LIFF 2020 – Deel 4: Zoektocht naar liefde

LIFF 2020 – Deel 4 (slot):
De zoektocht naar liefde

door Suzan Groothuis

Ga er maar aan staan: een filmfestival organiseren, terwijl corona met een woeste tweede golf over ons land waart. Het Leiden International Film Festival (LIFF), dat zijn 14,5 editie (‘no half measures!’) vierde, deed het en bood een variatie van online en bioscoopprogramma. Om online toch het idee van een festival te hebben, waren er vaste tijden waarop de films te zien waren. Met als resultaat lekker films bingen vanaf de bank. In dit laatste deel aandacht voor de zoektocht naar liefde.

 

Rent-a-Pall-

Rent-a-Pal – Vriendschap met een gevaarlijk randje
Rent-a-Pal van regisseur Jon Stevenson maakt deel uit van het Bonkers!-programma. En wat kan je verwachten van een Bonkers!-film? Die zijn altijd een beetje “weird”. Zo ook Rent-a-Pal. We gaan terug naar de jaren 90, waar vrijgezel David zijn best doet om via een datingsite een match te vinden. Dat is een lastige opgave, want wie zit op David te wachten? Hij zorgt voor zijn demente moeder en woont beneden in haar kelder. Zijn videoboodschap is onhandig en klungelig ingesproken. David geeft de hoop al op, maar dan valt zijn oog ineens op een videoband met de titel Rent-a-pal. Maker Andy belooft ware vriendschap. De liefde vinden is misschien een stap te ver, maar een vriend kan David in zijn eenzame leven best gebruiken.

Vanaf dat moment krijgt de film een gevaarlijk randje. In eerste instantie neemt David de kletspraatjes van Andy niet zo serieus. Maar ieder mens heeft aandacht nodig en Andy lijkt die toch op een of andere manier te geven. Al snel raakt David geobsedeerd en lijkt Andy vanuit de VHS tot leven te komen. Ondertussen gaat ook het echte leven door, en blijkt het datingbureau ineens de geschikte kandidaat voor David gevonden te hebben. Die is in tweestrijd: kiezen voor de echte liefde, of voor zijn nieuwe beste vriend?

Veel films van nu grijpen terug op de charme van VHS. Zoals de leukste film van afgelopen International Film Festival Rotterdam (IFFR), VHYes, een retrocomedy volledig geschoten op VHS. Rent-a-Pal verwijst licht naar Cronenbergs Videodrome, waarin een videoband werkelijkheid en hallucinaties door elkaar laat lopen. Ook in Rent-a-Pal word je als kijker in verwarring gebracht: is Andy ‘echt’, of gaat David met zijn eigen (grimmige) fantasie op de loop? Rent-a-Pal is aardig, maar stevent af op een voorspelbare en geforceerde afloop.

 

A l’Abordage

A l’Abordage + De l’or pour les chiens – Warme en kille vakantieliefde
De Franse films A l’Abordage en De l’or pour les chiens gaan over vakantieliefdes. In A l’Abordage besluit Félix zijn Alma achterna te reizen. Of het een goed idee is weet hij niet. Maar als je het niet probeert, is het sowieso kansloos. Samen met zijn goede vriend Chérif reist hij carpoolend naar het zuiden van Frankrijk. En alles loopt anders dan verwacht. In De l’or pour les chiens reist tiener Esther haar vakantieliefde achterna. Niet naar het zinderende zuiden, maar naar Parijs, waar haar komst niet welkom blijkt. Waar A l’Abordage een warme, losse sfeer ademt, is De l’or pour les chiens kil en afstandelijk.

A l’Abordage doet met zijn improviserende stijl denken aan films van Eric Rohmer of de Spaanse regisseur Jonás Trueba (La Reconquista). Een greep uit het echte leven, zonder te forceren. Het levert grappige, gênante en ontroerende momenten. En, zeker nu je zo aangewezen bent op zoveel mogelijk binnen blijven, de ongedwongen, vrije sfeer van een warme zomer.

De l’or pour les chiens

In De l’or pour les chiens voel je vanaf het begin een niet voorspoedige afloop. Esthers dromen vallen in Parijs, gevangen in nachtelijke, louche sferen, in duigen. We volgen haar op haar zoektocht naar bezinning. Die vindt ze tijdens haar onderkomen in een klooster, waar ze observeert en – uiteindelijk – levenslessen leert. De l’or pour les chiens doet dat in een traag tempo en met afstand tot de hoofdpersoon. Waardoor de film noch bindt, noch beklijft.

 

Dating Amber

Dating Amber – Schone schijn in Ierland
Van de Verenigde Staten en Frankrijk gaan we naar katholiek Ierland. Regisseur David Freyne brengt in Dating Amber twee buitenbeentjes samen. Amber is lesbisch en erkent dat voor zichzelf. Eddie is ontkennend homoseksueel. Terwijl hij opgejut wordt door zijn klasgenoten, bedenkt hij een plan. Namelijk Amber daten, voor de pretentie van een heteroseksuele relatie. Want homoseksueel zijn in het Ierland van de jaren 90 is geen pretje. Er gaat een rood kruis door in de les seksuele voorlichting. Dus dan maar de schone schijn ophouden, zeker met het vooruitzicht dat Eddie in het leger gaat.

Dating Amber begint wat conventioneel, maar krijgt gaandeweg meer diepgang en karakterontwikkeling. Dan weer humoristisch, dan weer snijdend en dan weer ontroerend volgen we het wel en wee van de twee, die zoeken naar het zichzelf kunnen en mogen zijn. Fijne, eigenwijze en gebalanceerde film met Pulp op de soundtrack, terwijl Oasis en Blur hun eindeloze Britpopstrijd voeren.

 

9 november 2020

 

LIFF 2020 – Deel 1
LIFF 2020 – Deel 2
LIFF 2020 – Deel 3

 

MEER FILMFESTIVAL

Kingmaker, The

****
recensie The Kingmaker

Manipulatieve Moeder van de Natie

door Suzan Groothuis

Ze noemt zichzelf de moeder van haar natie. De moeder van iedereen. Lauren Greenfield, die eerder in The Queen of Versailles vastlegde hoe rijkdom en overdaad zich verhouden, toont het leven van de omstreden Filipijnse voormalige first lady Imelda Marcos. Een inkijkje in een gouden, corrupte kooi.

Terwijl ze door de sloppen van Manilla rijdt, trekt voormalig Imelda Marcos een stapel bankbiljetten tevoorschijn. Met een treurig gezicht deelt ze ze uit aan een rij bedelende kinderen die almaar groter wordt. Hoe anders was het tijdens het bewind van haar man Ferdinand Marcos, merkt ze op. Toen was deze armoede er nog niet.

The Kingmaker

De Amerikaanse fotograaf en documentairemaker Lauren Greenfield duikt met haar nieuwste film in het leven van Imelda. Greenfields fascinatie voor rijkdom was eerder te zien in The Queen of Versailles, waarin ze een biljonair koppel volgt tijdens de constructie van hun eigen gouden Versailles-paleis. Maar de komst van een economische crisis maakt harde metten met hun kapitaal: hun gouden bubbel stort ineen. In haar expositie Generation Wealth borduurt Greenfield voort op het thema rijkdom, middels overdadige fotowerken waar de overvloed vanaf spat. Maar de weelde van de één procent rich and famous heeft een keerzijde: wat blijft er nog van je identiteit over, als je alles wat je hebt verliest?

Omstreden weelde
In The Kingmaker (hit op IDFA 2019 en nu eindelijk in de bioscoop) draait het om een vrouw die bewijst dat je alles kan kopen, zolang er maar geld is om uit te geven. Omstreden geld, dat wel, want het Marcos-regime was doorspekt met corruptie. The Kingmaker toont zowel beelden van het nu als de opkomst van de politieke carrière van Imelda. Ze verloor als jong meisje haar moeder. Een verlies dat een diepe impact op haar had en haar neiging om te “moederen” deed groeien. Die kans benutte ze ten volle toen ze Ferdinand Marcos in 1954 ontmoette. Zijn politieke carrière was in opmars en met Imelda aan zijn zijde veroverden ze het volk. Hij, met zijn daadkrachtige speeches en zij, met haar schoonheid en charme. In 1965 werd Marcos president en Imelda first lady. Haar moederlijke medeleven met de burgers leverde haar de titel Moeder van de Natie op.

En dan zijn er de omstreden gebeurtenissen, zoals de moord op oppositieleider Benigno Aquino in 1983. Veel mensen dachten dat de Marcossen ermee te maken hadden, maar dat is nooit bewezen. Imelda’s extravagante levensstijl en onbedwingbare koopzucht nam grote proporties aan: van haar gigantische schoenencollectie tot de aanschaf van gebouwen zoals de Crown Building in Manhattan. Meest frappant is echter het opzetten van het Calauit Safari Park in de Filipijnen. Onder meer giraffes, zebra’s en impala’s werden overgebracht vanuit Afrika en neergeplant op het eiland. De bewoners van Calauit moesten hun heil elders zoeken. Alles opzij voor de Moeder van de Natie!

