Verloren Transport, Het

**
recensie Het Verloren Transport
Feminisme met terugwerkende kracht

door Jochum de Graaf

Het verhaal van Het Verloren Transport is dramatisch genoeg. Op 10 april 1945, wanneer duidelijk is dat Hitler-Duitsland de Tweede Wereldoorlog zal gaan verliezen, worden vanuit concentratiekamp Bergen-Belsen in drie treinen enige duizenden kampgevangenen, voor het merendeel Joden, op transport gesteld naar het ‘modelkamp’ Theresienstadt in Tsjechië.

Achterliggend idee was dat deze zogenaamde ‘Austauschjuden’ tegen Duitse krijgsgevangenen geruild of voor grof geld vrijgekocht konden worden. Een van de treinen strandt na tien dagen van ontberingen en omzwervingen, ten koste van ruim vijfhonderd doden, bij het Oost-Duitse dorp Tröbitz. Het is daar in Brandenburg nog een soort niemandsland tussen de vanuit het westen oprukkende geallieerden en het Sovjetleger dat op het punt staat door te breken naar Berlijn.

De eersten waarmee de voormalige gevangenen worden geconfronteerd, zijn de Sovjets. Ze worden naar het geplunderde dorp gestuurd om voedsel te bemachtigen, de zieken en gewonden worden provisorisch verzorgd in de kerk. Door gebrek aan medicijnen en verplegend personeel breken besmettelijke ziekten uit en moet het hele dorp in quarantaine.

Het Verloren Transport

Vriendinnen
Het Verloren Transport volgt in grote lijnen de waargebeurde geschiedenis van de Amsterdams Joodse verzetsstrijders Mirjam en Menachem Pinkhof die april ’45 aan de quarantaine wisten te ontsnappen en er in slaagden op de fiets de Amerikaanse sector te bereiken, waarna de Amerikanen de trein ontzetten en de overgebleven Joden naar hun zelfverkozen thuis – Palestina, de VS, Nederland – konden terugkeren.

Regisseur Saskia Diesing (Nena, De Zitting) van wie een ver familielid in de trein zat, verbindt een nadrukkelijk feministisch perspectief aan de film met de drie hoofdrolspeelsters: de Joods-Nederlandse Simone (Hanna van Vliet), de Duitse dorpelinge Winnie (Anna Bachmann) en de Russische scherpschutter Vera (Eugenie Anselin), die elk vanuit een sjabloonachtige positie handelen. Simone heeft een sterke overlevingsdrang, Winnie is naïef onwetend, Vera handelt uit wraak op de nazi’s. Door allerlei verwikkelingen (zo verhindert Vera de verkrachting van Winnie door Russische soldaten) komen de drie vrouwen nader tot elkaar en nemen aan het eind van de film als vriendinnen afscheid van elkaar.

Het Verloren Transport

Onwaarschijnlijk
Het Verloren Transport is mooi gefilmd, mooi decor daar in Duitsland, maar dat is tegelijk ook de makke van de film, het is eigenlijk te mooi om waar te zijn. Al in de beginscène loopt de film uit de rails. Wanneer de trein knarsend tot stilstand is gekomen, schuift de wagondeur open en zien we een jonge vrouw, die over het stille wat mistige landschap uitkijkt. Maar Simone, zoals ze blijkt te heten, ziet er totaal niet uit als iemand die tien dagen omzwervingen en ontberingen heeft overleefd, eerder lijkt ze een gewone, goed gezonde treinreizigster. Ook op de rol van Vera valt het nodige af te dingen. Weliswaar waren er in tegenstelling tot de geallieerden vrouwen actief in het Rode Leger, maar dat ze als enige vrouw ook nog een hooggeplaatste functie in de eenheid bij Tröbitz innam, is vrij onwaarschijnlijk, nog even afgezien van het matige Russisch van de Franse actrice Eugenie Anselin.

Met een oorlogsfilm vanuit vrouwenperspectief is op zich weinig mis, maar het feminisme met terugwerkende kracht werkt niet wanneer er een gekunsteld loopje met de waarheid wordt genomen.

 

19 april 2023

 

 

ALLE RECENSIES

Velvet Queen, The

****
recensie The Velvet Queen
Het gedroomde dier

door Paul Rübsaam

Twee mannen met uiteenlopende karakters zijn op de onherbergzame maar onwerelds mooie Tibetaanse hoogvlakte op zoek naar de zeldzame en mythische Tibetaanse sneeuwpanter. Gaat het verhaal over hen, of toch over de sneeuwpanter en andere dieren, die even nauwlettend de mannen in de gaten houden? The Velvet Queen is hoe dan ook geen doorsnee natuurdocumentaire.

In de verte, op een van de immense vlaktes van het meer dan vierduizend meter boven de zeespiegel gelegen Tibetaanse hoogland, zien we een groep grote, zwarte dieren, die in een soort rondedans verwikkeld lijken te zijn met een groep kleinere witte. Langzaam maar zeker stellen we vast dat een groep wolven (de witte dieren) bezig is een van de kalveren van de zwarte jaks te verslinden, wat de reusachtige ouders tevergeefs trachten te verhinderen. Pompeuze, dramatische muziek ontbreekt, evenals een belerende voice-over. Deze dingen gebeuren daar gewoon.

The Velvet Queen

Deze scène van The Velvet Queen (La Panthère des Neiges) van het Frans-Zwitserse regisseurskoppel Vincent Munier en Marie Amiguet zet ons verwachtingspatroon met betrekking tot een natuurdocumentaire meteen al aardig op zijn kop. Gelukkig zien we later  nog dieren van dichterbij, niet zelden in de verstilde vorm van de natuurfoto’s van Munier, zoals de Tibetaanse vos, groepen bharals (blauwschapen), de met de sneeuwpanter verwante, maar kleinere en gedrongen pallaskat en diverse vogelsoorten.

