Verslag Vlaamse Film Festival 2015: Deel 2
door Ralph Evers
Naast de eerder beschreven thema’s multiculturaliteit en diversiteit, is er evenals vorig jaar ruimte voor de kunstzinnige, experimentele film. Met Welp en Waste Land krijgen ook de horror en de thriller hun plek op het festival.
Waste Land sluit het festival af, alsmede de trilogie van de maker, Pieter van Hees. Centraal in deze film staat het verval van de ziel. Naast de thrillerelementen zit er een modern film noir sausje over. Wat opvalt is de sterke soundtrack, iets waar meerdere Vlaamse films ‘last’ van hebben dit weekend. Leo Woeste (what’s in a name) is betrokken bij een etnische moordzaak binnen de Congolese gemeenschap in Brussel. Op de achtergrond speelt de zwangerschap van zijn vrouw, een losbandige compagnon en iets wat op een doofpotaffaire lijkt. Net wanneer daarover iets aan het licht zou komen neemt de film een wending. De kijker, maar ook Leo blijft in het ongewisse. Een gemiste kans, die niet meer rechtgezet wordt en daarmee zelfs afbreuk doet aan de grimmige sfeer van de film.
Welp
Afbreuk wordt er ook gedaan aan script, geloofwaardigheid en betrekken van het publiek in de horrorfilm Welp. Een debuutfilm gevuld met de nodige clichés en hetzelfde manco als menig horrorfilm tegenwoordig: veel schrikeffecten, weinig verhaal. Bij de aftiteling sijpelt de film al weg. Bij thuiskomst hoef je niet te checken onder je bed of daar nog wat kwaad zich schuilhoudt. Dit soort films zou beter als thriller te boek kunnen staan, maar in beide gevallen behoeven dit soort films vooral een verhaal en werkelijke spanning.
Goed, de setting is een bos in Wallonië waar wat vreemde verdwijningen hebben plaatsgevonden. Al gauw ontdekt welp Sam een gemaskerd jongetje, dat samen met een brute man, de Stroper genaamd, hun terreur botvieren op de andere welpen en hun leiding. Zo zie je maar, dat de terreur niet van de allochtone medeburger, maar van de blanke zelf komt. Overigens is de apotheose volstrekt onlogisch en onbevredigend en maakt de hele opbouw van Welp overbodig. Gemiste kans, volgende keer beter.
Nar
De rijkdom van de Vlaamse kunst en cultfiguren komen aan bod in Addicted to every possibility en De Applausman. De eerste over de architect Maarten van Severen, die onder andere met Rem Koolhaas heeft samengewerkt. De docu valt te omschrijven als human interest en wist op het IDFA nog de publieksprijs binnen te slepen. Onbegrijpelijk gezien de nogal saaie en oninteressante invalshoek die deze docu kiest. Wat van Severen tot zijn architectuur bewoog, blijft grotendeels achterwege.
Van een heel ander kaliber is de documentaire over Antoon de Pauw, een man die na een tragische gebeurtenis in zijn jeugd, waarop hij zich terugtrok, weer tot leven kwam toen hij ooit eens applaus kreeg van een klasgenoot, Korneel Glorieux. Verslaafd aan applaus. Er word een heuse psychiater ingerukt om tekst en uitleg te geven. Menig Vlaamse grootheid beschrijft De Pauw als charmant, een sympathieke man, die op grote evenementen het applaus wegkaapte. Dat deed hij overigens met erg veel stijl en gevoel voor timing. Het is heerlijk meedeinen met de adrenaline-rush die door De Pauw heengaat. Maar let wel, het zijn me een stelletje narren die Belgen, dus juich niet te vroeg en geniet vooral van het vermakelijke verhaal van De Applausman.
Experiment
Lucifer is meest fascinerend vanwege zijn experimentele filmtaal (de film is geschoten in tondoscope, oftewel een cirkel als kader, dus geen grenzen aan de zijkant van het scherm). In een afgelegen Mexicaans dorp komt de engel Lucifer (op doortocht naar de hel) op aarde. Ogenschijnlijk lijkt hij een aantal wonderen te verrichten en weet hij het dorpje op zijn hand te krijgen. Het is echter maar net hoe je naar het verhaal kijkt. De film wordt in drie aktes verteld: paradijs, zonde en wonder, maar zit zo boordevol symboliek en verwijzingen, dat het verhaal soms ondergeschikt lijkt.
Dit, samen met de muziek, die hemels mooi is (ook de hilarische boerenbruiloft), maakt het lastig om een eenduidig stuk over Lucifer te schrijven. Regisseur Gust van den Berghe (die tot dusver zeer succesvol is geweest op Cannes), wist na afloop op intellectuele manier te vertellen over zijn ideeën en zijn rijkdom aan kunst, literatuur, poëzie en filmverwijzingen. Die veelheid aan ideeën contrasteert met het verhaal, dat zich bij tijden te traag en richtingloos voortbeweegt. Daarin mist de film eigenlijk precies die ene invloed, namelijk die onheilspellende sfeer van Aguirre, Der Zorn Gottes van Werner Herzog.
11 mei 2015
Vlaamse Film Festival 2015: Deel 1