LIFF 2018 deel 1:
Klinkende klassiekers
door Rob Comans
Van 2 tot en met 11 november kunnen filmliefhebbers in Leiden hun hart ophalen tijdens de jaarlijkse editie van het LIFF. Naast premières van nieuwe films is er dit jaar ruime gelegenheid om (hernieuwd) kennis te maken met filmklassiekers, oude zowel als moderne.
Het programmaonderdeel Science & Cinema stelt raakvlakken tussen de werelden van wetenschap en film centraal. Hierin zitten een aantal niet te missen klassiekers die op het witte doek (nog beter) tot hun recht komen.
The Bride of Frankenstein (1935) – monster wil maatje
Het gebeurt niet vaak dat een vervolgfilm het origineel overtreft, maar deze horrorfilm van regisseur James Whale, opvolger van het eveneens indrukwekkende Frankenstein (1931) behoort tot één van de meest bekende uitzonderingen op de regel. Daarnaast laat de film overtuigend zien dat de combinatie van geld en talent binnen Universal Studios, waar de film gemaakt werd, terecht leidde tot de legendarische reputatie van de filmmaatschappij op het gebied van horrorfilms.
Colin Clive kruipt wederom in de huid van de wetenschapper Henry Frankenstein, op zoek naar het geheim van het creëren van leven en Boris Karloff speelt opnieuw de rol van het door Frankenstein gecreëerde monster (in de beroemde make-up van grimeur Jack Pierce). Nieuw is de verfrissende humor die in het verhaal wordt geïntroduceerd, vooral in de persoon van Dr. Pretorius (Ernest Thesiger), een even sinistere als hilarisch campy wetenschapper die, evenals Frankenstein, zoekt naar een manier om zelf leven te scheppen.
Nieuw is ook een uitvoerige proloog, waarin gerefereerd wordt aan de stormachtige nacht aan het Meer van Genève in 1816, waarin Mary Wollstonecraft Shelley (Elsa Lanchester), Percy Bysshe Shelley (Douglas Walton) en Lord Byron (Gavin Gordon) poogden om ieder een eigen versie van het meest gruwelijke griezelverhaal te schrijven. Mary Shelley’s pennenvrucht, Frankenstein – or The Modern Prometheus (gepubliceerd in 1818) is sindsdien uitgegroeid tot een legendarisch voorbeeld van gotische horror, en wordt daarnaast door velen gezien als de eerste sciencefictionroman.
In The Bride of Frankenstein bundelen Frankenstein en Pretorius hun krachten om een vrouwelijke metgezel voor het monster te creëren, maar deze ‘bruid’ (Elsa Lanchester in een onvergetelijke dubbelrol) is minder gelukkig met haar aan elkaar genaaide aanstaande. Alles aan deze door Universal-directeur Carl Laemmle Jr. geproduceerde klassieker ademt klasse, maar uitschieters zijn de weelderige cinematografie van John Mescall, de verbeeldingsrijke decors van set-ontwerper Charles Hall, de iconisch geworden make-up van Jack Pierce en de prachtige score van Franz Waxman, laverend tussen romantiek en dreiging.
Te zien op zondag 11 november – Trianon 2 – 15.15-16.30
Ghost in the Shell (1995) – bezielde machines in superieure anime
In 1988 introduceerde het door Katsuhiro Otomo geregisseerde Akira het Japanse anime-genre aan een westers publiek. Akira is tijdens het LIFF te zien in een speciale voorstelling, met een nieuwe remix van geluid én beeld door Londense rapper en producer GAIKA.
Anime zijn dramatische, kleurrijke animatiefilms, vaak gebaseerd op in Japan populaire stripboeken (manga). Is sinds de release van het sterk door dystopische SF beïnvloede Akira de diversiteit van anime geen geheim meer, de films die eind jaren 80 en in de jaren 90 de VS en Europa bereikten hadden overwegend een bovennatuurlijk of sciencefictionthema. Ghost in the Shell valt stevig in de laatste categorie, maar desondanks wist deze vakkundig door Mamoru Oshii geregisseerde animatiefilm de status van het anime-genre als kunstvorm stevig op de kaart te zetten.
De film draait om de activiteiten van Sectie 9: een hypermoderne elite-eenheid van de politie die zich anno 2029 bezighoudt met speciale operaties gericht tegen (bedrijfs)spionage, hacking, terrorisme en cybercriminaliteit. De afdeling wordt aangevoerd door majoor Motoko Kusanagi, een met een cybernetisch lichaam uitgeruste agente die, samen met haar collega’s Batou en Togusa en leidinggevende Nakamura, op het spoor komt van Project 2501, een geheime operatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken met als middelpunt een geheimzinnige hacker: de Puppet Master.
