Sterft analoge film uit of toch niet?

This Is Film: Film Formats
Sterft analoge film uit of toch niet?

door Alfred Bos

In de eerste van zes lezingen in de reeks This Is Film, door filmmuseum EYE te Amsterdam dit jaar voor de vijfde maal georganiseerd, werd negative cutter Mo Henry geïnterviewd over haar beroep. Ze sneed in de originele filmrollen van onder meer Jaws, The Matrix en Interstellar. Ook was ze nauw betrokken bij de reconstructie en release van Orson Welles’ onvoltooide film The Other Side of the Wind.

Mo Henry is negative cutter van beroep, wellicht de minst bekende discipline van het filmproductieproces. Wanneer de editor uit het ruwe filmmateriaal het eindproduct, de film, heeft gemonteerd, gaat ze aan de slag.

Films worden niet gemonteerd met het originele materiaal, maar met kopieën. Met de gemonteerde film als uitgangspunt snijdt Mo Henry wél in het originele materiaal, het filmnegatief. Ze knipt uit de rollen ruwe film de benodigde beelden en plakt die aan elkaar tot de film zoals de regisseur die wenst. Van haar knip- en plakwerk uit de negatieve filmrollen worden de kopieën gemaakt die in de bioscoop zijn te zien.

Van het negatief – de belichte film uit de camera’s die draaien op de filmset – bestaat maar één exemplaar, het is de bron van alle kopieën. En anders dan in de digitale wereld zijn kopieën in de ‘ouderwetse’ wereld van analoge technologie steevast minder van kwaliteit dan het origineel. (Geen nood filmkijker, in de bioscoop draaien digitale kopieën die digitaal worden geprojecteerd.)

Mo Henry

Mo Henry

Op de schouders van Mo Henry rust druk. Ze kan zich geen fouten veroorloven, want dan is het origineel verknald. Secuur werkje, derhalve. Mo Henry lijdt naar eigen zeggen aan een obsessieve dwangstoornis. Dat is in haar specialistische werk een voordeel.

Al is het beroep van negative cutter een vak, het is geen ambacht. Het wordt met de handen gedaan, maar geen handwerk. Het is manuele arbeid—subtiel verschil. “Ik ben niet creatief”, zegt ze zelf. “Behalve als ik een fout maak.” Bij het snijden van Jaws brak ze enkele fragmenten van het negatief. “Maar dat heeft niemand gemerkt.”

IMAX vangt het meeste licht
Jaws was Mo Henry’s eerste klus als negative cutter. Voor de betrokken filmstudio was het geen belangrijke film, dus dat werk kon aan een beginner worden overgelaten. Sindsdien heeft ze gesneden in het originele materiaal van meer dan driehonderd films, waaronder The Matrix-trilogie, Mulholland Drive en The Other Side of the Wind, recentelijk voltooid uit de honderden filmblikken die Orson Welles heeft nagelaten.

Ze sneed ook in de negatieven van Interstellar, de sciencefictionfilm van Christopher Nolan. De Britse regisseur is een bekend voorstander van het draaien op analoge film – de computeranimaties worden daar later ingeplakt – en bepaald kieskeurig als het aankomt op lenzen, filmstock (het analoge filmmateriaal) en beeldformaten. Het afwijkende IMAX heeft zijn voorkeur, dat heeft het grootste oppervlak en vangt bijgevolg het meeste licht.

Beeldformaten voor film is het onderwerp van de eerste in een reeks van zes This Is Film-lezingen en interviews met speciale gasten die het filmmusuem EYE dit jaar, voor de vijfde maal, houdt. De film na afloop van deze This Is Film-sessie is Interstellar, vertoond in een speciale (breedbeeld)kopie op 70 millimeter. EYE is het enige filmtheater in de Benelux dat beschikt over een 70 millimeter-projectielens en de film is daar beperkt te zien (zie data hieronder).