The Kingmaker

Uiteindelijk kwam er tegenspoed op het pad van de Marcossen: het wantrouwen van het volk groeide en in 1986 moesten ze gedwongen aftreden. Meer en meer ontstond het idee van corruptie, want waar kwamen al die overdadige geldbestedingen vandaan? Ondanks metersdikke dossiers van aanklachten, waren er geen harde bewijzen en werd Imelda (haar Ferdinand was toen al overleden) onschuldig verklaard.

Herhaling van de geschiedenis
Die onschuld is in The Kingmaker moeilijk aan te nemen. Hoewel Imelda vol lof over de politiek van haar man spreekt en haar exuberante aankopen als iets doodnormaals ziet, zijn er getuigenissen van activisten en politieke tegenstanders die je heel anders naar haar gouden werkelijkheid doen kijken.

Anno nu zitten de Marcossen weer volop in de politiek. Zoon Bongbong met zijn hang naar het vice-presidentschap en moeder Imelda als congreslid. Duterte, de huidige, en eveneens van corruptie verdachte president van de Filipijnen, is met financiële investeringen van de Marcossen naar de politieke top geklommen. De donkere geschiedenis herhaalt zich. Greenfields documentaire laat op bijtende wijze zien hoe groot en absurd de tegenstellingen tussen arm en rijk zijn. Imelda is hierin niet de held van het verhaal, maar een weerzinwekkende koningin, steevast gepositioneerd temidden van haar overdadige luxe. Een vrouw die in haar eigen geschepte werkelijkheid gelooft, getuige haar woorden: “The poor always look for a star in the dark of the night.”

 

8 augustus 2020

 

ALLE RECENSIES

System Crasher

****
recensie System Crasher

Verknipte roze wolk

door Suzan Groothuis

De 9-jarige Benni is een onmogelijk kind. Bij het minste geringste ontsteekt ze in woede. Vooral wanneer haar gezicht aangeraakt wordt. Een traumatische ervaring van vroeger, want als baby kreeg ze luiers in haar gezicht gedrukt. System Crasher is meeslepend, rauw en eerlijk: een onthutsend portret van een kind in haar wanhopige zoektocht naar liefde.

Nora Fingscheidt legt in haar speelfilmdebuut feilloos vast waar hulpverlenende instanties, al is de intentie nog zo goed, falen. Een onthecht, getraumatiseerd meisje wil het liefst bij haar moeder zijn. Maar moeder kan het niet aan, en zo wordt het kind van opvang naar opvang gesleept.

System Crasher

Benni is een kind waar je niet omheen kan. Met haar warrige lichtblonde haren en roze jasje schreeuwt ze om aandacht. Niet soms, maar altijd. Haar begeleiders noemt ze steevast “opvoeder”. Terwijl Benni op school hoort te zitten, loopt ze op straat en schopt ze stennis. Want waarom zou ze naar school gaan, als ze het liefst bij haar moeder wil zijn?

Ondanks het feit dat Benni al jaren van opvang naar opvang gaat (de opnames in een klinisch ziekenhuis nog niet eens meegerekend) verlangt ze nog steeds naar thuis. Maar haar thuis is geen gezonde plek: haar moeder is kwetsbaar, heeft een gewelddadige vriend en kan de zorg voor haar andere twee kinderen amper aan. Daarbij is ze bang voor haar eigen, onberekenbare dochter.

De deuren dicht
Terwijl Benni het anderen, maar vooral zichzelf, erg moeilijk maakt met haar agressieve gedrag en ondoorgrondelijke paniekaanvallen, is haar sociaal werker zoekend naar een plek. Tijdelijk kan Benni bij een opvang terecht. Maar de realiteit stemt treurig: vanwege Benni’s complexe casuïstiek willen veel woonvormen haar niet. Iedere hulpverlenende instantie doet de deur dicht, dus wat rest zijn onorthodoxe methoden om op terug te vallen.

De jonge schoolbegeleider Micha, zelf net vader geworden, lijkt een ingang te hebben bij het meisje en doet het voorstel haar mee te nemen naar een boshut. Als zijnde therapie, waar ze overgeleverd zijn aan rust en creatief overleven. Hij, in de stille hoop dat hij Benni kan redden, zij, in een prachtig, wat surreëel moment, roepend om haar moeder. Haar klanken echoën hartverscheurend na.

System Crasher

Roze verbeelding
Er zit wel meer verbeelding in System Crasher. Het dynamische kleurgebruik, bijvoorbeeld. Roze is prominent in beeld. Niet alleen in Benni’s jasje, maar ook wanneer haar gezicht – expres of per ongeluk – wordt aangeraakt. We zien een waas van roze, waarin flarden van pijnlijke herinneringen zichtbaar zijn. Maar ook die aanhoudende zucht om aangeraakt te worden door de enige die dat echt mag – haar moeder.

Ondertussen legt Nora Fingscheidt, die System Crasher regisseerde en schreef, feilloos de hulpverlening rondom Benni vast. We zien verschillende meningen en visies: betrokken medewerkers die moeten waken voor het redderssyndroom, de vermoeidheid en stress rondom het vinden van een plek, opties die uitgeput raken en vechtlust die opraakt. Wanneer er al een hoopvol moment is, wordt die even later weer teniet gedaan – door de nietsontziende bureaucratie, door een moeder die beloften doet die ze niet na kan komen.

En dan is daar Helena Zengel die in haar rol van Benni iets fenomenaals doet. Zo onthecht en beschadigd als Benni is, geeft Zengel haar ook een bepaalde kracht mee. Met spaarzame momenten kan Benni bijzonder liefdevol of invoelend zijn. Tegelijkertijd is er de argwaan, de boosheid, en het immense verdriet. System Crasher is een continu spanningsveld tussen zijn in deze wereld zonder iemand die er onvoorwaardelijk voor je is. Benni’s realiteit is als een pijnlijke roze wolk, waarin ze wanhopig zoekt naar liefde.

 

24 februari 2020

 

ALLE RECENSIES

IFFR 2020 – Deel 5

IFFR 2020 – Deel 5 (slot):
Arthouse verkent grenzen van genrefilm

door Suzan Groothuis

Het IFFR – met 573 vertoningen – toonde opnieuw groei: 13.000 bezoekers meer dan vorig jaar. Ook scholieren bezochten het festival, dankzij het educatieprogramma. Hierbij een laatste terugblik op enerverende filmdagen.

Er waren de toppers (veelgehoord: Corpus Christi, Les Misérables), onverwachte verrassingen (VHYes met hoog eighties-gehalte, het verstilde maar veelzeggende Moving On, de Iraanse politiethriller Just 6.5) en de dompers (met als dieptepunt Dreamlife, over een droom-experiment met de lelijkste cgi-muis ooit).

Daartussen heel veel redelijks, maar waarvan je je wel afvraagt of het uiteindelijk zal beklijven. Wie de publiekspoll volgde, werd eind vorige week ineens verrast door een nummer 1-notering voor Parasite B&W Version, met vlak daarachter Les Misérables en Corpus Christi. De winnaar riep vooral vragen op en bracht een terechte discussie teweeg. Waarom deed Parasite, al is het in de nieuwe zwart-wituitvoering, mee met de poll? De film heeft al een release gehad en is dermate gepromoot en in de prijzen gevallen dat deze notering overbodig aanvoelt en vooral een hulde van fans lijkt. Verder krijgen opvallend veel titels een bioscooprelease, maar echt grote namen bleven uit. Ook opmerkelijk waren de films waarin arthouse en genrefilm zijn vermengd, wellicht met het doel een breder publiek aan te spreken. Hieronder een selectie.

 

Little Joe

Little Joe – Verraderlijke bloemen
Jessica Hausners Little Joe is daar één van. Geïnspireerd door Invasion of the Body Snatchers, een persoonlijke favoriet van Hausner. Wat haar het meest triggert in die film is de vraag wat normaal is en wat niet. Zodra de peulen bezit nemen van mensen, zijn zij zichzelf niet meer. Maar wat is dat eigenlijk, jezelf zijn? Die vraag komt ook terug in Little Joe, haar eerste productie met een internationale cast.

In Little Joe draait het om de devote plantenkweker Alice (Emily Beecham, voor haar rol gelauwerd in Cannes). Zij is bezig met het ontwikkelen van een nieuwe plantensoort. Een oogstrelende bloem, waarvan de pollen een gelukmakend stuifmeel afgeven. Stiekem neemt ze er één mee naar huis voor haar zoon, die zichtbaar worstelt met de scheiding tussen zijn ouders. En het werkt: Joe wordt gelukkiger. Maar Joe is ook niet langer zichzelf. Een soort gemaaktheid maakt zich van hem meester. En hij keert zich steeds meer tegen zijn moeder.

Ook op de kwekerij gebeuren er gekke dingen. De planten, vernoemd naar Alice’s zoon, lijken ook bezit te nemen van Alice’s collega’s. Bella (Kerry Fox), die er al een tijd werkt, heeft het gelijk door. Ze vertrouwt Alice haar theorie over de plant toe. Maar Alice moet daar in eerste instantie niets van weten. Kom niet aan haar Little Joe!