Gebaseerd op Masamune Shirow’s gelijknamige manga, onderzoekt Ghost in the Shell thema’s zoals kunstmatige intelligentie (KI), cyborgs, de vrijheid en schaduwzijden van het internet, politieke intriges op (inter)nationaal niveau, en de vraag of KI een zelfbewuste levensvorm is met alle daaraan verbonden rechten. Dingen die vandaag de dag cutting edge zijn, maar in 1995 nog slechts toekomstmuziek, hetgeen de profetische waarde van zowel manga als film aantoont. Ghost in the Shell vliegt soms uit de bocht met topzwaar gefilosofeer en technisch jargon, maar deze mede door Blade Runner (1982) beïnvloede film blijft fascineren door zijn oogverblindende visuals en prikkelende thematiek. Eén van de hoogtepunten is de openingsscène waarin we de constructie van een cyborg (majoor Kusanagi?) meemaken, begeleid door Kenji Kawai’s magistrale score. Niet te missen!
Te zien op dinsdag 6 november – Trianon 2 – 14.45-16.32
Pi (1998) – waanzinnige wiskunde
Waanzin en genialiteit liggen dicht bij elkaar, zo blijkt in deze eerste speelfilm van regisseur Darren Aronofsky. In deze duistere psychologische thriller leidt de begaafde wiskundige Max Cohen (Sean Gullette) een kluizenaarsbestaan, waarin partijen Go met zijn voormalige docent Sol Robeson (Mark Margolis) zijn spaarzame contact met de buitenwereld vormen. Max is ervan overtuigd dat getallen ons leven beheersen, en met behulp van een door hemzelf gebouwde supercomputer zoekt hij obsessief naar een manier om deze wiskundige code te breken. Oververmoeid, geplaagd door verblindende migraineaanvallen en onder invloed van stimulerende drugs komt Max’ perceptie van de realiteit steeds meer onder druk te staan, en glijdt hij weg in paranoia en psychose.
Op een dag wordt Max benaderd door de joodse Lenny Meyer (Ben Shenkman), lid van een chassidisch genootschap dat tracht de Thora te ontcijferen aan de hand van getallen. Wiskunde is voor Lenny en de zijnen een manier om met God te communiceren. Marcy Dawson (Pamela Hart), werkzaam voor een machtige firma op Wall Street, is van mening dat wiskundige patronen de aandelenmarkt en effectenbeurzen beheersen, en om die reden geïnteresseerd in Max’ werk. Beiden oefenen steeds meer druk uit op Max, die wanhopig blijft zoeken naar getallen die het universum ontrafelen.
Matthew Libatique’s naargeestige zwart-witfotografie, de jachtige montage van editor Oren Sarch en de pulserende soundtrack met o.a. Aphex Twin, Autechre, Orbital en Massive Attack maken van Pi een fascinerende koortsdroom, die de toon zette voor Aronofsky’s latere films zoals Requiem for a Dream (2000), Black Swan (2010) en het recente Mother! (2017).
Te zien op maandag 5 november – Trianon 2 – 16.30-17.54
eXistenZ (1999) – echt en onecht
‘You want to get into the bizz, but you’ve never played one of my games?’ Spelontwerper Allegra Geller (Jennifer Jason Leigh) kan zich nauwelijks voorstellen dat marketingstagiaire Ted Pikul (Jude Law) zich niet volledig aan de virtuele werkelijkheid van haar spellen durft over te geven. Ted heeft zelfs geen bio-port, een opening onderin zijn ruggengraat waarmee de spelconsoles van de toekomst direct op het centrale zenuwstelsel kunnen worden aangesloten, om zo virtual reality (VR) te ervaren zonder tussenkomst van VR-brillen, data-handschoenen e.d.. Is dat vanwege een fobische angst voor chirurgie, zoals Pikul beweert, of zit er meer achter?
In eXistenZ richt regisseur David Cronenberg zich op de wereld van VR en het feit dat moderne technologie de grens tussen wat als echt en onecht ervaren wordt steeds meer laat vervagen. Cronenberg verpakt filosofische thema’s in een spannend verhaal waarin fundamentalistische terroristen het voorzien hebben op VR-spelontwerper Allegra Geller, door hen gezien als een bedreiging vanwege de corrumperende invloed van haar werk op de ervaring van de werkelijke wereld.
eXistenZ markeert het einde in Cronenbergs oeuvre van de inzet van body horror om evolutionaire mogelijkheden van het menselijk lichaam te onderzoeken. Zijn latere films zoals Spider (2002), A History of Violence (2005) en A Dangerous Method (2011) handelen nog steeds over transformatie, maar nu op een meer psychologisch/geestelijk niveau. eXistenZ wordt gekenmerkt door dezelfde buitenissige sfeer die bijvoorbeeld Videodrome (1983), The Fly (1986) en Naked Lunch (1991) zo bijzonder en genietbaar maakten, vooral vanwege de biomechanische ontwerpen van production designer Carol Spier, die zich ook in deze film niet onbetuigd laat. Let op bijrollen van Willem Dafoe als sardonische benzinepompbediende Gas en Ian Holm als Kiri Vinokur, een VR-hardware-specialist met een Oost-Europees Koeterwaals accent dat alleen in VR te begrijpen valt.
