The Apartment is nog verrassend eigentijds
Laat de kaarten delen zoals ze komen
door Sjoerd van Wijk
In de makelaardij geldt de stelregel dat het allemaal draait om locatie, locatie en locatie. Dat geldt ook voor The Apartment, een van regisseur Billy Wilders meest bekroonde films.
Kantoorklerk C.C. Baxter (Jack Lemmon) verdient een extra zakcentje door zijn appartement uit te lenen aan collega’s, die er hun maîtresses mee naartoe nemen. Zijn carrière raakt hierdoor in de lift. Dat geldt echter niet voor zijn ambities aangaande Fran Kubelik (Shirley MacLaine), het liftmeisje op wie een oogje op heeft. Zij heeft een gecompliceerde relatie met directeur Sheldrake (Fred MacMurray), die ook gebruikt begint te maken van Baxters appartement tegen diens zin.
Ondanks dat de film uit 1960 stamt, is deze nog verrassend eigentijds. Binnen de muren van de ouderwetse Airbnb voltrekt zich een subversieve romantische komedie, die duistere thema’s als eenzaamheid en depressie tackelt op Wilders kenmerkende cynische wijze.
Numerieke efficiëntie
De wereld van The Apartment is naamloos. De corporatie functioneert als een geestdodend eerbetoon aan de efficiëntie, waar alleen nummers tellen. De opening van de film is in dat opzicht veelzeggend, als Baxter vol trots de ene statistiek na de andere opnoemt terwijl een druk kantoor in een onpersoonlijk New York opdoemt.
De verzekeringsmaatschappij, waar percentages en rapporten de dienst uitmaken, is de ultieme reflectie van wat filosoof Jean Baudrillard de ‘spiegel van productie’ noemt. Ingegeven door de techniek hebben wij de handel in goederen tot hoogste waarde verheven, waardoor de maximalisering van productie het doel van al onze activiteiten is geworden.
Het kantoor krioelt van de ijverig typende mensen vastgepind aan hun bureau. Het gebouw is spaarzaam gemeubileerd en iedereen is vergelijkbaar gekleed. Efficiënte productie wordt gespiegeld in deze eendimensionale samenleving. Baxter lijkt aan het begin een vergelijkbaar credo te harte te hebben genomen met zijn liefde voor statistiek. En de vraag rijst op, of zijn omgeving nog andere waarden aanhangt dan die van een procentpunt meer of minder.
Competitie en acquisitie
De niet aflatende roep om verhoogde productie heeft zijn weerslag op de karakters in The Apartment. Tegenover een technisch systeem, dat alles efficiënt regelt, voelt men zich machteloos. De handel is geïnternaliseerd en komt tot uiting in een competitieve dynamiek. Het enige wat telt in de vrije tijd is de acquisitie van seksuele escapades. Het is een spel met winnaars en verliezers. Baxters klanten en directeur Sheldrake beschouwen anderen als een middel om hun doel van seksuele acquisitie te bereiken, zoals brandstof nodig is voor een auto. Doeltreffend geven zij hun orders op afstand, terwijl Baxter als een malle door zijn agenda bladert om iedereen te accommoderen.
Baxter is dan ook een van de verliezers, die deze piramide draagt. Zonder acquisitie is hij gedoemd tot banaal escapisme achter de televisie, zoals een hedendaagse single de wereld van Skyrim bezoekt. Kubelik is niet beter af. Haar onafhankelijkheid blijkt fragiel als Sheldrake haar weer nodig heeft.
Beiden hebben dus een gespleten persoonlijkheid. Ze zijn als de spiegel van Kubelik, die als tragisch symbool in het midden gebroken is. “It makes me look the way I feel”, verzucht Kubelik. Met subtiele hints, zoals Kubeliks unieke kapsel, wordt duidelijk dat beiden iets missen wat hun omgeving hen niet kan geven. Ze zijn buitenbeentjes die eigenlijk niet thuis horen in deze efficiënte wereld van acquisitie.
De connectie
In de handelswereld van ‘voor wat, hoort wat’ heeft de efficiëntie elke vorm van onproductief samenzijn geëlimineerd. Een eenzaam mens zonder echte verbindingen is het residu. Uit de beproevingen van beide karakters blijkt deze diepe eenzaamheid. Als Kubelik realiseert dat Sheldrake haar slechts gebruikt als aangename verpozing, neemt The Apartment een duistere wending. Niemand lijkt om haar te geven en ze grijpt naar de slaappillen. Op morbide ironische wijze neemt Baxter juist dan voor het eerst iemand mee naar huis, de verkeerde impressie van zijn buren bevestigend.
Was Kubelik ook slechts een potentiële acquisitie voor hem? Het lijkt er niet op, als Baxter met laaiend enthousiasme de kaarten te voorschijn haalt voor een potje gin rummy. Dit is het startsein voor beiden om uit hun diepe dal omhoog te klimmen. Ze spelen in plaats van te produceren of zich iets toe te eigenen. In het sobere decor van The Apartment vallen de speelse elementen extra op. Geluk is niets meer en minder dan het afgieten van spaghetti met een tennisracket. Het samenzijn zonder slinks motief. Ze reiken zo elkaar de handvatten aan om hun deprimerende eenzaamheid de baas te zijn.
Shut up and deal
Als Baxter en Kubelik weer verenigd worden aan het eind, komt The Apartment met een laatste twist op de formule van de romantische komedie. Er is geen hartelijke omhelzing noch een gepassioneerde kus. Het potje gin rummy moet afgemaakt worden. Toch kan het ambigue einde worden opgevat als een triomf voor beiden. Kubelik heeft een echte vriend gevonden, die haar waardeert om wie ze is, niet om het vertier wat ze kan brengen. Baxter heeft geleerd niet meer op te komen voor mensen die hem gebruiken, maar voor zichzelf en zijn vrienden. Het gaat niet om de liefde, maar om de vriendschap die zegeviert. Daar zitten ze samen op de bank. “Shut up and deal.”
Kubeliks bruuske afwijzing van Baxter maakt korte metten met alle problemen in de wereld van The Apartment. Geen competitieve dynamiek. Geen seksuele acquisitie. Want dit zijn twee vrienden. Laat de kaarten delen zoals ze komen, samen een onzekere toekomst tegemoet.
15 juli 2018