De film, in fraaie steriele beelden geschoten, speelt vervolgens met het idee wat normaal is en wat niet. Mensen veranderen, maar komt dat door de pollen? Klopt Bella’s theorie? En in hoeverre is Alice zelf al door de pollen besmet? Die laatste vraag is het meest interessant, want Emily Beecham heeft als Alice iets onwerkelijks; altijd onberispelijk, maar wat oubollig gekleed, en met haar afstandelijke houding zowel zeker als kwetsbaar. Met andere woorden, je krijgt weinig grip op haar persona.

Toch is er ook veel aan Little Joe op te merken. De theorie dat de pollen kwaadaardig zijn, komt zo snel dat dit een groot deel van de spanning wegneemt. Daarbij ademt de film een klinische, afstandelijke sfeer, wat maakt dat er geen binding met de personages ontstaat. Er volgt een voorspelbaar en wat mager verhaal, waarin het draait om de dubieuze kracht van de pollen en wat die met mensen doet. Zo schipperen de rode bloemen tussen briljant medicijn en kwade voortplanters. Ergens, onderliggend, is er kritiek op de rol van de farmaceutische industrie. De bloemen leveren geld vanwege hun medicinale werking; en wanneer iets geld opbrengt, heeft de mens de neiging datgene te beschermen. Uiteindelijk kan je je van het kille Little Joe afvragen, wie wie in zijn greep houdt: de pollen of de mens?

 

Bacurau

Bacurau – Bloederige taferelen in slapend stadje
Na Hausners ijzige arthousethriller gaan we naar Brazilië, waar regisseurs Kleber Mendonça Filho (Aquarius, Neighbouring Sounds) en Juliano Dornelles de handen ineen slaan. Bacurau is een mengeling van genres tegen een sociaal-realistische achtergrond, waarbij dorpelingen moeite moeten doen om het hoofd boven water te houden.

Het kleine dorpje Bacurau, in het noordoosten van Brazilië, heeft het namelijk niet makkelijk. Teresa, die ernaar onderweg is vanwege het overlijden van haar oma, merkt dat er vreemde dingen gaande zijn op de route. Zo versperren kapot gereden doodskisten de weg en zien we een bloederig lijk. En ook in Bacurau, waar ze niet bepaald warm onthaald wordt, wacht de dood op haar. Terwijl er afscheid wordt genomen van haar oma verstoort de plaatselijke dokter Domingas (Sônia Braga, ook te zien in Aquarius) de dienst.

Er is onrust onder de dorpelingen, zoveel is zeker. De dam is namelijk afgesloten, wat maakt dat ze voor water naar naburige steden moeten reizen. Maar ook wegen zijn versperd, wat het verkrijgen van water weer moeilijk maakt. En dan is er de vreselijke burgemeester Tony jr., die beterschap belooft in de vorm van boeken die niemand meer wil lezen, omstreden medicatie en voedsel dat over de datum is.

En dan gebeuren er steeds gekkere dingen. Een vliegende schotel die over het landschap zoemt en Bacurau in de gaten houdt. Twee motorrijders in felle pakken. En Udo Kier als Amerikaanse Duitser die er met zijn team genoegen in schept om Bacurau, letterlijk, van de kaart te vegen.

Met de komst van Kier en zijn Amerikanen wordt Bacurau steeds gewelddadiger. En verandert de film in een genremix waarin het Wilde Westen, scifi en bloedige horror samensmelten. Het dorp, dat in eerste instantie ingeslapen leek, moet de oude moed van vroeger bijeenrapen om zich te wapenen tegen deze extremistische vreemdelingen. De vraag is, werkt het? De film begint met zijn bizarre sfeer veelbelovend, maar verzandt in ‘teveel van het goede’: zeker wanneer Kier met zijn maten op de proppen komt. Over de top, zonder achtergrondinformatie, zien we hoe leeg geweld zich meester maakt van de film. De effecten, waaronder een exploderend hoofd, zijn knap gedaan, en het strijdbare van de dorpelingen is voelbaar. Maar uiteindelijk voelt Bacurau als een gekke exploitatie van genres om een politiek statement te maken.

 

VHYes

VHYes – Voorliefde voor eighties
Een van de verrassingen op het IFFR was VHYes. Het is de eerste lange film van Henry Jack Robbins, zoon van beroemd acteursduo Tim Robbins en Susan Sarandon. In zijn speelfilmdebuut volgen we de twaalfjarige Ralph in 1986. Ralph en zijn videocamera zijn onafscheidelijk. Hij filmt alles wat hij interessant vindt, zoals de avonturen van hem en zijn vriendje Josh, maar hij neemt ook op van televisie. En wat is dan interessant voor een jongen van zijn leeftijd? Foute Tel Sell-reclames, gecensureerde B-porno en Painting With Joan, een erotische variant van Bob Ross.

Niet wetende dat hij over de huwelijksband van zijn ouders filmt, zien we een bonte mix van beelden voorbij komen. Ondanks dat het pastiche is, is het bijzonder knap gedaan: met gevoel van nostalgie en humor beleven we de eighties vanuit de ogen van een twaalfjarige. Meest in het oog springend zijn het droge Painting With Joan met actrice Kerri Kenney, en een grimmige Amerikaanse variant op Tussen Kunst en Kitsch. Eigenlijk is alles leuk in VHYes. Over de top, en toch zo eighties als het maar kan. Bovendien: gefilmd met echte, oldskool videocamera’s, wat volgens Robbins nog een hele beproeving was.

Hoewel fragmentarisch van opzet – we vliegen van beeld naar beeld – komt alles samen in een origineel einde dat aan found footage à la The Blair Witch Project doet denken. En ja, er zit zelfs een waarschuwende, vooruitziende blik in deze retrokomedie. In een van de programma’s wordt gewaarschuwd voor VHS-recorders. Ooit zullen we allemaal drager zijn van een mini-VHS-recorder, en zal de wereld er zijn om gefilmd te worden. Illustratief voor het nu, waarin mens en telefoon één zijn. En, niet gelogen, het was zelfs merkbaar op het IFFR. In een aantal voorstellingen waren mensen foto’s aan het maken van de films die ze keken. Alles moet vastgelegd worden, een gegeven waar VHYes met bijtende ironie mee speelt.

 

L’extraordinaire voyage de Marona

L’extraordinaire voyage de Marona – Door de ogen van een hond
Voor liefhebbers van animatie is er ook wat te halen. Anca Damians L’extraordinaire voyage de Marona bijvoorbeeld, dat verhaalt over een hondje dat afscheid van het leven neemt. De openingsscène toont hoe Marona op een drukke autoweg wordt aangereden. In grove getekende lijnen zien we hoe ze één wordt met het grijze asfalt.

Wat doe je, als je daar hulpeloos ligt en weet dat je gaat sterven? Je blikt terug. En zo worden we als kijker meegenomen in Marona’s wereld, die zowel pijnlijk als mooi is.

Ze is het product van een edele rashond en een parmantig vuilnisbakkie. Met haar krullende staart, sprieterige oortjes en hartvormige neusje is het een schattig beestje om te zien, maar de eerste eigenaar zet haar al snel op straat. Hij is niet de eerste die afstand doet van Marona. We zien hoe ze bij een acrobaat belandt, een mens met een geur om van te houden. En hoewel Marona gek op hem is, besluit ze zelf weg te gaan – haar mens is ongelukkig, en dat is voor een hond moeilijk aan te zien.

Vervolgens zien we hoe Marona van eigenaar naar eigenaar gaat. De een teder en liefdevol, de ander hatelijk en egoïstisch – hondeneigenaren zijn er in alle soorten en maten. Desondanks past Marona zich aan en neemt verantwoordelijkheid. Een mens zorgt voor een hond, maar dat geldt andersom ook.

Het meest opvallend aan L’extraordinaire voyage de Marona is hoe de film geanimeerd is. Grof, simpel, kleurrijk, organisch. De acrobaat is bijvoorbeeld vormgegeven in vloeiende lijnen, die zich speels door het beeld bewegen. En Parijs is opgetrokken uit bordkarton, waar ondertussen van alles gebeurt: zelfs planeten trekken voorbij.

Met L’extraordinaire voyage de Marona beland je in een wonderlijke omgeving, die je bekijkt vanuit de ogen en wijsheid van een hond. Een expressieve verrassing met een mooi verhaal, waarin thema’s als identiteit, verantwoordelijkheid en grenzeloze liefde besloten liggen.

 

3 februari 2020

 

DEEL 1
DEEL 2
DEEL 3
DEEL 4

 


MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2020 – Deel 3

IFFR 2020 – Deel 3:
Doorzetters, twijfelaars en dromers

door Suzan Groothuis

Veel films handelen over verandering. Een gebeurtenis waardoor je leven ineens op z’n kop staat, je besluiten moet nemen, het roer om moet gooien. Ruim baan voor dromers, vernieuwers of mensen die het gevoel hebben vast te zitten. Hieronder een selectie van films waarin de personages, fictief of echt, cruciale veranderingen doormaken.