Ruimte en kleurschakeringen
Marie Amiguet is de stille kracht met de filmcamera in haar hand achter Meunier en de Franse schrijver en reiziger Sylvain Tesson, die mijmerend door het gebied trekken. Zij gebruikt de ruimtelijke ervaring die de Tibetaanse hoogvlakte biedt als referentiepunt. Met verrassende resultaten. Juist door de relatief statische camera – die schaarse, weidse bewegingen vastlegt van rood zand dat de wind over de vlakte blaast en schaduwen die traag voorbij trekkende wolken op die vlakte projecteren – kun je als kijker iets ervaren van de dimensies van die desolate, maar door een wisselende reliëf en opvallend wisselende kleuren gekenmerkte omgeving. De weinig opdringerige, eerder spiritueel en mysterieus klinkende soundtrack van Warren Ellis en Nick Cave draagt aan die ervaring bij.

In die grootse ruimte bevinden zich ook de dieren, waarnaar Munier, gewapend met zijn fototoestel met sterke zoomlens, op zoek is. Maar die dieren zijn behoedzaam, zoals ook de mensen moeten zijn in dit zowat laatste ongerepte natuurgebied op Aarde. De dieren houden de mensen in de gaten en zien hen vaak eerder dan omgekeerd. Een antilope die half nieuwsgierig, half angstig over de rand van een bergkam zijn menselijke aanschouwers observeert, kan echter ook een mooi beeld opleveren.

Wachten, stilzitten en turen
Van plichtmatige uiteenzettingen over de natuurlijke habitat en het paringsgedrag van de soms niet eens bij name genoemde dieren blijven we aangenaam verstoken. Wat niet wil zeggen dat Munier en Tesson er voornamelijk het zwijgen toe doen. Integendeel, in hun vergeeflijke enthousiasme over de schoonheid die hen omringt, praten ze soms zelfs te veel. Niettemin is hun vriendschappelijke confrontatie interessant genoeg. Daarbij is het vooral de eveneens bereisde, maar ongedurige schrijver Tesson die zijn serene en eindeloos geduldige metgezel ondervraagt. Ten behoeve van zijn eerder dan de film verschenen boek ‘La Panthere des Neiges’ (2019) noteert hij zijn bevindingen in een notitieboekje. Die aantekeningen draagt hij soms voor in de vorm van een voice-over.

The Velvet Queen

Munier, die bij uitstek de schoonheid van de natuur wil vastleggen, kan eindeloos wachten, stilzitten en turen, tot verbazing van Tesson. Voor de fotograaf gaat het erom het dier te ‘betrappen’, zonder het te storen. Maar wie betrapt wie? Munier beschrijft voor Tesson op een gegeven moment een foto die hij maakt op een eerdere expeditie in Tibet. Op de aan de kijker getoonde foto zien we een valk op een rots zitten, wat ook het beeld was dat Munier dacht te vereeuwigen. Pas maanden later ontdekte hij dat half verscholen achter een rotsrichel nog juist het hoofd van een sneeuwpanter was te zien, die de fotograaf al een tijd lang moest hebben gadegeslagen.

De heilige graal
Zal het tweetal dit keer willens en wetens oog in oog komen te staan met de beeldschone, vervaarlijke en zeldzame sneeuwpanter, die door Tesson met een vleugje ironie wordt aangeduid als ‘de heilige graal’? Kenner Munier stuit in ieder geval op steeds meer sporen die wijzen op de nabijheid van het dier. Maar ze kunnen ook pech hebben. Tesson is zelfs al bereid te accepteren dat hij huiswaarts moet keren zonder een confrontatie met de panter op zijn naam te kunnen schrijven. Dan blijft zijn droom in ieder geval intact. Een droom over het dier dat (in Tessons woorden) ‘belichaamt wat wij zijn kwijtgeraakt: vrijheid, autonomie en een grondige kennis van zijn natuurlijke omgeving.’

 

16 maart 2022

 

ALLE RECENSIES

Veroordeling, De

****
recensie De Veroordeling

Aanklacht tegen mediacircus

door Jochum de Graaf

In de aftiteling staat het duidelijk: niets of niemand heeft een aanklacht ingediend of een proces aangespannen tegen de film. Maar aan publicitair rumoer zal het niet ontbreken rond De Veroordeling, de verfilming van het gelijknamige boek van Nieuwsuur-journalist Bas Haan over de geruchtmakende Deventer moordzaak die al meer dan twintig jaar de gemoederen bezighoudt.

De eveneens op het boek gebaseerde podcast De Deventer Mediazaak – een meer adequate benaming- dit voorjaar, leverde maar liefst 1,3 miljoen luisteraars op. De ondertitel van het boek, ‘het complot ontrafeld’ wordt in een ijzersterke verfilming meer dan waar gemaakt.

De Veroordeling

Gerechtelijke dwalingen
Hoe zat het ook alweer? September 1999 wordt de weduwe Wittenberg dood gevonden in haar woning in Deventer, omgebracht door verwurging en vijf messteken. Een jaar later wordt de fiscalist van de weduwe, Ernest Louwes, als dader aangemerkt en tot 12 jaar cel veroordeeld. Omdat er twijfels zijn over het bewijsmateriaal beslist de Hoge Raad dat er een revisie van het vonnis plaats moet vinden. Tot veler verrassing, niet in het minst van Louwes zelf, wordt de veroordeling op grond van nieuw DNA-onderzoek echter bekrachtigd en moet Louwes na nog een keer hoger beroep vanaf februari 2005 zijn straf uitzitten.

Het is vooral de ironische scène in de rechtbank: Louwes die de rechter toeroept dat zij maar doorgaat met die beschuldigingen, weigert mee te gaan en uiteindelijk door potige parketwachters wordt afgevoerd. Voor velen, in eerste aanleg ook onderzoeksjournalist Bas Haan, het bewijs van zijn onschuld. Het zijn de jaren van de gerechtelijke dwalingen, de Puttense Moordzaak, de zaak Lucia de B, de Schiedammer Parkmoord, waar veelal door de niet aflatende inzet van de diep betreurde Peter R. de Vries Wilco de V en Herman du B, Cees B en ook Lucia de B weer onder hun eigen achternaam kunnen functioneren.