Resolutie
Beeldformaat en filmstock hebben veel met elkaar te maken; een afwijkend beeldformaat vraagt om een ander soort filmrol. Vuistregel: hoe breder de filmrol, hoe breder het beeld op het doek. Het beeld van het kleinst gangbare formaat, 8 millimeter (super-8), is bijna vierkant; dat van het grootste formaat, 70 millimeter, is het breedst. Daartussen zitten 16 millimeter en het gangbare formaat voor de bioscoopfilm, 35 millimeter. IMAX wijkt daar van af, het is breed én lang.

In de jaren negentig zijn delen van het filmproductieproces gedigitaliseerd, ook de montage. De analoge film wordt digitaal gescand en met behulp van software gemonteerd in speciale apparatuur; het bekendste niet-lineaire montagesysteem is van het Amerikaanse bedrijf Avid. Sinds de brede introductie van de digitale filmcamera in 2007 schieten veel regisseurs hun film als bestand van enen en nullen.

Ook die zijn gestandaardiseerd, in dit geval naar resolutie (informatiedichtheid per beeldeenheid). Aanvankelijk werden digitale films in de bioscoop vertoond met een resolutie van 2K (2000 pixels per beeldregel), inmiddels is 4K de standaard en 8K komt er aan. Ruwweg correspondeert 2K met 16 millimeter-film, 4K met 35 millimeter-film en 8K met 70 millimeter-film.

Interstellar

Interstellar (2014)

Verdwijnt analoge film?
Het bedrijf van Mo Henry is het laatste in zijn soort in de Verenigde Staten, en wellicht in de wereld. Door de digitalisering van het filmbedrijf verdwijnt het vak van negative cutter. Henry vertegenwoordigt de vierde generatie van een familie die zich in het vak heeft gespecialiseerd. Haar zoon is in haar voetsporen getreden en vormt de vijfde generatie. “En wellicht de laatste.”

Al zijn er regisseurs als Christopher Nolan, Quentin Tarantino en J.J. Abrams die analoog verkiezen boven digitaal en zich inzetten voor behoud van analoog filmmateriaal. Ze maakten in 2015 afspraken met Kodak, de fabrikant van filmstock, voor de fabricage van een partij ‘ouderwetse’ filmrollen. Die raken inmiddels op en het is onzeker of Kodak de productie zal herhalen. Henry heeft al meegemaakt dat speciale filmstock voor dissolves (overvloeiers) niet meer beschikbaar bleek; via een oproep op Facebook werd het gevonden in Duitsland.

Zelf is Mo Henry enigszins verbaasd dat regisseurs op speciale filmformaten willen draaien. “Er zijn in Hollywood maar drie theaters die 70 millimeter-film kunnen projecteren en slechts één IMAX-theater.” Vooral in de montagefase biedt digitaal voordelen, zo werkt het veel sneller. “Waar je twee tot drie dagen nodig had om één filmrol te monteren, gebeurt dat digitaal in drie uur”. Resultaat: in de jaren negentig werd er veel sneller gemonteerd dan daarvoor. “Van 200 naar 700 fragmenten per filmrol.” De Avid-machine maakte dat mogelijk.

Al zijn Mo Henry en haar zoon de laatsten der Mohikanen en is er in Hollywood nog maar één bedrijf dat film ontwikkelt, het is goed mogelijk dat analoge film – net als vinyl, de cassette en de zwart-witfilm – een comeback maakt. Beide methodes, analoog en digitaal, kunnen goed naast elkaar bestaan, elk met hun eigen voordelen. Ze wijst ook op India en Bollywood, de grootste filmindustrie ter wereld, waar analoge film verre van uitgestorven is. En, vraagt Mo Henry zich hardop af: “Blijft digitale film wel goed bewaard?”

De 70 millimeter-kopie van Interstellar is te zien in EYE op woensdag 13 maart (aanvang 20:00) en zaterdag 16 maart (aanvang 20:45).

De lezingen in de reeks This Is Film van EYE vinden plaats op woensdagmiddag, aanvang 15:30.

 

8 maart 2019


ESSAYS