 

Sound of Metal

Sound of Metal – Wennen aan stilte
Drummer Ruben speelt in een noiseband en muziek is zijn leven. Samen met zijn vriendinnetje Lou touren ze met hun camper, die omgebouwd is tot een paradijs voor muziekfanaten. Vol apparatuur en ook de draaitafel met Marantz-versterker ontbreken niet. Zo kunnen ze ‘s ochtends van een jazzmuziekje genieten, terwijl Ruben er ‘s avonds een snoeiharde drumset uit knalt.

Maar dan, plots, valt zijn gehoor weg. Eerst is er een indringende piep, om over te gaan in een verdovend, afstompend geluid. Ruben hoort nog wel, maar slechts 20% van wat normaal is. Hopend op iets tijdelijks krijgt hij van de arts slecht nieuws voorgeschoteld. Zijn gehoor is onherstelbaar beschadigd. De enige manier om het niet te verergeren, is rust nemen en niet meer optreden. En de enige manier om zijn gehoor weer terug te krijgen, is via implantaten. Een dure grap, en niet verzekerd.

Met het wegvallen van zijn gehoor valt ook Rubens wereld weg. In Darius Marders debuut volgen we hem in zijn zoektocht, hoe zich aan te passen aan deze nieuwe manier van leven. Zichtbaar gespannen onder de situatie wordt Ruben door Lou onder druk gezet zijn intrede te nemen in een doveninstituut. Zij gaat haar eigen muzikale weg. Weer moet Ruben, in eerste instantie vol weerstand, zich aanpassen.

Net wanneer je denkt dat de film de zoete kant op gaat – Ruben begint binding te krijgen met de dove wereld – zorgt Marder voor een spanningsveld. Want Ruben wil niets liever dan zijn muziekcarrière weer oppakken. Tegen het advies van zijn begeleider in besluit hij tot implantaten en daarmee begint het interessantste deel van de film. De keuze die Ruben maakt, blijft een discutabele. Want met implantaten hoort hij anders: scherp, snijdend, blikkerig. Als kijker hoor je letterlijk wat hij hoort. Van het verdoofde, verstomde geluid in het begin van de film tot het ervaren van geluid met implantaten – beiden zijn hels voor iemand voor wie geluid cruciaal is. En dat weten Marder, die mee schreef aan Derek Cianfrances The Place Beyond the Pines, en acteur Riz Ahmed perfect over te brengen. Een auditieve, ontluisterende ervaring.

 

My Morning Laughter

My Morning Laughter – In beweging komen
In het Servische My Morning Laughter volgen we de 28-jarige Dejan. Hij woont nog bij zijn moeder en buiten het feit dat hij lesgeeft, weten we weinig over hem. Wel zien we dat zijn bejaarde buurman het bloed onder zijn nagels vandaan haalt. En dat Dejan het thuis niet meer zo goed trekt. Het is tijd om op jezelf te wonen, zegt zijn moeder. Tegelijkertijd houdt ze dat ook tegen, want ze is gewend om voor haar zoon te zorgen. En Dejan zelf? Die zien we uitgezakt op de bank zitten, apathisch en besluiteloos. Als kijker geeft het je het gevoel dat de muren, waarop de camera geregeld focust, op je afkomen.

My Morning Laughter, het debuut van Marko Djordjevic, belooft een tragikomedie. De film is droog, maar het komische aspect is ver te zoeken. Djordjevic neemt de tijd. Lange shots, met veel aandacht voor ruimte – deuren en muren die afkaderen en benauwen. Ook is er weinig dialoog. De hoofdpersoon in kwestie is zwijgzaam en niet van de actie. Toch komt er, zij het op minimale wijze, verandering in zijn leven.

Een vrouwelijke collega ziet hem wel zitten en de stap om op zichzelf te gaan wonen komt dichterbij. Maar in plaats van dat je Dejan ziet opbloeien, of tot leven ziet komen, blijft hij uitgeblust. Alsof al zijn energie uit hem gerukt is. Je zou My Morning Laughter als een karakterstudie kunnen zien van een man die vastzit. Kaal en droog, zonder een duidelijk narratief. Dat klinkt saai, en dat is het helaas ook.

 

Moving On

Moving On – Snede uit een familie
Gelukkig laat de Zuid-Koreaanse filmmaakster Yoon Dan-bi met haar fraaie debuut Moving On zien dat verstildheid wel kan werken. Niet dat er in haar film weinig gebeurt – integendeel. Maar Dan-bi neemt rustig en ingetogen de tijd voor dit familiedrama, waarin een vader met zijn twee kinderen bij opa intrekt.

Niet alleen omdat opa ziek is, vader zit ook financieel aan de grond. Er is net genoeg ruimte in opa’s appartement om het gezin op te vangen. En dan komt tante, die kampt met een relatiecrisis, er ook nog eens bij. Op subtiele wijze toont Dan-bi hoe de familieverhoudingen liggen.

In eerste instantie hebben kleinkinderen Okju en Dongju helemaal geen zin om naar opa te gaan. Er lijkt ook geen sprake van een band. Maar geleidelijk aan hechten ze zich aan de zwijgzame man, aan wiens blik we kunnen zien dat hij blij is dat zijn familie er is. Ondertussen speelt er genoeg – de worsteling van Okju en Dongju met hun ouders scheiding, Okju die droomt van een oogoperatie, vader die met zijn handel in nepsneakers en zijn optimisme het hoofd boven water probeert te houden en de vraag wat er met opa en het huis moet gebeuren nu zijn gezondheid zo slecht is.

Moving On is in observerende stijl gefilmd, waarbij Dan-bi laat zien dat er niet altijd woorden nodig zijn om te duiden wat er speelt. Een van de mooiste scènes is die waarin opa naar muziek luistert. Het nummer gaat over het verlies van een dierbare en de herinneringen aan diegene. Okju neemt vanaf de trap haar opa, met een melancholieke glimlach op zijn gezicht, waar. Zij is in twijfel – opa wel of niet vergezellen – maar ze besluit hem met zijn herinneringen alleen te laten.

En zo is er wel meer moois te halen in deze beschouwende, maar veelzeggende film. Moving On wordt wel vergeleken met werk van de Japanse cineast Hirokazu Koreeda (After the Storm, Shoplifters). Thema’s van verlies, herinneringen en rouw sijpelen door, maar altijd met gedoseerd sentiment. Een snee uit het leven van drie generaties.

 

An Impossible Project

An Impossible Project – Analoge dromer
Het IFFR heeft naast het grote aantal speelfilms een behoorlijk aantal documentaires op de agenda. Een ervan is An Impossible Project van regisseur Jens Meurer waarin hij Dr. Florian “Doc” Kaps volgt. Een Oostenrijker met passie voor al wat analoog is.

Terwijl de wereld is overgegaan op digitaal, probeert Doc de analoge moraal hoog te houden. Zo heeft hij de voormalige Polaroid-fabriek in Enschede overgenomen om nieuw leven in Polaroid-camera’s te blazen. Oude camera’s worden gereviseerd en onder een nieuwe naam, Impossible, verkocht. Het merk dankt zijn naam aan het feit dat iedereen Doc voor gek verklaarde. Zo’n product in dit digitale tijdperk weer aan de man brengen, is onmogelijk. Maar Doc is een dromer die van het onmogelijke houdt. Dus kwam hij met Impossible.

Doc is een goede dromer, maar geen goede zakenman. An Impossible Project toont hoe hij van project naar project gaat, waarbij hij zijn passie voor analoog hoog blijft houden. Doc schroomt niet voor verandering. Zo heeft hij Supersense opgericht in zijn thuisstad Wenen, een analoog koffieparadijs waar onder meer ongecomprimeerde analoge opnamen worden geproduceerd. Maar Doc heeft ook zijn oog laten vallen op een Grand Hotel, dat ruim twintig jaar leeg staat. Het is oud, maar alles werkt nog. Docs visie? Maak het schoon, en laat het zo!

Uiteindelijk krijgt Doc steun vanuit het medium Facebook, dat ook de charme en noodzaak van de analoge wereld ziet. The Impossible Project loodst de kijker op vermakelijke wijze door de avonturen van Doc en zijn bevlogen medestanders. Een film over iemand die durft te dromen, bij zichzelf blijft én aanzet tot verandering. In hoeverre bepaalde analoge producten, zoals de Polaroid-camera in nieuwe vorm, zullen beklijven is wel de vraag. Hype of geen hype, de terugkeer naar analoog wordt in The Impossible Project wel bijzonder aanlokkelijk gemaakt.

 

31 januari 2020

 

DEEL 1
DEEL 2
DEEL 4
DEEL 5


MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2020 – Deel 1

IFFR 2020 – Deel 1:
Zoeken naar moraal

door Suzan Groothuis

Het International Film Festival Rotterdam (IFFR) is in volle gang. In de publiekspoll zijn er flinke verschuivingen, maar drie films houden zich staande in de top tien. Toevalligerwijs films die zich buigen over hetzelfde thema: het zoeken of vinden van moraal in een wereld die op z’n kop staat.