Maurice de Hond
In de Deventer moordzaak gaat opiniepeiler Maurice de Hond zich echter met de zaak bemoeien. Louter op grond van zijn vermeende BN’erschap weet hij via de hoogste baas van het OM te bewegen tot nieuw onderzoek naar het bewijsmateriaal. Zo wordt onder het oog van vele camera’s het graf van de weduwe heropend, het moordwapen waarmee ze vermoord zou zijn en dat Louwes vrij zou pleiten, wordt evenwel niet gevonden. Maar De Hond onderneemt niet alleen fanatiek alles wat binnen zijn bereik ligt om de onschuld van Louwes aan te tonen, maar gaat nog een paar graden verder en wijst op eigen gezag de ‘klusjesman’ Michael de Jong als de echte dader aan. Nauwelijks gehinderd door kritische ondervraging mag hij die mening keer op keer in talkshows als Pauw & Witteman en DWDD ventileren, daarbij gebruikmakend van alle mogelijkheden die internet en sociale media met een horde aan toetsenbordridders hem bieden.

De Veroordeling

Het leven van de klusjesman en zijn vriendin verandert in een hel, ze worden uitgekotst door hun omgeving, hun honden worden vergiftigd, moeten verhuizen, raken hun baan kwijt. Ze zijn geen partij voor De Hond en zijn trawanten, maar nemen uiteindelijk toch de moedige stap hem aan te klagen. Na een civiele procedure wordt De Hond veroordeeld voor smaad en moet hij een voor Nederland recordbedrag aan smartengeld betalen.

Spannend
Het sterke aan De Veroordeling is dat ondanks de afloop bekend is de film tot het eind toe spannend blijft, stuk voor stuk worden de valse beschuldigingen van De Hond ontzenuwd. Fedja van Huet, hij speelde ook een rol in Lucia de B., zet inclusief vettig Brabants accent zeer geloofwaardig de omslag van Bas Haan van Louwes-gelovige tot onderzoeksjournalist à décharge van de klusjesman neer.

Ook in de andere rollen, met een sterk op Louwes gelijkende Mark Kraan, en gebruikmaking van het uitgebreide archief aan mediaoptredens van Maurice de Hond komt het werkelijkheidsgehalte van de film sterk naar voren. De Veroordeling is een soort combinatie van true crime en docudrama, het stelt niet alleen de werking van de media en het functioneren van de rechtsstaat aan de orde, maar is bovenal een aanklacht tegen het volkomen uit de rails gelopen mediacircus van dompteur Maurice de Hond. Ongetwijfeld zal hij van zich laten horen, een sterke zaak heeft hij niet.

 

31 augustus 2021

 

ALLE RECENSIES

Vogelwachter, De

**
recensie De Vogelwachter

Half gelukte bijdrage aan Freeks filmcarrière

door Jochum de Graaf

Het verhaal van De Vogelwachter, een komisch drama met Freek de Jonge, is betrekkelijk eenvoudig verteld.

Al 45 jaar slijt de Vogelwachter ver afgezonderd van de bewoonde wereld zijn dagen op Benty Island, ‘en geen dag verzaakt’. Eens per week geeft hij vanuit zijn observatiehut de actuele standen van de kantelmeeuwen, tureluurs, steltlopers en wat dies meer zij door aan zijn vaste contactman Tom van het Bird Research Center. Hoogtepunt is voor hem dan dat hij als tegenprestatie de uitslagen van de Premier League terugontvangt, Everton – Huddersfield Town: 0-2!

De Vogelwachter

Zelfredzaamheid
Hij weet zich goed te vermaken met een voetbal die hij na halsbrekende toeren uit de branding weet te vissen. Toonbeeld van zelfredzaamheid is ook de manier waarop hij met behulp van een bankschroef zijn gebroken arm weet te spalken. Het bestaan op het onbewoonde eiland kabbelt zo door tot op zekere dag de vertrouwde stem van Tom niet meer uit de radio klinkt, hij is met pensioen gestuurd. De Vogelwachter krijgt aangezegd dat zijn dienstverband ten einde komt en daarmee wordt de grond onder zijn bestaan weggerukt. Hij doorloopt alle stadia van bedroefdheid, ontkenning, verzet, berusting.

Hij schrijft een uitgebreide brief aan de directie van het Bird Center, biedt aan pensioen in te leveren en het rantsoen van Brinta en bruine bonen kan voortaan wel toe met een keer per jaar levering, dat bederft toch niet. Maar de reactie is onverbiddelijk, de Vogelwachter moet nu toch echt aanstalten maken om zijn hebben en houden in te pakken, met drie weken zal hij worden opgehaald.

Dan wordt een zware storm aangekondigd en de vogelwachter bouwt van juttersspullen een soort vlot dat verticaal tegen de hut wordt gezet. Midden in de nacht bij het hoogtepunt van de storm wordt door een helikopter een kist met luxe goederen, exquise wijn, bijzondere kazen afgeworpen.

Als het ergste voorbij is – de Vogelwachter ligt nog onder de dekens in afwachting van nog groter onheil – klopt een Zeilmeisje bij de hut aan. Ze is met haar moderne catamaran fiks uit koers geraakt en wil graag de coördinaten weten. Na wat aftastende bewegingen raken ze op elkaar gesteld, repareren de boot en swingen op het strand bij een kampvuur. Ze biedt de Vogelwachter aan met haar mee terug te gaan naar de bewoonde wereld, ze maken een selfie.
Hoe de film afloopt? Wat onbestemd zou ik zeggen.

Wegwerpmaatschappij
Je zou kunnen volhouden dat De Vogelwachter aan grote thema’s raakt, het verschil tussen afzondering en eenzaamheid, tussen ouder worden en veroudering, de conservatie van alles wat van waarde is, de confrontatie met de moderne wereld na jaren van isolatie, de schoonheid van de natuur en de menselijke aantasting daarvan. En met het fraai in beeld gebrachte eilandleven en de jutterspraktijken van Freek zou de film ook gezien kunnen worden als kritiek op de moderne wegwerpmaatschappij.

De Vogelwachter

Het willen aanraken van grote thema’s wordt versterkt door een aantal bijzondere details. In de beginscène, de jonge vogelwachter (Nick Golterman) is zojuist op het eiland belandt, zien we een grafkruis met het opschrift ‘Ishmael’. Wanneer na de storm het strand weer is drooggevallen, vindt het Zeilmeisje het grafkruis opnieuw. Kennelijk heeft de verteller van Herman Melvilles wereldberoemde Moby Dick zijn einde op Benty Island gevonden. Met wat goede wil zou de verschijning van het Zeilmeisje (de zwarte actrice Quiah Shilue) een reminiscentie aan Robinson Crusoe kunnen zijn, met het meisje in de rol van Vrijdag.

