IFFR 2019 – Deel 6

IFFR 2019 deel 6 (slot):
Cinema die doet voelen

door Suzan Groothuis

Dit jaar prikkelde het International Film Festival Rotterdam (IFFR) met de slogan: Feel IFFR. Cinema moet je voelen, ervaren. Filmmakers uit alle streken beroeren, verruimen de blik, doen je onderdompelen in een andere wereld. Maar films voelen of ervaren wil niet zeggen dat iedere IFFR-film een hoogtepunt is. 

Veel films binnen mijn selectie scoorden middelmatig, wegens teveel pretentie (Vox Lux) of een typische arthouse-feel: weinig verhaallijn, lange shots, zoekende personages (Tarde Para Morir Joven). Wel aardig om naar te kijken, maar vernieuwend, verrassend of beklijvend, nee. In ons zesde en laatste verslag van IFFR 2019 twee films die dat wel deden: het bewogen, dwingende Sunset, en het knappe, aan The Act of Killing denkende I Do Not Care If We Go Down in History as Barbarians. Het overlappende thema: vastberadenheid. Klamp je vast aan een doel en geef niet op.

 

Sunset

Sunset – duistere geheimen in Boedapest
Sunset van regisseur László Nemes is zo’n film die na het zien ervan nog lang door het hoofd blijft spoken. Dat deed zijn debuut, Son of Saul, ook al. Een film die zo intens is dat ik ‘m geen tweede keer zou willen zien. Over vernietigingskamp Auschwitz, waar een man zoekt naar zijn zoon. Vooral de cameravoering bleef hangen: we zien de man constant vanuit de rug gefilmd, zich een weg banend door het kamp, waarbij hij letterlijk alle kanten op getrokken wordt. Iedereen wil wat van hem, waardoor er nauwelijks ruimte is voor zijn persoonlijke queeste. Een nietsontziende blik op massavernietiging en wat dat doet met de hoop van een mens.

Nu is er Sunset, waarbij we eveneens in een zoektocht belanden, maar dan in het Boedapest voor de Eerste Wereldoorlog. De twintigjarige Irisz Leiter trekt naar de Hongaarse hoofdstad om te werken bij het vooraanstaande hoedenmagazijn Leiter. De naam is geen toeval: Irisz is de dochter van de oprichters, maar haar ouders zijn op duistere wijze overleden. Wanneer Irisz haar intrede doet, is gelijk merkbaar dat ze niet welkom is. Als ze te horen krijgt dat ze een broer heeft, besluit ze op onderzoek uit te gaan.

De camera volgt Irisz in haar vastberaden en onverschrokken tocht, terwijl ze heen en weer geslingerd wordt door vertwijfeling. Wat klopt van wat ze over haar broer heeft gehoord? Wie is te vertrouwen? En vooral: wie niet? Terwijl de politieke onrust toeneemt en de chaos in de stad verergert, geeft Irisz – steeds gefilmd vanuit haar rug, haar witte kanten kraagje omhoog stekend – haar onderneming niet op.

Sunset, met zijn weelderige sets prachtig in beeld gebracht, dwingt de kijker mee te gaan op Irisz’ reis. Van een sjiek hoedenmagazijn begeven we ons naar donkere achterafsteegjes waar het gevaar broeit. Nemes hanteert een claustrofobische, opgejaagde stijl. Telkens afgeleid – een hoedenkamer versieren voor een bezoek van de Weense prinses, terwijl je je broer wil vinden – volgen we Irisz die in plaats van antwoorden steeds meer vragen op haar pad tegenkomt. Nemes beantwoordt die vragen niet, wat de kijker als onbevredigend kan ervaren. Maar je beleeft zijn film, zijnde een duistere trip die iets wil ontrafelen maar alleen maar meer verwarring brengt. Knap en uiterst meeslepend.

 

I Do Not Care If We Go Down in History as Barbarians

I Do Not Care If We Go Down in History as Barbariansweergave van een donkere geschiedenis
In I Do Not Care If We Go Down in History as Barbarians duiken we in de Roemeense geschiedenis. De jonge en idealistische regisseur Mariana buigt zich over de etnische zuiveringen aan het Oostfront. Het Roemeense leger was verantwoordelijk voor de massamoord op de Joden in Odessa in 1941. Een gegeven dat in de doofpot is gestopt, want de toenmalige premier Antonescu kreeg voor velen na de omwenteling van 1989 een soort heldenstatus. Het was immers Antonescu die tegen de Russen, en dus tegen het communisme, gevochten had.

Via een openluchtschouwspel wil Mariana laten zien wat er werkelijk plaatsvond. Namelijk dat Roemenië niet onschuldig is als het gaat om de Holocaust. Maar zo gemakkelijk is het niet haar ideeën te verwezenlijken: zij stuit op weerstand van zowel acteurs als een vertegenwoordiger van het stadsbestuur. Verhitte discussies zaaien verdeeldheid, maar Mariana blijft volharden.

I Do Not Care If We Go Down in History as Barbarians doet wat denken aan het briljante The Act of Killing, waar leiders van doodseskaders hun massamoorden naspelen in de door hen gewenste cinematografische stijl. Ook in I Do Not Care.. vindt re-enactment plaats, maar dan zo realistisch mogelijk, alsof je teruggaat in de tijd en de massamoord opnieuw beleeft. Regisseur Radu Jude lijkt met realiteit en spel te spelen, door acteurs en publiek zich met elkaar te laten vermengen. Het zenuwslopende proces van het schouwspel is gespeeld, maar je vraagt je af of het publiek bij de vertoning ook geënsceneerd en geïnstrueerd is. Het schouwspel levert een applaus voor de onderdrukker, voortkomend uit een diepgewortelde nationale trots. Als kijker geeft dat te denken: in hoeverre zijn we in staat kritisch naar ons verleden te kijken en toe te geven dat we fouten hebben gemaakt?

Radu Jude levert met I Do Not Care If We Go Down in History as Barbarians een film die tot reflectie stemt. Hij verweeft literaire feiten, archiefbeelden en persoonlijk drama tot een gelaagd geheel, waarbij hij de licht-komische noot niet schuwt. Bijzonder document.

 

7 februari 2019

Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5

 

MEER FILMFESTIVAL