 

Les misérables

Les misérables – Ontembare woede
Het Franse Les misérables speelt zich af in de Parijse voorstad Montfermeil, waar rellen aan de orde van de dag zijn. De filmtitel is een verwijzing naar de klassieker van Victor Hugo – een deel van zijn boek speelde zich in Montfermeil af.

Anno nu is het een wijk die aan Baltimore in politieserie The Wire doet denken: er is voortdurend onrust. De werkloosheid ligt hoog, jeugdbendes halen rottigheid uit en de autoriteiten moeten opboksen tegen woede en onvrede. Binnen al die chaos heerst het leiderschap van een drugsbaas die zich De Burgemeester noemt.

De jonge politieagent Stéphane is overgeplaatst naar Montfermeil om dichter bij zijn zoontje te kunnen zijn. Samen met twee collega’s moet hij optreden als handhaver in het onrustige gebied. In Les misérables volgen we hem op zijn eerste werkdag, die een ware vuurdoop is. Niet alleen omdat zijn collega’s er onorthodoxe methoden op nahouden, maar ook omdat de al aanwezige onrust door een aantal gebeurtenissen in rap tempo escaleert.

Les misérables is het debuut van Ladj Ly, die als kind van Malinese ouders opgroeide in Montfermeil en waar hij de rellen in 2005 filmde. Er is onmiskenbaar een link met La Haine, Mathieu Kassovitz’ film uit 1995. Rauw en ongecompliceerd toont Ly hoe de onvrede in een rumoerig district broeit en groeit en de ontstane woede niet of nauwelijks te temmen is. Van meet af aan wordt je als kijker meegezogen in een wereld waar de moraal ver te zoeken is, en waar Stéphane zoekt naar wat juist is. Een tour de force die je op het puntje van je stoel houdt. 

 

Corpus Christi

Corpus Christi – Priester uit de bajes
Van een onrustig Frankrijk gaan we naar de bajes in Polen, waar de twintigjarige jeugddelinquent Daniel droomt van een carrière als priester. Maar hij heeft een strafblad en al wordt hij vergeven voor zijn zonden, priester kan hij niet worden.

Wanneer Daniel met ontslag gaat, wordt hij te werk gesteld bij een houtzagerij. Maar dan krijgt zijn lot plots een andere wending, wanneer hij zich tijdens een bezoek aan de dorpskerk voordoet als priester.

Gebaseerd op ware gebeurtenissen volgen we Daniel in zijn goddelijke roeping. Terwijl hij waarneemt voor de echte priester, die wegens dubieuze gezondheidsredenen is uitgevallen, weet hij als onorthodoxe nieuweling de conservatieve dorpsharten voor zich te winnen.

En hoewel Daniel een oprechte intentie heeft om de dorpelingen, die kampen met een recent trauma, te helpen, is er ook een innerlijke worsteling: zijn donkere, criminele verleden dat hem achtervolgt en misschien wel in komt halen. 

Corpus Christi van regisseur Jan Komasa slaagt als gelaagd drama, waarin hij de geldende normen en waarden binnen het geloof laat schuren. Wat maakt je een goed mens, en is er onderscheid tussen een burgemeester met een verborgen agenda en een crimineel? In hoeverre krijg je echt nieuwe kansen, als je misstappen hebt begaan? Bartosz Bielenia overtuigt als de charismatische Daniel, die zowel innemend als intens is en net zo makkelijk met luide hardcoremuziek aan zijn scooter sleutelt als een rede houdt die tot nadenken stemt. Aangrijpend, maar ook komisch en het ruwe randje niet schuwend, zou Corpus Christi met zijn huidige nummer 1-notering in de poll een terechte publiekswinnaar zijn.

 

Antigone

Antigone – Griekse draak
Met Antigone – met een tweede plaats in de poll hijgend in de nek van Corpus Christi – vertaalt regisseur Sophie Deraspe de Griekse mythologie naar het nu. Antigone is samen met haar twee broers Eteocles en Polynices en zus Ismene vanuit Algerije naar Canada gevlucht. Voor de klas vertelt Antigone – met haar felle blauwe ogen een krachtige verschijning – over haar lotsbestemming. Haar ouders verloren en nu onder de hoede van haar oma. Ze krijgt haar onoplettende klasgenoten wakker en geroerd.

Volgende de Griekse vertelling sterven Eteocles en Polynices na hun nalatigheid het koninkrijk te regeren – een vloek van vader Oedipus. Koning Creon verbood dat Polynices begraven zou worden, zus Antigone strijdt ervoor dat dit wel gebeurt. In het Canadese Antigone zijn de personages letterlijk overgenomen, maar de gebeurtenissen aangepast naar het huidige tijdsbeeld. Na een rel met de politie wordt er een kogel op Eteocles afgevuurd en vindt hij de dood. Polynices, in rouw, gaat in verzet en wordt door de politie opgepakt. Antigone besluit voor haar familie op te komen en bedenkt een vrijzinnig plan om Polynices te laten ontsnappen.

Dat plan is zelfopoffering: Antigone en Polynices wisselen van identiteit. Hij gaat als Antigone de bak uit, zij blijft er als Polynices in. Wat dan volgt is een verhaal van rechtvaardigheid, waarbij Antigone ondanks alle moeilijkheden die op haar pad komen strijdbaar blijft en de moraal hoog houdt. Alles voor familie!

Het uitgangspunt van Deraspes films is origineel, maar de uitwerking – o jee. Allereerst is er de vorm – zoals flitsende social mediabeelden van broers Eteocles en Polynices na hun omstreden lot. Volgens de politie crimineel tuig, maar selfies, Facebook en Instagram tonen lachende, jonge knullen die hun toekomst nog voor zich hadden liggen. Daarbij wordt het sentiment in Antigone breed uitgesponnen. Het drama loopt maar op en de camera zoomt steeds meer in op Antigone’s strijdbare, blauwe ogen. De moralistische boodschap – familie voor alles, doen wat juist voelt – ligt er duimendik bovenop. Deraspe wil zo graag warme solidariteit en menselijkheid verbeelden, dat het glazuur van je tanden springt.

 

29 januari 2020

 

DEEL 2
DEEL 3
DEEL 4
DEEL 5


MEER FILMFESTIVAL

Honeyland

***
recensie Honeyland

Stekend vloeibaar goud

door Suzan Groothuis

In Noord-Macedonië volgt een kleine crew de laatste vrouwelijke honingjager. Maar de komst van buren heeft grote gevolgen voor het voortbestaan van haar wilde bijenvolken.

In de openingsscène zien we een imposant, verlaten landschap waar een tengere vrouw zich een weg baant langs een gevaarlijk uitziende klif. Met trefzekere pas begeeft ze zich naar een rotswand waar een bijenkorf verstopt zit. Met haar blote handen, voorzichtig en zonder gestoken te worden, ontvreemdt ze wat honingraten uit de korf om mee te nemen naar huis.

Honeyland

Daar, in een afgelegen vallei, wordt de bijenkolonie getransplanteerd in een stenen muur vlakbij haar huis. De vrouw die we volgen heet Hatidze en zij is wat je de laatste vrouwelijke honingjager kan noemen. Hatidze zorgt voor haar 85-jarige moeder, die bij haar inwoont en niet meer in goede gezondheid is. Ze leven arm en eenvoudig, zonder elektriciteit. Geld wordt verdiend met de pure, onbewerkte honing van Hatidzes bijen. Die verkoopt ze in het nabijgelegen Skopje, waar ze bekend staat als iemand die superieure honing verkoopt.

Tot zover is Honeyland observerend in het volgen van Hatidzes reilen en zeilen, waarbij de aandacht gericht is op haar werk met de bijen en het verzorgen van haar moeder. Hatidze heeft respect voor de ambachtelijke wijze waarop honing verkregen wordt. Een van haar credo’s is dat je nooit meer moet wegnemen dan de bijen kunnen missen. Neem een halve raat en laat de ander voor de bijen.

Honeyland

Verkwistende buren
En dan is een kentering met de komst van rumoerige, Turkse buren. Hatidze, zelf van Turkse origine, kijkt toe hoe het grote gezin met een kudde runderen de vallei betrekt en zich installeert. Vader Hussein zet iedereen, waaronder peuters en kleuters, in beweging, zodat er gewerkt en verdiend wordt. Wanneer hij doorheeft dat Hatidze goed verkoopt met haar honing, besluit hij ook bijen te houden. Haar wijze les, dat je nooit meer moet wegnemen dan de bijen kunnen missen, geeft ze hem meerdere malen mee. Er is genoeg voor iedereen, zolang je er goed mee omgaat.

De camera is vanaf de entree van de Turkse buren op hen gericht. We zien vooral chaos en ruwheid, in hun manier van leven en werken. Hussein is begonnen met de bijen, waarbij opvalt hoe verschillend hij en Hatidze met de ijverige beestjes omgaan. Hatidze respectvol, met ze dansend en zingend. Maar Hussein gaat voor het snelle verdienmodel. Een handelaar wil zijn honing en overtuigt hem veel te produceren. Hatidzes waarschuwende woorden klinken na wanneer we zijn honingraten grof vermalen zien worden en de honing vloeit. Een duister omen hangt boven de vallei.