Filmcarrière
Maar De Vogelwachter komt niet veel verder dan het aanstippen van dergelijke thematiek. De film wil te veel, ontbeert een duidelijke plot, wordt nergens groots of meeslepend. De natuurscènes zijn prachtig en die doorleefde kop van Freek (75!) doet het ook altijd goed op het doek, maar De Vogelwachter blijft oppervlakkig en daarmee al met al een lange zit.

In een interview met de NRC gaf regisseur Threes Anna (Bird Can’t Fly, Silent City, Platina Blues) aan dat ze nogal serieus van aard is: ‘ik vind grappen zelden leuk’. Bij de opnamen schijnt menige door Freek bedachte komische scène gesneuveld te zijn. En dat is spijtig, want het maken van grappen is natuurlijk niet de minste eigenschap van Freek. Na De Illusionist (1983) en De kKKomediant (1986) is daarmee De Vogelwachter opnieuw slechts een half gelukte bijdrage aan Freeks filmcarrière.

 

2 november 2020

 

ALLE RECENSIES

Vitalina Varela

**
recensie Vitalina Varela

De vrouw die achterbleef

door Yordan Coban

De vrouw die achterbleef. Zo beschrijft regisseur Pedro Costa zijn nieuwe film Vitalina Varela. Een persoonlijk verhaal dat zich afspeelt in duisternis en stilte. Stilleven zonder concessies maar daardoor ook bijzonder ontoegankelijk.

Vitalina Varela is als een begrafenis. Dat klinkt misschien niet als een aantrekkelijke ervaring, maar het is op zijn minst een met authentieke intimiteit doordrongen beleving. Treffend genoeg is het in de film ook te doen om het verwerken van een overleden ex-geliefde. Het is het echte verhaal van Vitalina, die zelf ook de hoofdrol speelt. Pedro Costa benadrukt dan ook dat dit haar film is en dat hijzelf slechts faciliteerde.

Vitalina Varela

De tijd nemen
Een film is een intiem geheim, vindt Costa. Een geheim waar je niet te veel over moet zeggen. De regisseur ziet het als zijn taak een verhaal zo trouw en rauw mogelijk te vertellen, een verantwoordelijkheid waarmee hij niet licht omspringt.

Geïnspireerd door de beroemde foto’s van de Deense fotograaf Jocob Riis schotelt Costa zijn publiek een film voor die de tijd neemt. Want hij vindt het belangrijk om de tijd nemen om het leven te filmen en zijn subjecten te doorgronden. Personages bewegen langzaam in shots die onheilspellend voorbijgaan als een sombere fotocollage.

Een wereld vol schaduw
In een straatarme wijk van Lissabon hult Vitalena zich in een wereld vol schaduw. Ze is alleen, verdronken in haar verdriet. Haar ex-geliefde liet haar ooit in de steek met de belofte terug te komen. De jaren gingen voorbij en alles werd eigenlijk alleen maar minder. Zo ook haar liefde, die nu bij het graf van haar man nog eenmaal tiert.

Vitalina Varela

De film is tragisch poëtisch, maar om eerlijk te zijn ook tragisch saai. De kracht van de cinematografie grijpt de aandacht van de kijker in het begin maar is halverwege de film uitgewerkt. Het plot lijkt op dat moment neergedaald te zijn en neemt geen verdere wending meer. Maar misschien is dat ook iets wat je niet snel moet verwachten bij een film van Pedro Costa. In het surreële Vitalina Varela mag dan misschien niet veel gebeuren, het drama won in 2019 wel het Gouden Luipaard en de prijs voor Beste Actrice op het festival van Locarno.

De schrijnende armoede van de in Portugal wonende Kaapverdiërs refereert naar een politieke schaduw. Een schaduw die in deze tijd van raciale spanningen en activisme doemend op de achtergrond aanwezig is. Aan alles zie je dat Costa – geboren in Kaapverdië en sinds 25 jaar woonachtig in Portugal – politiek geëngageerd is, maar in zijn vak speelt het een secundaire rol. Liever heeft Costa het over de pijn en verdriet van Vitalena terwijl hij haar omringt met de duisternis van een koloniaal verleden.

 

7 juli 2020

 

ALLE RECENSIES

Vorspiel, Das

***
recensie Das Vorspiel

Frustratie leidt tot escalatie

door Cor Oliemeulen

Tal van beroemde artiesten prijzen zich zielsgelukkig dat ze vroeger door hun leermeesters zijn afgebeuld. In het Duitse drama Das Vorspiel loopt de weg naar succes net even anders.

“I am in a world of shit”, zegt soldaat Pyle in Full Metal Jacket (1987) voordat hij sergeant Hartman doodschiet, en daarna zichzelf. Pyle trok het in deze spraakmakende oorlogsklassieker van Stanley Kubrick simpelweg niet meer om telkens weer te worden gekoeioneerd, uitgescholden en vernederd. De drilsergeant had op onnavolgbare wijze alle registers opengetrokken om perfecte soldaten te creëren. Zover zal het in Das Vorspiel niet komen. De motivatie van vioollerares Anna om haar pupil te laten excelleren, is vooral ingegeven door het gevoel dat ze zelf heeft gefaald.

Das Vorspiel

Karakterstudie
De tweede speelfilm van Ina Weisse (bekend tv-actrice in Duitsland) is vooral een karakterstudie van Anna, gespeeld door Nina Hoss, die ook al zo sterk acteerde in twee films van Christian Petzold: Barbara en Phoenix. Anna’s onzekerheid en wispelturigheid blijkt al snel in een restaurant als zij maar liefst drie keer aan een ander tafeltje wil zitten en niet kan kiezen wat te eten en te drinken. En als ze eenmaal haar bord voor zich heeft staan, prikt ze toch maar even een vorkje van haar mans bord, waarna hij besluit de borden om te wisselen.