Te zien op donderdag 8 november – Trianon 2 – 16.30-18.07
Vertigo (1958) – duistere diepten van de ziel
Het programmaonderdeel Classic doet zijn naam alle eer aan met de vertoning van deze film van master of suspense Alfred Hitchcock, een film die na jaren Citizen Kane (1941) passeerde als Beste Film Aller Tijden.
De plot van Vertigo is door het noodlot getekend: politieman John ‘Scottie’ Ferguson (James Stewart) valt tijdens een achtervolging bijna van een dak, en lijdt sindsdien aan hoogtevrees (‘vertigo’), hetgeen het einde betekent van zijn politieloopbaan. Wanneer hij als privédetective werkzaam is in San Francisco wordt hij benaderd door een oude vriend, Gavin Elster (Tom Helmore), die zijn vrouw Madeleine (Kim Novak) wil laten schaduwen. Elster vreest voor de geestelijke gezondheid van zijn vrouw. Zij lijkt ervan overtuigd te zijn dat zij bezeten is door de geest van Carlotta Valdes, een Spaanse vrouw die na de dood van haar kind waanzinnig werd en zich van de klokkentoren van een Spaanse missiepost even buiten de stad wierp. Ferguson kwijt zich van zijn taak en wordt, nadat hij haar gered heeft tijdens een zelfmoordpoging, verliefd op Madeleine. Desondanks kan hij vanwege zijn hoogtevrees niet voorkomen dat ze uiteindelijk toch haar dood tegemoet springt, waarna hij radeloos achterblijft.
Als hij niet lang daarna op straat de jonge Judy Barton (Kim Novak in een dubbelrol) ziet, is hij stomverbaasd: afgezien van wat kleine uiterlijke verschillen lijkt zij sprekend op Madeleine. Wanneer hij haar leert kennen begint Scottie op obsessieve wijze Judy te veranderen in zijn overleden geliefde. Het maakt niet uit hoezeer Judy tegenstribbelt: haar haardracht, kleding, make-up en sieraden; alles moet worden aangepast om in haar de dode Madeleine tot leven te wekken. Judy, die verliefd is geworden op Scottie, gaat gelaten in op zijn morbide, bizarre eisen. Dan komt de getraumatiseerde Scottie een duister complot op het spoor, waarvan hij zelf het middelpunt is…
Het intelligente script van Alec Coppel en Samuel Taylor is gebaseerd op de roman D’Entre Les Morts (1954) van Pierre Boileau en Thomas Narcejac, en leent daarnaast elementen uit Erich Wolfgang Korngold’s opera Die tote Stadt (1920) en de film Grezy / Daydreams (1915) van de Russische regisseur Jevgeni Bauer, beide werken waarin (gekmakend) verlies, rouw en het verlangen naar een dode geliefde centraal staan. Coppel en Taylor voegen daar nog een flinke dosis obsessief gedrag en masochisme aan toe, om duidelijk te maken hoe ver mensen bereid zijn te gaan in het bezitten en behagen van hun geliefde.
Vertigo is dan ook één van Hitchcock’s meest complexe, psychologisch duistere films. Vermeldenswaard zijn de beroemde openingssequentie van Saul Bass, de oorstrelende score van Bernard Herrmann en het sublieme camerawerk van Robert Burks, waarbij de prachtig verbeelde stad San Francisco een eigen personage in het verhaal wordt.
Tot slot speelt James Stewart hier als de getraumatiseerde Scottie Ferguson één van de beste rollen uit zijn carrière, waarin echo’s doorklinken van soortgelijke neurotische personages die hij speelde zoals L.B. ‘Jeff’ Jeffries (Rear Window, 1954), Howard Kemp (The Naked Spur, 1953) en Will Lockhart (The Man from Laramie, 1955). Of Vertigo de Beste Film Aller Tijden is, is discutabel. Dat het één van de onbetwiste meesterwerken is uit Hitchcocks oeuvre, ja zelfs de Amerikaanse filmgeschiedenis, staat buiten kijf.
Nog te zien op woensdag 7 november – Trianon 1 – 11.30-13.39
4 november 2018