En zo ontstaat er een spanning in een documentaire die haast bezwerend begon. Met lede ogen ziet Hatidze toe hoe haar buren de heilige graal tot zich nemen en vernietigen. De enige van wie ze erkenning krijgt is Husseins zoon, die met Hatidze optrekt en van haar leert over de bijen. Hij probeert zijn vader duidelijk te maken dat hij geen goede bijenhouder is, maar de koppige en trotse Hussein wil van niets weten.

Honeyland

De laatste in haar soort
Honeyland is een documentaire die aanvoelt als een observerende speelfilm. De makers volgden Hatidze drie jaar lang, met als het ware een onzichtbare camera; van de documentaire-ploeg is niets merkbaar. We zien mooie shots van het bergachtige, eenzame landschap, waar Hatidze op haast poëtische wijze met haar wilde bijenvolk omgaat. Tegelijkertijd is er de onmiskenbare armoede waarin zij en haar moeder leven. Een uitzichtloos bestaan, want Hatidze beseft dat zij als alleenstaande vrouw de vallei niet meer zal verlaten. En dan is er de komst van haar buren, die de natuur om hen heen exploiteren en verkwisten.

De titel Honeyland is wat misleidend. Want in dit land van honing is er vooral sprake van overleven. Als in een Ken Loach-film zien we hoe de protagonist voor hete vuren komt te staan en de hoop op beter steeds meer uit zicht raakt. Opeenstapelingen van ellende maken het leven voor Hatidze moeilijk. Bescheiden en geduldig als ze is, kan je haar als een eenzame strijder zien, als de laatste in haar soort. Schurend tussen pijnlijk, intens en poëtisch, geeft Honeyland een boodschap over hoe we omgaan met wat de natuur te bieden heeft. Daarin is Hatidze een voorbeeld, maar haar dromen van een andere toekomst – ver weg van de werkelijkheid – maken haar lot ook wrang.

 

7 januari 2020

 

ALLE RECENSIES

IDFA 2019 – Deel 6

IDFA 2019 – Deel 6:
Observeren, reflecteren en doemdenken

door Suzan Groothuis

Kleine, beschouwende films over het leven van mensen staan tegenover documentaires met een politiek of maatschappelijk thema. Van dikke Scandinavische vrouwen gaan we naar blinde vrienden in Uruguay, om vervolgens te zien hoe het een kungfu vechtende sekte vergaat in Italië. In een persoonlijk essay zien we veertig jaar fotogeschiedenis van The New York Times en met de ontwikkeling van artificiële intelligentie gaan we een duistere toekomst tegemoet.

 

Fat Front

Fat Front – Ere mijn lichaam
In de openingsscène horen we een conversatie in een skilift. Een vrouw vraagt aan haar vriendin of zij haar dik vindt. Haar vriendin praat er met verzachtende woorden omheen. Maar ik ben dik, zegt de vrouw vastberaden. Een feit waar zij zich niet langer voor wil schamen. Tijd om de strijd met de moraal omtrent het gewicht aan te gaan!

Fat Front volgt vier verschillende jonge vrouwen in Scandinavië die allen kampen met overgewicht. Op dieet, het eeuwige gevecht met eten, een negatief zelfbeeld. Maar die tijd is nu voorbij. Ieder voor zich heeft besloten haar gewicht te accepteren en mooi te zijn zoals je bent. Op kanalen als YouTube presenteren de dames zich zonder gêne. Naakt, dansend, gehuld in kleding die niet camoufleert. Een medium waar vrouwen met overgewicht elkaar vinden en elkaar bemoedigen er mogen zijn.

Het accent van de film ligt in eerste instantie op hoe de vrouwen zich in het nu presenteren. Naarmate we de hoofdpersonen beter leren kennen, duiken we dieper in hun geschiedenis. Daar liggen tragische gebeurtenissen, zoals seksueel misbruik of opgroeien met een alcoholistische vader. Het (extreem) dik zijn komt ergens vandaan.

Fat Front van regisseurs Louise Detlefsen en Louise Kjeldsen stelt, dan weer op komische en dan weer op pijnlijke wijze, aan de kaak hoe groot de impact van overgewicht is in een samenleving waar dun de mode is. De vrouwen vertellen open en eerlijk hun verhaal. Maar ondanks de moraal, die dik en dun gelijk trekt, laat de film de kijker achter met een dubbel gevoel. Het is mooi om te zien hoe de vrouwen hun middelvinger opsteken naar het geldende modebeeld. Tegelijkertijd doet extreem overgewicht iets met je gezondheid. Het is alsof de vrouwen met hun provocatieve strijd zeggen, dat dit er niet toe doet. Maar er omheen kan je niet.

 

Mirador

Mirador – Op stap met blinden
Van Scandinavië gaan we naar Uruguay in Zuid-Amerika, waar drie blinde vrienden in een beschouwende stijl worden gevolgd. Regisseur Antón Terni kwam op het idee nadat hij de 34-jarige Pablo ontmoette. Samen met vrienden Valeria en Oscar doet hij dingen die mensen die niet blind zijn ook doen. Zoals likeur maken, of samen kamperen.

Terni maakt gebruik van lange, observerende shots. Zoals van Oscar die met zijn radio bezig is, de camera langdurig gericht op de apparatuur die hij gebruikt. Of Pablo in een tuinhuisje, zijn omgeving aftastend.

Mirador is een film met weinig dialoog. Ze zijn er wel, zoals wanneer de drie samen zijn en herinneringen ophalen of grapjes maken. Maar de film bestaat vooral uit verstilde shots, waarvan de mooiste dat van Pablo is, die in alle rust een schelpje met zijn vingers bevoelt. Het geeft een hypnotiserend effect, alsof de tijd er niet toe doet en je wordt bevangen door de schoonheid van iets wonderlijks.

Mirador is een haast zintuiglijke film, waarbij je meedeint op het tempo van de drie blinde vrienden. Het geluid is net iets versterkt, waardoor je de omgeving gaat ervaren zoals Pablo, Valeria en Oscar. We zien ze genieten, maar we zien ook de worsteling met hun handicap. Zoals Pablo die verdwaalt in een bos, waarbij de filmmaker bewust niet ingrijpt. Uiteindelijk redden de drie het wel, met of zonder elkaar. Waar de film het aan ontbreekt is context. Je weet maar weinig van de drie hoofdpersonen en bepaalde shots zijn wel erg lang en weinigzeggend. Dat Valeria moeder is van twee kinderen, vernemen we tijdens de Q&A. Ook zegt de film niets over de positie van blinden in Uruguay. Uiteindelijk doet Mirador wat richtingloos aan. Een greep uit de magie die drie blinden samen kunnen ervaren, maar die van de kijker een lange adem vraagt.

 

Faith

Faith – Vechten voor wat komen gaat
Het Italiaanse Faith is ook een beschouwende film. In fraai zwart-wit geschoten volgen we een bizar gezelschap dat afgelegen in Italië leeft. Aangevoerd door een kungfumeester bereidt het gezelschap – bestaande uit “krijgsmonniken” en “beschermmoeders” –  zich voor op een gevecht tegen het Kwaad. Een dag die er volgens de kungfumeester ooit gaat komen.

Regisseur Valentina Pedicini kreeg de unieke kans deze geïsoleerde sekte van dichtbij te filmen. Er waren wel voorwaarden, leren we tijdens de Q&A, want de filmploeg moest zich hullen in witte kleding. We zien de sekteleden trainen, eten, slapen. Net als in Mirador ontbreekt het in Faith aan uitleg of context. De filmmaker heeft ervoor gekozen zich observerend op te stellen, wat maakt dat we vooral het dagelijks reilen en zeilen zien. De strijd waarop de krijgsmonniken zich voorbereiden gaat gepaard met een ijzeren discipline. De meest indrukwekkende scène is die waarbij de weinig gemotiveerde Laura tot het uiterste gedreven wordt door haar kungfumeester. Haar laatste kans om te laten zien dat ze een krijger is, anders zal ze het gezelschap moeten verlaten.

De gemeenschap intrigeert, maar na het zien van Faith blijft de kijker wel met heel veel vragen zitten. Hoe het idee van de sekte (een gekke mengeling van vechtsport en geloof) is ontstaan, bijvoorbeeld. Of hoe ze elkaar hebben leren kennen. Wie familie van elkaar is, en wie niet. En wat ze ervoor op moesten geven. We zien een kort fragment waarbij twee sekteleden hun familie ontmoeten. Daarin is duidelijk dat ze niet terugkeren naar huis. Een spanningsveld is voelbaar, maar er mist verdieping.

Dat laatste is het grootste probleem met Faith. Als kijker zit je naar een eindeloos gefilmde krachttoer te kijken. Prachtig en intens gefilmd, dat wel. Maar ook moeilijk om uit te zitten. Faith vraagt geduld en uithoudingsvermogen van de kijker. Als je tot het einde bent gebleven, voel je je wel even een krijger. 