Weisse werkte ook voor haar speelfilmdebuut Der Architekt (2008) samen met scenariste Daphne Charizani. Beide dames zaten samen jarenlang in hetzelfde orkest, waarin Charizani cello speelde en Weisse viool. Hun kennis van het wereldje van de klassieke muziek en het feit dat iedereen zelf zijn of haar instrument in de film speelt, draagt sterk bij aan de geloofwaardigheid van Das Vorspiel.

We leren dat Anna vroeger stopte als beroepsviolist omdat ze teveel druk op zichzelf legde. Slechts door enkele korte scènes en een paar zinnen krijgen we een idee hoe bepalend Anna’s ouders voor haar huidige toestand moeten zijn geweest. Vader doet bot tegen Jonas, lijkt ook hard voor zichzelf en zegt tegen zijn dochter dat zij vroeger preciezer was dan nu. Moeder wijdt haar ziekte aan een gebrek aan discipline. Aan Nina Hoss de schone taak om Anna’s innerlijke onrust en onzekerheid te etaleren. Hoe goed zij haar gemoedstoestand ook vormgeeft, het is jammer dat ze daardoor bij de kijker op weinig sympathie kan rekenen.

Das Vorspiel

Auditie
Anna woont met haar Franstalige echtgenoot Philippe (Simon Abkarian: Gett) en zoontje Jonas (Serafin Mishiev) in Berlijn. Anna geeft vioolles op een toonaangevend conservatorium en Philippe is vioolbouwer. Hun huwelijk zit in het slop. Het heeft er alle schijn van dat de man zijn best doet om er nog iets van te maken, maar dat de vrouw de (seksuele) spanning liever zoekt bij cellist Simon (Jens Albinus: Nymphomaniac), met wie ze kennelijk ook beter over zichzelf kan praten.

De ruzies tussen Anna en Philippe hebben vooral te maken met Jonas, die van zijn moeder het liefst beroepsviolist moet worden, maar die vooral van ijshockey houdt. “Laat hem zelf bepalen wat hij met zijn leven wil gaan doen”, zegt Philippe. “Ja, dat heeft bij jou ook goed gewerkt”, sneert Anna terug. Jonas is niet te benijden, want hij moet lijdzaam toezien hoe zijn moeder zich helemaal stort op de introverte Alexander (Ilja Monti, ook in het echte leven een begenadigd viooltalent), omdat ze die veel talentvoller vindt. Anna is onverminderd streng en soms nauwelijks te genieten, nu haar pupil over een aantal maanden aan een belangrijke auditie mag deelnemen.

De lerares neemt de leerling flink onder handen. Zo bont en grof als in het superieure Whiplash (2014) zal Anna het niet maken. Maar Alexander moet van haar natuurlijk wel zijn uiterste best doen. De noten die hij speelt, moet hij kunnen zien. De muziek moet ook in zijn lichaam klinken. Zijn techniek moet beter. Zijn arm moet hoger. Het tempo moet hoger. Sneller. Nog sneller. Tot Alexander een bloedneus krijgt. Tijdens een volgende les escaleert de situatie werkelijk wanneer Anna haar persoonlijke frustraties op Alexander botviert na een volgens haarzelf minder geslaagd optreden in het kamerorkest van Simon. Maar ook Jonas, die zich door zijn moeder verwaarloosd voelt, zal zich met een weerzinwekkend optreden niet onbetuigd laten.

 

2 juni 2020

 

ALLE RECENSIES

Vérité, La

****
recensie La Vérité

Fijnzinnige confrontatie tussen moeder en dochter

door Cor Oliemeulen

Wat maakt een familie een familie? Waarheid of leugens? En hoe zou jij kiezen tussen een wrede waarheid en een aardige leugen? Dat is het uitgangspunt van La Vérité, een lichtvoetig Frans drama van de Japanse meesterregisseur Hirokazu Koreeda, met in de hoofdrol een schitterende Catherine Deneuve als filmactrice op leeftijd die zojuist haar omstreden memoires heeft gepubliceerd.

Films over de stroeve relatie tussen moeder en dochter zijn talrijk. De snoeiharde confrontatie tussen een concertpianiste (Ingrid Bergman) en de door haar verwaarloosde dochter (Liv Ullmann) in Autumn Sonate (1978) spant de kroon. Waar Ingmar Bergman in zijn klassieker meedogenloos is, behandelt Hirokazu Koreeda (After the Storm, Shoplifters), het langverwachte wederzien tussen moeder en dochter op zijn vertrouwde zachtaardige, humanistische wijze. Ook in La Vérité mengt hij drama met lichtvoetigheid. Hoe confronterend het verleden en het heden ook mogen zijn, Koreeda weet altijd begrip en sympathie voor al zijn personages op te brengen en schikt iedereen uiteindelijk in het eigen lot.

La Verité

Rendez-vous
La Vérité
is Koreeda’s eerste film buiten Japan, met een taal die hij niet machtig is en met een geheel Franse crew. De Japanse regisseur had in 2011 in eigen land kennisgemaakt met Juliette Binoche (zij vertolkt in de film de rol van dochter Lumir) die suggereerde om eens samen iets te maken. Natuurlijk wilde hij ook graag een film met Catherine Deneuve (moeder Fabienne) op zijn cv. Het Franse filmicoon is op haar 76ste, en zeker in La Vérité, nog steeds aantrekkelijk en draagt de film moeiteloos met haar verschijning. Haar subtiele spel doet het acteerwerk van Binoche en Hawke (Lumirs Amerikaanse echtgenoot Hank) bijna verbleken.

Al in 2003 werkte Koreeda aan een script dat begint met een avond in de kleedkamer van een actrice aan het einde van haar carrière. Het gegeven zou uitgroeien tot een film over de relatie tussen een gevierde actrice en haar dochter die haar droom opgaf om ook een filmactrice te worden. Fabienne heeft zojuist haar memories geschreven en de in New York woonachtige scriptschrijver Lumir, Hank en kleindochter Charlotte (Clémentine Grenier) bezoeken de actrice in haar kapitale huis in Parijs om het heuglijke feit te vieren. De schermutselingen beginnen als blijkt dat Fabienne het in haar biografie niet zo nauw met de werkelijkheid heeft genomen.

