Spotlight dat probeert te achterhalen hoe het toch kon dat de lokale priester John Geoghan jarenlang structureel vooral jongens in verschillende parochies kon misbruiken. Al na het eerste speurwerk blijkt dat nog meer geestelijken zorgden voor meer dan alleen de ziel van kinderen. De kerk schikte veelal met de slachtoffertjes en hun ouders, waarna een aantal priesters in andere parochies opnieuw vrijelijk kun gang konden gaan. De invloed en uitgestrekte macht van het kerkelijke instituut blijkt evident.

Spotlight

Regisseur Tom McCarthy (bekend van het filmjuweeltje The Station Agent, 2003) kende zelf ook een katholieke opvoeding, waarin begrip, bewondering en respect voor de kerk vanzelfsprekend waren. Met zijn film, waarvoor hij een deel van het scenario schreef, opent hij niet zozeer de aanval op de katholieke kerk, maar laat hij sommige van zijn personages zich wel hardop afvragen waarom getuigen niet opstonden en aan de bel trokken. Ook leren we dat de meeste slachtoffers niet in de publiciteit wilden of durfden.

Gedetailleerd
Het is knap hoe de makers van Spotlight de tijdgeest en omstandigheden weten te vangen. Zo werd het redactielokaal met de meer dan honderd cubicles van The Boston Globe minutieus nagebouwd en bereidden sommige acteurs zich consciëntieus en met veel oog voor detail (uiterlijk, tongval) voor op hun rollen door de vele gesprekken die zij voerden met de echte hoofdrolspelers: journalisten, advocaten, slachtoffers en andere betrokkenen. Ook al vermoed je vrij snel hoe het verhaal afloopt, je ziet aan alles dat de film met liefde en toewijding tot stand is gekomen.

Michael Keaton, die al in 1994 overtuigend een editor speelde in The Paper van Ron Howard en vorig jaar een zeer geslaagde comeback maakte in en als Birdman, is de leider van het Spotlight-team, Walter Robinson. Zijn meest fanatieke medewerker is onderzoeksjournalist Michael Rezendes, vertolkt door Mark Ruffalo, de laatste jaren vooral bekend als het Avengers-personage Bruce Banner/The Hulk. Hoewel Ruffalo in Spotlight niet als een olifant in een porseleinkast rondstruint, is hij wel degene die zich het meest vastbijt en kan hij nauwelijks wachten om de misstanden in de katholieke kerk met het lezerspubliek te delen. Echter Marty Baron wil pas publiceren als ‘het systeem’ kan worden veroordeeld.

Spotlight

Eerst spiritueel misbruik
Terwijl Rezendes zich vooral bezighoudt met de juridische kant van de zaak, heeft zijn collega Sacha Pfeiffer (Rachel McAdams) de zware taak om slachtoffers van het seksueel misbruik te interviewen. “Eerst word je spiritueel misbruikt – want je zegt geen ‘nee’ tegen God – dan komt het seksueel misbruik”, aldus een gedupeerde. Het contact met de daders blijkt natuurlijk nog veel moeilijker. Als zij op een gegeven moment aan een voordeur in gesprek gaat met een verdachte priester die op het punt staat openheid van zaken te geven, wordt de man snel door diens zus naar binnen getrokken. Uiteindelijk roept het team de hulp in van een advocaat (Stanley Tucci) die zich al jaren bezighoudt met de belangen van honderden slachtoffers, maar hij worstelt danig met de balans tussen privacy en openbaarheid en wordt regelmatig paranoïde omdat kerk en politiek in zijn nek hijgen.

Lang na All the President’s Men (1976) van Alan J. Pakula waarin The Washington Post-journalisten Bob Woodward en Carl Bernstein het afluisterschandaal Watergate onthulden, is er eindelijk weer eens een goed biografisch drama over onderzoeksjournalistiek. Niet zoals het gros van het hedendaagse journaille dat achterover leunt, na-aapt en elke scheet van elke ‘beroemdheid’ volgt en werkelijk geen idee heeft wat hoor-wederhoor betekent, maar nog gewoon zoals het hoort: vastbesloten duiken in knipselmappen, boeken, bibliotheken en stoffige archieven om de enige echte waarheid boven tafel te krijgen.

 

22 januari 2016

 

MEER RECENSIES