 

Letter to the Editor

Letter to the Editor – Een reis door The New York Times
Alan Berliner is een filmmaker met een geheel eigen stijl. Zijn First Cousin Once Removed won in 2012 de IDFA Award for Best Feature-Length Documentary, waarmee hij een intiem document levert over de laatste levensjaren van zijn dementerende achterneef Edwin Honig. Het is tevens een essay over het geheugen, opgesierd door geluidseffecten die een herinnering simuleren. We horen een TING!, wanneer een herinnering, of een stukje ervan, naar boven komt. Berliners kracht ligt in de manier waarop hij zijn films monteert. Een bont spel van beeld en geluid, vaak druk, met de neiging tot herhaling. Maar het werkte in First Cousin Once Removed, en het werkt ook in zijn wonderlijke nieuwste: Letter to the Editor.

Letter to the Editor is niet zomaar een documentaire. Berliner was al sinds begin jaren 80 bezig met wat toen nog een idee was. Namelijk het kopen van The New York Times, tweemaal daags, en belangrijk beeldmateriaal eruit knippen, categoriseren en opbergen. Het idee? Er uiteindelijk iets mee doen qua film. Over het belang van het medium krant en het effect dat het heeft op je eigen zijn.

Letter to the Editor is geheel opgebouwd uit nieuwsfoto’s. Duizenden zien we voorbijkomen, soms zo snel achter elkaar gemonteerd dat het lijkt alsof we meegezogen worden in een filmisch tijdsbeeld. Ondertussen verhaalt Berliners voice-over over de kracht van de papieren krant en uit hij tegelijkertijd zijn zorg dat het medium eindig is. We leven immers in het digitale tijdperk en de verkoopcijfers van een grote krant als The New York Times zijn drastisch gedaald.

Niet alleen is Letter to the Editor een persoonlijke reflectie op het papieren nieuws, maar ook een duik in de geschiedenis van de afgelopen veertig jaar. Van sport tot concerten tot de fatale instorting van het World Trade Center, The New York Times was erbij, fotografeerde en legde vast. Net als in First Cousin Once Removed is Letter to the Editor voorzien van een geluidsband, waarmee de beelden nog meer tot leven komen. Zo gebruikt Berliner daadwerkelijk de muziek van concertfoto’s. Of een schreeuw, wanneer er nieuws met emotie is. En met regelmaat hoor je een typemachine driftig tikken. Alsof de New York Times op de achtergrond aanwezig is door de foto’s te voorzien van tekst.

Het moet gezegd: Berliner heeft knap werk geleverd. Letter to the Editor is een ode en afscheidsbrief ineen aan een groots medium dat de tand des tijds zeer waarschijnlijk niet zal doorstaan.

 

iHuman

iHuman – De wereld bepaald door robots
In het Noors/Deense iHuman gaan we niet terug in de geschiedenis, maar wordt vooruitgeblikt op het medium kunstmatige intelligentie. Tonje Hessen Schei is na Drone (2014) terug met een duister toekomstbeeld.

Strak en stilistisch gefilmd, waarbij interviews met experts op het gebied van artificiële intelligentie (AI) worden afgewisseld met geanimeerde computertekeningen, krijgen we een blik op het nu en de toekomst. Met alle ontwikkelingen die gaande zijn is de vraag in hoeverre computers het voor het zeggen gaan hebben. Zelflerend vermogen komt ter sprake, en daarmee ook het nemen van beslissingen die van grote invloed kunnen zijn op politiek of maatschappelijk vlak. Hierbij haalt Hessen Schei weer even de omstreden drones aan. Wanneer beslist een computergestuurd systeem om een drone te laten ontploffen? Ziet AI de bedreiging goed in een omgeving of in een mens?

Het meest schokkend is het gegeven in een deel van China, waar AI de bevolking “screent” en je al naargelang je persoonlijke situatie, wel of niet gebruik kan maken van diensten van de samenleving. Het doet denken aan Black Mirror-aflevering Nosedive, waarin Bryce Dallas Howard hard haar best doet om een zo hoog mogelijke social media-waardering te krijgen. Wat weer van invloed is op het krijgen van een hypotheek of je begeven in hogere kringen. Dat het al zover is, blijkt dus al in een klein deel van de wereld.

En zo gaat iHuman door met het belichten van diverse gevaren die de ontwikkeling van AI met zich meebrengt. In slechte handen is het een uiterst gevaarlijk medium, waarbij je kan denken aan vervalsing van nieuwsberichten en het gebruik van algoritmen die bepaalde vooroordelen uitvergroten. Bijgestaan door een dreigende soundtrack, voel je als kijker het zwaard van Damocles boven je hoofd hangen. Alleen doet iHuman teveel haar best om dat onheilspellende gevoel te benadrukken.

 

2 december 2019

 

IDFA 2019 – Deel 1
IDFA 2019 – Deel 2
IDFA 2019 – Deel 3
IDFA 2019 – Deel 4
IDFA 2019 – Deel 5
IDFA 2019 – Deel 7
IDFA 2019 – Deel 8
IDFA 2019 – Deel 9

 
MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2019 – Deel 3

IDFA 2019 – Deel 3:
Rijzende en gevierde sterren

door Suzan Groothuis

In dit deel aandacht voor bekende mensen. Omdat ze een jonge influencer zijn, ineens als popster in de spotlight staan, een jarenlange carrière als illusionist weer oppakken en roem en liefde moeilijk samengaan. 

 

Jawline

Jawline – Ego voor de camera
We trappen af met het Amerikaanse Jawline en volgen de jonge Austyn in Tennessee, die via internet beroemd wil worden. Dagelijks zet hij zichzelf voor de webcam en brengt jonge meisjesharten op hol door hoopvolle boodschappen uit te spreken. Geloven in jezelf bijvoorbeeld, en dat je mooi bent zoals je bent. Hoewel Austyns ster rijzende is, is hij er nog lang niet. Hij moet nog bouwen aan zijn volgers en reputatie. In plaats van zich op school te richten, zet Austyn alles op alles om bekend te worden.

Behalve Austyn worden ook andere jonge influencers gevolgd. De jonge en gelikte manager Michael Weist heeft een paar mooie jongens onder zijn hoede. Naast het vertonen van video’s op kanalen als YouTube en Instagram doen ze aan performances. Ze reizen het land door, waar ze opgewacht worden door gillende meiden die na een omhelzing bijna flauwvallen.

Jawline, een documentaire van Hulu (waarop ook hitserie The Handmaid’s Tale te zien is) geeft een goed en indringend beeld van het influencer-tijdperk. Zowel de kant van de beginnende ster, zoals Austyn, als jongens die het al gemaakt hebben, wordt belicht. Het is aan de kijker om een oordeel te vellen over het medium. Jonge meisjes vertellen emotioneel hoe de influencers hun leven en kijk op zichzelf positief veranderd hebben. Maar het medium is ook oppervlakkig en leeg. Het draait om uiterlijk, charisma en geld verdienen. Zoals het aantal volgers, het touren en het uitbuiten van wat hoopvolle berichten met anderen doen. Jawline duikt in een wereld van gespeelde positiviteit en dat levert net zoveel ergernis als dat het op de lachspieren werkt. Maar ondertussen toont het wel het tijdperk van het nu en wat we toekomstig kunnen verwachten. En is er onderliggend de tragiek van de Amerikaanse droom, want hoe hard je ook je best doet, succes is niet voor ieder mens weggelegd. 

 

Once Aurora

Once Aurora – Groot zijn en jezelf blijven
Succes kan ook uit onverwachte hoek komen. Het overkwam de jonge Noorse Aurora Aksnes op 16-jarige leeftijd. Een zelfgeschreven liedje ging het internet op en popidool AURORA was geboren.

De documentaire Once Aurora volgt Aurora gedurende twee jaar. We zien hoe ze bezig is met de opnames van haar tweede studioalbum, terwijl ze de wereld rondreist om haar eerste album All My Demons Greeting Me as a Friend ten gehore te brengen. Geheel vlekkeloos verloopt het niet: Aurora ligt regelmatig in de clinch met haar manager, omdat ze verschil van mening over het nieuwe album hebben. Zij zoekt het experiment, hij wil hits. De camera volgt onderhandelingen over een middenweg. En dan is er nog de tournee, die Aurora opbreekt. Zichtbaar vermoeid geeft ze aan zoveel prikkels niet gewend te zijn. De constante aandacht van media en fans staat lijnrecht tegenover waar ze vandaan komt: de stille rust van de Noorse natuur.

Documentairemakers Benjamin Langeland en Stian Servoss volgen haar innerlijke strijd. Enerzijds is er behoefte aan een break, anderzijds zijn er de creativiteit en passie voor muziek. Middels gefragmenteerde montages, waarbij zowel Aurora’s zelfreflecties als het hectische leven van popster voorbij komen, zien we hoe zij zich in twee jaar ontwikkelt. Once Aurora levert een intiem portret, met een zichtbaar spanningsveld tussen de roem die in haar nek hijgt en de hang naar creatieve eigenheid.