La Verité

Verleden
Het verhaal speelt zich symbolisch af in de overgang van zomer naar herfst als zowel de groene blaadjes als de verhoudingen tussen moeder en dochter langzaam verkleuren. Natuurlijk zit er bij Lumir wat onverwerkt leed, maar net als in Autumn Sonate legt de moeder de dochter uit hoe het streven naar de hoogste kunst bijna vanzelfsprekend opvoeding in de weg staat. Het intelligente scenario van Koreeda biedt ruimte aan de emoties van alle betrokken, zoals bijvoorbeeld zijn Turkse collega Nuri Bilge Ceylan (Winter Sleep, The Wild Pear Tree) dat zo fantastisch kan. Voor nog meer relativering geeft Koreeda via kleindochter Clémentine een onbevooroordeelde kijk op de confrontaties tussen volwassenen die vastzitten in het verleden. Niet als een wijsneus, maar spontaan en met een lach.

De lichtvoetige, luchtige stijl van weemoed, verlangen en verzoening wordt al even zo fijnzinnig versterkt door de charmante cinematografie van Éric Gautier en de ingehouden gevoelige pianoscore van Alexi Aigui. Ook als Fabienne met lichte tegenzin opnamen maakt voor een sciencefictionfilm, waarin zij opnieuw als moeder wordt geconfronteerd met een dochter. Die symbolische weerspiegeling loopt als rode draad door La Vérité en leidt tot een van de meest veelzeggende scènes als Lumir uiteindelijk in de armen van Fabienne ligt. Dit hoopvolle, warme en emotionele contact tussen moeder en dochter is van korte duur. Uit een gevoel van ongemakkelijkheid en ongepaste trots zegt Fabienne tegen Lumir dat ze ervan baalt dat ze deze gevoelens en emoties juist nu pas heeft, in plaats van eerder die dag toen ze een scène in de film speelde.

 

30 mei 2020

 

ALLE RECENSIES

Vliegende Hond, De

****
recensie De vliegende Hond

De grens tussen passie en obsessie

door Paul Rübsaam

Filmmaker Johannes Hogebrink heeft een droom: een hond te laten vliegen. Al meer dan zes jaar probeert hij die droom te verwezenlijken. Maar vindt zijn hond Chayka dat wel zo leuk?

‘Van mij hoefde het niet. Maar ja, ik wilde ook niet lullig doen’, horen we het uit Bosnië afkomstige terriërachtige bastaardhondje Chayka zeggen in een voice-over waarvoor hij het vermaarde stemgeluid van cineast Frans Bromet heeft geleend. Met hondentrouw, scepsis en toenemende nervositeit slaat hij de pogingen van zijn baas Johannes gade om een deltavleugel op maat voor hem te vervaardigen.

De vliegende Hond

‘De eerste die aan de zwaartekracht ontsnapte, was een hond. Net als ik. En daarom is Laika de allergrootste held ooit’, overpeinsde de schijnbaar filosofisch gestemde Chayka (Russisch voor meeuw) al eerder. ‘Tenminste, als ik het goed heb begrepen’, voegde hij daar nog aan toe. Hij lepelde immers maar op wat Johannes hem wilde laten geloven. Dat de Russische hond Laika, die in 1957 als eerste levende wezen in een raket rond de aarde cirkelde al naar korte tijd stierf door stress en oververhitting, heeft zijn baas hem niet verteld.

Droom
Chayka is niet degene die een droom koestert, maar zijn baas: filmmaker, kunstschilder en beeldhouwer Johannes Hogebrink (1976). Hogebrink moet en zal zijn hond leren deltavliegen en wil daar per se een film over maken. De documentaire De vliegende Hond vormt zowel voor wat het eerste als het tweede betreft het verslag van zijn pogingen.

Hogebrink liep al met zijn plannen rond toen zijn vorige hond Sopje nog leefde. Maar Sopje, die zelfs Hogebrinks fiets durfde te besturen, overleed in 2013. Nu moet de arme Chayka, getraumatiseerd als hij is door het harde straathondenbestaan in Bosnië zich ontworstelen aan de slagschaduw van zijn aanbeden voorganger.

De bergen in
In Nederland maakt Hogebrink de nodige vorderingen met het ontwerp van de deltavleugel op schaal. Maar voor de eerste echte testvluchten moet hij uitwijken naar minder vlak terrein. Bovendien heeft hij deskundig advies nodig. Dus vertrekt hij met Chayka naar Stiermarken in Oostenrijk, waar de bevriende vlieginstructeur Maurice van den Hurk les geeft in deltavliegen.

Met behulp van radiografische besturing en een steen die even zwaar is als Chayka laten Hogebrink en Van den Hurk de hondendeltavleugel proefvluchten uitvoeren. Met wisselend succes. Ook proberen ze Chayka alvast te laten wennen aan het gevleugelde vehikel. Maar dat lukt niet erg. Als hij de alpenwei afraast, klemt de op het karretje vastgezette hond van angst zijn staart tussen zijn achterpoten.

Langzaam maar zeker dringt het tot Johannes door dat Chayka nog niet klaar is voor zijn grote pionierswerk. Hij besluit de hulp van een Oostenrijkse hondenfluisteraarster in te roepen, om inzicht te krijgen in de psyche van zijn hond. Ondertussen dringt de tijd. Er is al een door Hogebrink zelf uitgenodigde filmploeg in aantocht die maar één doel heeft: het filmen van een vliegende hond.

De vliegende Hond

Obsessie
Man on Wire (2008) van James Marsh over de Fransman Philippe Petit die in 1974 over een koord danste dat gespannen was tussen de Twin Towers in New York en Episode 3: Enjoy Poverty (2009) van Enzo Martens, die toont hoe westerse filmmakers financieel profiteren van beelden van schrijnende armoede in ontwikkelingslanden, zijn naar eigen zeggen Hogebrinks favoriete documentaires. Een voorliefde voor spraakmakende, maar schijnbaar zinloze exercities en een neiging om de motieven van de filmmaker ter discussie te stellen, zie je tevens terug in De vliegende Hond.

