**
recensie Bacurau
Camp verpakt als politiek
door Sjoerd van Wijk
Bacurau poogt van twee walletjes te eten door camp te verpakken in politieke boodschappen. De omgeving als hoofdpersonage intrigeert, maar raakt ondergesneeuwd in de eclectische genremix met cartoonesk kwaad.
Een paar jaar in de toekomst ligt ergens in een door iedereen vergeten stukje Brazilië het dorp Bacurau. Haar inwoners houden moedig stand ondanks een nijpend watertekort, veroorzaakt door een dam waaraan een op herverkiezing beluste burgemeester vals belooft iets te gaan doen. Vlak na de begrafenis van de iconische dorpsoudste beginnen zich vreemde dingen voor te doen in de omgeving ingeluid door twee flamboyant geklede motorrijders op toer door het platteland. Een of andere sinistere Amerikaanse organisatie, geleid door een ruige Udo Kier, heeft snode plannen met het dorp, getuige hun wapentuig en drone gebouwd als UFO. De dorpelingen denken daar in het nauw gedreven echter anders over.
Hallucinant
Het broeit in het dorpje van een voortdurende drang te overleven. Die toon zet de begrafenis als de inwoners op occulte wijze een laatste eer bewijzen aan de overleden dorpsoudste. Het regieduo Kleber Mendonça Filho en Juliano Dornelles (normaliter Mendonça Filho’s production designer) bouwt gestaag een vervreemdende dorpssfeer op, met ruimte voor de vrolijke noot getuige het afserveren van de slinkse politicus op verkiezingscampagne. Diens carnavalsmuziek wordt niet gewaardeerd. Een oudere die de motorrijders spottend toezingt op gitaar werkt aanstekelijker.
Het dorre landschap, de gloedvolle nachtval en de verlichte lege straten schetsen een verlaten plek waar iedereen op zichzelf is aangewezen. En daarmee op elkaar want samen staan ze sterk tegen de buitenwereld. De eerste tekenen van onheil voelen als een El Topo afgespeeld op halve snelheid maar met evenveel verwijzingen naar van alles en nog wat. Het broeierige blijkt zo hallucinant als de dorpelingen zelf na het nemen van psychotropische drugs in voorbereiding op de strijd.
Maatschappijkritiek
Het regieduo breekt de betovering te pas en te onpas om een flinke dosis maatschappijkritiek toe te voegen. Daar lijkt veel verborgen te zitten voor een Braziliaan met verwijzingen naar bijvoorbeeld de inheemse culturen, andere elementen drukken met de neus op de stempel – de geest van Bolsonaro waart rond. Het groepje Amerikanen als een soort doorgedraaide kolonisten kent weinig nuance op een van hun schietgrage gekken na (hij heeft principes: géén kinderen). Dat zij de tegenstand, geholpen door een teruggekeerde rebellenleider met New Kids-kapsel, onderschatten kent geen dramatische repercussies.
Het is de camp filmlogica van slechteriken die vanzelfsprekend een gruwelijk einde verdienen. De politieke dimensie geeft er nog iets doordachts aan, maar het naar hartenlust mixen van genres (van sciencefiction tot western en horror) getuigt van eenzelfde sadistisch plezier als Quentin Tarantino.
Conflict uit de weg
Zo is er dus lering bij het bloederige vermaak. Maar die twee elementen draaien om elkaar heen zonder raakvlak. De politieke dimensie blijft steken in een goed versus slecht-denken en daarmee een goedmakertje voor de geweldsfantasie. In de Verenigde Staten bouwt regisseur S. Craig Zahler op vergelijkbare wijze een surreële wereld op met camp verwijzingen. In bijvoorbeeld Brawl in Cell Block 99 leidt dat tot een hel passend bij het lot van kolos Vince Vaughn. Zulke eruditie en uitdieping van personages ontbreekt in Bacurau – het dorp blijft door randgebeuren onderbelicht. Een inheemse boer gaat ogenschijnlijk nietsvermoedend zijn huis binnen met twee Amerikanen op de loer, maar die spanning leidt tot een flauwe gotcha als de boer een grote shotgun blijkt te hebben. Dat is exemplarisch voor de film: conflicten uit de weg gaan voor toeters en bellen.
28 juni 2020