*****
recensie Valerian and the City of a Thousand Planets
Luc Besson herijkt de acid sciencefictionfilm
door Alfred Bos
Verbluffend ruimtesprookje van Luc Besson, die zich met verve revancheert voor het matte Lucy. Een psychedelische trip door een denkbeeldige wereld waarin de fantasie geen grenzen lijkt te kennen.
Als je zelf minzaam van aard bent en iedere dag opstaat in een paradijs van schoonheid en overvloed, zijn er altijd nog anderen die het voor jou verpesten. Het overkomt de Pearls, de superslanke en boomlange bewoners – denk aan albino Masaï of een gebleekte variant van smurfblauwe Na’vi uit Avatar – van de planeet Mül. Dat is één groot subtropisch strand bezaaid met spectaculair getekende reuzenschelpen. Tot de apocalyps letterlijk uit de hemel komt vallen: Mül is ‘zijdelingse schade’ in een galactisch conflict.
Twintig jaar na The Fifth Element komt de Franse regisseur Luc Besson opnieuw met een knotsgek, fantasierijk en visueel overladen sciencefictionepos, ditmaal in 3D. Net als zijn vermakelijke The Extraordinary Adventures of Adèle Blanc-Sec (2010) is dat de live-action verfilming van een populair Frans stripboek. De stripheld Valerian kennen we in Nederland als Ravian, die vanaf eind jaren zestig met zijn co-piloot (en love interest) Laureline een reeks surrealistische ruimteavonturen heeft beleefd.
Valerian and the City of a Thousand Planets is gebaseerd op aflevering 7, De ambassadeur der schaduwen uit 1975, dat draait rond een exotisch beestje, de ‘brommpt’, een soort egel die via zijn maagdarmkanaal objecten kan vermenigvuldigen. Hij is inheems op Mül en de bron van de weelde van de Pearls. Ze voeren de brommpt een parel, die vervolgens honderden parels uitpoept. Dat doet-ie spinnend van genoegen. Tot een burenruzie uit de hand loopt. Weg planeet, weg brommpt. Of toch niet?
Consumentisme gehekeld
En dat zijn nog maar de eerste 25 minuten van de 137 die Valerian and the City of a Thousand Planets telt en qua verbeelding en ideeënrijkdom doen de 112 die nog volgen geen spat onder voor de fontein van originele vondsten uit de introductie. Die weer vooraf wordt gegaan door een pre-introductie, waarin Alpha, de stad van de duizend planeten uit de filmtitel, een interplanetaire kunstmaan blijkt waar Bob Marley en de Bee Gees in de digitale jukebox zitten.
Onder de klanken van David Bowie’s Space Oddity zien we de Amerikaanse Apollo 18 in 1975 koppelen aan de Russische Sojoez 19 en daaruit groeit in de loop van decennia en eeuwen een vrij zwevende ruimtestad waarin aliens uit alle hoeken van de kosmos vreedzaam samenleven. Er is een cameo voor Rutger Hauer als president van de World State Federation.
Maar in de achtentwintigste eeuw is er onrust op de kolossale kunstmaan en die is gerelateerd aan het verdwijnen van planeet Mül, maar daar komen Valerian (Dane DeHaan, binnenkort ook als Gouden Eeuwse Amsterdammer te zien in Tulip Fever) en Laureline (het Britse fotomodel Cara Delevingne, voor Tulip Fever opnieuw gekoppeld aan DeHaan) pas gaandeweg achter. Eerst moeten ze met hun schip Astronef voor een geheime missie naar planeet Kyrian om een illegale transactie te saboteren.
Die actiescène grijpt Besson aan om het ongebreidelde consumentisme te hekelen, want Kyrian is een woestijnplaneet waar toeristen zich in virtual reality op een immense bazaar, de Big Market, te buiten gaan aan koopdrift. Om zijn Chinese co-producent niet voor het hoofd te stoten laat de regisseur de virtuele shopping mall (Ali Baba is de Chinese Amazon) managen door een Arabier. De technologie is verbazend: een apparaat waarmee je onzichtbaar in de virtuele werkelijkheid bent. De actie bloedstollend. En de ironie fijntjes.
Boordevol detail
En dan eindelijk, na een uur of daaromtrent, begint de plot zich uit te kristalliseren, maar dan hapt de kijker al een tijdje naar adem, overdonderd als hij is door deze roetsjbaan van ideeën en visuele panache. En het houdt niet op. In de stad van de duizend planeten moet opperbevelhebber Arun Filitt (Clive Owen) een terroristische aanslag onderzoeken, zadelt de defensieminister (Herbie Hancock) onze held en heldin wederom op met een speciale opdracht en speelt Rihanna, als de variété-artieste Bubble en lijfeigene van de gestoorde pooier Jolly (Ethan Hawke), een sleutelrol in de ontknoping. Voor de komische noot zorgt een alien ras van dommekrachten.
Zoals de western zijn acid variant heeft, zo is Valerian and the City of a Thousand Planets acid sciencefiction, een psychedelische trip door de verbeeldingsrijke breinen van striptekenaar Jean-Claude Mézières, stripscenarist Pierre Christin en filmregisseur/scenarist Luc Besson. De film is eerder Barbarella dan Star Wars (dat de strip tot voorbeeld had), verwant aan de droomwerelden van Jodorowsky (The Holy Mountain), Enki Bilal (Immortel) en Moebius (De Incal). Mochten de personages van Valerian en Laureline schetsmatig overkomen – en dat doen ze, het zijn immers striphelden – dan wordt dat bezwaar weggeblazen door de eindeloze reeks vondsten waarmee de op zich niet bijster originele intrige wordt verteld.
Zo telt de Big Market-episode meer ideeën dan de Wachowski-broers/zussen de afgelopen achttien jaar samen hebben gehad en is de visualisering van dit denkbeeldige universum overrompelend; hij slaat het in visueel opzicht toch echt niet kinderachtige Ghost in the Shell met straatlengtes. Het enige bezwaar wat je tegen dit ruimtesprookje zou kunnen inbrengen is dat de film dankzij de 3D-techniek en de computeranimaties zo boordevol details zit, dat je ogen te kort komt en na afloop uitgeput in de bioscoopstoel hangt. Intens voldaan, dat weer wel.
25 juli 2017