Je zou met de man Johannes Hogebrink best een stevig gesprek kunnen voeren over wat je je hond wél en niet moet aandoen. Hoe dan ook slaagt hij er als filmmaker in een tegendraadse film voor het hele gezin af te leveren die grappig, spannend en ontroerend is en juist de vraag opwerpt hoe ver je moet gaan om je droom te verwezenlijken en daar een film over te maken. Zoals de regisseur dat zelf omschrijft in een gesprek met filmproducent René Huybrechtse verkent De vliegende Hond de grens tussen passie en obsessie. Dat mag je een belangwekkende onderneming noemen.

 

24 mei 2020

 

ALLE RECENSIES

Varda par Agnès

****
recensie Varda par Agnès

‘Grootmoeder’ nouvelle vague toonde hoe het leven is

door Cor Oliemeulen

Ze was bescheiden, vond de dames in Cannes te chique, maar bewoog zich liever tussen de arbeiders. Ze had een instinctieve, spontane manier van werken. “In de 20ste eeuw was ik voornamelijk filmmaker en in de 21ste eeuw voornamelijk artiest”, zegt de kunstenaar die net voor haar dood de documentaire Varda par Agnès voltooide.

Het doek gaat open. Agnès Varda (geboren 30 mei 1928 in Brussel, overleden 29 maart 2019 in Parijs) zit op het podium van een goed gevuld theater. Klein, fragiel, donkerrood bloempotkapsel met de kruin wit geverfd. In vogelvlucht vertelt ze over haar loopbaan, rustig, wars van enige opsmuk en met een incidenteel grapje. Hoewel ze zegt die pretentie niet te hebben, voelt het als een masterclass, afwisselend in het theater, voor studenten, of gewoon in een tuin of op het strand, soms geflankeerd door speelse attributen en kunstvoorwerpen.

Varda par Agnès

Documentaires die ook films zijn
De documentaire Varda par Agnès is een imposant retrospectief in beelden en woorden van de ‘grootmoeder van de nouvelle vague’ (zoals ze al op haar dertigste zou zijn genoemd). Varda was een belangrijke exponent van deze filmstroming die eind jaren vijftig in Frankrijk ontstond en zich afzette tegen de klassieke filmwetten van de droomfabriek Hollywood en de eigen filmcultuur, de ‘cinéma de papa’. Maar net als Alain Resnais – net als zij behorend tot de intellectuele elite van de linkeroever van de Seine en die in 1954 haar eerste film La Pointe courte monteerde – onderscheidde Agnès Varda zich van de twee andere boegbeelden, François Truffaut en Jean-Luc Godard, door veel meer in documentaire-stijl te filmen.

Varda’s oeuvre omvat twaalf lange speelfilms, dertien korte films en twintig documentaires. “Je hebt twee soorten documentaires. De eerste is realistisch: puur en rauw. Ik maak liever documentaires die ook films zijn”, vertelt Varda, die gewone mensen van vlees en bloed altijd centraal stelde. Het liefst dichtbij huis, in de buurt, de winkelier, de bakker op de hoek, de straatartiest. Niet vlot en vluchtig, net als genoemde collega’s, maar in lange takes. Soms ging ze de landsgrenzen over om de tijdgeest te documenteren, zoals The Black Panthers in 1968 en enkele jaren later hippies in Hollywood en demonstrerende feministen tegen abortus. Ook maakte ze een film over de jeugd van haar inmiddels zieke echtgenoot, regisseur Jacques Demy, die in 1990 overleed.

Inspiratie, creatie en delen
In haar documentaire gebruikt Varda regelmatig de drie woorden die altijd zo belangrijk voor haar waren: inspiratie, creatie en delen. Inspiratie is de motivatie om een film te maken (ideeën, omstandigheden), creatie is de manier waarop je de film maakt (methode, structuur) en delen is het logische gevolg, want een lege bioscoopzaal is een nachtmerrie voor elke filmmaker. Aan de hand van scènes legt ze uit hoe ze werkte en welke keuzes ze maakte. Kleur of zwart wit? Klassieke of moderne muziek? Vloeiend of schokkend beeld?

Varda par Agnès bestaat uit twee delen. Over haar ‘klassieke’ periode van 1954 tot 2000 vertelt de filmmaakster hoe ze probeerde om cinema opnieuw uit te vinden en om in elke nieuwe film haar manier van vertellen te veranderen. De ‘moderne’ periode vanaf de eeuwwisseling, waarin bijna iedereen digitaal ging filmen, staat in het teken van haar leven als visueel artiest. Hierin komen haar installaties aan bod, opvallende drieluiken, met vaak combinaties van bewegend en stilstaand beeld.

Varda par Agnès

Ode aan de aardappel
Dat begon in 2003 tijdens de Biënnale van Venetië met een drieluik als onderdeel van een video-installatie waarin ze een ode bracht aan de aardappel, volgens haar de meest bescheiden groente. Op het middelste doek zie je een hartvormige aardappel en aan de zijkanten uitschietende aardappels. Op de vloer daaronder ligt een berg van 700 kilo aardappelen. Tussen haar tijd als cineast en haar tijd als beeldend kunstenaar zijn we getuige van haar prachtige portretten die ze maakte als toneelfotograaf van Théâtre National Populaire in Parijs in de jaren vijftig.

Maar altijd bleef Agnès Varda documentaires maken, zoals Les Plages d’Agnès (2008), waarin ze spiegels op het strand zette om mensen (ook zichzelf) en landschappen te herontdekken, en ging ze in Visages Villages (2017) op pad met beeldend fotograffitikunstenaar JR om door heel Frankrijk alledaagse mensen te ontmoeten om die vervolgens tot hun eigen verwondering op levensgrote foto’s te laten terugkeren.

Authentiek en naïef
Het karakter van Varda’s werk is geboren uit een authentieke benadering als gevolg van een bepaalde naïviteit. In tegenstelling tot haar cinefiele vrienden van het roemruchte magazine Cahiers du Cinéma, waarin Truffaut en Godard graag films met de grond gelijkmaakten, beweerde Varda dat ze op het moment dat ze haar eerste film ging maken, nog maar een stuk of tien films had gezien. Dus ook niet de neorealistische rolprenten (van Visconti, Rossellini en De Sica) die vanaf het eind van de Tweede Wereldoorlog verschenen in Italië, waarmee Varda’s filmstijl meer dan eens is vergeleken.