 

The Amazing Johnathan Documentary

The Amazing Johnathan Documentary – Niets is wat het lijkt
Als je als documentairemaker de kans krijgt om een terminaal zieke illusionist, die zijn carrière weer nieuw leven wil inblazen, te filmen, dan zeg je natuurlijk geen nee. Zeker niet als het The Amazing Johnathan betreft, berucht om zijn trucs vol verwijzingen naar drugs, drank en de dood. Johnathan kreeg na de diagnose van een dodelijke hartziekte te horen dat hij nog maar een jaar zou leven. Inmiddels is hij drie jaar verder. Reden genoeg voor een comeback!

Terwijl regisseur Ben Berman The Amazing Johnathan in zijn comeback volgt, en je als kijker verwacht dat dit het verdere verloop van The Amazing Johnathan Documentary is, word je op het verkeerde been gezet. Want Johnathan blijkt nog een documentaireploeg gevraagd te hebben hem te filmen. En niet zomaar een: de producenten van hitdocu’s Searching for Sugar Man en Man on Wire staan aan het roer. Teveel concurrentie voor Ben, die eerder werk leverde voor tv-kanaal Adult Swim (onderdeel van Cartoon Network).

En of het niet gekker kan, komen er nog twee filmploegen om de hoek kijken. Ondanks dat het gemakkelijk is om op te geven, blijft Ben filmen. Daarbij gaat hij zichzelf ook vragen stellen en belanden we ineens in een meta-documentaire. De filmmaker vraagt zich af of hij nog wel op het goede spoor zit en welke richting hij uit moet. Ondertussen kijkt Ben met een kritisch oog naar het onderwerp van zijn documentaire, Johnathan zelf. De man is illusionist van beroep, dus hoe betrouwbaar is hij eigenlijk?

Het resulteert in een knotsgekke, humoristische, zelfreflecterende documentaire waarin Ben in dialoog blijft met zijn hoofdpersoon én zichzelf. Als kijker word je meerdere malen op het verkeerde been gezet, waarmee Ben uiteindelijk een passend geheel levert: gedesillusioneerde filmmaker maakt een desillusionerende film over een illusionist. Zien is geloven!

 

Marianne & Leonard: Words of Love

Marianne & Leonard: Words of Love – Oprechte, maar pijnlijke liefde
Gevierd documentairemaker Nick Broomfield (Kurt & Courtney, Aileen Wuornos: The Selling of a Serial Killer) is terug met Marianne & Leonard: Words of Love. In deze film staat de liefde tussen zanger Leonard Cohen en zijn muze Marianne Ihlen centraal. Cohen ontmoette de Noorse schone op het Griekse eiland Hydra, waar hij zich in 1960 terugtrok om zich te richten op het schrijven. Hydra was een plek waar veel kunstenaars zich vestigden. Het zonovergoten eiland straalt een bepaalde sensualiteit en mystiek uit. Seks, drugs en het beoefenen van de kunsten was een dagelijkse bezigheid. Cohen en Ihlen brachten er, samen met haar zoon Axel uit haar eerste huwelijk, gelukkige jaren door.

Maar na zijn doorbraak als liedjesschrijver verhuist Cohen naar New York en leven hij en Ihlen gescheiden van elkaar. Een leven samen blijkt niet langer mogelijk, in ieder geval niet zoals de tijd op Hydra. Ihlen en haar zoon bezoeken Cohen wel en de verblijven wisselen van kort tot lang. Cohen tourt veel, wordt steeds succesvoller en heeft oog voor andere vrouwen en drugs. Een goede vriendin vertelt dat een relatie met Cohen onmogelijk was. Hij kon je het gevoel geven van je te houden, maar hij was een echte kunstenaar en dus ontembaar.

Ondanks dat de jaren na Hydra geen sprookje meer waren, zag Cohen Ihlen altijd als zijn muze. Aan haar droeg hij het nummer So Long, Marianne op. Voor concerten kreeg ze steevast een uitnodiging op de eerste rij. Broomfield, die Ihlen na haar tijd met Cohen leerde kennen op Hydra, had zelf een kortstondige relatie met haar. Zijn documentaire schetst haar tragische liefdesrelatie met Cohen aan de hand van persoonlijk filmmateriaal, talking heads, liveopnames van Cohens concerten en interviews. Alles wat fragmentarisch aan elkaar geweven en voorzien van de dromerige voice-overs van Ihlen en Cohen.

Terug naar hun pijnlijke liefdesgeschiedenis. Ihlen had haar hart aan Cohen gegeven, maar hij kon zich niet langdurig binden. Toch wás er liefde. Het immens ontroerende einde toont die zo warm, poëtisch en puur, dat je alle vragen of Cohen wel van zijn Marianne gehouden heeft, overboord kan gooien. Tot de dood ons scheidt, zullen we maar zeggen.

 

29 november 2019

 

IDFA 2019 – Deel 1
IDFA 2019 – Deel 2
IDFA 2019 – Deel 4
IDFA 2019 – Deel 5
IDFA 2019 – Deel 6
IDFA 2019 – Deel 7
IDFA 2019 – Deel 8
IDFA 2019 – Deel 9

 

MEER FILMFESTIVAL

Parasite

****
recensie Parasite

Breuk met armoede

door Suzan Groothuis

Met Parasite laat regisseur Bong Joon Ho opnieuw vakmanschap zien. Niet alleen laveert hij behendig tussen filmgenres, ook fileert hij de sociale lagen van de Zuid-Koreaanse maatschappij. Een film die verrast en, uiteindelijk, ook ontroert.

In Parasite draait het om het arme gezin Kim. Ouders, zoon en dochter leven in een soort kelder, waar ze profiteren van de internetverbinding van omringende restaurants. In de openingsscène valt het wifi-signaal weg. Paniek. Moeder verwacht een bericht van haar werk op de app en haar kinderen doen hun uiterste best om signaal te vinden. Een voorbode dat deze mensen, waar het eventjes kan, profiteren van anderen. Dat ze bovendien goede onderhandelaars zijn, blijkt wanneer er klachten zijn van het pizzabedrijf waar moeder werkt. Een bruikbare eigenschap voor wat later komen gaat.

Parasite

Als zoon Ki-woo via een vriend het aanbod krijgt om tijdelijk zijn plek in te nemen als bijlesleraar Engels, is er in eerste instantie twijfel. Hij is geen student en wat als het rijke gezin, waar hij komt te werken, daarachter komt? Volgens de vriend is een goede aanbeveling voldoende. En Ki-woo’s zus blijkt verdomd handig in het vervalsen van documenten, dus de benodigde certificaten zijn ook geregeld. 

Geleidelijke infiltratie
Wanneer Ki-woo onder de naam Kevin zijn intrede doet is hij overweldigd door de luxe die op hem afkomt. De gestileerde woning van de rijke Park en zijn aardige, naïeve vrouw Yeon-kyo vormt een groot contrast met zijn eigen woning waar kakkerlakken domineren. Hij weet Yeon-kyo voor zich te winnen en krijgt een aanstelling voor bijles aan haar tienerdochter. En van het een komt het ander: Ki-woo onderzoekt op slinkse wijze hoe hij zijn familie kan laten infiltreren als werknemers voor het rijke gezin. Dat gegeven voltrekt zich op humoristische en sardonische wijze. Vaste werknemers worden vakkundig uit de weg geruimd om plaats te maken voor Ki-woo’s gezinsleden. Het gezin Kim heeft bovendien oog voor stijl en klasse: ze bieden niet zomaar diensten aan, maar richten zich op een exclusief aanbod geschikt voor een goed gevulde portemonnee.

Wanneer Park met zijn vrouw en kinderen gaat kamperen, heeft het gezin Kim het huis voor zich alleen. Ze genieten van de zon in de tuin en doen zich tegoed aan dure whiskey, terwijl ze een discussie voeren over rijkdom. En dan krijgen ze ineens te maken met een situatie die alles op z’n kop zet. Vanaf dat moment is er een spel met filmgenres: het komische aspect, dat vanaf het begin voorop staat, krijgt een donker randje, waarbij Bong Joon Ho zelfs onvervalst bloedvergieten niet schuwt en afsluit met bezinnend drama.

Parasite

Doordacht en gelaagd
Pretentieus? Niet in de handen van Bong Joon Ho. De regisseur heeft inmiddels een indrukwekkend oeuvre opgebouwd: het indringende en verontrustende Memories of Murder, het psychologisch ontrafelende Mother, zijn eerste internationale treinthriller Snowpiercer en duistere kinderfilm Okja. Experimenteren met verschillende genres én daarin slagen mag je een prestatie noemen. En nu is daar Parasite, waarin de kijker verrast en op het verkeerde been gezet wordt. Niet alleen door de mengeling van filmgenres, maar vooral door hoe doordacht en gelaagd de film is opgebouwd.

Bovendien is er een boodschap, want nietsontziend fileert Bong Joon Ho de sociale klassen van Zuid-Korea. Met scherp oog geeft hij een inkijkje in de morele codes van arm en rijk. Dan weer lachwekkend, dan weer ironisch en dan weer met gevoel. De film sluit af als een droom waarin niets en alles mogelijk is. Of, in de woorden van vader Kim (Bong Joon Ho’s vaste acteur Kang-ho Song): “Het leven verloopt nooit volgens plan.”

 

26 november 2019

 

ALLE RECENSIES