Varda par Agnès

Zelfs haar meest gememoreerde film Cléo de 5 à 7 (anderhalf uur uit het leven van een meisje dat denkt kanker te hebben en fladderend door de stad wacht op de diagnose van de arts) blinkt uit in eenvoud en oorspronkelijkheid. Geen jump cuts, de techniek van hele korte sprongetjes in de tijd om het tempo van de film te verhogen en de actie spannender te maken, maar gewoon alle tien de treden van de trap tonen wanneer Cléo naar buiten huppelt. Het is dan ook niet heel verwonderlijk dat Varda’s meest ingewikkelde (en laatste) speelfilm, Les Cent et Une Nuits de Simon Cinéma (1994), flopte – ondanks het komen opdraven van talloze grote internationale filmsterren.

Geen wereldverbeteraar
Agnès Varda maakte films zoals het leven is. In haar documentaire blikt ze met actrice Sandrine Bonnaire op locatie terug op de opnames van Sans Toi Ni Loi (1985, Gouden Leeuw in Venetië). Het drama bestaat hoofdzakelijk uit dertien tracking shots waarin we meelopen met de rebelse vagebond Mona die zoekt naar voedsel en een slaapplaats. Ze wordt door iedereen gemeden als de pest en dood in een plastic zak afgevoerd. Een film zonder boodschap, want Varda observeerde vooral en voelde zich geen wereldverbeteraar. Alles draaide om inspiratie, creatie en delen.

Varda par Agnès draait vanaf donderdag 28 november in een aantal bioscopen en ook nog op IDFA 2019.

 
22 november 2019

 

ALLE RECENSIES

Violette Nozière

****
recensie Violette Nozière

Spiegelpaleis van leugens

door Sjoerd van Wijk

De jonge Isabelle Huppert is verleidelijk maar verraderlijk als de gelijknamige moordenares in Violette Nozière. Haar sluwheid evenaart de film met een onderhuids bouwen aan dubbele bodems, tot er een spiegelpaleis van leugens staat.

Op haar vijfentwintigste had Huppert al vele films op haar naam staan. Toch lijkt deze eerste samenwerking met regisseur Claude Chabrol een blauwdruk voor haar latere rollen. In films als La Pianiste en Elle is ze hard en berekenend, maar ook getroebleerd met naargeestige gevolgen. Iets wat terug te zien is in Violette Nozière, waar Huppert als prostituee probeert te ontsnappen aan het gezapige thuisleven en tegelijkertijd flinke bedragen verdient.

Violette Nozière

Het huisje-boompje-beestje leven van haar ouders beklemt haar dermate dat Violette nadat ze met syfilis is gediagnosticeerd drastische maatregelen neemt. Vader Baptiste en moeder Germaine krijgen gif in plaats van medicijn tegen deze zogenaamd erfelijk overgedragen ziekte, waarbij de eerste het loodje legt. In hoeverre zijn er verzachtende omstandigheden als Violette beweert seksueel misbruikt te zijn door Baptiste?

Femme fatale voor iedereen
Uit de mond van Violette komen leugens net zo overtuigend als waarheden. Huppert heeft aan een enkele oogopslag genoeg. Violette is een klassieke femme fatale, zo overredend dat ze de vermoorde onschuld speelt. Haar personage lijkt een rondwandelende verwijzing naar de film noir, elegant in zwart gehuld (door onder andere Karl Lagerfeld) tijdens haar geheime activiteiten.

Net als in latere films is ook hier sprake van een man waar Hupperts personage zich teveel aan vastklampt. Violette blijkt daarnaast een femme fatale voor haarzelf, met de onderkoelde Jean als uitlaatklep voor haar geldverkwisting. Daarmee heeft Hupperts berekende sensualiteit een zekere tragiek. Haar liegen krijgt het elan van ontsnapping, getuige haar dromen om de stad te verlaten met Jean.

Onderhuidse vervreemding
De onpeilbare Huppert zorgt al voor dubbele bodems, maar Chabrol bouwt dit verder uit. De omgeving versterkt het labyrint van leugens, alsof achter alles iets anders te zoeken valt. Het visuele motief van de spiegel is wel erg nadrukkelijk aanwezig, maar vaste cameraman Jean Rabier weet de personages hierin te vangen met gracieuze nuchterheid.

Daarmee stapelt het enigma omtrent de ongemakkelijke familiesituatie van Violette zich laag op laag op. De beheerste taferelen zorgen voor onderhuidse vervreemding over haar belevingswereld in plaats van paranoia. Het is duidelijk dat Violette niet te vertrouwen is, maar op welke punten precies blijft aanlokkelijk onder het oppervlak borrelen.

Violette Nozière

Flarden van een werkelijkheid
Het abrupte doorbreken van dit spiegelpaleis verhoogt de vervreemding. Het strakke monteren van Yves Langlois bevraagt de werkelijkheid. Of eerder, een zeer persoonlijke werkelijkheid, gevormd door flarden van Violettes herinnering. De onderlinge verhoudingen tussen de familieleden tonen al hoezeer een ieder zaken verborgen houdt. Hierbinnen verontrusten de interacties van Baptiste ( geniepig gespeeld door Jean Carmet) met zijn dochter.

Het geharrewar tussen de overdreven geaccentueerde flashbacks, nachtelijke bezigheden en het fatale moment maakt alles enigmatisch. Het geeft de vervaarlijk lieftallige Huppert extra munitie te bedwelmen over de ware toedracht van haar handelen. Door te eindigen met een zakelijke opsomming van Violettes straf (de film is gebaseerd op ware gebeurtenissen) dringt dit des te meer binnen. Was deze daad überhaupt te begrijpen? Het onbegrip daarover is de kern van het mysterie in Violette Nozière. Met dank aan Hupperts vermoorde onschuld.

Violette Nozière is te zien op de dinsdagen 6 augustus (vanaf 14.45 uur) en 20 augustus (vanaf 19.00 uur) in EYE Amsterdam.

 

26 juli 2019
 

MEER ISABELLE HUPPERT
 
 

ALLE RECENSIES